De analyses van de BBRoW
BBRoW
Published in
9 min readNov 14, 2017

--

Printversie / Franstalige versie

Discriminatie verspert de toegang tot huisvesting van mannen, vrouwen, gezinnen die het slachtoffer zijn van vooroordelen van verhuurders en immokantoren. Sensibilisering kan helpen om sommige vooroordelen weg te nemen en meer openheid te creëren, maar is onvoldoende om een halt toe te roepen aan discriminatie. Dit moet genadeloos worden bestraft.

Op de huisvestingsmarkt zijn inkomen en origine (een naam kan al genoeg zijn om uitgesloten te worden) de twee voornaamste redenen voor discriminatie.

Discriminatie op basis van origine treft vooral personen die afkomstig zijn uit de Maghreb, Turkije of een Afrikaans land. Dat blijkt uit de studies van Unia[1] en de Universiteit Gent. Een zelfde vaststelling wordt ook gedaan op de arbeidsmarkt. De verhuurders kennen nochtans de wet. Wanneer ze desondanks discrimineren op basis van origine dan gebeurt dat vandaag subtieler dan vroeger. Advertenties met de melding ‘geen vreemdelingen’ komen vandaag veel minder voor.

Verhuurders zijn minder subtiel wanneer het gaat om mensen uit te sluiten op basis van inkomen. Dit is de meest voorkomende vorm van discriminatie die blijkbaar ook het minste probleem stelt voor wie het toepast. Om discriminatie op basis van inkomen te rechtvaardigen, wordt altijd het gebrek aan middelen van de kandidaat-huurders aangehaald en de mogelijkheid dat de huur niet zal betaald worden. Maar zelfs wanneer de huurprijs een derde van het inkomen niet overstijgt, dan nog worden personen die leven van een vervangingsinkomen benadeelt ten opzichte van de personen met een inkomen uit arbeid.

De praktijktesten die zijn gevoerd bij de Brusselse vastgoedmakelaars tonen het duidelijk aan : bij gelijk inkomen heeft een werkloze minder kans om de woning te krijgen dan een werkend persoon. Het argument van ‘voldoende inkomen’ verbergt vooral een discriminatie op basis van de oorsprong van het inkomen en het sociale statuut van de personen. Ook leefloners en personen met een ziekte-uitkering zijn hiervan het slachtoffer. [2] Onterecht want huurachterstal is niet exclusief terug te vinden bij de laagste inkomens. Een recente studie over huurachterstal in Wallonië [3] bevestigt dit.

Wanneer personen bepaalde origine en inkomen combineren, stijgt het risico op discriminatie nog meer en wordt de toegang tot huisvesting bijna onmogelijk. Wat kunnen we hiertegen doen ?

Er bestaat een wet die discriminatie verbiedt. Ze dateert van 2007. [4] 19 criteria zijn beschermd [5], waaronder origine en inkomen. Die 19 criteria kunnen niet worden gebruikt om een ongelijke behandeling te verantwoorden. België is een van de weinige landen die inkomen tot een beschermd criterium heeft gemaakt en dus discriminatie op basis van inkomen bestraft.

De aansporing om de discrimineren is verboden en erop ingaan is het ook. Vastgoedmakelaars zijn dus illegaal bezig wanneer ze ingaan op de vraag van een verhuurder. Het is belangrijk om dit te herhalen, want de sector heeft de neiging om de verantwoordelijkheid af te wentelen op de verhuurders.

De antidiscriminatiewet bestaat dus, maar discriminatie is moeilijk te bewijzen. Zelfs wanneer het aan de verdedigende partij — verhuurder of immokantoor — toekomt om aan te tonen dat ze niet discrimineren, moet de vragende partij — de kandidaat-huurder — sterke aanwijzingen aanbrengen om enige kans op slagen te hebben. Dat is een van de redenen waarom zo weinig gevallen tot voor de rechter komen. [6] In 2016 heeft Unia 24 dossiers huisvesting opgesteld. Slechts een fractie van het werkelijke aantal gevallen van discriminatie.

Een andere reden is ook dat mensen in de eerste plaats een woning zoeken en weten dat zelfs een procedure bij de rechter hen geen woning zal opleveren. En veel mensen kennen nog altijd hun rechten niet.

Om het debat over de bewijzen te doen evolueren, zijn er de praktijktesten. De praktijktesten zijn een onderzoeksmethode die toelaten om discriminatie te ontmaskeren in reële situaties. Voor de huisvestingsmarkt kan dat onder andere door twee kandidaat-huurders tegelijkertijd te laten reageren op een advertentie, per mail of per telefoon. Ze vragen of het mogelijk is de huurwoning te bezoeken. Hun profiel is hetzelfde, behalve het criterium dat men wil testen, bijvoorbeeld hun origine. De ene kandidaat heeft een ‘vreemde’ naam en de andere kandidaat niet. Wanneer de eerste persoon de woning niet kan bezoeken omdat ze zogezegd al verhuurd is en de tweede persoon wel, dan er is een zeer sterk vermoeden van discriminatie.

Bij ons wordt de praktijktest vooral gebruikt om de discriminatie op niveau van een stad of een gewest in kaart te brengen. In Frankijk heeft de praktijktest een ander doel, namelijk om de personen die discrimineren voor de rechter te brengen waarbij de test gebruikt wordt als bewijsstuk (zonder evenwel een formeel bewijs te zijn). In 2003 leek het alsof België dezelfde weg wou opgaan, door de praktijktest op te nemen in de antidiscriminatiewet. Maar een uitvoeringsbesluit hierover is nooit goedgekeurd. De federale regering, onder druk van werkgeversorganisaties en het eigenaarssyndicaat, heeft dit niet willen doen. [7] In de actualisering van de antidiscriminatiewet van 2007 is het artikel over de praktijktest zelfs verdwenen.

Een praktijktest kan in België eventueel toch nog aanvaard worden als bewijsstuk, maar het is aan de rechter om dat te appreciëren. In de rechtswereld zijn de meningen over de praktijktesten echter verdeeld, sommigen vinden het een uitlokking om een misdrijf te plegen, anderen hebben het als bewijs aanvaard. [8] Vorig jaar lanceerde Unia een nieuw online instrument[9] om kandidaat-huurders die slachtoffer zijn van discriminatie voor origine aan te moedigen de praktijktest te gebruiken. Het is nog te vroeg om over de resultaten te spreken, maar op politiek vlak, dan toch in Brussel, heeft het idee van de praktijktesten opnieuw vooruitgang gevonden.

De Brusselse regering heeft onlangs een opvallend initiatief genomen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt. Via een nieuwe ordonnantie[10] wordt het principe van de praktijktesten wettelijk vastgelegd. Nieuwe mogelijkheden openen zich. De gewestelijke arbeidsinspecteurs krijgen een nieuwe taak opgelegd van controle en sanctionering van discriminatie waarbij ze als voornaamste onderzoeksinstrument de praktijktest kunnen gebruiken.

De inspecteurs kunnen daarbij twee methodes gebruiken : de praktijktesten door twee sollicitatiebrieven te sturen naar de werkgevers en de mysterycalls bij de agentschappen voor werk en de dienstencheque-ondernemingen [11] om vast te stellen of ze al dan niet ingaan op vragen tot discriminatie. Wanneer discriminatie zou kan worden aangetoond, kunnen ze boeten opleggen of gewestsubsdies inhouden.

De verleiding is te groot om niet de parallel te trekken met de huisvestingsmarkt. Het principe van de praktijktesten is aanvaard door de Brusselse regering, waarom zou het toepassingsgebied dan niet kunnen worden uitgebreid. Is het nodig om een fenomeen dat ook elders opduikt te compartimenteren ? Moet er ook niet worden opgetreden tegen discriminatie op de huisvestingsmarkt ?

Blijkbaar niet. Minister van huisvesting, Celine Fremault, heeft weliswaar de studie laten uitvoeren die duidelijk aantoont dat Brusselse vastgoedmakelaars discrimineren (Discriminibrux), maar het is blijkbaar moeilijk om verdere stappen te zetten. Nochtans is de situatie schandalig, discriminatie komt veel voor en het enige antwoord dat de politici momenteel kunnen geven is een affichecampagne en nieuwe vormingssessies voor de vastgoedmakelaars.

Sensibilisering op zich is goed, maar hebben vastgoedmakelaars daar werkelijk nood aan ? Ze kennen de antidiscriminatiewet en herinneren hem zelfs aan hun klanten om nadien toch op hun vraag tot discriminatie in te gaan. Het zijn beroepsmensen die de voorkeur geven aan de commerciële relatie met hun klanten en de ethiek verdwijnt vaak op de achtergrond. ‘’De klant is koning ; Indien we niet ingaan op zijn vraag gaat hij elders ‘’. De sector zelf is niet geneigd om werkelijk zijn verantwoordelijkheid op te nemen en er is niets dat hen tot een andere houding aanzet.

We geloven niet dat de sector zichzelf zal ‘regelen’. Het IPI (l’Institut professionnel des agents immobiliers) kan disciplinaire sancties opleggen aan vastgoedmakelaars die hun deontologie niet respecteren, maar op het vlak van discriminatie treedt het IPI nauwelijks op. Het is voor hun geen prioriteit.

De sector voert al jaren hetzelfde discours en de politici komen al jaren met dezelfde antwoorden. Een repressieve aanpak wordt alsmaar op de lange baan geschoven. Op dit moment is het daarvoor nog te vroeg, zegt Céline Fremault. [12] Wij zijn het daarmee niet eens.

Net zoals de arbeidsinspecteurs zou ook de gewestelijke huisvestingsadministratie de taak moeten krijgen om discriminatie te controleren en te bestraffen. Dit is ook een van de aanbevelingen van Unia. Het gewest heeft de nodige instrumenten voorzien om op te treden tegen het verhuren van ongezonde woningen of tegen leegstaande woningen. Het wordt tijd om ook op te treden tegen een even groot probleem : discriminatie.

Het idee is zelfs opgenomen in het huidige regeerakkoord, maar de regering staat voorlopig niet echt te springen om het concreet te maken.

Mocht dit toch gebeuren, dan zouden op zijn minst de praktijktesten moeten voorzien worden als onderzoeksmethode en zouden de inspecteurs de mogelijkheid moeten hebben om op eigen initiatief op te treden.

De nieuwe wetgeving tegen discriminatie op de arbeidersmarkt toont aan dat het mogelijk is om — binnen het strikte wettelijke kader — praktijktesten te houden en te gebruiken en er ook de nodige sancties aan te verbinden. Dit mechanisme kan volgens ons ook worden gebruikt op de huisvestingsmarkt. Praktijktesten zouden moeten worden toegepast zowel bij immokantoren als bij private verhuurders.

Het initiatiefrecht van de inspecteurs is essentieel, enkel optreden op basis van klachten is niet aangewezen omdat veel kandidaat-huurders die stap niet willen zetten. Een van de minpunten van de nieuwe ordonnantie tegen discriminatie op de arbeidsmarkt is juist dat de inspecteurs enkel kunnen optreden na klacht. Deze keuze wordt verantwoord met het argument dat een praktijktest houden zonder vermoeden van discriminatie neerkomt op uitlokking. Wij zien dat niet zo. Zet een snelheidscontrole op de weg automobilisten aan om té snel te rijden ? Neen, het dient enkel om een overtreding vast te stellen en te beboeten.

De Brusselse regering moet nu maatregelen nemen en de zaak niet op de lange baan schuiven. Het zou een sterk politiek signaal zijn tegen hen die discrimineren bij het verhuren van hun woning en het zou ook voor de slachtoffers een signaal zijn dat ze niet in de steek worden gelaten.

Het is nodig om de strijd tegen discriminatie op te voeren en het probleem frontaal aan te pakken. Daarnaast zijn uiteraard nog andere maatregelen nodig : omkadering van de huurprijzen, invoering van een algemene huurtoelage, oprichting van een huurgarantiefonds, …. Maatregelen die de BBRoW hardnekkig verdedigt.

Deze publicatie wordt uitgegeven met subsidies van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, Integratie via de huisvesting en van de Fédération Wallonie-Bruxelles.

[1]UNIA is het interfederaal centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme. Het is gemachtigd om individuele klachten over discriminatie te ontvangen en te behandelen (via bemiddeling of het gerecht). Het centrum speelt ook een belangrijke rol inzake sensibilisering, preventie, onderzoek en prospectie.

[2] Diversiteitsbarometer Huisvesting, Unia 2014-https://www.cairn.info/revue-courrier-hebdomadaire-du-crisp-2005-22-page-5.htm#no122

[3]LEBRUN R., Une appréhension de la sinistralité dans le cadre de l’activation d’un régime de garantie locative, CEHD, 2017, p.41.

[4]Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie

[5]leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst;

[6]De rechterlijke weg is niet de enige mogeljkheid. Unia geeft de voorkeur aan extrajuridische oplossingen : erkenning van de fout, excuses, vergoeding van de schade, …

[7]https://www.cairn.info/revue-courrier-hebdomadaire-du-crisp-2005-22-page-5.htm#no122

[8]http://cet.lu/wp-content/uploads/2013/02/Actes-Testing.pdf

[9]http://unia.be/nl/sensibilisering-en-preventie/tools/raciale-discriminatie-op-de-huisvestingsmarkt-hoe-bewijs-je-het

[10]Ontwerp van ordonnantie inzake het bestrijden van discriminatie op het vlak van tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goedgekeurd in het Brusselse parlement op 13 oktober 2017.

[11]Vreemd genoeg vallen de interimkantoren hier buiten.

[12]Commissie Huisvesting Brussels Parlement, 13/07/2017

--

--