Ovum Novum, het nieuwe ei

Jolene Meijerink
8 min readMay 15, 2015

--

Ovum Novum stond in 1989 voor een volledig nieuwe studentenvereniging. Op de dag dat de Berlijnse muur viel, spraken studenten voor het eerst over hun idee. Jules Spaanjaars, toen student natuurkunde, was een van hen. ‘In die tijd waren er nog geen sociale media. Alles ging via via.’

De sfeer is hetzelfde gebleven, zij het met heel wat meer leden dan ooit werd verwacht, vertelt Rein Ketelaars. Hij is preses als de vereniging tien jaar bestaat. We hadden toen 130 leden, dat is het aantal leden dat tegenwoordig per jaar lid wordt.

Tekst: Jolene Meijerink

13 mei 2015. Ruim vierhonderd mensen wachten voor een vliegtuighangar in het Duitse Weeze. Skander Kedri, preses van gezelligheidsvereniging Ovum Novum staat, samen met drie van de vier oprichters van de vereniging op een podium. Hij spreekt de leden toe. Hij is gespannen. Dit is het moment. Het moment waar zolang naartoe is gewerkt, waar zo veel tijd en moeite is gestoken.

De oprichters en het huidige bestuur spreken de leden toe. Foto: Tobias van Stijn

Het verenigingslied wordt gezongen. Dan gaan de deuren van de hangar open. De dj begint te draaien en de ruimte is gevuld met rook en laserstralen. De Ovianen zijn door het dolle heen. De lustrumweek is officieel begonnen.

Val van de Berlijnse muur. Foto: Daniel Antal (Creative Commons)

9 november 1989. Het is de dag dat de Berlijnse muur valt en in een Nijmeegse studentenkamer broedt een handvol studenten op vernieuwing. Een ‘andere’ studentenvereniging willen ze. Eentje waar het begrip gelijkheid een hoofdrol speelt. ‘Ouderejaars moesten er op gelijke voet staan met eerstejaars’, herinnert Jules Spaanjaars zich. Hij is medeoprichter van Ovum Novum en studeerde destijds natuurkunde. ‘Creativiteit zou bij de nieuwe vereniging hoog in het vaandel staan.’

De onrust ontstond op een gala van de MFV (Medische Faculteits Vereniging). Spaanjaars, nu marketingmanager bij semiconductorbedrijf Vishay, stond in een groep studenten en net als de anderen miste hij ‘iets’. ‘In die tijd waren er niet zo veel studentenorganisaties als nu,’ vertelt hij. ‘Je had Carolus Magnus en Phocas en dat was het wel zo’n beetje.’ Zeven Radboud-studenten namen zich voor serieus na te denken over een nieuwe vereniging. Binnen twee avonden lag er een blauwdruk. Naast Spaanjaars maakten ook Huug de Vries (natuurkundestudent) en de geneeskundestudenten Leo Geeraedts en Ferry Hersbach deel uit van de gelegenheidsdenktank. De Vries en Spaanjaars hadden al eens de studievereniging Marie Curie opgericht, Geeraedts was voorzitter van Phocas en Hersbach fungeerde in die tijd als voorzitter van de MFV. Ze hadden elkaar leren kennen op de vele bestuursborrels die ze bezochten.

Het oprichten van Ovum Novum is de kroon op mijn studententijd — Jules Spaanjaars. Foto: Jeff Bosch

Om de vereniging echt van de grond te krijgen, waren er meer en ook jongere mensen nodig. Spaanjaars: ‘Wij waren vierdejaars en studeerden bijna af.’ Het nieuwtje over de nieuwe club ging van mond tot mond en al snel was een groep van twintig gegadigden gevormd. ‘We legden onze blauwdruk aan de jongerejaars voor. Wij konden door onze bestuurservaring advies geven, wisten precies waar zij moesten zijn voor bestuursbeurzen, subsidies et cetera. De jongerejaars zouden de vereniging dragen.’

De initiatiefnemers organiseerden een brainstormweekend op de Mookerheide. Waar zou de nieuwe studentenvereniging voor staan? Wat werden de grondbeginselen? De studenten hadden haast en wilden al in het nieuwe collegejaar van start gaan met een eigen introductie. ‘We werkten keihard aan onze naamsbekendheid. Best een werk, in die tijd waren er nog geen sociale media en e-mail kwam nog maar net van de grond. Alles ging via via. Café De Fiets was onze stamkroeg. Iedereen die interesse had, kon langskomen. Studenten kwamen kennismaken, bleven hangen en namen weer andere geïnteresseerden mee.’ Zo werd Ovum Novum al gauw een gevestigde naam in Nijmegen.

In het begin werd lacherig gedaan over Ovum Novum, herinnert Spaanjaars zich. ‘Maar dat veranderde snel toen de inschrijving voor de introductie in september 1991 startte. De eerste lichting bestond al uit zeventig leden.’ De universiteit besloot een pand te kopen op de hoek van de Oranjesingel en de Hertogstraat. Daar werden Carolus Magnus en Ovum Novum naast elkaar gehuisvest. Een sterke zet, volgens Spaanjaars. ‘Het was een verplichte broederschap; een mooie boodschap van de universiteit. De verenigingen moesten het samen doen en door een pand op zo’n prominente locatie aan te schaffen, liet de universiteit zien hoe belangrijk zij het studentenleven vond.’

EN DE NAAM IS… De naam Ovum Novum werd geboren tijdens een brainstormweekend op de Mookerheide. Mede-oprichter Jules Spaanjaars: ‘Leo Geeraedts zei ineens ‘ovum novum’, ofwel ‘het nieuwe ei’ in het Latijn. Dat bekte lekker en de naam bleef hangen. Het ei staat natuurlijk symbool voor iets nieuws, voor een begin. Maar die symboliek bedachten we pas later. ’ Logisch dus dat de kleur (ei)geel een prominente plek kreeg in het logo van Ovum Novum. Paars kleurde daar lekker fel bij. Ovum Novum stond voor een vereniging met een open karakter. ‘We wilden niet een tweede Carolus Magnus worden, maar met iets totaal nieuws komen.’

Geschiedenis
In 2015 heeft Ovum Novum voor het eerst meer leden dan Carolus Magnus, zo rond de 550. ‘Ongelooflijk,’ vindt Spaanjaars. ‘Ik was een jaar of 23 toen ik met deze vereniging begon. Ik dacht toen echt niet na over de toekomst van Ovum.’ Maar trots is hij wel. ‘Toen afgelopen jaar het 25-jarig jubileum van de val van de Berlijnse muur werd gevierd, belde ik Leo op. We zijn langsgegaan bij de sociëteit van Ovum Novum. Want die de val van de muur is wereldgeschiedenis, maar met de komst van Ovum Novum schreven wij Nijmeegse geschiedenis.’ De heren werden hartelijk ontvangen. ‘De vereniging bruist. De sfeer is hetzelfde gebleven, dat vind ik mooi. Wij konden in 1989 heel goed bedenken hoe Ovum Novum eruit moest zien, maar een vereniging blijft bewegen en dat is nou net het leuke. Er zitten elementen in die wij hebben bedacht en er zijn elementen die later zijn toegevoegd. Ons motto was en is nog altijd: als je iets doet, doe het dan goed.’

Foto: Regine van Mol

De oprichting van Ovum Novum is een kroon op de studententijd van Spaanjaars. ‘Ik heb nog steeds contact met de andere oprichters. Huug is zelfs peetoom van mijn zoon.’ De vereniging mag zich na 25 jaar nog met recht ‘vernieuwend’ noemen, vindt Spaanjaars. ‘Kijk maar naar de activiteiten die ze dit jaar voor het lustrum bedachten. Diner in de Stevenskerk, een eigen festival en een feest in een vliegtuighangar.’

Met de komst van het leenstelsel en de druk om snel af te studeren, dreigen studentenverenigingen in het gedrang te komen. Er klinken geluiden dat studenten geen tijd meer hebben om lid te worden. ‘Geen tijd is geen geldig argument,’ vindt Spaanjaars. ‘Een dag telt 24 uur. Je hebt acht uur nodig om te slapen, acht uur voor je studie en dan heb je nog acht uur over. Die tijd kun je maar beter op een leuke manier besteden.’

Foto: Tobias van Stijn

Hemelvaartsdag, 14 mei 2015
Een groep mensen staat in het zonnetje voor de sociëteit na te praten over het feest van gisteren. Onder hen ook Rein Ketelaars en Frans de Vries. Ketelaars was preses toen de vereniging tien jaar bestond en De Vries toen de vereniging haar twintigste verjaardag vierde. Ketelaars is inmiddels werkzaam als anesthesioloog bij het Radboudumc en komt nog regelmatig even langs op de sociëteit. De lustrumviering van het 10-jarig bestaan van de vereniging was iets soberder dan nu, vertelt Ketelaars glimlachend. ‘Toen voelde het nog als een nieuwe vereniging, als een uit de hand gelopen vriendenclub. Het ledenaantal zat rond de 130. Dat is tegenwoordig het aantal eerstejaars dat lid wordt.’

Frans de Vries tijdens zijn studententijd Foto: Voxlog

De vereniging heeft in die jaren een professionaliseringsslag gemaakt. Dat was ook wel nodig vertelt De Vries grijnzend. ‘Ovum is een kroeg en een vrijwilligersorganisatie in één. Eigenlijk zijn het een stelletje 21-jarige snotneuzen die stiekem heel veel geld beheren.’ De Vries doorloopt een traineeship bij de overheid in Den Haag, maar voelt zich nog sterk verbonden met de club. ‘De vereniging heeft me veel gebracht. Bij je studie is alles voor je geregeld. Je krijgt te horen welke boeken je moet kopen, welke hoofdstukken je moet lezen en wanneer je tentamen hebt. Als je iets voor mekaar wilt krijgen op de vereniging, ben je op jezelf aangewezen. Ik zat bijvoorbeeld in de almanakcommissie. Voor zo’n boekwerk moet je alles zelf regelen. Het zoeken van de drukker, zorgen dat de teksten worden ingeleverd, zorgen dat de lay-out helemaal op orde is: je doet alles zelf.’

Dit jaar was een topjaar — Skander Kedri

Morgen is het HEISA-festival en daarna volgt nog een gala. Dan zit het lustrumjaar er alweer op. ‘Jammer,’ vindt huidig preses Skander Kedri. ‘Dit jaar is niet te vergelijken met de andere jaren van mijn lidmaatschap. Het was een topjaar.’ Hij zou niet zo snel nog een bestuursjaar bij de vereniging willen draaien. ‘Het is geen functie die je jaren achter elkaar kunt doen. Normaal start je de dag met colleges om half negen en ben je rond half vijf weer thuis. Dan eet je wat en ga je ’s avonds nog even wat met vrienden doen. Nu was ik rond twaalf uur op de sociëteit en werk ik door tot zeven uur. Dan ga je naar huis om te eten en dan zit je ’s avonds weer in de sociëteit voor een vergadering, een borrel of een feest. Dan komt er af en toe een constitutieborrel tussendoor waar je dan weer rond drie uur van thuis bent en dan begin je de volgende dag weer van voren af aan.’

Foto: Tobias van Stijn

Ondanks het slopende ritme, heeft hij geen spijt van zijn beslissing om preses te worden van Ovum. ‘Het was een fantastisch jaar. Het heeft me veranderd. Ik was nogal een wildebras, een typische student. Binnen een jaar ben ik uitgegroeid tot een bestuurder. Ik was ineens verantwoordelijk voor meer dan vijfhonderd leden,’ zo legt Kedri uit. ‘Ik ben er sowieso heilig van overtuigd dat je studententijd niet volledig is zonder het lidmaatschap. Een sport kun je oppakken op latere leeftijd, net als reizen, lezen et cetera. Je studententijd maak je maar één keer mee. Die kun je niet op je veertigste herbeleven.’

--

--

Jolene Meijerink

Masterstudent CIW @RUNijmegen |redacteur @voxnieuws|journalist|