De Haarlemse Kweektuinen, de hotspot in Haarlem waar vooral voedselproductie moderne stedelingen samenbrengt

De Rurbane Revolutie (I)

Stefaan Vandist
6 min readAug 23, 2019

--

Of hoe kleine en middelgrote gemeenten een update krijgen

Dankzij mijn samenwerking met de studio voor toekomstverkenning en ontwerp Pantopicon ben ik zowat iedere maand ergens ten velde om samen met hen steden en gemeenten te begeleiden. We kijken waarderend naar het DNA van de gemeente, het innovatiepotentieel en helpen bij de ontwikkeling van een visie op de toekomst. Hoewel innovatie vaak graag als een stedelijk fenomeen wordt gezien, krijgen steeds meer gemeenten een aantrekkelijk en scherp beeld van de mogelijkheden in het buitengebied.

In dit eerste artikel van de reeks ‘rurbane revolutie’ vinden we antwoorden op volgende vragen:

  • Hoe zet je de kracht van het landelijke in voor de samenleving van de toekomst?
  • Krijgen kleine gemeentes en middelgrote steden een kosmopolitische update? En hoe ziet die er dan uit?
  • Wat zijn inspirerende voorbeelden van de rurbane revolutie?
  • Welke zijn de voornaamste strategische hefbomen bij innovatie in het buitengebied?

“De stad en het buitengebied schuren tegen elkaar en de psychologische grenzen vervagen.

De mentale update van de middelgrote gemeente

Op audientie bij ‘t Lab van Weert met Pantopicon

Vandaag wordt de stad als zinnebeeld voor de menselijke beschaving beschouwd. De kosmopolitische kijk op de wereld is dominant, zeker nu het ook nog ‘smart cities’ worden en kranten ons er vaak aan herinneren dat in 2050 wel eens 75% van de wereldbevolking in steden zou kunnen wonen. De stad is de potgrond waar de toekomst kiemt, en waar de zaaibedden voor duurzame, sociale en radicale innovaties zich bevinden. Het is één van de dominante verhalen van deze tijd. En het wordt versterkt door universiteiten die meestal in grote steden gevestigd zijn en door redacties van traditionele media die vaak eenzijdig naar de wereld kijken met een grootstedelijke bril.

Een voormalige site van chemiereus Agfa Gevaert in mijn heimat Mortsel wordt een nieuwe groene woonwijk met co-housing en gedeelde tuinen voor 350 gezinnen.

Echter, we zien de eerste tekenen van een kentering die zich manifesteert in een nieuwe stadsvlucht. Jonge mensen die een gezin willen stichten ruilen de stad steeds meer in voor het buitengebied. De studententijd is vaak opgerekt in de steden om de carrière een stevige kickstart te geven. Daarna wordt de zoektocht ingezet naar balans en betaalbaarheid. Terwijl steden in België en Nederland steeds voller, duurder, drukker en complexer worden, ontdekken steeds meer mensen dat het buitengebied een kansrijke habitat biedt voor een kwaliteitsvol leven: Er is meer plaats, rust, geborgenheid en groen.

Laat ons niet vergeten dat 10 miljoen Nederlanders ‘niet’ in de Randstad wonen. Pakweg de Oost-Nederlandse provincies Gelderland en Overijssel tellen samen maar liefst 4,2 miljoen mensen.

Ook in Duitsland leven de meeste mensen niet in de metropolen of kleine plattelandsdorpen, maar wel in de 38 middelgrote Duitse centrumsteden. Slechts 30% woont in steden met meer dan 100.000 inwoners.

Vanuit het perspectief van grote Aziatische mega-steden zijn gebieden als Vlaanderen en de Randstad eigenlijk vervlochten weefsels van verstedelijkte dorpen. Sommigen fluisteren dat Nederland de Randstad van Europa wordt.

Matthias Horx, toekomstverkenner en oprichter van het Duitse Zukunftsinstitut heeft het in zijn onderzoek Futupolis over ‘Die Progressive Provinz’: Die neue Heimat der Glokalisten.

Enerzijds zien we dat er zich een duidelijke trend aftekent waar de grootstedelijke omgeving steeds groener wordt, en steeds meer evolueert van cities-of-cars naar cities-of-places. Een gezellige stad is een mozaïek van stadsdelen met de gezelligheid van een dorp en een eigen identiteit. Vaak ontstaat die identiteit rond een eigen mix aan specifieke kenmerken. Dat kan een stadsbrouwerij zijn, maar ook een enclave voor innovatie, een toeristische trekpleister of een unieke woonomgeving (denk aan wat ‘De Pijp’ en de ‘NDSM-wijk’ zijn voor Amsterdam, of de Witte de Withstraat voor Rotterdam)

“De rurbane revolutie: Steden worden verwilderd en krijgen de gezelligheid van een dorp. Kleinere gemeenten krijgen een kosmopolitische update.

Tegelijk laten centrumsteden en plattelandscentra zich graag voorzien van een update met kosmopolitische aantrekkelijkheid. Dit betekent niet dat ze zich op een 20ste eeuwse manier laten volbouwen (en hopelijk laten ze zich ook niet ‘volrijden’). Ze blijven zich bewust van hun grootste troeven, en dat is onder meer hun ruimte. Wel gaan ze voor een mentale update van die ruimte. Er komt meer aandacht voor welzijn, zingeving, kwalitatieve zorg, creativiteit, innovatie (bijvoorbeeld ruimte voor 21st century skills) en dat allemaal met een meer hedendaagse esthetiek.

Plattelandspioniers in Nederland

Wat is nu die mentale update? Wat moeten we ons voorstellen bij buitengebied met kosmopolitische flair?

Finalisten Plattelandspioniers 2019

Als we een beeld willen krijgen van welke innovaties het buitengebied kunnen gaan inkleuren, loont het de moeite om eens te kijken naar de 75 inzendingen en de vijf finalisten van de ‘Plattelandspioniers’, een landelijke innovatiewedstrijd op initiatief van VPRO Tegenlicht op de Nederlandse televisie. Op 25 mei 2019 werden de finalisten door een jury gekozen in de cultuurfabriek in het Friese dorpje Ulft.

De verrassing zit hem in de schaal. Dit zijn geen ideologische of anekdotische initiatiefjes meer. Het zijn stuk voor stuk richtinggevende projecten die laten zien hoe je de kracht van het landelijke inzet voor de samenleving van de toekomst.

  • Wouter van Eck bouwt in Brabant het grootste voedselbos van Europa. Met een voedselbos creëer je een bundel aan meerwaarden. Je verbouwt niet alleen voedsel, je herstelt uitgeputte landbouwgronden, trekt opnieuw de natuur aan, en je geeft de omgeving een invulling die heel verbindend werkt voor mensen van verschillende generaties en afkomst.
  • Pieter Parmentier en Frank Leenen zien de komende jaren duizenden boeren stoppen met hun bedrijf. Met hun concept ‘Erfdelen’ geven ze het boerenerf een kleinschalige, sociale en duurzame invulling. Reeds 1500 geïnteresseerden hebben zich al aangemeld. Het woon-initiatief lijkt vooral in trek bij ouderen en alleenstaanden.
  • Geert van der Veer wil met zijn Herenboerderijen mensen opnieuw verbinden met hun voedsel. Via een netwerk van kleinschalige coöperatieve boerderijen, bepalen burgers (de coöperanten) rechtstreeks mee wat de boeren telen. In Nederland zijn al duizenden mensen verbonden met dit voedselsysteem, en er is nog een enorm groeipotentieel.
  • Frans Pool en Pieter De Kroon maken samen met hun dorpsgenoten Wijnjewoude energieneutraal in 2025. Hiermee weten ze burgers van allerlei pluimage te verbinden rond één uitdaging: energieneutraal zijn, en daarmee het klimaatakkoord van Parijs voor zijn. Met een mix van zonne-energie op daken van burgers, een zonne-weide en vergisting van koemest van negentien participerende boeren kan Wijnjewoude binnenkort van het gas af, en zelfvoorzienend zijn in elektriciteit en warmte.
  • Van de jonge seriële ondernemer Jeroen Schreurs leren we hoe we typisch stedelijke en hippe initiatieven ook succesvol kunnen implementeren in de Achterhoek van Nederland. Inmiddels baat hij twee start-up ondernemerscentra uit, drie escape rooms, verschillende festivals en een beach club. Vandaag converteert hij een oude school in Winterswijk tot een hedendaags hotel gecombineerd met jongerenhuisvesting.

Strategische inzichten

Stuk voor stuk genereren dit soort verhalen zeer waardevolle inzichten. Een interview met Karel Smouter (journalist, schrijver én jury-lid voor de plattelandspioniers) voor ‘Future Shock’ (de podcast van VPRO Tegenlicht) bevestigt ons vermoeden dat onderstaande strategische inzichten van vitaal belang zijn:

  • Ze maken op een positieve manier gebruik van de dorpsmentaliteit die er al is. Het feit dat iedereen elkaar kent is meegenomen. Processen lopen via kroegbijeenkomsten die aangekondigd worden in lokale krantjes, ad valvas bij buurtwinkels en op lokale Facebookgroepen.
  • Boeren krijgen terug een verbinding met de bevolking. Vaak omdat ze als mentors in voedselproductie worden ingeschakeld, natuurbeschermers, conciërges of energieproducenten.
  • Rurbane initiatieven zijn ongezien verbindend. De pioniers getuigen dat mensen uit verschillende generaties en verschillende achtergronden (humanistisch versus moslim versus diep-christelijk) elkaar weten te vinden in een gemeenschappelijk ideaal. Opvallend is ook dat de trekkers van deze initiatieven vaak 65+ zijn, en hun mensenkennis, tijd, geduld en ervaring (vaak als ex-bestuurder) ter beschikking stellen van een nobel initiatief, zo de brug maken met jonge mensen, en daar ook invulling mee krijgen aan hun behoefte aan zingeving.
  • De fraaiste resultaten van de rurbane revolutie zijn nieuwe melanges van voedselproductie, woon-, zorg-, werk- en/ of educatieve initiatieven.
  • In het buitengebied zijn de lijntjes met het bestuur korter. Er is meer ruimte, minder complexiteit, en context creëren voor onderop-initiatieven zijn een doeltreffend beleid tegen verzuring.
  • Ruimte-, tijdsverdichting en sociale bundel-effecten zijn belangrijke secundaire objectieven. Wanneer high-tech voedselniches of low-tech voedselproductie (plukbossen, voedselbossen, …) ook de dwarsverbanden weten te valoriseren met onthaasting, educatie, zachte recreatie en sociale cohesie, zijn dat extra troeven om de aaibaarheid en het draagvlak te bevorderen.

--

--

Stefaan Vandist

Performance Lectures on Foresight, author of We, Myself & A.I., performer at OS World, writer at Nature 2.0, member of Pantopicon and gotfather of glimps.bio