2017, een alternatieve Nieuwjaarsduik…

Peter Potman
7 min readJan 11, 2017

--

PAS OP: long read, en geen muts na afloop!

Uiteraard jullie allen een voorspoedig, gezond en geluksgevoel-gevuld nieuw jaar gewenst. Maar dat krijg je niet zomaar, daar moet je wel iets voor doen!

Een dikke 20 jaar geleden werkte ik in Genève in de ontwapeningswereld. Er speelde een voor de wereldvrede niet onbelangrijke kwestie: het Nonproliferatieverdrag, het verdrag dat succesvol het aantal kernwapenstaten had beperkt, zou in 1995 aflopen als het niet zou worden verlengd. De meeste Westerse landen hadden er een hard hoofd in dat dit verdrag — dat succesvol maar oneerlijk was, omdat het 5 landen toestond kernwapens te hebben, terwijl alle andere ondertekenaars ervan af moesten zien — kon worden verlengd. Iran, zo redeneerde men, zou met gemak het oneerlijke karakter van het verdrag uit kunnen buiten en een meerderheid van niet-Westerse verdragspartijen tegen verlenging kunnen laten stemmen. In een vergadering van Westerse landen sprak mijn toenmalige ambassadeur, die deze houding maar defaitistisch vond, de legendarische — Amerikaanse — woorden: “Today is not the day that we’ll be taken to the cleaner’s”, wat zoveel wil zeggen als: het is nog veel te vroeg om het moede hoofd in de schoot te leggen. Dat had op de aanwezigen een opbeurende invloed en het besluit werd genomen tot een grote diplomatieke campagne, die er uiteindelijk in resulteerde dat het verdrag voor onbeperkte duur werd verlengd.

U snapt waar ik heen wil: vandaag is niet de dag dat wij ons bij de stomerij gaan laten afleveren!

Omdat wij die uitgeraasde links-liberale elite zouden zijn die een succesvol, maar oneerlijk land hebben opgebouwd, waar nu maar eens goed de populistische bezem doorheen moet! No, sir! Wij mogen leven in een maatschappij die een hoge mate van vrijheid (in de volledige zin van de Vier Vrijheden van Roosevelt: freedom of speech, freedom of worship, freedom from want, freedom from fear) voor een overgrote meerderheid van de bevolking heeft gerealiseerd, met een representatief politiek systeem, een effectief bestuur en een effectieve rechtspraak. Is het de hemel op aarde? Uiteraard niet, want er is geen hemel op aarde. Maar als je tussen je oogharen door een kleine tweeduizend jaar terugkijkt, zal het moeilijk zijn om een betere tijd te ontwaren, met meer welvaart voor meer mensen.

Dus waarom menen wij dan dat de eindtijd nabij lijkt en Wilders en de zijnen (hoe zijn opportunistische epigonen verder ook mogen heten) het land straks niet alleen gaan overnemen, maar ook de voltrekkers van een soort onvermijdelijkheid zijn?

De meest veelzeggende zin over het politieke klimaat in ons land stond enkele weken geleden in een stuk over de zwevende kiezer (70% van het electoraat). Iemand deed daarin de verzuchting: “eigenlijk is geen enkele partij het helemaal met mij eens”. En zo is het precies! “IK” zoek een partij die naadloos aansluit bij mijn wereldbeeld, bij mijn sociaal-economische situatie, bij mijn sympathieën en vooral mijn antipathieën, bij mijn voorkeur voor de mate van verbaal geweld (of het ontbreken ervan) en vooral bij mijn zelfbeeld. “IK” ben patriot (tegenwoordig ook in linkse snit verkrijgbaar), kosmopoliet (gadverdamme!), ouder dan 50 (altijd de lul), en natuurlijk wordt er nooit naar mij geluisterd! Ik manifesteer mij virtueel het liefst in uitroeptekens!!!! of deel eloquente opvattingen die circuleren in mijn on-line bubbel. En het is nu ook statistisch bewezen: IK ben OK, maar jullie zijn allemaal lamstralen die mij in de weg zitten! Aldus Nederland, op de drempel van een potentieel revolutiejaar.

Ik ben er van overtuigd dat we vooral met een sociologisch verschijnsel te maken hebben: na de ontzuiling sinds de jaren ’70 en het individualisme sinds de jaren ’90, is de burgerlijke onthechting sinds de crisis doorgeslagen in een angstig-boze variant enerzijds en een liberaal-kosmopolitische variant anderzijds, die door de “politiek” op de wenken bediend wil worden, of anders het geloof in deze politiek opzegt. Voor beide varianten geldt dat ze primair politiek-consumptief zijn en in die zin prachtig aansluiten bij de kwart eeuw van neo-liberalistisch economisch beleid, dat ons land natuurlijk meer dan wat ook heeft gevormd tot het steenrijke, soepel draaiende paradijsje dat wij bewonen, maar waar de verveelde burger alleen nog maar lijkt te willen eten van de boom van goed en kwaad (niet omdat het moet, maar omdat het kan!).

À propos 1: Waar in een dergelijk systeem de gedachte vandaan komt dat je de burger meer kunt betrekken bij de politiek door referenda in te voeren, is mij nog altijd een raadsel. Je kunt optimistisch spreken van geëmancipeerd burgerschap, maar dat veronderstelt dan wel dat men zich als burgers van een gemeenschap, de “polis” beschouwt, en niet als elkanders fundamentele tegenstander. Het monster van Frankenstein dat een Kamermeerderheid van politieke padvinders met de referendumwet heeft gecreëerd is nu ontsnapt en dreigt zich de komende verkiezingen te keren tegen de middenpartijen die het geschapen hebben.

À propos 2: dat politiek-publicitaire pyromanen als Jan Roos, Thierry Baudet en Jan Dijkgraaf het ontwrichtende potentieel van de rammelde wet inzagen siert hun strategisch inzicht. Dat zij nu allen het voornemen hebben een doorstart te maken als politieke marketentsters in ons bestel past naar mijn idee naadloos in mijn eerdere vaststelling dat we functioneren in een politiek-consumptief klimaat: partijen als consumptiegoederen. In combinatie met het feit dat je voor effectieve politieke presentie geen partij meer nodig hebt, maar een goed bezocht on-line platform en een handige media-strategie, kalft ons parlement verder af tot wat het letterlijk betekent: een babbelclub, een arena voor meningen en identiteitsmanifestatie, waarbij de machtsvorming ondergeschikt raakt en eenmanspartijen dus onevenredige invloed kunnen verwerven. Die karaktertrek was er natuurlijk altijd al, maar dreigt nu het wezen te gaan vormen, waar je dan weer bezorgd over kunt raken.

Hoe dan ook; als het waar is dat we nu de politieke rekening gepresenteerd gaan krijgen voor een maatschappelijke ontwikkeling die we collectief sinds de jaren ’80 in gang hebben gezet, en die ons — laten we wel wezen — grosso modo een ongelofelijke welvaart gebracht heeft, dan kunnen we twee dingen doen: ofwel het hoofd in de schoot leggen en afwachten tot de horden ons zullen overmeesteren, of keihard terugvechten en vanuit eigen kracht de nodige politieke hervormingen gestalte geven.

Elementen van het Reveil2017:

Ten eerste stellen we vast dat al dat gemekker over de elite pure framing is: als iedereen die niet op de PVV, 50Plus en, vooruit, de SP, stemt tot de vermaledijde elite behoort, dan zitten we bij de huidige peilingen (en blijf die toch vooral publiceren, lieve mainstream media, anders voedt je alleen maar de tegenstanders) gezamenlijk op een stevige 65–75%. Jongens, als Wilders 30 zetels haalt, is dat 20% van de stemmen. En dan zitten daar heus een boel crypto-elitairen tussen, die de boel graag opgeschud zien.

Het probleem zit, welbeschouwd, niet bij de elite, maar bij de hopeloze fragmentatie van ons politieke systeem, waarbij iedere nuance in politieke doelstelling zich vertaalt in een nieuwe partij. Dat sla je er niet uit in Nederland, dus is het straks gewoon zorgvuldig en oer-Hollands formeren en wie weet consolideert er in de komende jaren nog eens iets op links, maar reken er niet op.

En natuurlijk moet je de politieke opvattingen, alsook de angsten en reële problemen van zich verweesd voelende burgers serieus nemen, dat hoort bij ons democratisch bestel. Incorporeren werkt het beste. Maar waar de gedachte vandaan komt dat iedere schreeuwer, iedere zich ongehoord en onbegrepen voelende landgenoot op zijn wenken bediend moet worden (“dan gaan wij dat regelen!”) ontgaat mij.

Want ja, die elite, dat zijn in ons land best wel een boel mensen. Laat je niks wijsmaken, die beperkt zich niet tot de “hoge heren in Den Haag”, de zich zelf verrijkende bankiers en hun advocaten van de Zuidas, de NRC-lezers en pluche-plakkende bestuurders in de provincie. Die elite in ons geborneerde landje, dat is ook de hele grote, dikke middenklasse, iedereen met meer dan middelbare school, een baan, een huis en een pensioen. Met andere woorden, iedereen die wel vaart bij het huidige systeem.

Ik zie dan ook niet in waarom we nu opeens de sleutels aan Wilders moeten overdragen of profetische gaven moeten toedichten aan de waaier aan Hadjememaars die verkondigen dat de “elite” land en volk hebben verkwanseld aan Europa, de Islam, het huilie-huilie liberalisme en volksvijandige linkse types.

Is er dan niks aan de hand? Natuurlijk wel, maar niets wat je niet met gedegen politieke besluitvorming en krachtige uitvoering zou kunnen aanpakken. En bij veel ervan heb je ook een effectieve Europese Unie nodig, of je nu de stabiliteit van de euro wilt garanderen — en zelfs als je een neuro wilt maken — of de vluchtelingencrisis wilt beheersen, of terreur wilt bestrijden. Dus luister heel goed naar wat Wilders zegt, want hij voelt de pols van de onderbuik als geen ander aan, en neem maatregelen die haalbaar zijn en passend binnen een beschavingsgemeenschap die we moeten blijven willen zijn.

Gemakkelijker gezegd dan gedaan, in een gefragmenteerde samenleving. En toch denk ik dat het wel meevalt, met die fragmentatie. In ons land geen uitzichtloze banlieues, geen extreme inkomensverschillen, geen dreigende burgeroorlog, al doen de media je soms het tegendeel geloven. Al zijn de mensen vooral vol van identiteitspolitiek en veiligheidszorgen, ik blijf erbij dat de primaire issues in Nederland nog altijd gaan over verdelingsvraagstukken: sociale zekerheid, zorg, inkomensverdeling, vast werk tegenover de zzp-samenleving, jongeren tegenover ouderen. Maar vreemd genoeg denken we dat het gaat om islamisering, terreurgolven en immigratiegolven uit Oost-Europa. Allemaal belangrijke issues, maar veel kleiner in de werkelijkheid dan in onze hoofden.

Dus ik sluit me graag aan bij de recente oproep van Luuk van Middelaar aan de middenpartijen: maak keuzes, schilder de gewenste samenleving en vecht voor je zetels! 25–30% van de kiezers ga je daar in maart niet mee overtuigen, maar die 70–75% is toch een solide basis voor regeringsvorming. Maar! Enkel de vinger wijzen naar die mini-middenpartijtjes, is gemakzuchtig, politiek-consumptief gedrag. Dus wordt op zijn minst (weer) lid van een partij, als je wilt dat ons stelsel van vertegenwoordigende democratie overleeft. En geloof me, het maakt daarbij echt niet zoveel uit op welke middenpartij je stemt, in vergelijking tot de alternatieven die zich aan de flanken bewegen. Ik las Joseph Roth, die in 1934 over een eerder tijdvak schreef: “… Want de oude Oostenrijkse monarchie ging geenszins ten onder aan de holle retoriek van revolutionairen, maar aan het ironische ongeloof van hen die haar trouwe steunpilaren hadden moeten zijn”.

Ik wens jullie een Gelukkig Nieuwjaar.

--

--