Mijmeringen over wat er eigenlijk mis is met het fascisme

Frank van Mil
4 min readAug 14, 2017

--

In de demonstraties in Charlottesville liepen mensen met hakenkruisvlagen, en gaf men de fascistische groet. Het was een openlijke steunbetuiging aan fascistisch gedachtegoed. In maatschappelijke discussies wordt regelmatig verwezen naar het fascisme om uitspraken, ontwikkelingen of mensen te duiden. Meestal is het de ultieme ‘show stopper’: na het predikaat toegekend te hebben valt of de discussie stil, of hij escaleert — maar hoe dan ook houdt iedere inhoudelijke uitwisseling op. Openlijk te verkondigen dat je fascisme aanhangt is voor de meesten (nog) een taboe. Van de ene kant vind ik dat fijn, want het fascisme gaat in tegen zoveel zaken die voor mij zeer belangrijk zijn. Maar ik krijg soms ook het idee dat mensen door dit taboe nooit meer uitvoerig hoeven te vertellen wat er zo slecht aan is. Dat ze wel ergens een vaag gevoel hebben dat fascisme erg is, maar eigenlijk ook niet zo goed kunnen onder woorden brengen waaróm dan. En als je dat niet goed meer kunt, omdat het eigenlijk nooit echt onderbouwd of toegelicht hoeft te worden, vergeet je na verloop van tijd wellicht de essentie. En dan zullen mensen die het verwijt krijgen fascist te zijn, gewoon riposteren met ‘ja, nou en?’

Dus, wat is er voor mij ook alweer zo erg aan het fascisme (en wat mij betreft: aan iedere totalitaire ideologie)? Simpel gezegd, en tot de kern teruggebracht is dat: het uitgangspunt van de fundamentele ongelijkheid van mensen. Er zijn veel definities en invullingen van wat fascisme precies is — de een legt de nadruk op racisme, de ander op geweldsverheerlijking en weer een ander benoemt de combinatie van anti-democratie en anti-kapitalisme. Maar iedere versie stelt dat het fascisme de fundamentele ongelijkheid van mensen als uitgangspunt neemt om de maatschappij in te richten. Waar de liberale democratie concludeert dat mensen gelijke rechten moeten hebben omdát ze van elkaar verschillen doet het fascisme het omgekeerde: Omdat mensen verschillen moeten sommige mensen meer rechten krijgen dan anderen. Dit is voor hen goed en een bevestiging van een ‘natuurlijke orde’. Daar zit direct mijn probleem, want voor wie gelden dan de uitgebreide rechten, en wie delft het onderspit? Waarop baseer je die indeling? Hoe onderbouw je die?

De Duitse variant van het fascisme, het nationaal-socialisme, greep daarvoor terug op ras en werkte in de rassenwetten van 1935 uitvoerig uit wie erbij hoorde en wie niet. In andere landen was ras minder bepalend en hanteerde men een restrictief toegekend burgerschap gekoppeld aan culturele afkomst. Liberale democratieën maken natuurlijk ook een onderscheid tussen burgers en niet-burgers, maar de meest fundamentele rechten van niet-burgers worden altijd geborgd door mensenrechten. Het fascisme doet daar niet aan. Niet-burgers hebben pech. En burgers hebben eigenlijk ook pech, want ook binnen de eigen maatschappij heerst immers ongelijkheid. Het ongelijkheidsprincipe leidt er toe dat ook ‘gewone’ burgers ten opzichte van leiders ook geen rechten hebben. Leiders zijn superieure mensen (waarom zouden ze anders leiders zijn?) en zij verdienen daarom ook meer (voor-) rechten. Vanuit acceptatie van deze fundamentele ongelijkheid komt het fascisme tot de conclusie dat geweld de enige juiste manier is waarop de ongelijke maatschappij geordend kan worden. Geweld is goed, want het maakt duidelijk wie aanspraak kan maken op rechten, en wie niet. Dit geldt in het fascisme voor de omgang tussen personen, maar ook voor volkeren/landen. Waarheid volgt uit geweld, niet uit een afweging van argumenten. Wie het beste geweld toepast heeft gelijk.

Ik ben groot voorstander van een liberale democratie omdat die het mogelijk maakt om onderling het gesprek aan te gaan over ‘het goede, het ware en het schone’. Je verschilt over dat soort zaken van mening, en laat die meningen botsen om te nieuwe inzichten te komen. Volgens mij heeft ieder mens het vermogen om in de loop van z’n leven van inzicht te veranderen. En volgens mij heeft ieder mens in aanleg de neiging om bij onrecht zich te willen uitspreken. Dit is in het fascisme slechts weggelegd voor enkelen.
Er kunnen best aspecten zijn in het fascisme die je aanspreken, bijvoorbeeld de kritiek op het groot-kapitaal, of de saamhorigheid die voortvloeit uit een volksgevoel. Maar het fascisme is niet zomaar een politieke boodschap binnen een liberale democratie. Het fascisme is een alternatief systeem voor een liberale democratie. Het is wel mogelijk om via verkiezingen de democratie te veranderen in een fascistisch systeem. Maar als dat eenmaal is gebeurd, kun je niet meer terug. Zodra fascisten de gelegenheid krijgen, schaffen ze de mogelijkheid af voor andersdenkenden om hun ideeën kracht bij te zetten. Dat is geen paranoia, maar de openlijke, en logische gevolgtrekking van hun uitgangspunten.

Natuurlijk kent ook een liberale democratie intellectuele modes, die hun dwingende logica lijken op te dringen via het publieke debat. Maar het cruciale verschil met het fascisme (en andere totalitaire systemen) is dat in een liberale democratie staatsmacht niet gebruikt wordt om de dan heersende versie van de waarheid op te dringen. In een liberale democratie maakt de staatsmacht een openbaar debat mogelijk, waarin meningen kunnen afwijken. Het fascisme wil staatsmacht gebruiken om de eigen waarheid op te leggen aan alle mensen. Het is een systeemconclusie, die voortvloeit uit het ongelijkheidsprincipe. De onomkeerbaarheid daarvan is mijn grootste bezwaar tegen het fascisme en tegen alle andere totalitaire ideologieën. Ik vind het moeilijk voor te stellen dat veel mensen zich bewust zijn van deze onomkeerbaarheid van het fascisme en er toch nog voorstander van zijn. Alsof je jezelf (om maar te zwijgen over anderen) de toekomstige mogelijkheid ontzegt later in je leven van mening te veranderen, of om je uit te spreken wanneer je ’t ergens niet mee eens bent. Wanneer je hardcore fascisten hier op bevraagt zul je waarschijnlijk beantwoord worden met fysiek dan wel verbaal geweld (daarmee hun fascistische overtuigingen bevestigend). Maar de twijfelaars moet je volgens mij juist hier op aanspreken. Want zo’n totalitair systeem bijt zich altijd in de staart, net zoals iedere revolutie uiteindelijk zijn eigen kinderen verslindt.

--

--