Eerst Decadance, nu Kompass: goe bezig, gasten!

Ben Van Alboom
Strictly Personal (NL)
6 min readMar 14, 2019

--

Anderhalf jaar geleden schreef ik voor De Morgen een opiniestuk over de intentie van Daniël Termont om Decadance te sluiten. Anderhalf jaar later is Decadance dicht — weggepest — en voelt dat opiniestuk weer akelig actueel aan. Want ondanks een nieuwe, jongere burgemeester gaan Gentse politici onverminderd verder met hun plan om van Gent een slapend provincienest te maken. Of zoals iemand mij gisteren nog — geen paniek, Matjas, het was vóór tien uur — zei op café: oude wijn in nieuwe zakken.

Kompass is in recordtempo uitgegroeid tot een icoon met internationale allures en zoiets — zeker met een capaciteit van een paar duizend man — brengt uitdagingen met zich mee. Écht progressieve politici in steden als Berlijn en Londen (waar het uitgerekend de burgemeester is die daarvoor tegenkanting krijgt van districtsraden) gaan die uitdagingen aan en zien het nachtleven als een vitaal uithangbord van hun stad én als een absolute noodzaak voor hun bewoners. In Berlijn worden clubs inmiddels zelfs al erkend als culturele instellingen — wat ook Kompass is; de grootste culturele instelling in Gent nota bene — en krijgen ze, naast culturele subsidies, ook subsidies om een ecologisch beleid te voeren.

In Gent weigeren zelfverklaarde — het kan niet genoeg benadrukt worden dat dat pure window dressing is — progressieve politici pertinent om zelfs maar met de gangmakers van het nachtleven in dialoog te gaan, laat staan om samen te werken en de belangen van de stad én nog niet in slaap gedommelde Gentenaars te behartigen. In plaats van een echte nachtburgemeester mét ernstige bevoegdheden te installeren — in een studentenstad als Gent haast een evidentie — en een voortdurende, constructieve dialoog te onderhouden met álle spelers van het nachtleven, kiezen Gentse politici voor een doofstomme wij-tegen-zij-politiek die een voortzetting is van de repressieve aanpak van kleine dorpspolitiekers tegen grote clubs uit de jaren 90.

Voor wie nog altijd niet van mening is dat die politici van Gent een tweede Brugge willen maken — een Middeleeuws Florida, where people go to die in peace and quiet, en waar je om halftwaalf ‘s avonds geen levende ziel meer op straat treft — lees hieronder mijn opiniestuk nog eens van anderhalf jaar (en een burgemeester) geleden, en laat mij weten wat het plan dan precies wél is. Want ik zie het niet, en met mij tienduizenden Gentenaars evenmin.

Oorspronkelijk verschenen op 29 september 2017 in De Morgen:

Een stad waar mensen wonen van vlees en bloed heeft clubs als Decadance nodig

Het begon drie jaar geleden allemaal relatief onschuldig: de Gentse Feesten mochten plots niet meer eindigen op maandag, maar op zondag — allicht is dat praktischer voor toeristen — en om halfdrie moest de muziek op alle pleinen uit (behalve op de Vlasmarkt), want er zijn ook mensen die de dag erop moeten werken (behalve die aan de Vlasmarkt). Het was even wennen aan die onverhoedse arbeidsethos — in de voorgaande decennia zat Gent kennelijk collectief zonder werk (zeker iedereen op de Vlasmarkt) — maar in het kader van de moderniteit heeft de Gentenaar dan maar gedwee ‘allez dan’ geknikt.

Maar wat er de afgelopen weken gebeurde, is niet meer zo onschuldig, laat staan relatief: Decadance, een icoon van het (Gentse) nachtleven, moest koste wat het kost dicht. Op bevel van de burgemeester, en aan de hand van een dossier dat juridisch met zo’n haken en ogen aan elkaar hing én waarin de stad zich zo stijfhoofdig opstelde dat de Raad van State gisteren geen andere keuze had dan het in de prullenmand te kegelen.

Een mens zou haast kunnen beginnen denken dat er een bevriend projectontwikkelaar in de buurt plannen heeft, maar officieel heet het dat het Gentse stadsbestuur, dat instemde met de beslissing van de burgemeester, meent dat Decadance een drugskot is en dat zo’n kot niet thuishoort in een buurt waar veel jongeren rondhangen. Want Decadance, moet u weten, ligt in de Overpoortstraat, waar elke avond inderdaad duizenden studenten rondhangen. Of aan elkaar hangen, omdat ze te zat zijn om nog recht te stappen. Maar dat is uiteraard geen probleem, Decadance wel. Na 21 jaar.

Wordt er in Decadance drugs gebruikt? Natuurlijk. In elk ander café van de Overpoortstraat trouwens ook, net als in elke andere Belgische club of — zoals het allicht nog in het hoofd van de meeste Vlaamse burgemeesters zit — ‘dancing’. Maar tegelijk wordt er in Decadance ook gecontroleerd, in tegenstelling tot in een hoop andere uitgaansetablissementen. Zowel op drugs als op — zie je ook niet overal — roken. Ja, dat heb ik al verschillende keren zelf gezien. Nee, dat houdt niet iedereen tegen.

Opmerkelijk genoeg had de Gentse burgemeester daar geen oren naar, in tegenstelling tot de Raad van State, die het bovendien uitermate eigenaardig vond dat de burgemeester de keren dat Decadance zélf de politie had verwittigd om een op heterdaad betrapte dealer aan te geven gewoon mee onder ‘inbreuk op de drugswet’ klasseerde. Niet bepaald het signaal dat je als stadsbestuur wil uitsturen: hoe meer dealers je aangeeft, hoe sneller we de boel komen sluiten.

Al kan het ook een subtiele hint van de burgemeester aan het adres van de uitbaters van Decadance geweest zijn, om te stoppen met zijn personeel wakker te bellen. In een van de gevallen dat die zelf de politie verwittigden omdat ze iemand hadden betrapt, weigerde de politie ter plaatse te komen om de man op te pakken. “Geen prioriteit.” Waarom dan nu opeens zoveel haast, meneer Termont?

Een van de ‘oplossingen’ die de burgemeester, die verder laat weten dat de stad Gent niet wil betrokken worden bij het anti-drugbeleid van een club (maar wel een drugcoördinator heeft die op zijn beurt hopelijk een set speelkaarten heeft en van patience houdt), naar voren schuift: iedereen die in de toekomst Decadance binnen wil, dient verplicht te worden gefouilleerd. Nu even los van het feit niemand een xtc-pil in zijn broekzak stopt (en ik altijd mijn Frisk-muntjes in beslag ga genomen zien worden), kunnen we twee seconden normaal doen? Want ik ben het na 25 jaar écht beu om als een potentiële crimineel behandeld te worden omdat ik af en toe eens op elektronische muziek wil dansen.

Zoals drie weken geleden nog op HORST, een elektronisch kunstenfestival in een deelgemeente van Leuven dat zo’n hoop nette, welgemanierde intellectuelen aantrekt dat De Lijn bussen tekortkwam om ze — openbaar vervoer is goed voor het milieu, weet u wel — allemaal daar te krijgen. Maar voor ze, eenmaal ter plekke, van die bussen mochten, moesten ze nog even blijven zitten, zodat de politie met een drugshond kon rondkomen. De organisatoren, die overigens geen toelating krijgen om met het toonaangevende festival in de stad Leuven neer te strijken (ondanks het feit dat de KU Leuven de belangrijkste partner van het festival is), stonden er vol ongeloof naar te kijken. Maar Louis Tobback had allicht iets horen waaien over een ‘openluchtdancing’.

Nu heb ik niets tegen Leuven — ik slaap er doorgaans heerlijk — maar laat Gent alstublieft geen tweede Leuven worden, met nog hoop en al een paar inwisselbare danscafés. Want daar gaan we zo stilaan naartoe. Terwijl in Antwerpen, waar naar verluidt een war on drugs bezig is, de ene na de andere club de deuren opengooit, beweegt er in Gent amper iets. Een upgrade van de kerstmarkt niet te na gesproken uiteraard. Wat moeten al die toeristen anders doen?

Een stad waar mensen wonen van vlees en bloed, heeft clubs als Decadance nodig. In het centrum. Of willen we iedereen weer, zoals vroeger, in het weekend met de auto richting een steenweg sturen? Lekker veilig. En ja, die clubs zorgen voor volk op straat. (Wie ’s avonds om elf uur liever in alle privacy de hond uitlaat, kan dat doen in Brugge.) En ja, daar zitten mensen die drugs nemen. (Wie gelooft dat er één uitgaansplek bestaat waar niemand een gram coke of wiet op zak heeft, moet eens met de drugshond van Tobback gaan wandelen.) Dus als u echt meent, mijnheer Termont, dat het sluiten van Decadance “zal bijdragen om de openbare orde in de Overpoortbuurt te herstellen”, dan bent u ofwel ontzettend naïef, ofwel bent u de Gentenaar (en uw hopelijk niet té goed betaalde drugscoördinator, die naar verluidt niets van uw demarche wist) meer uitleg verschuldigd.

--

--

Ben Van Alboom
Strictly Personal (NL)

Belgian journalist. Inspirational quote: “My favorite sport is cheerleading.” (Miley Cyrus) Twitter & Instagram: fakerholic Email: benvanalboom@me.com