“Ik houd eigenlijk niet zo van de publiciteit. Ik ben gewoon Jan.”

Yvonne van Schaijk
Bloemenbuurt redactie
5 min readJun 4, 2021
Jan van Manen. Foto: Yvonne van Schaijk

De eerste zomerse zonnestralen prikkelen op mijn huid. Ik ben onderweg naar meneer van Manen. Hij woont al 61 jaar in Oldenbarneveld en groeide op aan de andere kant van Barneveld. Veertig jaar lang werkte hij als timmerman en uitvoerder. Door zijn beroep hielp hij met het bouwen van de halve wijk. Vanuit zijn achtertuin kijkt Jan tegen een paar van zijn gebouwde huizen aan.

Geschreven door: Yvonne van Schaijk

Ik bel aan bij de 85-jarige Jan van Manen. “Kom maar achterom”, hoor ik. Daar staat hij, meneer van Manen, of gewoon Jan, zoals hij zelf zegt. Het eerste wat mij opvalt, zijn de bloemen. In allerlei kleuren en maten sieren zij de tuin. We lopen langs een stuk heg en ineens is de tuin drie keer zo groot. “Ik verbouw mijn eigen groente”, vertelt hij. “Kijk dit zijn mijn aardbeienplantjes en mijn spitskool begint ook op te schieten. Wijzend naar een groen grasveldje ernaast: “Vroeger verbouwde ik hier ook, maar dat werd te veel werk.”

De groentetuin van Jan. Foto: Yvonne van Schaijk

Opeens hoor ik het gekakel van een kip. “Ja, ik heb ook kippen. Dit is mijn eigen mini-boerderij. Kom maar mee.” We lopen iets verder door naar achter. “Dit kippenhok bouwde ik zelf, net als de schuur en de doucheruimte op de begane grond.” Hij kijkt mij aan. “Ik ben best handig. Ik hielp mijn kinderen ook met het verbouwen van hun huis.” Hij wijst naar achteren. “Toen ik hier 61 jaar geleden kwam wonen, was er hier gewoon weiland. De huizen die hier staan, bouwde ik.”

Uitbreiding van Barneveld

We wandelen ondertussen terug naar de achterkant van zijn huis om daar in de schaduw te zitten. Ik vraag aan hem hoe het is om op je eigen gebouwde huizen uit te kijken. Hij haalt zijn schouders op. “Barneveld groeide en moest uitbreiden. Daarom kwamen deze huizen. Barneveld groeit nog steeds. Het ligt in het midden van het land. In anderhalf uur ben je in Friesland, bij het strand, in het zuiden en het oosten. Het is de perfecte plek om te wonen. Daarom komen er ook mensen vanuit de Randstand hierheen. Ik vermoed dat deze huizen hier in de straat ooit platgaan voor appartementencomplexen.” Hij kijkt me even aan. “Vroeger kregen alleen mensen die economisch waren gebonden aan Barneveld een huis. Nu kan iedereen een huis krijgen. Dat vind ik soms wel erg. De buitenstaanders, alle mensen die niet uit Barneveld komen, hebben vaak meer geld en hebben eerder een huis dan de Barnevelders die hier willen blijven wonen.”

Contact

Hij kijkt mij over tafel even vragend aan en zegt: “Wil je ook thee?” Even later is hij terug met twee kopjes thee en merci-chocolaatjes. “Vroeger hielp je elkaar meer. Als ik de heg snoeide, deed ik dat samen met de buren. Als de buurman ziek was, deed ik ook zijn kant en ruimde alles op. Je hielp elkaar en je kon op elkaar aan.” Het is even stil. “De tijden zijn veranderd. Alhoewel, als we de containers aan de weg ophalen en de buurman is er eerder dan ik, dan zet hij de mijne ook altijd terug. Dat doe ik ook bij hem.”

“Ik kende vroeger iedereen. Nu is dat niet meer zo.”

Het sociale contact is ook minder geworden. “Ik kende vroeger iedereen. Nu is dat niet meer zo. Hier tegenover zijn jonge mensen komen wonen. Ik heb geen idee wie dat zijn. Dat vind ik wel jammer. Ik verkoop de eieren van mijn kippen. Niet omdat ik het geld nodig heb, maar dan komen mensen langs en maak je even een praatje met hen.” Precies op dat moment komt er een iets oudere man langs voor een paar eieren. “Ik blijf maar even hoor!”

Oplossingsgericht

Wanneer de man met zijn eieren is vertrokken, vertelt Jan verder. “Ik bouw mijn eigen vogelhuisjes, naar Oostenrijks model. Ik maak alles zelf. Toen ik hier mee begon, zagen ze er nog iets anders uit. Ik denk altijd: hoe kan het handiger en slimmer. Dat deed ik ook bij mijn werk als timmerman. Zonder diploma’s groeide ik door tot aannemer. Mijn vogelhuisjes verkoop ik ook. Mensen in Brabant hebben er zelfs eentje. Ik kwam ook twee keer op tv. Bij de Gelderlander en de NCRV. Ik hou eigenlijk niet zo van de publiciteit. Ik ben gewoon Jan.”

Een zelfgemaakt vogelhuisje van Jan. Foto: Yvonne van Schaijk

Thuis

Ik schreef een brief naar de verkopers dat ik dit huis graag wilde. Zo ging dat in die tijd. Ik kreeg snel te horen dat ik hem kon kopen. In drie weken tijd schreef ik de brief, kreeg ik het huis en trouwde met mijn vrouw, zodat we samen konden zijn.” Hij kijkt mij lachend aan. “Ja, dat ging heel snel.” Dan valt hij even stil. “Mijn vrouw overleed elf jaar geleden. Dat was zwaar. Ik dacht toen: wat je ook doet, blijf van de alcohol af. Ik wilde geen dronkaard worden. Dat werd ik gelukkig niet.”

“Ik wil hier blijven wonen. Mijn kinderen zeggen wel eens: je kunt ook naar een appartementje gaan. Maar ja, wat dan? Zo lang het kan, woon ik hier.” Hij wijst om zich heen. “Wat wil een mens nog meer?”

Na twee uur stap ik weer op. Het was net alsof ik even op bezoek was bij mijn eigen opa. De gezelligheid, de gemoedelijkheid en alle verhalen: alles doet mij daaraan denken. Net als ik de poort uit loop, hoor ik zijn bezorgde stem: “Heb je je zonnebril?”

Oproep

Ken jij iemand die wij moeten spreken om jullie wijk te laten zien? Iemand die al zijn hele leven in de wijk woont of die er net nieuw is? Mensen met een hart voor de wijk of juist iemand die er eigenlijk niks mee te maken wil hebben? Wij horen het graag en hebben er ontzettend veel zin in om jullie te spreken!

Dit interview is onderdeel van onze zoektocht naar de sociale cohesie in de multiculturele wijk. Lees hier de explainer die de start vormt van ons dossier.

--

--