(foto Piek Visser-Knijff)

Samen zijn, in stilte samenzijn

Piek Visser-Knijff
4 min readAug 30, 2018

--

Deze zomer was ik op vakantie met mijn gezin en viel me iets op: als we samen zijn wordt er vrijwel voortdurend gesproken. En soms vallen de woorden van de sprekers over elkaar heen (van enthousiasme, vermoed ik). Deze vakantie heb ik dit samenzijn beschouwd. Ik merk dat ik ook samenzijn ervaar als we niet spreken, ook dan is er verbinding. Misschien niet ook, maar júist. Nee. Ook. De woorden die we gebruiken brengen me soms verder weg van dat gevoel, gek genoeg.

In mijn werk met groepen valt het me ook vaak op hoeveel waarde er wordt gehecht aan het woord. Als we samen zijn en samenwerken wordt er veel gesproken. En ook daarin buitelen de reacties vaak over elkaar heen. De waarde van stilte in een gesprek, waar mijn geliefde en zakenpartner, ook al eens over schreef, wordt niet door iedereen gezien of benut.

Aandacht is een gezamenlijk goed in samenzijn

Het bezig zijn met samenzijn en samen spreken zette me aan het denken over het gesprek als een tragedy of the commons. The tragedy of the commons (Hardin, 1968) is oorspronkelijk een idee over hoe we met beperkte, gemeenschappelijke goederen omgaan. De commons is een term voor een stuk gemeenschappelijke grond waar schapenhoeders hun kudde kunnen laten grazen. Het idee van Hardin is dat de tragedie van zulke gemeenschappelijkheid betekent dat de gebruikers ervan geneigd zijn om te gaan voor een korte termijn en eigen belang: dat de gebruiker zijn kudde genoeg laat eten en mogelijk het gras daarmee zo kaal eet, dat anderen daar geen gebruik meer van kunnen maken (en zijn kudde later misschien ook niet meer). Waar de verantwoordelijkheid bij meerderen ligt, is samenwerking nodig om lange termijn doelen mogelijk te maken. Deze tragedie is terug te vinden in veel van onze maatschappelijke problemen, rondom klimaat. Want wie neemt daar de verantwoordelijkheid voor? (Denk aan afvalproblemen in publieke ruimtes, luchtkwaliteit, vliegverkeer, overbevissing, enzovoort).

Een grasveld kan een gezamenlijk goed zijn, en in samenzijn als groep is aandacht dat mijn inziens ook. En als je besluit de tijd en ruimte te vullen door iets te zeggen, dan doe je daarmee iets met de gezamenlijkheid.

Op het moment dat iemand zijn mond opendoet om wat te zeggen, betreedt hij de commons en maakt gebruik van iets gezamenlijks, namelijk aandacht (tijd en ruimte van anderen). De spreker zal dit vaak kunnen rechtvaardigen, bijvoorbeeld omdat hij een appel voelde om iets te zeggen of de aandacht ergens op wilde vestigen, een vraag wilde stellen, een grap wilde maken, spanning weg wilde nemen, wat dan ook. En wat er zeker gebeurt is dat de aandacht bij de spreker is.

Geven en nemen in een gesprek

Wat ik als bijzonder ervaar wanneer mensen samenzijn is: in een gesprek neemt de spreker niet alleen ruimte in door de commons te betreden, hij gééft ook iets. Dat gras hóeft niet worden kaalgevreten door zijn kudde. Misschien brengt hij ook wel een hark, een beetje mest of water. Maar mogelijk brengt hij ook iets ongevraagds of ongewensts, gif of een stuk kunstgras.

Voor het verantwoordelijk omgaan met de commons is enige mate van zelfbeheersing nodig. Ik heb jarenlang Fishbanks met groepen gespeeld, een simulatie waarbij de zee en vissen als commons gelden. En waarbij, zo is mijn ervaring, men elke keer (soms geleidelijk aan) overmeesterd lijkt te worden door een kapitalistische en competitieve zelfzucht dat wint van langetermijn denken. Gebeurt dit in gesprekken ook? Dat men zich zo graag óók wil laten horen? Je kunt je afvragen: wat voegt mijn bijdrage toe en wat vraag ik daarmee van anderen?

Aandacht is een schaars goed. Als trainer heb ik te bewaken dat de aandacht tijdens een training uitgaat naar dat wat van belang is. Als mensen door elkaar heen spreken, vestig ik de aandacht op een van de sprekers. Ik heb de wens iedereen te zien en horen, en besef ook: de aandacht is schaars. Als trainer heb ik invloed op het proces. Maar in een gezamenlijk gesprek, zonder duidelijke leider, is het maar de vraag hoe ieder zijn verantwoordelijkheid neemt ten aanzien van het gezamenlijke goed.

Durf de stilte laten bestaan

Ik denk dat men moet durven de stilte te laten bestaan, zodat het gras af en toe aan kan groeien. Zodat we elkaar zién én horen.

Het ervaren van een gezamenlijkheid is essentieel in een samenwerkingsverband en voor mij ook in een gezin. Hiervoor zijn geen afspraken nodig, maar het zien van elkaar en elkaars behoeften. Dat hoeft niet per se door iets te zeggen.

Wees aanwezig. Sta stil bij jezelf. Kijk. Voel.

— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —

Oefenen in of met een groep

Wil je in een groep eens experimenteren met stilte in gesprek? Gebruik dan eens de werkvorm kapittelen (uitgebreid beschreven in Vrije Ruimte, Kessels, Boers, Mostert, 2002). Hierin is de spreektijd in een groepsgesprek even lang als de stiltes tussendoor. De stilte die volgt op een spreker duurt exact zo lang als zijn woordelijke bijdrage.

--

--