‘Ik wil nog niet zien wat ik niet meer kan horen’

Analyse van ‘Breekpunt’ van Amies

Mechteld Jansen
7 min readMay 8, 2014

Het is voor de meeste mensen een scenario uit een nachtmerrie: plotseling doof of blind worden. In Amies’ korte verhaal ‘Breekpunt’ overkomt het de hoofdpersoon. Door een hersenvliesontsteking raakt hij voorgoed zijn gehoor kwijt. Het verhaal opent echter met een heel andere nachtmerrie: een angstige droom uit de kindertijd van de hoofdpersoon.

Groene stokjes, verticaal staand in de aarde en een grote bruine schoen die precies daar bovenop ging staan. Steeds vlak voor de schoen de stokjes zou raken, braken ze af. Badend in het zweet werd ik wakker, maar nooit kon ik bedenken waarom deze droom zo angstaanjagend was.

Het antwoord op die vraag zal de dromer — en de lezer — aan het einde van dit verhaal kennen.

Door de ogen van de dove

Tijdens het lezen van ‘Breekpunt’ beleven we uit de eerste hand mee hoe het moet zijn om doof te worden. We zien alle gebeurtenissen door de ogen van de hoofdpersoon. Deze ik-verteller is een man die van muziek houdt, graag gitaar speelt en trots is op zijn platencollectie. Hij heeft een geliefde — we weten niet of het zijn vrouw of zijn vriendin is — die tegenwoordig via briefjes met hem communiceert.

We zien deze hoofdpersoon verschillende emoties doormaken en daar ook op reflecteren. Zo maakt hij zichzelf uit voor ‘eikel’ als zijn geliefde een hand op zijn knie legt en hij die wegduwt. Een klap in zijn gezicht na een al te venijnige opmerking bij een ruzie benoemt hij als ‘terecht’. Zijn gevoelens voor zijn geliefde zijn overduidelijk: hij noemt haar herhaaldelijk lief en de gedachte dat hij haar lach nooit meer zal horen brengt hem tot tranen.

Een heel rouwproces

De emoties die de ik doormaakt zijn niet toevallig: hij doorloopt de vaste fases van een rouwproces: ontkenning, woede, onderhandeling en depressie, om aan het einde (misschien?) een begin te maken met acceptatie.

De ontkenning uit zich in de wens om te slapen, zijn ogen te sluiten voor de nieuwe werkelijkheid. ‘Ik wil nog niet zien wat ik niet meer kan horen’, zegt hij in een prachtige synesthetische zin die precies uitdrukt waar de ik mee worstelt. Een ander moment van ontkenning is de poging om gitaar te spelen, terwijl hij heel goed weet dat hij zijn eigen muziek niet meer kan horen.

Woede is onder meer te zien in de ruzie met de vriendin. Als een volleerd slachtoffer bijt hij haar toe dat ze altijd nog met een ander verder kan; hij beschouwt de ruzie achteraf als zijn eigen schuld.

De onderhandelingsfase komt tot uitdrukking in het nadenken over het fenomeen tinnitus. Tinnitus aurium of oorsuizen, een aandoening waarbij de patiënt geluiden hoort die er niet zijn, zou hij een stuk beter kunnen verdragen. Hij is zelfs jaloers op de patiënten die daaraan lijden; hij lijkt zijn eigen situatie graag in te willen ruilen voor de hunne.

De fase van depressie zien we in het passieve bankhangen waaraan hij zich overgeeft. Hij weigert gebarentaal te leren. ‘Wat heeft het voor zin’, voegt hij zijn geliefde toe als ze hem ertoe probeert te bewegen actief aan de toekomst te gaan werken.

Maar aan het einde van het verhaal, na de ruzie, zoekt hij toenadering en toont hij interesse in haar studie gebarentaal. Dat zou een begin kunnen zijn van de aanvaardingsfase. Begint hij zich langzaam voor te bereiden op zijn nieuwe leven? Die vraag blijft open: het verhaal vertelt niet of hij aanschuift bij zijn vriendin en ook begint met gebarentaal leren.

Uitgesproken round character

Met het doorlopen van de rouwfases maakt de hoofdpersoon een duidelijke psychologische ontwikkeling door. De emoties die hij beleeft, zijn bovendien vaak niet eenduidig; hij kent soms zijn eigen beweegredenen niet. Zo veegt hij in de openingsscène in de auto de hand van zijn geliefde van zijn knie zonder goed te weten waarom; achter zijn ergernis voor haar gaan andere emoties schuil, ergernis voor zichzelf (‘eikel’), maar ook liefde voor haar, en verdriet over de situatie.

Hoe kort het verhaal ook is, de hoofdpersoon is een uitgesproken round character, met complexe emoties en een psychologische ontwikkeling.

Dat blijkt des te duidelijker als we hem vergelijken met het personage van de geliefde. Zij is opgetrokken uit enkele, in de loop van het verhaal onveranderlijke eigenschappen: ze is een ochtendmens, lief, verzorgend, realistisch. Met haar toekomstgerichte instelling is ze een duidelijk contrastfiguur met de ik. Maar ze maakt geen ontwikkeling door. De ik heeft in vergelijking met haar een grote psychologische diepgang meegekregen.

Verteltechniek

Na de opening met de nachtmerrie begint het verhaal in media res: de ik zit in de auto op de terugweg uit het ziekenhuis. Hij is dan al doof. Er volgt een flashback naar zijn ontslag uit het ziekenhuis. Na de flashback zijn we op de hoogte van alle relevante informatie en zitten we volledig in het verhaal.

De ik vertelt het verhaal in de tegenwoordige tijd, zodat we hem heel dicht op de huid zitten: we kijken letterlijk mee door zijn ogen en lezen zijn gedachten. De twee flashbacks staan wel in de verleden tijd. De tweede flashback grijpt maar een klein stukje terug in de tijd: de ik vertelt daarin over de ruzie, vlak nadat die heeft plaatsgevonden. De verteller kan op die manier de ruzie terugbrengen tot de essentie en er direct op reflecteren; het is een verteltechniek die de schrijver in staat stelt zeer compact, maar toch levendig te schrijven.

Afgezien van de flashbacks en de uitleg over de droom zijn alle scènes chronologisch geordend. Steeds is er een korte tijdssprong tussen deze scènes, variërend van hooguit een paar uur tot misschien enkele dagen. Door deze ‘hoofdstukjes’ kan er veel verteld worden in weinig tijd.

Overgave of verzet?

De tijdspanne van het verhaal wordt echter flink opgerekt door de verwijzing naar de droom uit de kindertijd, zoals ook al is opgemerkt op literairwerk.nl. Ineens gaat het verhaal niet meer alleen over een verwerkingsproces , maar roept het nieuwe vragen op. Zijn dromen dienen een vooruitwijzing naar wat (veel) later komen gaat? Of ken je achteraf betekenis toe aan oude, tot dan toe onbestemde angsten? Wanneer de ik de acceptatiefase nadert, doorziet hij de reden waarom de nachtmerrie zo angstig voor hem was:

Stilte. Het moet de stilte geweest zijn, de totale afwezigheid van geluid, wat mijn droom zo benauwend maakte. Een claustrofobische stilte, omdat ik niet ontsnappen kon. De stokjes braken wel, maar kraakten niet. Zonder verzet gaven ze zich over, nog voor ze goed en wel vertrapt werden.

De kortdurende, angstaanjagende scène uit de droom is nu een werkelijkheid zonder uitweg geworden. En naast dat claustrofobische feit is er nog een ander akelig aspect: de stokjes braken al voordat ze werkelijk geraakt werden. Ze bereikten hun breekpunt zonder slag of stoot, en te vroeg.

Dat stille defaitisme joeg de ik als kind dus al grote angst aan. Maar hijzelf laat zich in zijn huidige situatie niet zomaar knakken, lijkt hij te willen zeggen: hij weigert zijn gitaar aan de wilgen te hangen, gaat niet onmiddellijk aan de slag met zijn nieuwe taal. Uiteindelijk zal ook hij zijn breekpunt bereiken, maar hij weigert zich over te geven zonder verzet of protest.

Wat moeten we hier eigenlijk zien als overgave? Het aanvaarden van de nieuwe toestand en het daarop aanpassen van het gedrag? Gebarentaal leren, de platencollectie wegdoen, een doventelefoon kopen? Of zijn die daden juist een vorm van verzet, een teken van de vastberadenheid om je er niet onder te laten krijgen? De verteller geeft geen antwoord op die vraag, maar de toenadering die de ik aan het einde zoekt, het inzicht in de betekenis van de droom en het feit dat hij de schuld van de ruzie op zich neemt, zijn aanwijzingen dat de ik klaar is om zich aan te passen aan zijn nieuwe leven. Zijn breekpunt is bereikt.

De kracht van dit verhaal

‘Breekpunt’ is een hecht geconstrueerd en zeer betekenisrijk verhaal. Net als het meeste werk van Amies is het zeer kort: het telt iets meer dan duizend woorden. Maar in die beperkte verteltijd weet hij ongelofelijk veel op de lezer over te brengen. Niet alleen geeft het verhaal een overtuigend kijkje in het claustrofobische leven van een dove — een leeservaring die verschillende lezers op literairwerk.nl al de rillingen over de rug deed lopen — ook geeft het een compleet rouwproces weer en snijdt het vragen aan over de manier waarop een mens in het leven staat: lijdzaam en vol overgave, of vol verzet en protest. Een mooie, gelaagde thematische structuur.

Knap is ook het scheppen van een round character in zo weinig woorden, en de vaardige manier waarop het tijdsverloop wordt gehanteerd.

Ondanks de hoge informatiedichtheid en de diepere thematiek blijft het verhaal overal zeer leesbaar, glashelder, gemakkelijk te volgen. Het houdt zich verre van moralisme, wil de lezer niets opdringen: het trekt de lezer een beklemmende werkelijkheid in en laat hem of haar zelf de vragen ontdekken die daar worden opgeroepen.

Verbeeldingskracht en inlevingsvermogen

Naast schrijver is Amies filmmaker en editor, en dat is te zien in zijn werk. Dit verhaal heeft een zekere filmische inslag: de strakke verdeling in korte scènes, de beeldende manier waarop de verhaalelementen vorm krijgen.

Werk van Amies is onder meer gepubliceerd op www.literairwerk.nl, op www.kortverhaal.com en in Literair e-tijdschrift [werk]. Altijd zijn de verhalen kort tot zeer kort.

Amies beperkt zich niet tot een alledaags, realistisch universum. In zijn verhaalwerelden komen sprekende wezentjes en dieren voor, kabouters, vervreemdende elementen die we niet vaak tegenkomen in het Hollandse huiskamerrealisme. Die ontbreken in dit verhaal, of het moet zijn dat de droom in de kindertijd de latere doofheid al aankondigt. Maar de grote verbeeldingskracht en het sterke inlevingsvermogen, ook in niet-menselijke personages, is een vast kenmerk van Amies dat we ook in dit verhaal zien terugkomen. Amies is zelf niet doof. Toch weet hij me ervan te overtuigen dat de wereld van een onlangs doof geworden man er ongeveer uit moet zien zoals hij die in dit verhaal beschrijft.

--

--

Mechteld Jansen

Hoofdredacteur van Literair e-tijdschrift [werk] en schrijverscommunity http://t.co/0H6AqnDq Freelance boekvertaler Engels-Nederlands