De analyses van de BBRoW
7 min readApr 22, 2020

Franstalige versie

Afgelopen donderdag heeft de Brusselse regering bij monde van de staatssecretaris van huisvesting, Nawal Ben Hamou, een reeks maatregelen bekendgemaakt om de huurders te steunen die hard zijn getroffen door de effecten van de coronacrisis. De maatregelen hebben betrekking op de betaling van de huur, de opzegging en het einde van de huurovereenkomst en de bijzondere situatie van de studenten die noodgedwongen bij hun ouders moeten verblijven.

De Brusselse regering voorziet :

  1. Een premie om de privé-huurders die moeite hebben met het betalen van de huur vanwege de vermindering van hun inkomen ten gevolge van de coronamaatregelen te helpen. Deze premie moet nog concreet worden uitgewerkt.
  2. Een bevriezing van de opzeggingstermijnen met ingang van 16 maart en tot het einde van de lockdownmaatregelen ;
  3. Een vermindering van de opzegtermijn tot één maand voor studentenhuurovereenkomsten (in plaats van 2 maanden) en de huurovereenkomsten van korte duur voor een studentenwoning (in plaats van 3 maanden).

Wij juichen deze initiatieven toe, hoewel ze laat genomen zijn. De huren van april zijn al betaald en de maand mei nadert snel, terwijl de premie nog altijd concreet moet gemaakt worden. Bovendien vinden we dat deze maatregelen niet ver genoeg gaan en dat ze helemaal niet anticiperen op de periode na de lockdownmaatregelen.

Het is nu dat huurders hulp nodig hebben. Het principe van een premie is weliswaar door de Brusselse regering goedgekeurd, maar moet nog worden uitgewerkt. Bovendien zal de premie worden toegekend via een administratie waardoor de tijd die nodig is om de premie te verkrijgen, zal toenemen. Huurders kunnen niet wachten, er is iets anders nodig.

We vragen daarom de Brusselse regering om de huurders toe te staan hun huurprijs nu al te verlagen, naar rato van het geleden inkomensverlies, en dat zolang de verplichting om thuis te blijven niet wordt opgeheven. Deze uitzonderlijke maar moedige maatregel, die in overeenstemming is met deze ongekende situatie, zal het nu al mogelijk maken om te anticiperen op de betalingsmoeilijkheden van de maand mei en eventueel de volgende maanden en voorkomen dat degenen die door overmacht niet in staat waren om de huur van de maand april te honoreren, in een schuldsituatie terechtkomen.

De premie (zo spoedig mogelijk te concretiseren !) kan dan achteraf worden gebruikt ter compensatie van geheel of gedeeltelijk onbetaalde huurprijzen. We kunnen dus geen genoegen nemen met een forfaitaire premie van een té laag bedrag. De premie zal moeten zijn aangepast aan ieders situatie, aan zijn huur, aan het deel dat niet kon worden betaald. Als de regering een interventieplafond wil vastleggen, wat meer dan waarschijnlijk is, dan moet het minstens twee maanden huur zijn. We weten dat sommige van de huurders technisch werkloos zijn, wat hen een beetje beschermt (70% gegarandeerd inkomen), maar andere, meer precaire werknemers hebben nergens recht op en hebben hun inkomsten verloren.

Wij roepen de politici ook op om deze financiële hulp toegankelijk te maken voor huurders zonder verblijfsvergunning. We vragen om solidariteit in plaats van uitsluiting, om vervelende administratieve dossiers te vermijden, om te accepteren dat sommige mensen niet voor alles bewijsstukken hebben, en om hun veiligheid te garanderen. Wij steunen ook de oproep tot regularisatie van immigranten zonder papieren, zoals in Portugal.

Om de premie te financieren, moeten eigenaars van leegstaande gebouwen en meervoudige eigenaars bijdragen. Een praktische en eenvoudige oplossing, maar een oplossing die ongetwijfeld onvoldoende is in termen van middelen, zou zijn om geld te gebruiken dat al bestaat en dat op een uitzonderlijke en tijdelijke basis kan worden herbestemd. We denken aan de opbrengst van de boetes die worden opgelegd aan eigenaars van leegstaande gebouwen, die in principe worden doorgestort aan de gemeenten. De inkomsten uit het jaar 2020 zouden gemobiliseerd kunnen worden om het hoofd te bieden aan de precaire situatie van de huurders, zonder dat de begroting van de gemeenten in elkaar stort.

Maar een eerlijker oplossing, die ook sociaal en symbolisch sterker is, zou zijn om een uitzonderlijke solidariteitsbelasting te heffen op meervoudige eigenaars (d.w.z. degenen die meer dan twee woningen verhuren (met uitzondering van SVK-verhuurders). Het bedrag van de belasting zou in verhouding kunnen staan tot het aantal verhuurde woningen. Het lijkt ons gerechtvaardigd dat degenen die hun vermogen laten groeien dankzij de huurders, in ruil daarvoor, hen kunnen helpen in tijden van crisis. We vragen de politici om de moed te hebben om hierover te debatteren.

2. Beëindiging van de huur, de opzegging en uithuiszetting

Het is terecht dat de Brusselse regering — en die van de andere twee gewesten overigens ook — vrij snel een essentiële maatregel heeft genomen om te voorkomen dat huurders in deze tijden van gezondheidscrisis op straat belanden: een moratorium op alle fysieke uitzettingen. Dit moratorium loopt in principe af op 3 mei aanstaande.

Afgelopen donderdag onthulde de staatssecretaris voor huisvesting een tweede maatregel ter ondersteuning van de huurders aan het einde van hun huurcontracten: de opschorting van de opzegtermijn, die van kracht wordt op 16 maart, voor de duur van lockdownmaatregelen.

Deze twee maatregelen waren noodzakelijk, aangezien het vrijwel onmogelijk is om tijdens de periode van lockdown een woning te vinden of te verhuizen. Beide maatregelen zullen echter eindigen met het einde van de beperkende maatregelen, waarschijnlijk op 3 mei.

Wij pleiten voor een verlenging van deze maatregelen. Er zijn minstens twee redenen:

- Het lijkt duidelijk dat de opheffing van de lockdownmaatregelen geleidelijk zal verlopen. Niet iedereen zal in staat zijn om van de ene op de andere dag weer aan het werk te gaan — en dus aan een volledige inkomen te komen.

- Een knelpunt in de dienstverlening op het vlak van huisvesting en het zoeken naar een woning — en dus een nog fellere concurrentie voor huurders die op zoek zijn naar betaalbare woningen — is te verwachten. Voor bescheiden huurders was deze zoektocht al bijzonder lang en moeizaam vóór de gezondheidscrisis en de lockdownmaatregelen; morgen zal dat waarschijnlijk nog meer het geval zijn.

Om de gevaren van verzadiging van de betaalbare huurmarkt (in termen van uitsluiting, discriminatie of misbruik van huurprijzen) te voorkomen, moet op langere termijn worden nagedacht over deze einde-van-huurmaatregelen. Wij stellen daarom een dubbele maatregel voor na de opheffing van de lockdownmaatregelen om de huurders in staat te stellen een nieuwe woning te vinden:

1.het moratorium op uitzettingen moet worden verlengd met 6 maanden na 3 mei.

2.De verlenging van de huurovereenkomst voor buitengewone omstandigheden moet gemakkelijker worden gemaakt.

Na afloop van de bevriezing van de opzeggingstermijnen vrezen wij dat veel huurders om alle bovengenoemde redenen niet voldoende tijd zullen hebben gehad om een aanvaardbare oplossing voor de herhuisvesting te vinden. Zij zouden gebruik moeten kunnen maken van een extra verlenging.

Die verlenging is voorzien in de Huisvestingscode, art. 250: “ Wanneer een huurovereenkomst vervalt of eindigt ten gevolge van een opzegging, kan de huurder, die het bewijs van buitengewone omstandigheden levert, om een verlenging verzoeken. Deze verlenging wordt, op straffe van nietigheid, uiterlijk een maand voor de vervaldag van de huurovereenkomst aan de verhuurder gevraagd bij een ter post aangetekende brief. Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen kan de rechter, rekening houdend met de belangen van de twee partijen, (…), de verlenging toestaan.”

Omwille van de crisissituatie waarin we verkeren moet deze mogelijkheid worden versoepeld. Hoe kan dit gebeuren? Door aanpassing van de in de Huisvestingscode voorziene modaliteiten:

  • De verhuurder kan zich niet verzetten tegen een vraag voor verlenging (en de vredesrechter moet dus niet tussenkomen).
  • De verlenging kan worden aangevraagd, ook wanneer de termijn van een maand is verstreken.
  • De verlenging zou tot 6 maanden kunnen duren (dezelfde duur als het moratorium op uithuiszettingen). Wij geloven immers dat het nog een tijdje zal duren voordat alles weer “normaal” is.

Vlaanderen heeft voor deze oplossing gekozen, de huurder hoeft alleen maar een eenvoudige e-mail te sturen naar zijn verhuurder om deze verlenging te verkrijgen.

Wij steunen deze twee maatregelen in het kader van een geleidelijke opheffing van de lockdownmaatregelen en om te vermijden dat de periode na de beperkende maatregelen voor precaire huurders een zeer moeilijke fase wordt.

Lessen op universiteiten en hogescholen worden opgeschort tot het einde van het academisch jaar. Veel studenten zijn daarom teruggekeerd naar hun ouders en bewonen hun kot niet meer. De regering heeft met deze bijzondere omstandigheid rekening gehouden door de opzegtermijn te verkorten. Wij juichen dit initiatief toe, maar het houdt niet met alle situaties rekening.

We zien twee zwarte vlekken, die ook uitzonderlijke aanpassingen verdienen:

a.Ten eerste, studenten die hun kot voor volgend jaar willen behouden (zonder het te gebruiken april en augustus) en medehuurders waarbij een deel van de huisgenoten in de woning verblijft en een andere deel die heeft verlaten. In die situaties moet een verlaging van de huurprijs worden voorzien. Het is onaanvaardbaar dat de student zijn of haar aandeel/huur blijft betalen voor een woning die hij of zij niet meer bewoont. Aan de andere kant is het ook te verstaan dat de verhuurder alsnog een vergoeding ontvangt. Wij pleiten voor een 50% verlaging van de huurprijs (of het aandeel van de student in de medehuur). Op deze manier worden de inspanningen gelijk verdeeld tussen huurder en verhuurder.

b.Ten tweede, de studenten in universitaire residenties (die gevraagd worden het gebouw te verlaten voor de duur van de beperkende maatregelen). Wij vinden dat hier de inspanning volledig door de onderwijsinstellingen moet worden gedragen. Wij pleiten dus hier voor een totale schorsing van de huurprijzen, zoals in Frankrijk (waar studenten de maand april niet moeten betalen, tot nu toe).

Onze voorstelen, die dringend genomen moeten worden om het ergste te voorkomen, mogen ons niet het essentiële uit het oog doen verliezen. De ongelijkheden op het vlak van huisvesting waren er al, diepgeworteld, lang voor de coronacrisis, die als een versterker fungeerde. Laten we van het moment gebruik maken om ze radicaal te bestrijden : laten we een einde maken aan de vermarkting van de huisvesting, de ongezonde woningen, willekeurige en onredelijke huurprijzen, de privatisering van de sociale huisvesting… We zijn niet alleen, we hebben meer dan de helft van de mensen in Brussel aan onze zijde. Laten we meer eisen!

Deze publicatie wordt uitgegeven met subsidies van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, Integratie via de huisvesting en van de Fédération Wallonie-Bruxelles