The Weather Project

The Weather Project van Olafur Eliasson is
voor mij een grote inspiratiebron. Het werk is veelzeggend en gelaagd. Het laat de bezoekers vragen aan zichzelf stellen over hun ervaring en het laat de bezoekers een ander perspectief zien op hoe wij de omgeving om ons heen waarnemen. Wat mij ook enorm fascineert is dat de bezoekers de tijd nemen om de installatie te ervaren, ze gaan er voor zitten maar gaan ook spontaan creatieve dingen doen. Hoe kan dat toch? Waardoor komt dat?

Robert Groenewald
Afstudeerproces blog

--

Dit project is tot stand gekomen doordat Eliasson zichzelf interesseerde voor hoe het weer een stad vormt en hoe de stad eigenlijk een soort filter word waardoor we het weer ervaren. Eliasson zocht een manier om het weer naar binnen te brengen, en door de ervaring van “het weer” binnen, word een deel ook weer mee naar buiten genomen.

http://olafureliasson.net/archive/artwork/WEK100766/notion-motion#slideshow

Het gaat hem om de perceptie, hij wil de toeschouwer bewust maken van het feit dat zijn waarneming niet alleen bestaat uit wat hij ziet, maar ook uit waar en hoe hij het ziet. Niet de natuurfenomenen die hij nabootst staan centraal, maar de kijker. Zijn wij in staat tot zien? Maar het is natuurlijk de vraag of dat de kijker dat ook zo ervaart. Het werk lijkt vooral op basale verschijnselen in te zoomen. Natuurfenomenen waaraan men gewoonlijk voorbijgaat, zoals het vallen van een druppel in een plas water, weet hij dusdanig op een wand te projecteren dat men er zich geruime tijd aan kan vergapen. Het plezier dat het werk oproept, gaat aan het inzicht in het werk vooraf. Kunstcritica Madeleine Grynsztejn vergelijkt de indruk die het werk van Eliasson maakt met wat Husserl het “Nu-effect” heeft genoemd: een gevoel dat wij zelf volledig aanwezig zijn en gelijktijdig volledig deel uitmaken van de werkelijkheid om ons heen.

De perceptie van het weer, dat we dagelijks meemaken, verschilt van dag tot dag. Hoe voel je je door het weer? Neem je waar hoe het weer er uit ziet? Wat doet dat dan met je? Maak je andere keuzes op basis van het weer? Doe je bewust andere dingen die je door het weer wel of niet zou doen? Maar de vraag is of dat we bewust meemaken wat deze invloeden met ons doen? Weet je wel door je gehaaste gedrag of dat het bewolkt was of zonnig voordat je op je werk aankwam? Ben je minder aardig doordat je ’s ochtends compleet bent natgeregend? Sta je jezelf toe om de wereld om je heen waar te nemen zoals die er is en er zonder oordeel er naar te kijken.

Maar het “Nu-effect” dat hier omschreven word gaat dus eigenlijk om de ingezoomde waarneming van iets waar we normaliter aan voorbij gaan. Door ingezoomd te kijken kun je de waarneming die je normaal niet doet observeren. Door er met een ander perspectief naar te kijken ontstaat er iets dat we nog nooit gezien hebben. We kijken met plezier naar onze nieuwe inkijk op wat we dachten te kennen. En dit effect heeft volgens mij een langere duratie omdat het in een geïsoleerde omgeving staat, waardoor er minder afleiding is. Er zijn kaders aangebracht aan het fenomeen waarop wordt ingezoomd. Een van de voorwaarden voor het ontstaan van het “Nu-effect” is dat het kaders nodig heeft om ander perspectief te bieden. Dit brengt mij tot een nieuwe onderzoeksvragen:

Hoe laat ik mensen zichzelf openstellen tot het verbinden en ervaren van dat wat buiten zichzelf staat? Welke kaders zijn daar voor nodig?

Hoe kan ik mensen zichzelf de vraag laten stellen wat voor impact deze ervaring op hun heeft?

Hoe observeren de bezoekers hun relatie of verhouding tot dat wat ze ervaren?

In deze installatie is er ook de mogelijkheid om te zien hoe deze zon gemaakt is. Je kunt achter de zon kijken om te zien hoe de constructie er uit ziet. Je kunt de lampen zien, de bedrading en zelfs de rookmachines. Het voordeel van het tonen van de middelen die gebruikt worden stelt de bezoeker in staat om de constructie te zien, maar ook te tonen dat de ervaring ook een constructie is. Hierdoor kan de bezoeker zichzelf toestaan om de vraag te stellen wat voor impact deze ervaring heeft op hem. Deze transparantie is interessant, omdat je een keuze maakt om te laten zien dat het allemaal theater is, maar tegelijkertijd stel je de vraag om je eigen perceptie en perspectief in twijfel te trekken.

Eliasson’s indrukwekkende installatie vestigt de aandacht op de fundamentele waarnemingen van de wereld om ons heen. Maar zoals het weer, zijn onze waarnemingen in een voortdurende staat van verandering. De dynamische variaties in de samenstelling van de elementen van The Weather Project staan parallel aan de onvoorspelbaarheid van het weer buiten, dat ondanks de inspanningen en sabotage van de mensheid nog steeds niet te controleren is.

http://designobserver.com/feature/cultured-graphic-hygiene/8487/

Ook is er nagedacht over de invloeden voorafgaand aan het bezoek aan de installatie. Vaak zie je al een deel van dat wat je gaat ervaren in posters en kranten-artikelen. Dit schept een bepaalde verwachting bij de bezoeker, Eliasson merkt op dat dit invloed heeft op de ervaring van de belevenis en heeft hier op in-gespeeld. Door van te voren een onderzoek te doen en vragen te stellen aan mensen, zoals; Hoe vaak bespreek je het weer? En; Denk je dat het idee van het weer in onze samenleving is gebaseerd op de natuur of cultuur? En de resultaten in advertenties in kranten en op bussen te plaatsen, in plaats van foto’s die inzicht geven in het werk blijft de ervaring van het werk zo veel mogelijk onaangetast. Dit is heel interessant, een heel voortraject aan de belevenis van het werk, zodat de ervaring zo maagdelijk mogelijk blijft. Dit is heel belangrijk ook voor het “Nu-effect”, want door de impact van het nieuwe perspectief zo groot mogelijk te maken, blijf je ook langer in dit effect hangen en zal de impact van inzicht groter zijn.

Hoe maak je het mogelijk om de impact van het “Nu-effect” zo groot mogelijk te maken?

Ik ga hierna nog nadenken over een soort grafische weergave van wat er gebeurt, schema’s kernwoorden, grafieken en/of flowcharts om dit alles duidelijk in kaart te brengen, om een soort blauwdruk te ontwikkelen.

--

--