Een Frappante Vaststelling: Covid-19, Klimaatverandering en Beleid
Bedreigingen voor de mensheid anno 2020
Dezer dagen wordt de wereld getroffen door de coronapandemie. Het virus, Covid-19, maakte zijn opmars vanuit de regio Wuhan in China en verspreidde zich over alle continenten, vereenvoudigd door de sterk geglobaliseerde wereld anno 2020. In tegenstelling tot andere recente pandemieën als Sars, Varkensgriep en Ebola wordt ook het dagelijkse leven van de bevolking uit westerse samenlevingen ernstig verstoord door de directe impact op de gezondheid van Covid-19 en in het bijzonder door de indirecte impact van beleidskeuzes.
Een ander actueel probleem, waarmee de gehele mensheid te kampen krijgt, maar dat momenteel naar de achtergrond verdween, is de ongunstige klimaatverandering, ten gevolge van de menselijke activiteit op deze planeet. Om aan de menselijke consumptie- en productiedrang te beantwoorden, worden er massaal voornamelijk fossiele brandstoffen verbrand, wat leidt tot een verhoging van de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer en oceanen.
Corona- en klimaatbeleid
Om de coronapandemie in te dijken vaardigden overheden over de hele wereld, door middel van haastig opeenvolgende maatregelen, een lockdown uit. Het onderliggende oogmerk was het beschermen van levensjaren van hun burgers: enerzijds door het vermijden van een ineenstorting van de gezondheidszorg, die zich zou vertalen in onvoldoende intensive care units, en anderzijds door de besmetting van kwetsbare burgers te verhinderen. Overheden toonden zich op die manier bereid om een stevig economisch verlies te torsen ten voordele van het redden van mensenlevens, want de lockdowns zouden leiden tot een economische sudden stop gekarakteriseerd door een drastische daling in zowel aanbod als vraag. Om de daaropvolgende onherstelbare economische schade te beperken, voerden overheden een expansief budgettair beleid en centrale banken een expansief monetair beleid in.
Het is aangewezen om stil te staan bij de verschillen en gelijkenissen in budgettair en monetair beleid tussen de periode post-financiële crisis / pre-coronacrisis (2009–2019) en de periode coronacrisis (2020). Qua monetaire expansie schakelen centrale banken een versnelling hoger vanwege de lockdowns. De in beperkte mate afgebouwde, balansen van centrale bank worden opnieuw gespijsd door het onconventionele monetaire beleid uit te breiden — de bazooka wordt van onder het dunne laagje stof gehaald. Op het vlak van budgettair beleid van overheden kan je spreken over een heuse trendbreuk. Het afgelopen decennium werd gekenmerkt door een soberheidsbeleid (austerity) van overheden, voornamelijk in Europa, met veel aandacht voor het beperken van overheidstekorten, overheidsschuld en publieke investeringen. Anno 2020 zetten overheden dergelijke ambities on hold en mag de overheidsschuld rijkelijk oplopen om erger economisch kwaad zoals faillisementen, ontslagen, defaults van hypotheken, … te vermijden. Van zowel monetaire als budgettaire expansie verwachten beleidsmakers waarschijnlijk slechts een tijdelijke toepassing, maar voor de monetaire expansie gedurende vorig decennium bleek dit echter gemakkelijker gezegd, dan gedaan.
De daadkracht van overheden en centrale banken tijdens de coronacrisis staat in schril contrast met het gebrek daaraan op vlak van klimaatbeleid. Het klimaat mag gered worden zolang het economische doelstellingen als de groei van het BBP, lage werkloosheid, beperkte overheidstekorten, financiële stabiliteit … niet in het gedrang brengt. Overheden doen slechts beperkte inspanningen en toegevingen qua groene investeringen en willen de kosten niet doorrekenen aan huishoudens en bedrijven. Ook centrale banken zijn weinig geneigd om monetaire expansie te verbinden aan duurzame groei. Voorstellen als green QE — het opkopen van obligaties van bedrijven en overheden ter financiering van groene initiatieven — vinden moeilijk een wijd ondersteund draagvlak.
Gelijkenissen en verschillen tussen de corona- en klimaatproblematiek
Ondanks dat een virus en een klimaatramp van nature erg verschillende gebeurtenissen zijn, affecteren ze beiden het menselijk welbevinden van de wereldbevolking. Zonder ingrijpen van beleidsinstanties zou het virus en koolstofdioxide ongebreideld zich vermenigvuldigen en uitgestoten worden, met meer menselijk leed tot gevolg, vandaag en in de toekomst. Daarnaast bestaat er onder wetenschappers een consensus over de reële bedreiging van beide problemen voor de mensheid en geven zij richtinggevend advies over de behandeling ervan.
Waarom worden er dan dergelijke verschillende beleidskeuzes gemaakt om de corona- en klimaatproblematiek aan te pakken? Dit heeft waarschijnlijk te maken met de urgente, ingrijpende aard van de impact van Covid-19 in contrast met de langzame, graduele ongunstige verandering van het klimaat. Met enige zin voor vereenvoudiging, mag er gesteld worden dat Covid-19 een relatief klein, kortstondig black swan incident is en dat de klimaatverandering een relatief groot, lange-termijn structureel probleem inhoudt. Op basis van deze karakterisering zou je verwachten dat de genomen coronamaatregelen dienen te verbleken ten opzichte van de klimaatmaatregelen, die beleidsinstanties treffen. Het omgekeerde is echter waar.
Conclusie
Wat tot en met 2019 ondenkbaar was, ontplooit zich in 2020 in een spoedtempo: bevolkingen wereldwijd worden verplicht “in hun kot” te blijven om mensenlevens te redden, ten koste van de financiële gezondheid van landen en financiële stabiliteit van markten. Haast onopgemerkt en moeiteloos voltrekt er zich zo een copernicaanse revolutie: het motto “eerst denken, dan spenderen” maakt plaats voor “eerst spenderen, dan denken”. Alhoewel het ter discussie staat of deze omwenteling wenselijk is en het beoogde resultaat zal bereiken, markeert ze een transitie van star naar fluïde beleid. Dit mag de voorstanders van een omvattender klimaatbeleid hoopvol stemmen. Als coronamaatregelen van een dergelijke omvang over een periode van weken geïmplementeerd kunnen worden om een relatief kleine bedreiging voor de mensheid het hoofd te bieden, dan is het doenbaar om minder urgente en minder ingrijpende lange-termijn klimaatmaatregelen te nemen om de relatief grote bedreiging van ongunstige klimaatverandering te behandelen. Beleidsmakers kunnen zich anno 2020 niet langer verschuilen achter het excuus van “niet kunnen”, maar zullen moeten toegeven dat ze “niet willen”. Idealiter maken ze echter gebruik van het huidige coronamomentum van fluïde beleid om de klimaatverandering voor eens en voor altijd drastisch aan te pakken.