Een hoop gaande in mijn hoofd

Kars Litjens
Broedplaats Rotterdam
2 min readSep 29, 2017

De afgelopen weken staat mijn hoofd alleen nog maar aan. Bij zo ongeveer elk moment dat ik niet daadwerkelijk iets aan het dóen ben, gaat mijn hoofd in de denk-modus. Alle nieuwe input die ik ontvang uit de stadssafari, contacten met mede-broedplaatsers of andere mensen met een (onderwijs-)mening — al dan niet één waar ik achter sta — , het bezoek van Elsemiek aan mijn les en vice versa, en alle andere input waar ik de bron niet meer van weet, is de schuldige hiervan. Bedankt Broedplaats!

Wat gaat er allemaal in mijn hoofd om? Een korte, niet complete, opsomming in willekeurige volgorde.

Bowen Paulle (socioloog, UvA) heeft een inspirerend verhaal gehouden over High Dosage (Math) Tutoring. Leerlingen uit hun ’negative peer group’ halen en ze vijf dagen per week, één uur per dag wiskunde bijles geven in een situatie van maximaal één docent op twee studenten. Niet direct toepasbaar in mijn eigen situatie, maar kan ik op een vergelijkbare manier zorgen dat er geen leerling meer een onvoldoende haalt voor Natuurkunde? Of dat leerlingen niet meer per se hoeven te blijven zitten?

Christa Stut (kwartiermaker, Garage2020). Heeft een tijd en ruimte gefaciliteerd gekregen om na te kunnen denken over “Kan er een maatschappij zonder Jeugdzorg bestaan?”. Wat is daarvoor nodig? Ook niet direct toepasbaar op mijn eigen onderwijs. Maar het zet me zo aan het denken. Voor vernieuwen en innoveren is tijd en ruimte nodig. Hoe zou het zijn om gefaciliteerd meerdere dagen per week na te mogen denken over onderwijsinnovaties, op een inspirerende plek, samen met mensen die dat ook zouden willen?

Mijn bezoek aan groep 7 van de Provenier, de groep van juf Elsemiek. Bizar hoe groot de niveauverschillen zijn in een basisschool groep. Natuurlijk, dat had ik kunnen bedenken van te voren, maar het daadwerkelijk zien ervan levert zo veel meer informatie op. Fantastisch om te zien hoe en juf daar mee omgaat. En wat een verschil tussen onderwijs in het PO en VO. Waarom stemmen we dat niet beter op elkaar af? Waarom kijken we nooit bij elkaar in de klas? Zeker fijn om te zien is dat we, PO en VO, al ons werk wel doen vanuit ons hart en met liefde voor de kinderen.

Intervisie! Ik zeg zo snel mogelijk, allemaal, doen! Faciliteren die hap. Wat maakt dat je onderwijs beter! Binnenschool, buitenschools, maakt niet uit!

En laten we moeite doen om de afstand tussen beleidsbepalers en de werkvloer kleiner te maken. Niet meer “ze hebben weer wat bedacht”, maar anders. Iets als “dat hebben we samen bedacht en gaan we samen uitvoeren”. Dat zou pas een ideale situatie zijn. Want zij hebben verstand van beleid maken, wij hebben de constante ervaring op de werkvloer. Volgens mij is de combinatie van beide de beste oplossing.

Misschien had ik dit allemaal ook op een kladblaadje kunnen schrijven. Maar ach, nu kunnen anderen hier ook weer over mee- en nadenken en blijven we actief bezig met het vernieuwen van het onderwijs. Zoals mijn collega Rik van Lente zei: Wacht maar, dit is nog maar het begin!

--

--