MotoGP 2015: Welcome to the jungle…

Pieter Ryckaert
13 min readOct 26, 2015

De wet van de jungle is wreed. Elke leider van de roedel, elke leider van het pak, moet en zal ooit plaats ruimen voor jonge wolven. Hardhandig. Daarbij wordt de oude leider, zodra hij ook maar enig teken van zwakte toont, meedogenloos aangevallen, tot hij uit de groep is verstoten of afgemaakt. Dat is zo bij wolven, leeuwen en zo’n beetje elk ander roofdier.

MotoGP-rijders en topsporters in het algemeen, zijn evengoed roofdieren die in een roedel leven en waar de pikorde elke wedstrijd opnieuw wordt bevestigd of verworpen. Tot bloedens toe als het moet. Al sinds 2001 is Valentino Rossi het alfamannetje binnen de MotoGP. Hij is de grote winnaar, misschien wel de grootste aller tijden. Hij bepaalt de regels en sommige regels worden voor hem bepaald. Rossi heeft het geluk gekend om zijn plaats bovenaan de MotoGP-pikorde vrij makkelijk in te nemen. In de 125cc races heeft hij zich een weg naar de titel ‘gespeeld’. Naar de kop rijden, laten uitzakken, weer naar de kop rijden. Lachen. Je zal op dat moment maar z’n tegenstander zijn geweest en zo belachelijk worden gemaakt. Oude krijgers als Jorge Martinez worden respectloos behandeld op en naast de baan. In de 250cc leert hij eerst de knepen van het vak en ziet ondermeer z’n Aprilia teamgenoten elkaar ruwweg van de baan rijden. Capirossi, waarvan Rossi openlijk fan is, knalt Harada in de laatste bocht van de laatste GP genadeloos van de baan. Capirossi wordt gestraft, maar houdt z’n titel. Rossi kijkt en leert. Rossi wint nadien al lachend en spelend opnieuw de 250cc titel zonder noemenswaardige tegenstand. De absolute alfaman in de GP-paddock is dan nog Mick Doohan, 5-voudig wereldkampioen GP500 en één van de hardste racers die ooit de paddock heeft bewoond. Ook Doohan heeft z’n plaats op de hoogste steen niet keihard moeten veroveren. Lawson is al gestopt, Rainey voor het leven verlamd en Schwantz is z’n motivatie kwijt. In 1992 is hij goed op weg om al die supersterren te laten zien wie de nieuwe leider zal worden, geholpen door een superieure big-bang Honda, tot hij tijdens de kwalificaties in Assen z’n been aan gort rijdt en tot 1994 dient te revalideren. Wanneer hij dan opnieuw op volle kracht rijdt, zijn z’n meest directe tegenstanders, de supersterren van de jaren’80 en ’90, er al niet meer. Daarna krijgt hij wat aanvallen van Crivillé en Okada te verwerken, maar met meesterlijke hand weet Doohan die aanvallen af te slaan en z’n plaats als heerser te vrijwaren. Hij wordt verweten de races saai te maken. Hij vraagt wat hij dan moet doen: ‘vertragen?’ Crivillé zit hem een paar keer op de huid, wint een paar races in de sprint naar de finish en knalt ook Doohan onderuit. Nadien wordt hij authoritair op z’n plaats gewezen door Doohan: ‘Als je niet sneller kan, blijf je achter! Gesnopen, makker?’ Maar dan op z’n Australisch. Met Biaggi krijgt hij het nog het lastigst van allemaal, althans naast de baan. Wellicht omdat hij de Romein iets te dicht in de buurt heeft laten komen. Tijdens z’n eerste seizoen in de GP500 deelt Biaggi zelfs een privé-jet met Doohan van en naar Monaco. Pas wanneer Biaggi de heerschappij van Doohan iets te vaak en iets te openlijk in vraag gaat stellen, vooral in persconferenties voor en na de races, grijpt Doohan ook Biaggi naar de keel om opnieuw z’n heerschappij duidelijk te maken. Doohan doet dat enkel op de baan. In persconferenties houdt hij z’n mond, omdat hij z’n tegenstanders niet nog meer wil opjutten. Naast keihard is Doohan wellicht ook één van de wijste kampioenen uit de paddock. Daarbij, hij hoeft Biaggi niet op te jutten, want dat doet Rossi als spreekwoordelijk snotjong al vanuit de 250cc-klasse. En dan komt Jerez 1999. Een achterband op een nog natte, witte lijn en Doohan wordt afgevoerd met een andermaal verhakkeld been. De koning wordt meedogenloos achtergelaten door de roedel en zal nooit meer terugkomen. De titel van alfaman in de GP-paddock ligt voor het grijpen…

Het jaar nadien kruipt Rossi naar de troon in z’n eerste jaar GP500. Daarbij hoeft hij Doohan niet meer te bekampen en erft hij zelfs diens team van erg ervaren monteurs/strijders. Hij moet door onervarenheid nog die kroon laten aan de zoon van een andere alfaman pur sang, Kenny Roberst Jr. De zoon komt daarbij even piepen, maar zal toch altijd in de schaduw blijven van drievoudig ‘King’ Kenny Roberts Sr., iemand die zich tot de dag van vandaag nog steeds laat gelden als een absolute leider. Zuivere Oeidipus. In 2001 rekent Rossi voor het eerst rechtstreeks af met Max Biaggi, die opnieuw z’n kans op dominantie kan ruiken, waarbij de twee zowel op als naast de baan elkaar naar het leven staan. In zoverre dat er in Barcelona zelfs klappen vallen. Biaggi likt z’n wonden en verklaart nadien dat Rossi al tegen hem heeft gestreden toen Rossi nog in de 125cc en hijzelf in de 250cc reed. Wat ook zo is. Maar Rossi wint het pleit, Biaggi zal nooit meer een vuist maken en verkast eerst nog naar het WK Superbike voor hij stopt. In 2004 probeert hij nog één keer op de fabrieks-Honda tegen Rossi op de op papier mindere Yamaha. Maar ook daar wordt Biaggi geen leidersrol gegund. Geen twee rijders hebben elkaar zo openlijk gehaat. Maar wat als Rossi ooit tegen Doohan was uitgekomen?

Rossi krijgt sinds 2001 naast Biaggi ook te maken met Gibernau, Pedrosa, Hayden, Lorenzo en vooral Stoner. De laatste twee kunnen hem heel erg bedreigen, maar ook al weten ze titels af te snoepen, de gele massa in de tribunes maken nog steeds duidelijk wie er de leider van de roedel is. Ook bij overdreven harde inhaalpogingen op Gibernau, Lorenzo en Stoner wordt Rossi nooit gestraft. Hij maakt de wet, ondersteund door miljoenen fans wereldwijd die iedereen verguizen die Rossi een duimbreed in de weg leggen. Lorenzo schikt zich na verloop van tijd en het behalen van twee MotoGP-titels, vooral naast de baan in een iets meer respectvolle rol, in die mate dat er zelfs enig wederzijds respect ontstaat. Bij z’n overstap naar de MotoGP druipt de arrogantie van Lorenzo af. Hij neemt ook de festiviteiten van Rossi over na gewonnen races. In meren springen, popcorn eten voor het grote scherm en de Lorenzoland-vlag in de grond rammen. Rossi is dan al gestopt met dat soort ongein wegens vaak onbegrepen. Rossi heeft Lorenzo vanaf dag één als een indringer in zijn roedel, zijn team, aanzien en stapt daardoor weinig succevol over naar Ducati. Twee seizoenen nadien keert Rossi met hangende pootjes terug, waarbij hij zich zelfs lijkt te schikken in een onderdanige rol ten opzichte van Lorenzo. Ze hebben immers een gezamelijke vijand te bekampen. Stoner heeft het misschien, puur op talent, nog het meest in zich om zijn plaats helemaal bovenaan in te nemen, maar hij verkiest ervoor om vroegtijdig de roedel te verlaten. Moe, opgebrand en teleurgesteld in alle (politieke) spelletjes en regels binnen de MotoGP. Waarop Rossi opnieuw z’n kans schoon ziet om z’n leiderschap te laten gelden.

En plots is daar Marc Marquez. Een supertalent van het kaliber Stoner, maar met een minder lastig parcours richting de top en dus frisser en strijdlustiger. Marquez is naar eigen zeggen groot geworden met de races van z’n idool Valentino Rossi en toont dat doorheen z’n carrière ook met een paar aggressieve moves. Marquez wordt hiervoor wel op de vingers getikt, maar Rossi sust en ziet een jongere versie van zichzelf bezig. Rossi maakt de wet. Ook voor wie niet tegen hem racet. Rossi kijkt en ziet dat het goed is, ook wanneer ze al tegen elkaar rijden. Marquez is onklopbaar en gooit zich agressief in de strijd tegen Lorenzo. Die klaagt, Rossi kiest lachend de kant van Marquez. Verstandshuwelijk. Je teamgenoot, in dit geval Lorenzo, is ook voor Rossi de meest belangrijke tegenstander. En oude rekeningen dienen vereffend. Dus Rossi gunt z’n jonge fan z’n moment in de zon. Marquez scoort twee weergaloze titels en is de gedoodverfde troonopvolger van Rossi.

Tot dit seizoen. Rossi lijkt weer greep te krijgen op z’n Yamaha, z’n teamgenoot en het kampioenschap. Ziet zichzelf opnieuw bovenaan de pikorde na fouten van Lorenzo en Marquez. Marquez die worstelt met een nukkige Honda. Fans wereldwijd steunen opnieuw Rossi, ook al is hij is niet (meer) intrisiek de snelste, op ervaring weet hij kundig aanvallen af te slaan. Rossi blijkt intussen vriendelijker, meegaander en soms zelfs dankbaar voor de kans die hem nog gegund wordt. En Lorenzo en Marquez reageren bij wijlen met even veel bijval en respect. Maar dat Rossi niettemin hun hete adem rond zijn nek voelt moge duidelijk zijn.

En dan is er de race in Argentinië, waar Rossi op een diefje richting Marquez rijdt, die in z’n jeugdig enthousiasme z’n achterband helemaal aan gort heeft gereden. Het is niet de eerste keer dat ze een rechtstreeks gevecht aangaan. In Laguna Seca in 2013 heeft rookie Marquez oude rot Rossi belachelijk gemaakt. Zoals Rossi ooit andere oude rotten bijna in het gezicht heeft uitgelachen. Buitenom in de Corkscrew, net zoals Rossi ooit met Stoner heeft gedaan. Na de race grijpt Rossi Marquez letterlijk naar de keel. Al lachend. Gekscherend. Marquez lacht mee. Net als de wereld.

Maar in Argentinië 2015 houdt het lachen op. In plaats van een veel snellere Rossi min of meer vrij baan te geven, gaat Marquez Rossi letterlijk te lijf. Rossi blijft recht en wint, Marquez eindigt tegen de grond. Niet gewond, maar voor het eerst in jaren is hij geraakt in zijn ego. Niks mis mee en geen sprake van kwaad spel. Maar de reactie van Marquez naderhand is geen nederige reactie. Niks ‘gespeeld en verloren’. Nee, Marquez is zichtbaar ontdaan. Geen lach meer. Rossi ziet dat en glimlacht wel. Souverein en heersend. Maar in z’n achterhoofd gaan alarmbellen luiden. Waar is het respect gebleven van die voormalige fan? Opletten voor die nozem…

In Assen volgt ronde twee. Rossi ziet daar kans om de bedreiging van Lorenzo even terug te slaan na een zeldzame pole position, maar hij wordt opnieuw op de huid gezeten door Marquez, die daar ondanks een paar crashes eerder in het seizoen ook nog een waterkans op de titel heeft. De twee clashen in de laatste bocht. Rossi doet de deur dicht terwijl Marquez z’n voorwiel nog net kan laten zien. Rossi zoekt de vluchtroute op door het zand en wint. En in de daaropvolgende persconferentie vallen de maskers helemaal af. Marquez beweert dat Rossi die move al lang heeft gepland, geeft aan zichzelf als winnaar van de wedstrijd te zien, waarmee hij indirect aangeeft dat Rossi deze overwinning heeft gestolen of onterecht heeft bekomen. Vrij van de pot gerukte conclusie. Al gekscherend geeft hij nog aan opnieuw iets geleerd te hebben van Rossi: motocross. Hilariteit alom in de perszaal. De wereld lacht opnieuw mee. Maar inzoemend op het gezicht van Rossi zie je dat hij de opnieuw respectloze boodschap maar al te goed begrepen heeft. ‘No more mister nice guy,’ maar dan in het Italiaans.

En dan Phillip Island. Magistrale race uit de oude doos. Vier van de snelste rijders, op drie verschillende motoren met elk hun kwaliteiten. Lorenzo rijdt vrijwel de hele race voor de woeste bende van Marquez, Iannone en Rossi uit, tot Marquez zich losweekt en hem in een ultieme ronde, een magistrale, haast Goddelijke ronde, alsnog de overwinning afsnoept. Het soort race waar Rossi vroeger een patent op had. Terwijl Iannone hetzelfde doet met een podiumplaats voor Rossi. Nog in de uitloopronde toont Rossi z’n dankbaarheid aan Marquez met het typische Italiaanse bidgebaar. ‘Mille grazie dat je Lorenzo nog vijf punten afsnoept,’ schijnt hij te onderdanig te gebaren.

Op naar Sepang, waar iedereen uitkijkt naar een nieuw duel Rossi-Lorenzo, met Pedrosa, Marquez en Iannone als antagonisten. Maar Rossi dropt een bom tijdens de persconferentie. Nadat hij de race in Phillip Island heeft ontleed, schijnt hem te zijn opgevallen dat Marquez enkel maar een spelletje heeft gespeeld tijdens die GP. Volgens hem heeft Marquez Lorenzo geholpen door zich enkel op hem, Rossi, te focussen en hem in het verlies te rijden. Niemand begrijpt die stelling van Rossi, want waarom zou Marquez in die laatste paar bochten alsnog Lorenzo hebben ingehaald? Maar vreemd genoeg treedt Andrea Iannone, misschien niet toevallig een goede maat van Rossi, die stelling bij. Was er dan echt meer aan de hand? Op de beelden zijn enkel wat stevige inhaalmoves te zien, maar geen flagrant blokkeren of in de weg rijden. Laat staan een openlijke alliantie tussen Lorenzo en Marquez. Maar misschien bedoelt Rossi gewoon dat Marquez enkel oog had voor hem tijdens die race. Dat hij Rossi wat ophield om Iannone op de pijlsnelle Ducati tussen hen in te laten komen en zo misschien niet te winnen, maar in elk geval Rossi te kloppen? Het verhaal van Rossi wordt evengoed afgedaan als ‘van de pot’ gerukt, ingegeven door de druk van het strijden om het kampioenschap. Enkel Marquez kan de vraag beantwoorden wat er aan de hand is. Hij reageert enkel met een verbaasde blik. Maar Rossi heeft zich in het verleden altijd een meester van de welgeplaatste stellingen in de persconferenties getoond. Zou hij de bal hier dan zo hard mis kunnen slaan, goed wetend dat hij een regelrechte oorlog ontketent? In elk geval weet Marquez nu dat het lachen ook Rossi is vergaan. Of dat Rossi in elk geval heeft gelachen met een roestige bijl achter z’n rug verstopt. Een bijl waarmee Rossi nu wild in het rond zwaait, zonder veel doel te raken. Het is de dokter, Jeckyll in dit geval, die Mr Hyde wordt. Of de zon en de maan.

De twee grootste aartsrivalen uit de GP-geschiedenis, Kevin Schwantz en Wayne Rainey, hebben verklaard dat hun aversie voor elkaar zo groot was dat ze liever elkaar in de vernieling reden voor een vijfde plaats, dan rustig te blijven en misschien een podium te scoren. Het is dus niet ongebruikelijk als twee mannen elkaars bloed kunnen drinken, dat ze hun eigen kansen op de overwinning opzij schuiven om toch maar die aartsrivaal te kunnen verwonden. Kevin Schwantz heeft ooit zelfs aangepapt met de zus van Rainey om hem te destabiliseren. Alles kan in liefde en oorlog. En laten we wel wezen, MotoGP is een luchtgevecht zonder schieten. Diezelfde Kevin Schwantz is in het begin van z’n GP-carrière vrij goed bevriend met Eddie Lawson. Lawson is de alfaman in de late jaren ’80 met vier wereldtitels en voorheen de beste vriend van Wayne Rainey. Rainey is de aartsrivaal van Schwantz en samen weten ze dat één van hen bestemd is voor werelddominantie. Lawson is immers al op de weg terug. Lawson heeft z’n vriendschap met Rainey, ze kennen elkaar al zeker 15 jaar, in de koelkast geduwd. Rainey heeft immers z’n plaats binnen het Yamaha-team én bovenaan de titelstrijd ingenomen. Rainey is nu de vijand en Schwantz een mogelijke medestander. Een verstandshuwelijk tussen Schwantz en Lawson, tegenover een gezamelijke vijand? Ongetwijfeld, gezien hun totaal aparte karakters. Maar wat hadden ze een pret samen. Samen geleende Porsches in de prak rijden, veiligheidsagenten in de kloten schoppen en Rainey stangen. Lacheun! Dat verstandshuwelijk loopt vlot tot Assen 1992. De ongenaakbare Doohan op de onklopbare big-bang Honda heeft, zoals eerder gezegd, in de trainingen z’n been aan gort gereden. Rainey start evenmin door eerder opgelopen blessures. Schwantz heeft de overwinning als het ware voor het grijpen, tot ‘z’n vriend’ Eddie Lawson, op een kansloze Cagiva, in een moment van eerzucht Schwantz en zichzelf omver kegelt. Geen van beide wil schuld bekennen of excuses uiten. Einde verstandshuwelijk. Wanneer Lawson aan het eind van dat jaar aanstalte maakte om de paddock te verlaten, op weg naar een aangekondigd pensioen, roept Schwantz hem na: “Tot nooit meer en vergeet vooral de deur niet achter je te sluiten…”

Het verstandshuwelijk tussen Rossi en Marquez is in Sepang, die eerder dit jaar nog samen trainden op de dirttrack-ranch van Rossi, tijdens die persconferentie ook openlijk ten einde gekomen. En nadien op de baan nog veel meer. Rossi wil in Sepang zo snel mogelijk achter Lorenzo aan, nadat die opnieuw een magistrale eerste ronde rijdt, maar Marquez laat niet begaan en gooit zich met z’n hele hebben en houden in de strijd. Ze passeren elkaar een paar keer. De meest agressieve moves komen van Marquez. Die zijn binnen de lijnen van het toelaatbare, maar weinig respectloos binnen de titelstrijd Rossi-Lorenzo én gezien Rossi z’n waarschuwingen tijdens de persbabbel. Marquez speelt geen rol meer voor de titel. Doet hij iets verkeerd? Neen, Marquez racet zoals hij doorgaans racet. Buitengewoon agressief. De vraag rest of hij hetzelfde had gedaan met pakweg Iannone. Rossi heeft hiervoor gewaarschuwd. Rossi voelt de bui hangen. Rossi panikeert terwijl hij z’n eigen voorspelling waarheid ziet worden en de titel ziet wegglippen. Rossi kijkt een paar keer naar Marquez. Rossi gebaart Marquez hem te volgen. Samen naar Lorenzo toe. Marquez denkt ‘not no more, oldtimer’, maar dan in het Spaans. Rossi gaat over de rooie, voert een flagrante blocpass uit terwijl hij Marquez aankijkt. De twee raken elkaar en Marquez valt. Sommigen zien een schopbeweging, anderen niet.

Pedrosa wint, Lorenzo en Rossi maken het podium vol. Maar Rossi wordt bestraft. Terecht, want zijn ‘move’ is er zo opzettelijk over dat de wedstrijdleiding dit niet kan laten passeren. Rossi heeft dit nog nooit eerder moeten meemaken. De oneer. Hij is toch de wet van alle dingen? Niet meer. Gibernau en consoorten zijn voorheen hapklare brokken die hij bijna letterlijk heeft verscheurd terwijl de wedstrijdleiding toekijkt. Met Marquez loopt het anders. De wet van de jungle wordt herschreven. De eerste paragraaf in Sepang 2015.

Ondanks hun titelstrijd heerst er al het hele jaar een schijnbaar goede relatie tussen Lorenzo en Rossi. Geen muur meer in de pitbox, felicitaties na de races en geen vervelende opmerkingen tijdens de persconferentie. Maar bij het zien van de actie van Rossi in Sepang haalt ook Lorenzo het slagersmes boven en stopt het vol in de rug van z’n teamgenoot. Rossi dient volgens hem nog harder bestraftte worden dan als laatste starten in Valencia. Rossi is volgens hem levensgevaarlijk. Rossi haalt nog 16 punten terwijl Marquez niks scoort. Dat is oneerlijk. Waarom die plotse sympathie voor Marquez, die hij ook al meermaals van agressief rijgedrag heeft beticht? Uiteraard staat de titel op het spel. Maar ook Lorenzo ruikt zijn kans om het alfamannetje te worden. Maar eerst moet de huidige dood. En dan is Marquez plots weer een medestander.

Rossi heeft niet veel jaren meer te gaan. Hij is 36 en niet meer de snelste. Toch niet elke race. Er staan nu twee jongen wolven klaar die hem bij elke mogelijkheid die ze hebben naar het leven zullen staan. Rossi moet eraan. Kapot. En daarna vechten ze onder elkaar wel uit wie de leider wordt. ‘Two is a party, three is a crowd,’ maar dan in het Spaans. De wet van de jungle geldt voor iedereen. Ook voor de grootsten aller tijden. Wat we in Sepang hebben gezien is die wet van de jungle. Wat we in Sepang hebben gezien is topsport in z’n meest donkere, kwaadaardige facetten. Facetten die de MotoGP boeiender maken dan eender welke sport. Gevaarlijker ook.

En dan moet Valencia nog komen. Rossi heeft in Valencia nog een waterkans, maar dan moet er al iets ergs gebeuren met Lorenzo. Rossi schijnt te twijfelen of hij wel zal aantreden. Ziet hij 2016 nog zitten, een seizoen waarin alles weer verandert in de MotoGP. Meest opvallende verandering is de komst van Michelin. Wie past zich het best aan in die omstandigheden? Eén ding is zeker. Volgend seizoen is het elk voor zich. Rossi, Lorenzo en Marquez. En het zal bloedig worden. Want zo is de jungle. De eerste die bloedt wordt opgevreten. En wie weet zwemt er een klein oranje visje, Nemo-gewijs tussen al die vraatzuchtige haaien door naar z’n eerste titel. Het zou Pedrosa gegund zijn. Want hij heeft de race in Sepang magistraal gewonnen. En in de GP van Aragon heeft hij het gevecht aangegaan met Rossi op een agressieve, Marquez-achtige manier die we van Dani niet gewoon zijn, zonder dat er een haan naar heeft gekraaid. Ook hij ruikt ongetwijfeld bloed. En ook hij is een roofdier die leeft naar de wetten van de jungle…

--

--