De Bruggenbouwers van Oldenbarneveld
Het is een prachtige, zonnige dag in Oldenbarneveld. We zijn bij het pleintje aan de Begoniastraat, middenin de wijk. Hier hebben we afgesproken met Novel Aaloul en Mustafa Celik, die als jongerenwerkers dagelijks te maken krijgen met de jeugd in de Bloemenbuurt. Na even wachten komen ze aanrijden: Novel op de scooter, Musi met de Spelbus. We vragen hen naar hun verhalen.
Door: David Amptmeijer, Corné de Vos, Ralph Hulsman
Jongerenwerk in de Bloemenbuurt
Wat betekent het om jongerenwerker te zijn?
Novel: De belangrijkste taak voor mij is de vertaalslag maken van jongeren naar de wijk en andersom. Ik signaleer iets bij de jongeren en probeer dat dan voor elkaar te krijgen met de gemeente. Zo helpen Mustafa en ik elkaar ook. Hij is van de afdeling sport en als er bijvoorbeeld bij jongeren behoefte is aan meer sportactiviteiten, helpt hij daarbij.
In coronatijd kregen jongeren veel klachten. Ze hebben behoefte om samen te komen en om een plek te hebben waar ze elkaar kunnen ontmoeten als het slecht weer is. Dat lukte door de maatregelen niet. Nu gebeurt het wel online, maar dat is toch anders.
Voor ons beiden is het belangrijk om mensen in hun waarde te laten. Dat geeft de Islam ons ook mee. Daarom kunnen wij het niet alleen met de jongeren van Turkse/Marokkaanse komaf goed vinden, maar ook met de Hollandse, de Angolese, de Surinaamse jongens, noem maar op.
Toen we zelf jong waren, wilden we echt wat voor de jongeren betekenen. Nu we meer volwassen zijn, krijgen we ook volwassenere ideeën. We zijn nu ook bezig met de sociale cohesie in de wijk: Je denkt nu meer op een macroniveau.
Hoe zijn jullie in het jongerenwerk beland?
Mustafa: Ik was twaalf toen ik voor het eerst naar het jongerencentrum ging. Het heette Villa 29 en zat in het dorp, bij de Veluwehal. Ik vond de activiteiten, de begeleiding, eigenlijk alles heel erg leuk. Ik groeide erin mee en na drie of vier jaar werd ik vrijwilliger. Zo hielp ik mee met het organiseren van feestjes en begon met het begeleiden van de activiteiten. Ik startte als stagiaire en ik ben er uiteindelijk ook gaan werken. Dat kwam puur door eigen ervaring, omdat ik het zelf als jongere zo leuk vond.
Novel: Ik ben er op dezelfde manier ingerold, al was ik wel anders qua karakter. Wat eigenwijzer, bijdehanter. Ik dacht: wat die jongerenwerkers doen kan ik drie keer beter! Net als Mustafa ben ik er als vrijwilliger gestart. Vanaf het begin werken we al samen. We hadden nog niet eens een diploma, maar we mochten meteen als junior jongerenwerkers aan de slag. Na het halen van ons diploma zijn we gewoon blijven werken. Vanaf het begin waren we al twee handen op eén buik en je ziet dat het nu nog steeds z’n vruchten afwerpt.
Een jongen van in de twintig rijdt langs. Novel begroet hem vrolijk. Het is duidelijk dat hij de meeste jongeren in de wijk goed kent.
Wat is jullie motivatie om dit werk te blijven doen?
Novel: De waardering van jongeren is mijn drijfveer. Als zij met een vraagstuk komen, of je helpt ze met een onderwerp waar ze echt mee zitten: die dankbaarheid, die waardering die je daarvoor krijgt, dáárvoor doe ik het.
Mustafa: Als ze gehaald hebben wat ze willen halen, dan maakt het je trots.
De wijk en haar imago
Wonen jullie zelf in de wijk?
Novel: Ik heb hier heel lang gewoond. Het is een prachtige wijk: heel multicultureel. Je hebt hier van alles: Een islamitisch centrum, een kinderdagverblijf, een Turkse supermarkt, echt van alles. Dat is ook de samenleving van nu! Ik ben een tijdje geleden verhuisd, maar dat had niets met de wijk te maken. Ik ging trouwen en mijn appartement werd te klein. Ik kon ergens anders een eengezinswoning krijgen en ben toen vertrokken.
Uit verhalen van andere bewoners hoorden we dat Oldenbarneveld vroeger als achterstandswijk werd gezien. Hoe zien jullie dat?
Novel: Tja, hoe definieer je een achterstandswijk? Als ik aan een achterstandsbuurt denk, zie ik Overvecht, tussen de flats van tien hoog.
Mustafa: Ja precies, wanneer is het een achterstandswijk? Als er veel sociale huur in de wijk is? Als er veel werkloosheid is in de wijk?
Dat kwam in de andere verhalen niet heel duidelijk naar voren. Er werden er wel eens fikkies gestookt.
Novel: Kijk, we zijn allemaal jong geweest. De meesten van ons deden wel eens aan belletje lellen, maar dat maakt een buurt geen probleemwijk. Er is inderdaad wel eens een fikkie gestookt. Wij zijn als jongerenwerkers toen meteen in gesprek gegaan met die jongeren.
Mustafa: Precies. Stel dat een buurman een aanhanger in de voortuin heeft staan, en een ander een stel gesloopte fietsen, dan geeft dat een bepaald beeld. Het ziet er niet verzorgd uit. Maar goed, ben je dan direct een achterstandswijk? Op welke cijfers is het gebaseerd?
Zijn het vooroordelen?
Mustafa: Ja, zeker.
Novel: Vorige week vrijdag waren jullie samen met ons aan het kijken naar een potje voetbal. Dan zie je jongens en meiden uit vijf verschillende subculturen met elkaar voetballen. Zo is de samenleving van nu ook!
Mustafa: En het mooie is dat het niet eens alleen mensen uit de wijk zijn. Er komen heel wat jongens uit de randwijken om hier te voetballen.
Een blonde jongen van een jaar of tien scheurt langs op z’n fietsje. Novel ontgaat niets en roept vrolijk: “Hey Twan!”.
Novel: In het verleden hebben we verschillende wijkfeesten georganiseerd. Verspreid over de dag kwam er zo duizend man op af. En niemand die klaagt! Overal verschillende kraampjes, eten proeven uit de verschillende culturen: dat gebeurt niet in een achterstandswijk! Dat bedoel ik ook met bruggen bouwen. En onbekend maakt onbemind hè? Mensen hebben geen eigen ervaringen, dus hun beeld is gebaseerd op de meningen van anderen.
Tijdens het gesprek loopt Janneke langs. Mustafa vertelt ons dat ze in de wijk woonde en later is verhuisd. Hij vraagt haar hoe ze terugkijkt op de wijk.
Janneke: Je hebt echt twee verschillende kanten: sommige mensen bij mij in de straat waren erg op zichzelf, anderen helemaal niet. Ik heb zelf in de wijk alleen maar positieve ervaringen gehad, maar misschien is dat ook hoe je jezelf opstelt. Als ze aan mij vragen waar ik zou willen wonen zeg ik: “Doe mij maar waar de meeste buitenlanders wonen!”.
Novel: Zie je dat dit averechts is op de andere verhalen?
Janneke: Een ander ervaart het misschien heel anders, maar ik heb alleen positieve ervaringen. En ja, als je jezelf negatief opstelt, krijg je ook negativiteit terug.
Dankjulliewel voor jullie verhalen! Hoe kijken jullie terug op het gesprek?
Novel: Ik vind het goed dat jullie er zijn. Dat jullie vragen naar de verhalen in de wijk en op zoek gaan naar wat het algemene beeld van de wijk is. Jullie schrijven verhalen en mensen kunnen hun eigen conclusies daaruit trekken. Mooier dan dit kun je het niet hebben.
Novel en Mustafa zijn elke dinsdag- en vrijdagmiddag vanaf half vier met de Spelbus in de wijk. De locaties staan op beactive.barneveld.nl/activiteiten.