Jeugd Evangelie

Maurice
Being and Time
Published in
13 min readMar 26, 2023

Als kind schreef ik eens een tekst die lijkt op een soort “mini-Evangelie”. Het is een beetje raar maar als je die gaat ontleden kom je dezelfde elementen weer tegen die ik in andere analyses gebruik Misschien zijn het structuren in de werkelijkheid die je stiekem, onbewust, de hele tijd aan het waarnemen bent, omdat je mindset zo ingesteld is, en dan komt het ineens als een waterval naar binnen. Ik heb hier de tekst staan en er een paar analyses bij gemaakt.

Het is een verhaal waar je binnenkwam in een andere wereld, via een lange tunnel. In onze wereld was alles door oorlog kapot gegaan, maar hier was een mooi landschap: gewoon alles compleet, bomen, bloemen, boerderijen.

Ik kwam te wonen op een boerderij met drie jongens en drie meisjes. Ze hadden aan alles genoeg, je hoefde niet hard te werken. Er was wel veel waar te nemen, het zal vol dingen die ik mij nu nog kan herinneren, en die nu achteraf een-op-een bleken te kloppen met m’n analyses van Heidegger, Genesis, en Johannes. Het lijkt wel alsof de hele werkelijkheid uit een gigantisch netwerk bestaat, dat achter de alledaagse verschijnselen zit, en dat ik de opdracht heb dit te ontdekken.

Je kwam dus door een donkere tunnel in een ander land; en er was een boerderij, daar woonden drie jongens en drie meisjes, dat heb ik gezegd. Maar er ging wat veranderen. Van de drie jongens waren “er twee die moesten gaan vechten”, “gingen weg”. Ze waren een beetje actief, en van de meisjes “vielen er twee af”, ze waren een beetje passief, wat minder attent dan het derde meisje die mij opviel en die ik het leukste vond. Dat meisje had een heel scherpe blik en lette er goed op wat ik wilde, ze vroeg bijvoorbeeld niet “zullen we naar de rivier wandelen”, maar “zou jij naar de rivier willen wandelen” en dan keek ze heel scherp om het antwoord van mijn gezicht af te lezen, voordat ik het zelf zou formuleren; alsof ze dan al van tevoren wilde veiligstellen of ik het wel echt meende, of dat ik alleen “ja” zou zeggen om haar een plezier te doen, want dat was niet de bedoeling. Dat was kennelijk niet de bedoeling: hier ging het om dingen die je echt zou moeten willen. Het viel mij achteraf, nu ik dit aan het analyseren ben, op dat hier elementen in voorkomen, die ik later ook heb gebruikt om mijn dromen te analyseren, dat waren altijd dezelfde vier elementen en ook altijd in dezelfde volgorde: “ruimte”, “tijd”, “voorstelling”, “wil”. Hier heb je die misschien ook, dus ik heb eigenlijk wel een goed excuus om dit verhaal ook zo te analyseren. Zo valt hier om dat het meisje een voorstel doet “zullen we naar de rivier gaan” = element “voorstelling”; en ze kijkt dan of ik het wil; element “wil”. Zo kijkt ze of de rivier de juiste plaats is waar ik naartoe wil en of dit het juiste moment is dat te doen.

Deze elementen waren heel intens aanwezig, dus misschien zodadelijk nog een keer bij terugkomen, maar nu even verder het verhaal aflopen. Het meisje was dus nogal “alert”, “wakker”. Omgekeerd moest ik ook goed op haar letten, want zij was lichamelijk wat kwetsbaar, ook wat onhandig, je moest oppassen dat je niet op haar tenen zou gaan staan of tegen haar zou botsen (of een kus geven, dat zou helemaal wat zijn). Dat gebeurde toch, dat was niet erg, maar het moest dan wel heel voorzichtig gaan, omdat ze zo gevoelig was. Daar kan je ook iets uithalen, geestelijk was ze heel sterk, maar lichamelijk zwak. In deze tekst “Theologie 2023” heb ik alles toegeschreven naar de Heilige Geest, en die heb ik beschreven als “een geest zonder lichaam”; het meisje zou daar een voorafschaduwing van kunnen zijn, een meisje met een “sterke geest” en “kwetsbaar lichaam”; precursor van een meisje met “high spirit” “zonder lichaam”. Ik was iemand met een gewoon lichaam, maar mijn spirit was een beetje low, want ik was een beetje ontdaan waar ik was terechtgekomen.

We waren niet de enigen in dat landje. In alle vier uithoeken van die wereld was iets bijzonders. Er was een riviertje en aan dat riviertje woonde een oude man (God?) die je alles kon vragen wat je maar wilde weten; van hem werd gezegd “je kunt er altijd naartoe”, “je kunt hem alles vragen wat je wilt”. Hij woonde in een huisje met een grote houten tafel met daarop een groot boek, dat open lag; en hij had een uil (die kende ik, ik had als kind soms lucide dromen dat deze uil ‘s ochtends op mijn vensterbank zat). Je kon denken: in dat boek zal wel alles staan, en de uil kan alles zien, want scherpe blik. Als je het riviertje zou volgen, dan kwam je stroomafwaarts bij een stadje waar je alles kon krijgen, waar je alle spullen kon kopen, die je nodig had. Ergens op een hoge wolk boven ons was Jezus, met een raad van 24 mannen. Jezus kende ik blijkbaar al, toen ik het verhaal schreef. En ergens hoog in de hemel woonde in een kasteel een Koningin. Ze had een mooie tuin met tweekleurige, geelrode, bloemen, en een waterbron, bij een grote boom; daar was een meertje en van daaruit ging die stroom verder. Er was ook wat gaande. De Koningin zat namelijk gevangen in dat kasteel. Jezus was bezig met een strijd om de Koningin te bevrijden, maar hij zou wel zorgen dat het goed kwam; daarvoor werden trouwens de twee jongens ingezet, die moesten meedoen. Ik en de overgebleven meisjes konden informatie krijgen hoe het afliep door twee “bomen van kennis van goed en kwaad” die naast de boerderij stonden. Het was een boom waar een “rode kracht” in woonde en een boom waar een “blauwe kracht” in woonde; alles wat gebeurde konden die bomen je vertellen, “goed nieuws” of “slecht nieuws”; maar meestal was er niets te vertellen.

Het lijkt me een soort “jeugd-Evangelie”, want het lijken Bijbelse thema’s, een hele berg. Alleen, als ik er nu zo naar kijk, dan zit er misschien al iets in van het huidige “Theologie 2023”. Daar staat ook een schema waar ook “twee jongens afvielen” en “twee meisjes afvielen”; en alleen de HG en ML bleven over. Dat was in het jeugdverhaal ook zo, want als ik nu kijk naar de oude man bij de rivier: je kunt er naartoe als je wilt, maar het is “eigenlijk niet nodig”; je kunt naar het stadje om dingen te kopen, maar eveneens “eigenlijk niet nodig”; je kunt naar Jezus om te kijken wat hij daar in de lucht voor een strijd uitvoert, maar je hoeft je er niet mee te bemoeien “eigenlijk niet nodig”; sterker nog, ik mocht een keertje kijken en toen zei Jezus: “alles onder controle!” Bovendien kun je kijken hoe het is met de Koningin was, ik ging een keer kijken, en zij bleek in orde, “hier alles OK”. Ik zou nu alle vier keer “eigenlijk niet nodig” kunnen aanmerken. Ik had het nog op een rij gezet: het stadje staat voor “materiele noden”, die waren niet nodig; God stond voor “materiele vragen”, die had je echter niet. Jezus was voor politieke zaken, afdeling “geestelijke noden”, maar dat was al geregeld, en als ik nu zo de opbouw naga, dan was de Koningin voor “politieke doelen”, “geestelijke doelen” maar die waren al in kaart gebracht. Hier viel niets te doen, “alles voorzien”. De enige persoon die wel echt nodig is, is het meisje, die ik als de HG kan zien.

Ik zou dat ook nog anders kunnen controleren, of het nodig was hier iets te gaan doen. Je had ook nog vier andere elementen in dit verhaal: “een uil”, “een boek”, “twee bomen” Dat waren vier bronnen van informatie “on the inside”, “inside information”. Allereerst even kijken naar het boek en de uil, die waren in het huisje bij de oude man; de uil kon je al zien vanuit het venster, als je kwam aanlopen, hij zag jou dan ook trouwens, met zijn grote ogen; en het boek kon je binnen op tafel zien liggen. Die uil had donkere ogen, maar het boek had witte pagina’s, die openlagen op tafel, dus “de uil keek je aan met donkere ogen” en het boek “keek je aan met witte pagina’s”. De uil had mooie kleuren op zijn vacht. Het boek had geen mooie kleuren, een boek zou mooie gekleurde plaatjes kunnen hebben, maar ondanks dat de uil zulke indringende zwarte ogen had, en zo’n mooie gekleurde vacht, had het boek witte pagina’s en helemaal geen kleurenplaatjes. Dat is opvallend. Ook opvallend: deze dingen waren ook aanwezig in de hemel bij Jezus, en wel precies omgekeerd. Het “boek met de opengeslagen witte pagina’s” dat op een “zware houten tafel” lag, lijkt in de hemel ook aanwezig, maar daar is het in feite vervangen door “de witte wolk” boven “de zware aarde”: “een boek op een tafel” wordt “een wolk boven de aarde”. En de uil die bij de oude man woonde, was daar boven in feite Jezus die bezig was met een strijd tegen het kwaad; de uil had een “dichtbedrukte vacht”, “drukke vacht” en Jezus was “heel druk met de strijd”.

Tegelijkertijd is er hier nog iets, wat je misschien maar indirect ziet: het kwaad! Want ze zijn continu bezig met het kwaad. Dat moet geanalyseerd worden. Eerst lukte mij dat niet. Maar misschien kan ik dit net zo analyseren als de dromen die ik had; die ging ik altijd analyseren met de elementen “ruimte”, “tijd”, “voorstelling” en “wil”, dat was een handige methode, misschien kan ik dat hier ook doen. Eerst even bij God kijken. Het boek bevat witte pagina’s,dus lege pagina’s, nog onbeschreven pagina’s. Dat wil mogelijk zeggen: “alles kan gebeuren”, “alles staat nog open”, de toekomst staat nog open, niemand weet nog hoe het gaat zijn. (vgl “de virtuele kans dat iets kan ontstaan is 100%, zie stukje over Heidegger”). ELEMENT TIJD

Dat lijkt dus heel wat, zo’n boek, het lijkt een hele berg wijsheid, maar als je erin kijkt, dan staat er dus helemaal niks! De pagina’s bevatten lege ruimte, dus “alles staat open”, “alles kan gebeuren”, vgl hierboven alle is 50/50% kans; openheid = ELEMENT RUIMTE

Dan heb je er een uil. Deze uil heeft een scherpe, kritische blik, dus als iemand het kwaad ziet, dan is hij het wel. Deze uil is zo’n goede waarnemer, die ziet vast als eerste het kwaad (“de reële kans dat het is ontstaan”, zie Theologie 2023 tekst over Heidegger). Hij ziet als eerste >waar< het is ELEMENT RUIMTE

Toch is hier een probleem: de uil ziet weliswaar als eerste het kwaad, maar ziet het nooit van tevoren komen! De uil ziet het altijd achteraf, hij ziet als eerste als het kwaad zich heeft gerealiseerd, maar niet vooraf. De uil is misschien wel goed als “investigator”, maar per definitie altijd te laat, ELEMENT TIJD

Het is wel aardig om te zien dat het hier begint met “virtuele kans” en “reele kans” en dat die dan achteraf omdraaien, zodra er iets gebeurt. Dat had ik hierboven ook staan. Dan even focus op God zelf. Hij gaf een slechte indruk: hij was niet als zodanig herkenbaar, hij was een oud man, niets verraadde dat hij goddelijke autoriteit had, een goddelijke wil ELEMENT WIL

Alles zag er sjofel uit: de kleding armoedig, en het huisje krakkemikkig; het kon “allemaal maar net bestaan”. ELEMENT VOORSTELLING

Het bestond nog wel, maar op welke grond? Zou je een reden kunnen voorstellen? ELEMENT VOORSTELLING

Het bestond alleen bij de gratie van de grote toegankelijkheid: “je kon er altijd naartoe” en “je kan alles vragen”, dus zijn goede wil; maar of je daar iets mee opschoot was de vraag, als hij geen macht had over de natuur! ELEMENT WIL.

Dat is de wereld beneden bij de rivier. Aan de bovenkant heb je Jezus die druk is. Ik had al staan dat er parallellen zijn: een uil als Jezus, een boek als hemel. Daarom eens daar kijken, misschien was het daar beter georganiseerd. Zou het daar niet toch beter zijn, daar in de hemel? Misschien niet. Allereerst kan je zien dat men hier probeert de boel van bovenaf aan te sturen, ze zitten nogal hoog; je kan je afvragen: is dat handig? ELEMENT RUIMTE

Verder viel mij op dat het hier gaat om “puinruimen”; het probleem is al ontstaan, en men is druk bezig het nog goed te maken. In feite is men echter te laat: ELEMENT TIJD

Nog een ding: alles is wit! Echt heel erg wit. Bij Jezus was alles wit, de kleding en de wolk. Alleen: alsof dat een manier is om het goede te bewijzen! Daar kun je mij niet mee voor de gek houden; als je dat zou willen ELEMENT WIL

Nee dat is “alleen maar verf”, “buitenkant”; net als de boot “Evergreen” die ik in de Theologie 2023 tekst had afgebeeld, een vervuilend schip wat ze hebben proberen te camoufleren door het de naam “Evergreen” te geven en het groen te schilderen. Je ziet ook soms groene vrachtauto’s van die firma rijden met containers, zoals van de haven van Rotterdam. Die vrachtauto’s “rijden ook niet op blaadjes of madeliefjes”, dus die zijn ook niet echt groen, dat is allemaal maar façade; “buitenkant”. ELEMENT VOORSTELLING

Maar de strijd dan, ze waren daar toch hard bezig, hier toch geen inactiviteit? Maar dat lijkt ook “façade”, “koude drukte”. Het lijkt dat hier iedereen scherp staat voor de strijd die geleverd moet gaan worden, maar het zijn alleen praatjes ELEMENT WIL.

In het midden staat nog steeds het meisje; zij had iets van de omgeving in zich opgenomen, van alles een beetje. Ik heb zo’n idee dat zij alles verinnerlijkte en daardoor de krachtigste persoon was. Allereerst had zij de zwaarte van de kennis van de wereld, die bij de oude man alleen een boek was, een extern object, in zichzelf opgenomen, verinnerlijkt; ze leek namelijk heel intelligent van zichzelf, je kon dat zien aan haar gezicht en haar rechte houding; hier geen “boekenwijsheid”, uiteindelijk “gebakken lucht”, maar haar eigen intelligentie. Dat kon je >direct< zien. ELEMENT TIJD

Het was deze intelligentie waarmee ze zich gemakkelijk door haar omgeving kon verplaatsen, zonder moeilijk te hoeven kijken, zonder gehinderd te worden door obstakels, waar een minder begaafd iemand moeilijk van zou gaan kijken. ELEMENT RUIMTE

Ze had ook het innerlijk licht van de ogen van de uil in zich opgenomen, dat waren haar ogen, die je heel recht, heel scherp aankeken, je kon je onmogelijk ergens (in de ruimte) voor haar verbergen ELEMENT RUIMTE

Maar het was niet om je kritisch op te nemen, zoals de uil, maar om te kijken hoe het met je ging, of je niets nodig had, nog eerder dan dat je dat zelf zou beseffen. ELEMENT TIJD .

Dat zijn twee verbindingen met de wereld van de oude man: het boek, en de uil, maar in haar verinnerlijkt! Ze kon ook meelopen naar zijn huisje aan de overkant van de rivier, maar zij vroeg niet: “gaan we naar hem”, maar “gaan we naar de rivier”, “wil je naar de rivier”, “heb je zin om te zwemmen”; het was voor haar misschien genoeg om mee te lopen naar de rivier, altijd ernaast, nooit erover, omdat zij alles verinnerlijkt had. ELEMENT WIL

Dat dus over haar banden met de oude man. En er waren misschien ook banden met Jezus; misschien had zij daar ook zaken verinnerlijkt. Het leek wel zo. Zij droeg namelijk verwondingen van strijd op haar lichaam. Het waren verwondingen als had zij een doornenkroon gedragen, en er waren schrammen op haar lichaam, zodat zij misschien “geen makkelijk leven had gehad”, “strijd had gekend”. Jezus was bezig met strijd, maar hier leek het alsof zij die strijd zich had toegeëigend, onderdeel van haar lichaam was. ELEMENT VOORSTELLING

Hier geen fraaie voorstelling van zaken, door witte wolken of witte kleding, hier geen “spartakiade” van mensen in mooie kostuums, die daarmee iets van strijd zouden willen uitdrukken; nee, hier geen uiterlijk vertoon door kleding, maar ze droeg de strijd op haar mooie witte lichaam zelf. ELEMENT VOORSTELLING

Bovendien moest je oppassen haar aan te raken, je moest proberen niet op haar tenen te trappen, tegen haar te botsen, daaruit blijkt misschien iets van een trauma; alsof zij een getraumatiseerd meisje was, dat met extra voorzichtigheid benaderd moest worden; dat lijkt enerzijds vrij nutteloos, zo’n meisje waarmee je niets kan aanvangen maar maakt haar wel uitermate geschikt om gevoelszaken (“hemelse zaken”) mee uit te wisselen. ELEMENT WIL

Zij had misschien op deze manier zowel van de kant van de oude man, als van de kant van Jezus, iets verinnerlijkt en was er iets van hen te zien aan haar uiterlijk. Het equivalent van “het boek” lijkt mij haar intelligentie, die op haar gezicht was te lezen en ook af te lezen uit haar houding. Zij was zo eigenlijk het “uitwendige boek”; hier geen informatie die je uit een boek haalt, maar dus rechtstreeks van haar gezicht en lichaamshouding te lezen. Het equivalent van “de uil” zag je terug in haar ogen, die vriendelijk keken, zorgzaam. Het equivalent van “Jezus” kon je zien in haar verwondingen, zij had soortgelijke verwondingen als Jezus bekend uit het lijdensverhaal; en het equivalent van “de hemel” kon je terugzien in haar gevoeligheid, waardoor je extra voorzichtig met haar moest omspringen. Zij was zodoende een super interessante, maar ook super belangrijke persoon; je kunt je haast niet voorstellen, een persoon die alle kwaliteiten in zich draagt die je maar kunt bedenken. Zij kon kennelijk makken over lijntjes beschikken naar alle hoeken van de werkelijkheid, naar alle elementen die zich daar bevonden; en zich die verinnerlijken en tot de hare maken, zich toe-eigenen. Dat maakte haar ontzettend waardevol. En het zou ook iets kunnen zeggen over haar positie. Het zou kunnen betekenen dat zij in het midden van deze wereld stond, en daarin een centrale positie had, die alle anderen secundair maakten. Ik stond tegenover haar, maar dan heb je nog geen relatie, het was juist een heel wankel evenwicht, ik moest voorzichtig zijn met haar, niet op haar tenen te trappen, of tegen haar aan te botsen, omdat ze zo kwetsbaar was. Maar er was ook een stukje “evenwicht” die ons kon redden. Ik dacht eerst liefde; Daarna dacht ik: nee niet liefde. Liefde is relatief zwak; liefde kan verbleken in de tijd, of in stukken uiteenvallen in de ruimte (iemand die van iemand anders houdt, houdt vaak ook nog van honderd andere dingen). Maar achteraf dacht ik: ja, toch wel, niks mis mee; want liefde kan wel wegzakken, maar het groeit ook zo weer terug.

--

--