Na het grote denken moet het nu (klein) gaan beginnen

Rik van Lente
Broedplaats Rotterdam
2 min readSep 13, 2017

--

Afgelopen weekend hebben we met de #Broedplaats010 de laatste Safaridagen gehad. Wat waren die vier dagen intensief! Ik ben helemaal uit het coconnetje van mijn school getrokken en heb kennis gemaakt met zo veel aspecten van het Rotterdamse onderwijs.

De kern van de zaak ligt voor mij hier: hoe innoveer je in het onderwijs? Na het eerste weekend leek daarin alles mogelijk: Bowen Paulle hield een vlammend betoog waarin hij wees op de groeiende ongelijkheid in het onderwijs en wat we kunnen doen voor de kinderen die achterstanden hebben. Krista Stut van Garage 2020 vertelde ons hoe ze, als jeugdwerker, de vraag durfde te stellen of de Jeugdzorg wel de beste manier was om kinderen te helpen. Door middel van design thinking komt ze met prachtige nieuwe manieren om dat te doen. Voor haar is het kind dat hulp nodig heeft het uitgangspunt, niet haar werkgever. En door haar ideeën steeds weer te testen en aan te passen komen er langzaam een mooie manieren om dat te doen.

De eerste dag van het tweede weekend was voor mij een realitycheck. In gesprek met onze bevlogen wethouder Hugo de Jonge en twee van zijn medewerkers werd duidelijk dat innoveren in het onderwijs zo makkelijk nog niet is. De stevige muren die in onderwijsland staan doemden even duidelijk voor mij op. Gelukkig gingen we de dag daarna bij de Better Future Factory langs, waar Jonas Martens vertelde dat in elke muur ook een deurtje zit. Dat deurtje moet je zien te vinden.

En nu begint het grootste avontuur! Met elkaar een paar van de problemen die wij ervaren in het onderwijs bij de lurven pakken en mee aan de slag gaan. Daarbij hebben we veel geleerd van deze Safari: durf groot te denken, maar begin klein. Durf veel te proberen, te testen, fouten te maken en durf de leerlingen (of ouders, of andere collega’s) te vragen wat zij willen, waar zij baat bij hebben en wat ze van je ideeën vinden. Dan zal er langzaam iets moois gaan groeien.

Ik wil me gaan buigen over de groeiende sociale ongelijkheid in Rotterdam. Hoe kunnen we de tweedeling in Rotterdam proberen tegen te gaan? En moeten we niet ook naar ‘de bovenkant’ van de samenleving kijken? Het is natuurlijk begrijpelijk dat we ons richten op kinderen die hulp nodig hebben, buiten de boot vallen en daardoor aansluiting missen. Maar hoe goed zijn onze hoog opgeleide welvarende stadsgenoten aangesloten bij Rotterdam? Ik wil kijken of ik een manier kan vinden om leerlingen uit heel Rotterdam, uit alle klassen, met alle achtergronden, bij elkaar te brengen om te leren en van elkaar te leren. En wie weet, misschien gaan ze samen wel iets moois & duurzaams maken…

--

--