De Bloemenbuurt. Foto Corné de Vos

De Bloemenbuurt: een wijk in bloei

Ralph Hulsman
Bloemenbuurt redactie
5 min readMay 21, 2021

--

We lopen voor het eerst door de Bloemenbuurt. We zijn uitgenodigd door Johan Honders en Willem Massier van het wijkplatform om bijgepraat te worden over de wijk. De komende weken gaan we verslag doen van wat er in de wijk speelt en we weten nog veel te weinig. Het is een kleine buurt: het strekt ongeveer een kilometer tussen een kleine Joodse en een algemene begraafplaats. We lopen door de Begoniastraat richting Bronveld, het buurtcentrum. Links en rechts zijn de huizen in grote blokken gebouwd, allemaal klein met dezelfde kleur voordeur. We passeren een gigantische Lidl en een Turkse kapper voor we de hele wijk doorkruist hebben en de verbouwde kleuterschool zien. Binnen krijgen we een cola en ice-tea van een vrolijke man die z’n vrijwillige bardienst draait. ‘De vergadering loopt uit’, vertelt hij. Een leuk gesprek volgt, totdat een tiental mensen de voormalige gymzaal verlaat en we op de nog warme stoelen mogen plaatsnemen.

Geschiedenis

Johan vertelt dat de wijk vroeger vooral bestond uit weiland en een grote gasfabriek. In de jaren zestig, als reactie op de industrialisering, waren goedkope arbeiderswoningen nodig om in de woningnood te voorzien. Mede daarom werd besloten om vooral huurwoningen te bouwen. Dit trok grotendeels mensen aan met een lager inkomen. Naarmate de tijd verstreek nam de criminaliteit toe en verpauperde de wijk. Er was veel overlast. Deze periode zorgde ervoor dat de wijk in de stijl van de Vogelaarswijken werd aangepakt: een hoop van de huurwoningen werden vervangen door koopwoningen. Ook werd er geïnvesteerd in sociale voorzieningen: een buurthuis en een plein zijn gebouwd om de sociale cohesie te stimuleren. Dit zorgde voor een cultuurverandering en dat Bloemenbuurt verloor haar stempel van ‘probleemwijk’. Tegenwoordig is de Bloemenbuurt een heel leuke wijk. We krijgen wel eens vragen van mensen die nét buiten de wijk wonen, of ze erbij kunnen gaan horen’, aldus Honders.

Multiculturaliteit

Qua etniciteit is de verhouding tussen bewoners met- en zonder buitenlandse afkomst zo’n 60/40. Van de bewoners met een migratieachtergrond zijn de Marokkaanse en de Turkse gemeenschap het grootst, met een kleine groep Syriërs. De verschillende culturen in de wijk zijn hecht, maar ook erg op zichzelf. Zo zijn het vooral de bewoners met een Nederlandse achtergrond die elkaar opzoeken in het buurthuis, en weten de Marokkaanse en Turkse bewoners die haast niet te vinden. Op hun beurt is de Turkse gemeenschap erg op zichzelf en lastig te bereiken, aldus Willem. Hij vertelt dat er eerst goed contact was met de Turkse imam, maar dat die weer vertrokken is, terug naar Den Haag.

“We zijn nu al ruim vier jaar bezig om ervoor te zorgen dan het sámen leven weer de ruimte krijgt en dat is best lastig.” Ook de toegevoegde koopwoningen zorgden niet per sé voor meer saamhorigheid. Ze zijn vooral aan de zijkant van de wijk gebouwd, waardoor de verbinding met de rest van de wijk minder is. “Andere koopwoningen zijn de penthouses in de Lobeliastraat. De eigenaren zijn goed in staat zich daar terug te trekken en hun leven te leven. Ze houden zich weinig bezig met wat er gebeurt in de wijk.”

Henk en Thea Top. Foto Ralph Hulsman.

Economisch

Ook economisch is de wijk divers. Zo is er een aantal huishoudens dat ruim boven modaal verdient, terwijl er bij veel huishoudens een ver onder modaal inkomen binnenkomt. Het gemiddelde inkomen is 19.000 euro per jaar. Een heel aantal gezinnen heeft daarom moeite om rond te komen. Dat merken ook Henk en Thea Top. Tien jaar geleden gingen ze tegenover Bronveld wonen, al twijfelden ze eerst of ze het moesten doen. Uiteindelijk gaf het appartement de doorslag. Ze dachten in het begin dat ze waarschijnlijk niet zoveel contact zouden krijgen met hun Arabische wijkgenoten, maar dat viel erg mee. “De Marokkaanse jongens noemen me allemaal opa”, vertelt Henk.

Sinds zeven jaar besturen ze samen de lokale voedselbank. De voedselbank is een verbindende factor in de wijk. Een positieve bijkomstigheid van een trieste situatie: van de gebruikers van de voedselbank komt zo’n vijftig procent uit de wijk zelf, zo’n zestig gezinnen. Voor corona ontmoetten mensen van verschillende achtergronden elkaar bij het gebouw, nu gaat dat een stuk lastiger. Daarnaast hangt de voedselbank een verhuizing boven het hoofd, doordat het gebouw gesloopt gaat worden. Misschien moeten ze uitwijken naar een pand op het industrieterrein. Daarmee wordt de drempel om een voedselpakket af te halen hoger en worden de ontmoetingsmomenten minder.

Het Oldebarneveldplein. Foto Google Maps.

Overlast

“Natuurlijk is er wel eens wat overlast, maar dat heb je altijd”, vertelt Henk. ‘Ze waren veel aan het belletje trekken. Wij deden dat vroeger ook, maar hier gebeurde het precies wanneer de ouderen hun middagdutje deden. Toen ben ik naar de Marokkaanse gemeenschap geweest en heb ze bij elkaar geroepen. Daarna was de overlast snel voorbij.” “Ze vonden het heel fijn dat we gewoon het gesprek aangingen: véél beter dan dat er óver hen gepraat werd”, vult Thea aan.

Zowel de familie Top als Honders zien in dat de gemeente rondom het plein een fout heeft gemaakt: ze plaatsten de seniorenwoningen rondom het drukke plein, waar de jongeren voetbalden. Dat zorgde voor irritaties en overlast. Uiteindelijk heeft de gemeente een oplossing bedacht: er werden struiken geplaatst tegen de woningen. Dat zorgde ervoor dat de bal niet meer tegen de muurtjes kon worden geschopt en de overlast nam af.

Toekomstplannen

De bewoners willen meer cohesie, maar hóe ze dat kunnen bereiken, is nog een lastige. Een grote mijlpaal is het ondertekenen van het convenant: een samenwerking tussen de gemeente, de sociale instanties en de bewoners van de wijk. Het moet ervoor zorgen dat iedereen inspraak heeft in wat er in de wijk gebeurt.

Ook liggen er plannen om Bronveld te gaan vernieuwen. In de eerste plannen zou er ruimte zijn voor de voedselbank om achter het vernieuwde gebouw te gaan opereren, maar de gemeente gaf daar geen toestemming voor. Honders vertelt: “Er is geen enkele gemeente waar een nieuw gebouw wordt gebouwd voor een voedselbank. Als we moeten kiezen tussen het opknappen van het buurthuis naar een multifunctioneel gebouw om de saamhorigheid te vergroten of het bouwen van een nieuwe voedselbank, snap je vast wel wat we kiezen.”

Conclusie

Als onderwerp kiezen we de sociale cohesie in een multiculturele wijk. De wijk leent zich daar uitstekend voor en we merken dat er ook veel vragen zijn bij de mensen die we hebben geïnterviewd.

We hebben veel vragen. We willen heel graag beter weten hoe de Marokkaanse en Turkse gemeenschappen kijken naar de cohesie in de wijk. We willen weten of de penthouse-eigenaren zich echt afzonderen en wat hen daarin zou drijven. Hoe de gemeente de komende tijd de verbouwing van Bronveld gaan aanpakken en hoe de plannen daarvoor worden gemaakt. Kortom: wat leeft er?

--

--