Daan Verspuij: “Ik leefde in een eigen wereld”

Emma de Bruijne
5 min readDec 4, 2023

--

Daan Verspuij op de CHE // Beeld: Emma de Bruijne

Daan Verspuij (18), een jongeman met een glimlach uit Lienden, straalt rust en tevredenheid uit. “Het gaat goed met me,” zegt hij. “Ik heb weinig te klagen in het leven.” Maar achter deze kalmte schuilt een verhaal van geloofstwijfel en het omgaan met autisme. Daan omschrijft zichzelf als vrolijk, gevend om de mensen om zich heen en een twijfelaar.

Daan geeft aan dat het goed met hem gaat: “Ik heb niet veel te klagen in het leven. Ik heb een studie die ik steeds leuker begin te vinden. Ik kan het goed vinden met de mensen op school. In mijn vrije tijd spendeer ik veel tijd met vrienden. Thuis gaat alles prima, familie en vrienden zijn gezond. Wat wil een mens nog meer?”

Rustige plek

Daan woont zijn hele leven al in hetzelfde dorp: Lienden. Lienden is een rustig dorp waar je de mensen om je heen kent. “Ik ben blij dat ik niet in de stad ben opgegroeid, want ik kan niet goed tegen drukte. Dus dan is een rustig dorp wel fijn. In een dorp heb je wat meer een dorpsgevoel. Nu ik ouder ben is er in Lienden eigenlijk geen zak te doen. Er is wel een café, maar daar zitten alleen maar oude mensen van een jaar of 50 die eigenlijk een beetje depressief zijn en alleen maar bier drinken.”

Sporten

Het aantal leden neemt bij sportverenigingen in Lienden af en daar baalt Daan van: “Ik deed volleybal, maar door het kleine aantal inwoners in Lienden zijn er nu niet genoeg mensen om competitie te spelen, wat toch wel jammer is.” Sporten biedt niet alleen plezier, maar ook een manier om gedachten te verzetten: “Tijdens sporten kun je even je brein uitzetten. Het is leuk om even heel goed je beste te doen voor iets waar je niet bij hoeft na te denken.”

“Op een gegeven moment heb ik ook losgelaten dat er niet op elke vraag die ik heb een antwoord is.”

Geloof en twijfels

Daan is christelijk opgevoed en gaat met zijn ouders elke zondag naar de kerk. “Dat betekent dat je zaterdag niet te laat thuis moet zijn, want zondag is het vroeg naar de kerk, vertelt Daan met een glimlach. “Het geloof heeft me doen nadenken over kwesties als leven en dood.” Daan is rond zijn zestiende meer gaan nadenken over het geloof en begon te twijfelen: “Op een gegeven moment heb ik ook losgelaten dat er niet op elke vraag die ik heb een antwoord is. Geloof gaat uiteindelijk niet alleen om het verstand, maar om daadwerkelijk geloven. Het is soms vaag, en ik ben iemand die alles graag duidelijk en helder heeft.” Daan is uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat veel aspecten in het geloof door mensen zijn bedacht. “Waar staat in de Bijbel bijvoorbeeld dat we alleen psalmen mogen zingen? Ik denk niet dat God dat bedacht heeft.” De laatste tijd voelt Daan zich wel meer aangetrokken tot het geloof. “Het biedt me steun. Onlangs heb ik een boek gelezen over de nalatenschap van ouders, wat me deed nadenken over het eventuele overlijden van mijn eigen ouders. Als je niet gelooft, is het wel deprimerend. Dan is er niets na de dood, uitzichtloos. Ik denk dat ik toch wel over de grootste twijfels van het geloof heen ben.”

Geleerd van ouders

Op de vraag wat heb je van je ouders geleerd, antwoordt Daan: “Mijn moeder heeft me geleerd dat het niet alleen om jezelf draait, maar ook om anderen. Ze heeft veel opgeofferd voor ons als kinderen en is altijd voor ons geweest. Van mijn vader heb ik geleerd om goed na te denken over dingen. Ik praat minder met hem, maar eigenlijk lijk ik meer op hem. Hij twijfelt ook over iets.”

Schoolperiode

De jaren op school was voor Daan niet altijd gemakkelijk. “Op de basisschool was ik eenkennig en bang voor nieuwe dingen. Ik kon me niet goed aansluiten bij mijn klasgenoten in groep 5/6. Toen kwam ik er voor het eerst achter dat ik nog niet heel sociaalvaardig was.” Dit bleef tot groep 8, een periode waar de overgrootmoeder van Daan overleed, hij ook verhuisde en de overgang maakte naar de middelbare school. “Er kwamen enorm veel nieuwe veranderingen op me af waardoor ik een soort ‘mental break down’ kreeg op mijn kamer. Ik zag het leven even niet meer zitten. Uiteindelijk werd bij mij autisme vastgesteld wat een hoop verklaarde.”

“Ik vroeg toen nog: ‘Kan ik beter worden?’”

Autisme

Daan was met zijn ouders toen hij dit te horen kreeg en schrok toch wel: “Ik moest huilen toen ik het hoorde. Ik vroeg toen nog ‘Kan ik beter worden?’”. Daan dacht eerst dat het een ziekte was en dat er iets mis was met hem. Uiteindelijk was het zijn brein dat net iets anders in elkaar zit. “Je denkt vaak meer systematisch, stapsgewijs, zodat het in je hoofd logisch is. Daardoor houd ik ook niet van onverwachte dingen, want dan klopt die volgorde niet meer voor mij. Daar heb ik wel steeds beter mee leren omgaan. Ik kan nu goed hebben als dingen onverwachts gaan, maar vroeger totaal niet.”

Middelbare school en coronalockdown

De tijd van Daan op de middelbare school was in het begin uitdagend. Hij voelde zich niet thuis in de dynamiek van zijn en klas en de vakken die hij moest volgen. De coronalockdown bracht extra moeilijkheden met zich mee. “Je werd ‘s ochtends wakker, deed je laptop aan om in een zoom te gaan. Dan zat je van acht uur tot tien over twee achter je laptop elke keer in een andere zoommeeting van 50 minuten. Je zit een hele dag thuis en na een week begon ik wel een soort van depressief te worden. Ik sprak toen ook heel weinig met vrienden, want dat kon toen ook niet.”

Het jaar na de coronalockdown is Daan van vwo naar havo gegaan. Een verandering die positief heeft uitgepakt: “Ik kreeg voor het eerst weer zin in school. Niet per se omdat ik de vakken superinteressant vond, maar ik kon het op z’n minst redelijk makkelijk bijbenen en dat zorgde voor ruimte in m’n hoofd om ook met mensen te socializen. Daar ben ik steeds beter in geworden en heb daar een hele goeie vriendengroep aan overgehouden. Misschien als die coronalockdown er nooit was geweest, had ik nooit doorgehad hoe belangrijk dat was of was ik er pas later achter gekomen,” vertelt Daan.

“Je moet ook dingen voor anderen doen, dat is veel leuker.”

Waardering

Terugkijkend op zijn jeugd reflecteert Daan: “Tijdens mijn basisschool en begin middelbare schooljaren was ik best wel alleen. Ik heb het wel overleefd, maar het was niet heel leuk. In die periode interesseerde het me niet hoe het met andere mensen ging, totdat ik besefte dat wederzijdse interesse belangrijk is voor goede relaties. Het doet me pijn als het met anderen slecht gaat, zoals mijn zusjes, ouders, andere familieleden of goede vrienden.”

Daan leefde in een eigen wereld, maar haalt daar ook een leermoment uit: “Mijn jeugd was niet superzwaar, maar ik merkte dat ik veel in een eigen wereld leefde, iets wat ik zelf nog niet wist, maar nu weet hoe ik daarmee kan omgaan. Dan leer je de dingen waarderen, zoals het contact met de mensen om me heen; vrienden en familie. Eerst vond ik dat vanzelfsprekend, maar eigenlijk is dat het belangrijkste dat er is. Werk is leuk, maar dat doe je uiteindelijk voor jezelf en dat is nooit genoeg. Je moet ook dingen voor anderen doen, dat is veel leuker.”

--

--