Burgemeester als sheriff en rechter: waarom de GAS-wet probleem blijft

Gunther Malin
10 min readOct 20, 2023

--

(Opinie) In Genk zal het lokale bestuur voortaan de wagen in beslag nemen van “hardleerse snelheidsoverteders”. Good riddance, zou je denken. Maar erachter schuilt de gevaarlijke evolutie naar stadstaten die ongebreideld eigen wetten maken en afdwingen.

Burgemeester van Genk, Wim Dries. (Montage. Foto’s: StampMedia/Pauline Poelmans, Chris Nelis)

Op 19 oktober 2023 meldt Wim Dries, burgemeester van Genk, trots dat zijn stad voortaan de wagen zal afnemen van “hardleerse snelheidsovertreders” wanneer ze op Genks grondgebied zestien snelheidsovertredingen opgelopen hebben in drie maanden tijd. Ter herinnering: sinds februari 2021 kunnen lokale overheden lichte snelheidsovertredingen (max. 20km/u te snel, met een toestel vastgesteld) beboeten met een Gemeentelijke Administratieve Sanctie (GAS). Die overtredingen werden, zoals dat heet, “gedepenaliseerd” omdat het parket niet meer dient tussen te komen (GAS 5).

Die GAS 5 maken sinds december 2021 deel uit van het lokale Genkse reglement, maar bijna twee jaar later blijkt de burgemeester het noodzakelijk te vinden om een stap verder te gaan: een heus heropvoedingstraject met als stok achter de deur de inbeslagname van de wagen voor vijftien dagen.

“Ja maar, Gunther, zestien boetes op drie maanden tijd, dan zoek je het toch zelf?” hoor ik u al denken. Dat kan, maar dat is niet de vraag waar ik mee worstel. Waar ik een antwoord op wil zoeken, en dat blijkt een hele klus zoals u zal kunnen lezen, is: “Mag een burgemeester zomaar een wagen in beslag nemen?” en “Is dit opnieuw een voorbeeld van de miskleun die ‘GAS’ heet?”

Om op die vragen te kunnen antwoorden, is er context nodig. Veel context, zo bleek tijdens het schrijven van deze blog. Zo veel zelfs, dat dit al een derde versie is, omdat ik verschillende keren m’n draad kwijtgeraakt ben. Maar, derde keer, goede keer, hoop ik.

Broddelwerk

Allereerst moeten we kort terug in de tijd — voor nog meer geschiedenis, check even het kaderstukje onderaan deze blog. De GAS-wet dateert van 1999 en ontstond onder het toeziend oog van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken, Luc Van den Bossche. Dankzij die wet, konden lokale overheden een beperkt aantal kleine misdrijven, zoals vandalisme of sluikstort, zelf aanpakken waardoor de parketten meer tijd kregen voor ‘echte misdaad’.

Er volgden verschillende hervormingen, waarvan de meest ingrijpende (en problematische) tussen 2012 en 2014 onder Joëlle Milquet. De light-versie van 1999 was verworden tot een absoluut misbaksel waar een kat haar jongen niet meer in terugvindt. Van den Bossche stelde het in 2012 zo: “Er is een vergissing begaan, waarschijnlijk omwille van de vox populi, omwille van de effectiviteit. (…) Ik zou de wet terugbrengen tot wat ik in 1999 neerlegde. Daar geloof ik in. Niet in de wijziging.”

Burgervaders en -moeders ontpopten zich al snel tot verzuurde sheriffs in het Wilde Westen van sneeuwbalgooiers

Op het wetsvoorstel van Milquet, kwam veel kritiek van juristen, vzw’s, experts en media, maar het broddelwerk bleef overeind. Eén van de grote problemen, behalve dat de wet een doolhof is, is de vaagheid waarin ze uitblinkt, waardoor lokale bestuurders té veel vrijheid krijgen, zeker in combinatie met de Nieuwe Gemeentewet waar de GAS werden ingeschreven onder artikel 119bis.

Voor de burgervaders en -moeders bleek de verleiding al snel te groot en ze ontpopten zich tot verzuurde sheriffs in het Wilde Westen van sneeuwbalgooiers en dwarsfluitspelers. De belachelijke reglementjes en boetes stapelden zich op, waardoor verschillende gemeenten de risee waren in de media.

Ongeveer tien jaar later zijn de lokale bestuurders dat kleuterniveau evenwel ontgroeit, maar er blijkt een groter gevaar uit de GAS-doos van Pandora geglipt te zijn. De lokale arm der wet grijpt steeds vaker naar grote/grove maatregelen, het spreekwoordelijke kanon op een vlieg, en creëert een parallel strafrecht.

Knalpotterreur

Dat brengt ons weer vlotjes naar het heden. Genk neemt voortaan dus de wagen in beslag van “hardleerse snelheidsovertreders”. Voor de volledigheid: de stad deed dat al voor “knalpotterreur”, wagens die “te luid” zijn, maar daarover straks iets meer.

Als basis voor de nieuwe maatregel had de burgemeester niet voldoende aan GAS 5 en sleurde hij artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet erbij. Ik ga het hier niet volledig citeren, maar u vindt het hier mits wat scrollen. De eerste zin van dat artikel vat het echter zowat samen: “De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.”

Dus, in mensentaal, de burgemeester kan maatregelen nemen die hij nodig acht om de veiligheid en de rust van de inwoners te garanderen. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn niet enkel de GAS-boetes, maar ook alternatieve straffen zoals een tijdelijk plaatsverbod en de (tijdelijke of definitieve) sluiting van een zaak. Belangrijk, die twee voorbeelden staan expliciet in de GAS-wet mét randvoorwaarden.

Brokkenpap

Die twee ingrediënten, GAS 5 en de Nieuwe Gemeentewet, waren echter nog steeds niet voldoende om de brokkenpap van de Genkse maatregel af te maken. Het bestuur lijkt er ook nog zijn lokale ‘politieverordening ter beteugeling van overlast’ (2019) bijgesleurd te hebben. Voor ik verderga, zet ik alle ingrediënten even onder elkaar:

  • Een soeplepel GAS 5
    Dat geeft de mogelijkheid aan lokale besturen om lichte snelheidsovertredingen te beboeten met een GAS-boete. Hierin is géén sprake van alternatieve straffen.
  • Een koffielepel Nieuwe Gemeentewet
    Artikel 135 geeft een burgemeester de mogelijkheid om maatregelen te nemen om de rust en veiligheid van inwoners te vrijwaren.
  • Een snuifje ‘lokale politieverordening ter beteugeling van overlast’
    Artikel 70 stelt: “Naast het opleggen van een sanctie kunnen alle mogelijke wettelijke middelen gebruikt worden om onmiddellijk een einde te maken aan een inbreuk (o.a. inbeslagname).”

Bent u nog mee?

Alloo bij de Verkeerspolitie

Hoe dat recept tot stand is gekomen, wat de redenering én vooral het juridische bindmiddel is: een pintje voor de persoon die me dat kan tonen, want op de website van de Stad Genk is tot op heden niets terug te vinden over deze nieuwe strafprocedure.

Ja, ik noem het een nieuwe strafprocedure, want de inbeslagname is het sluitstuk van een heel proces:

Stap 1 (9 boetes): een “sensibiliserende brief”
Stap 2 (12 boetes): een “gesprek en ideeën over hoe men zijn gedrag kan wijzigen”
Stap 3 (16 boetes): de fameuze inbeslagname

Zoiets lijkt me toch ergens goed geregeld te moeten worden, nee? Met een antwoord op bijvoorbeeld deze niet-exhaustieve lijst van vragen:

  • Wie voert dat gesprek na de twaalf boetes? Een verkeersdeskundige, een psycholoog of een ambtenaar met alle afleveringen van ‘Alloo bij de Verkeerspolitie’ op de digicorder?
  • Is dat gesprek verplicht en wat met mensen die weigeren?
  • Wie beslist tot de inbeslagname? De burgemeester, de sanctionerend ambtenaar of de vaststellende ambtenaar?
  • Wat zijn de mogelijkheden en termijnen van bezwaar?
  • Staat de teller na de inbeslagname opnieuw op nul?

ONMIDDELLIJK!

Nog een element (het voorlaatste): mag een burgemeester wel zomaar de wagen van iemand in beslag nemen, op basis van regels die hij zelf bepaald heeft? Soms wel, onder bepaalde voorwaarden. In de Genkse politieverordening van 2019 die ik boven vermeldde, staat: “om onmiddellijk een einde te maken aan een inbreuk”. Die onmiddellijk is belangrijk. Ook in andere Limburgse steden vond ik regels terug over inbeslagnames bij gevaarlijk rijgedrag, met de magische nuance (of een variant erop): “bij acuut gevaar”.

Wachten tot iemand zestien keer te snel gereden heeft, en die zestiende overtreding ook nog eens door de administratieve mallemolen geraakt is — en dat kan een tijdje duren, is niet onmiddellijk ingrijpen. Dat is anders bij de ‘knalpotterreur’, waar de politie een wagen onmiddellijk uit het verkeer kan halen en onmiddellijk in beslag kan nemen, en daarmee het “acute gevaar” onmiddellijk kan neutraliseren.

Wachten tot iemand 16 keer te snel heeft gereden, is niet ‘onmiddellijk’ ingrijpen

Wanneer het dossier van een hardleerse ‘snelheidsduivel’ na enkele weken op het bureau belandt van de burgemeester (of wie er ook zou beslissen, nobody knows), en die beslist tot inbeslagname, is de sanctie niet onmiddellijk én speelt hij rechtertje.

Hof van Cassatie

Een laatste element voor ik aan m’n conclusie kom (beloofd!): de inbeslagname gaat gepaard met een (forfaitaire) retributie én de wagen blijft in beslag zolang die retributie niet betaald is (Retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen, artikel 5, §3 en §4). Daar had Genk misschien beter ook eens twee keer over nagedacht én met de collega’s in Antwerpen over gepraat.

Fragment uit het Retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen.

Want in 2022 floot het Hof van Cassatie de Stad Antwerpen terug toen ze de vrijgave van een inbeslaggenomen wagen afhankelijk maakte van het volgen van een cursus en de betaling van een (forfaitaire) retributie. Het Hof stelde het zo: “De wettelijke bepalingen laten evenwel niet toe dat de burgemeester bestraffend optreedt door de teruggave van het voertuig afhankelijk te maken van, eensdeels, het volgen op eigen kosten van een vorming, (…) en, anderdeels, van de betaling van kosten voor takeling en opslag die de werkelijke kosten te buiten gaan.”

Met andere woorden: het Hof was het niet eens met een forfaitaire bepaling en betaling van de kosten als voorwaarde om je wagen terug te krijgen. Zoals dat dus het geval is in… Genk.

De conclusie!

Indien u tot hier geraakt bent, en dat hoop ik, mooi zo, want hier is ze: de conclusie.

Eerst het antwoord op mijn eerste vraag van in het begin, “Mag een burgemeester zomaar een wagen in beslag nemen?” In bepaalde gevallen, ja. Maar als je de vraag specifiek toespitst op wat Genk nu wil doen, dan betreedt de burgemeester een donkergrijze zone en rekt hij zijn bevoegdheden enorm op, ook al noemt Dries zichzelf “sheriff, noch rechter”.

Maar waarom schenk ik zo veel aandacht aan wat tenslotte maar een beslissing is van een Limburgse burgemeester van een stad die drie keer in Antwerpen past? Omdat ik zo tot m’n tweede vraag kom: of deze maatregel (opnieuw) een perfect voorbeeld is van het misbaksel en hellend vlak dat de GAS-wet is? Het antwoord klinkt oorverdovend ‘ja’.

Zelfs voor de uitbreiding van de GAS-wet in de periode 2012–2014, en de verdere uitholling van de rechtszekerheid, was er al de kritiek en de vrees dat er te veel macht bij de lokale besturen gelegd werd. De lokale overheid speelt immers wetgever, ordehandhaver en rechter. Dat de drie rollen (in theorie) opgenomen worden door verschillende personen is irrelevant: ze blijven deel uitmaken van dezelfde instantie, in tegenstelling tot de ‘gewone’ trias politica, de democratische drievuldigheid die de nodige checks & balances verzekert, of dat toch poogt. Dat je in beroep kan bij een politierechter is fijn, maar irrelevant: wie doet dat voor een paar honderd euro, tenzij je de middelen hebt om een statement te maken?

Al in 2012 was er de vrees dat er te veel macht bij de lokale besturen gelegd werd.

Aanvankelijk leidde dat tot belachelijke GAS-boetes en zulke uitwassen zijn er, voornamelijk door de nodige media-aandacht, stilaan uit.

Echter blijven de gevaarlijkste eigenschappen van de GAS-wet, en zeker in combinatie met de Nieuwe Gemeentewet en wat creativiteit, de vaagheid en open deuren. Mits wat samengooien van artikels, paragrafen en emotionele argumenten (“Moeten we wachten tot er ongelukken gebeuren?”), voeren lokale burgemeesters maatregelen in die op z’n minst flirten met de grens. En bij gebrek aan de nodige controle, tenzij een moedige (gegoede) burger naar de politierechtbank stapt of het Hof van Cassatie nog eens spontaan een onderzoek start, passeert dat allemaal. Ook nu. Dat zet, of houdt, de deur open naar gevaarlijke willekeur.

Ten slotte, en daarmee besluit ik, werd op elke Vlaamse nieuwswebsite bericht over de Genkse maatregel, maar werd er bijna geen enkele kritische vraag bij gesteld. Enkel Gazet Van Antwerpen deed een poging tot, maar de uitleg was al even wazig als de GAS-wet en even ondoorgrondelijk als de website van de stad Genk.

Al viel één ding me wel op, namelijk het antwoord van burgemeester Wim Dries toen de Gazet vroeg of een burgemeester de auto van eender wie in beslag kan laten nemen: “Ik zou dat kunnen, maar een politierechter zou er nooit mee akkoord gaan.”

Zoekt u maar naar de logica, ik geef het op.

GAS-boetes: une petite histoire

  • 1999: onder toenmalig minister van Binnenlandse Zaken, Luc Van den Bossche, wordt de wet op Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) ingevoerd. De wet bevat een beperkt aantal misdrijven die voortaan bestraft kunnen worden op lokaal niveau en waarvoor het parket niet meer dient ingeschakeld te worden (‘gedepenaliseerd’). De minimumleeftijd voor een GAS ligt op 18 jaar.
  • 2004: de lijst met (gedepenaliseerde) overtredingen wordt sterk uitgebreid. Ook wordt het mogelijk om jongeren tussen de 16 en 18 jaar te bestraffen, en wordt er een bemiddelingsprocedure toegevoegd (verplicht in geval van een minderjarige). Ook zien de ‘gemengde inbreuken’ (GAS 2 en 3) het licht: inbreuken die zowel strafrechtelijk als bestuurlijk bestraft kunnen worden, maar waar het parket als eerste mag beslissen of het vervolgt of niet.
  • 2005: de GAS-wet begint stilaan te bezwijken onder haar gewicht, want er wordt al een reparatiewet gestemd om enkele problemen van de baan te helpen, zoals te korte termijnen waarin een sanctie opgelegd moet worden, en enkele gedepenaliseerde inbreuken (zoals vandalisme) die opnieuw gepenaliseerd worden, omdat ze bij jongeren onder de 16 jaar niet bestraft kunnen worden.
  • 2014: de fameuze hervorming onder toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet treedt in voege en bevat onder meer: een verlaging van de minimumleeftijd voor sancties naar 14 jaar, de verhoging van de boetes en de mogelijkheid om meer ambtenaren bevoegd te maken om vaststellingen te doen. In 2014 worden ook inbreuken aangaande stilstaan en parkeren, verboden toegang (C3) en voetgangerszones (F103) in de GAS-wet gestopt (GAS 4).
  • 2021: GAS 5 ziet het licht en geeft lokale besturen de mogelijkheid om lichte snelheidsovertredingen (max. 20km/u te snel in een zone 30 en 50) te bestraffen met een GAS-boete. In gemeenten of steden die GAS 5 niet opnemen in hun lokale reglement, blijven snelheidsovertredingen via de strafrechtelijke procedure verlopen.
  • 2022: er wordt opnieuw een wetsvoorstel ingediend om de GAS-wet opnieuw (stevig) uit te breiden. Dat voorstel is voorlopig nog niet aanvaard en omgezet in een wet.
  • 2023: de stad Genk vindt de middelen in GAS 5 niet ver genoeg gaan en neemt de rol op van wetgever, parket en politierechter door extra maatregelen in te voeren en, als dit staande houdt, op te leggen.

--

--