Image source: TechRepublic

Ik ga volgend jaar geen cijfers meer geven.

En wanneer jij een jezelf respecterend docent bent, dan doe je dat ook.

Melle Kramer
5 min readJun 9, 2016

--

Want hoe kun je jezelf — èn je leerlingen — nou serieus nemen wanneer het hoogste doel is: een 8 te scoren in plaats van een 6? Is DAT wat we moeten leren? Hoe we voor eender welk vak een 10 kunnen scoren? ‘Teaching to the test’ heet dat in goed Engels. En natuurlijk is daar ook een prachtige draai aan te geven, maar dan heb je het eigenlijk over iets anders want een prachtige draai is vaak een omweg.

Nou had ik zojuist een gesprek met vier leerlingen uit 3 havo om helder te krijgen waar een 8 voor Nederlands nou eigenlijk voor staat. Stel je haalt een 8 voor het vak Nederlands op je centraal examen: wat zegt dat dan?
Dat je op niveau 8 zit qua vaardigheid voor het vak Nederlands? OK. Wat is die vaardigheid dan? Waaruit bestaat die? Schrijfvaardigheid. Leesvaardigheid. Goed. Maar hoe zie ik dat terug in die 8? Die 8 is een soort gemiddelde. Prima. Maar van wat dan? En wat zegt dat over mijn vaardigheid en die van andere leerlingen die een 8 hebben gehaald voor Nederlands? Kunnen we dan allemaal gemiddeld hetzelfde? Enfin: wij kwamen er niet uit.

Er is maar één cijfer dat een antwoord geeft op alles.

En dat is precies de reden voor dit betoog. Ik heb nu al een paar maal een toets nagekeken die een periode van instrueren, leren en studeren afsloot. Steeds met een aanzienlijke sliert onvoldoendes. Leerlingen vinden onvoldoendes niet leuk. Gevolg: sprokkelen, boze gezichten, verdrietige gezichten, verfrommeld papier. In het beste geval bespreek je de toets klassikaal zodat leerlingen kunnen zien wat ze FOUT gedaan hebben, maar wat is daarvan het rendement? Kunnen ze tijdens één toetsbespreking een mankerende basis herstellen?

En wat doet het kijken naar fouten zonder daar verder iets mee te doen met de motivatie? Een soort gemiddeld ideaal van het onderwijs is ‘leerlingen opleiden tot zelfstandige en succesvolle individuen’ of iets dergelijks. Zoals het onderwijs er nu bij staat betekent het dat je zelfstandig en succesvol bent wanneer je overal een 8 voor haalt. Of minimaal een 6. Hoe hoger het cijfer, in elk geval, hoe beter — hoe succesvoller. Het kan aan mij liggen, maar dat lijkt me een wat eenzijdige motivatie die trouwens ook niet strookt met het gemiddelde ideaal van het onderwijs.

Wanneer je leerlingen wilt opleiden tot zelfstandige en succesvolle individuen dan moet je ze iets meegeven voor de lange termijn. Dan moet je ze in staat stellen DIEP te leren, te reflecteren op zichzelf, te kijken naar hoe ze leren en nieuwe wegen te verkennen. Vaardigheden en eigenschappen die ze meenemen in hun leven buiten en na school. Wanneer je alleen maar werkt voor de korte termijn dan mis je een kans. Een kans op echt onderwijs.

Een mooi voorbeeld van zo’n gemiste kans voor het onderwijs is mijn vrouw. Ze heeft de havo afgerond (op haar sloffen) en stroomde ze via een propedeuse hbo (op haar sloffen) door naar de universiteit. Die heeft ze ook afgerond, maar niet op haar sloffen. Ze werd ineens geconfronteerd met een andere manier van leren waarin ze op de havo nooit getraind was.

Het schoolsysteem heeft haar geleerd te slagen voor toetsen. Ze leerde het mechanisme van een toets. De motivatie is elke keer de toets te halen dus wat ze leerde was vraag- en toetsvormen doorzien. Wat ze niet leerde was wat ze nodig had om zich iets ècht eigen te maken of te begrijpen, zoals wiskunde, of bij de talen: daadwerkelijk een gesprekje voeren — vaardigheden dus.

Op de universiteit kreeg ze veel open vragen: die vragen toepassing van kennis. Of kleine onderzoekjes en een verslag daarvan. Dat toetst pas echt hoe je iets begrepen hebt. Dit vereist dat je zelf nieuwsgierige vragen kunt stellen en uit eigen beweging gaat onderzoeken.

Haar denken is absoluut academisch, haar interesse, inzicht en concentratievermogen ook, maar ze doorliep het onderwijs vóór de universiteit succesvol doordat ze zichzelf trucs aanleerde die functioneerden op de korte termijn. In haar schoolcarrière tot aan de universiteit is zij nooit gezien voor wie ze was: een slimme, ietwat luie meid, die met wat extra coaching en uitdaging al vrij vroeg haar zelflerende potentieel had kunnen verwezenlijken.

Hadden haar docenten op de middelbare school haar geleerd dieper te leren, dan had de doorstroom naar het wetenschappelijk onderwijs waarschijnlijk natuurlijker, naadlozer en opbouwender verlopen.

Tijd voor ècht onderwijs, dames en heren: we gaan leerlingen niet africhten en volstampen, maar laten inzien dat ze wendbare, faalvaardige mensen zijn die niet bang hoeven te zijn om van zichzelf en van de wereld om zich heen te leren.

We gaan niet meer kijken maar de toets, we gaan kijken naar de leerling — en die gaan we vervolgens DIEP laten leren, niet oppervlakkig en kortstondig. We gaan aansturen op het aanleren van vaardigheden voor het leven.

Summatief toetsen is achterhaald, indirect en vooral: niet menselijk. Een summatieve toets is een efficiënte manier om het instampen van stof, het toepassen van oppervlakkige vaardigheden en het peilen van het gemiddelde inzicht op grote schaal te meten — zonder individuele aandacht. Een ‘ontmenselijkte’ vaardigheden toets dus. Dat vind ik volkomen onterecht: wat gebeurt er met de leerling die al dit stampwerk, al dat toepassen heeft verricht?

Ik besteed liever een paar uur extra per week aan inhoudelijk en op de persoon feedback, feed-up en feedforward geven dan dat ik in mijn eigen tijd urenlang onvoldoendes nakijk waar verder niets meer mee gedaan wordt door de veroorzakers ervan.

Wanneer je op een dieper niveau naar vaardigheden wilt kijken op basis van een summatieve toets, dan ontkom je er niet aan: je moet het gesprek aangaan. Een echt gesprek waarin je vanuit je ervaring en inzicht als docent een individuele verbinding aangaat met de leerling als zich ontwikkelend mens. Daar kom je niet door het spelen van een pingpongspelletje over goed en fout.

Natuurlijk is het fijn (en soms nog noodzakelijk, helaas, denk aan het huidige SE en CE) om met cijfers te kunnen praten over individuen en groepen met gelijksoortige niveaus van het een of ander, maar laten we dan werken met een volkomen doorzichtige en eenvoudige matrix, waarbij leerlingen op basis van het hebben van bepaalde vaardigheden automatisch indicatieve cijfers veroorzaken zodat de docent in dat deel van het proces geen rol meer hoeft te spelen. Zonde van de tijd.

Dan hebben we eindelijk weer tijd om te praten over echte dingen. Niet meer praten over normen, maar praten over je vak. Bijvoorbeeld: hoe motiveer je een leerling om te presteren zonder de beloning van het cijfer? Hoe laat je een leerling zien dat de vaardigheden die nodig zijn voor jouw vak, terugkomen bij allerlei andere vakken? Of hoe je ze kunt inzetten in absoluut niet-schoolse situaties?

Waarom zou je iemand die een vaardigheid op niveau beheerst nog cijfers geven? Sterker nog: waarom zou je, wanneer je weet dat een leerling de benodigde vaardigheden in voldoende mate bezit, nog een centraal examen doen?

We gaan weer contact maken.

--

--