De creatieve industrie bestaat niet
De creatieve industrie staat de laatste jaren in de schijnwerpers. Beleidsmakers en wetenschappers publiceren en debatteren met regelmaat over innovatie en creatief ondernemerschap, maar in het publieke debat is er weinig ruimte voor stemmen uit de sector zelf. Journaliste Jozien Wijkhuijs en onderzoeker en adviseur Koen van Vliet besloten daar verandering in te brengen. Voor het boek We moeten eens koffie drinken interviewden ze vijftien creatief ondernemers en vijf wetenschappers over een creatieve industrie die niet bestaat.
Het idee voor We moeten eens koffie drinken ontstond op een zomeravond in 2014. Koen en Jozien werken allebei in de creatieve industrie, ze volgden de ontwikkelingen binnen de sector met veel interesse, maar misten een geluid van binnenuit.
‘Er wordt veel over de sector gepraat, maar weinig mét,’ vertelt Koen. ‘De creatieve ondernemers spreken onderling, net als de wetenschappers en de beleidsmakers, maar er zijn weinig kruisverbanden en juist die wilden wij onderzoeken. Wie zijn die ondernemers die in de creatieve industrie actief zijn en hoe kijken zij naar hun eigen werkveld? Waar streven ze naar, hoe innoveren ze en hoe zien ze de rol van de creatieve industrie in andere sectoren?’
Koen en Jozien besloten met vijftien kunstenaars, van kunstproducenten tot gamemakers, in gesprek te gaan. Daarnaast nodigden ze ook vijf wetenschappers uit om hun visie te geven op de sector.
‘Het lastige is dat dé creatieve industrie eigenlijk helemaal niet bestaat,’ stelt Jozien, ‘niemand weet precies wat het is, en de begrippen waarmee gewerkt wordt zijn zo breed, dat aller er eigenlijk onder zou kunnen vallen. Daarbovenop is het een sector die constant in ontwikkeling is. Daarom vonden we het noodzakelijk ook wetenschappers aan het woord te laten, om op die manier toch kaders te kunnen schetsen.’
“De eenzame gek op zolder gaat de wereld niet redden.”
Jozien en Koen spraken met kunstenaars en ondernemers uit allerlei verschillende disciplines, van designers tot muzikanten en van illustratoren tot meubelmakers.
‘We zijn dichtbij begonnen,’ vertelt Jozien over het selectieproces, ‘we kenden een hoop mensen waarvan we wisten dat ze met toffe dingen bezig waren. Het grappige was dat we in de interviews dan weer tips kregen voor andere interessante ondernemers, in disciplines die soms wat verder van ons afstonden. We hebben uiteindelijk gekozen om het bij vijftien interviews te houden. Juist omdat de creatieve industrie zo moeilijk af te bakenen is, hadden we eeuwig door kunnen gaan, maar na deze vijftien hadden we een afgerond gevoel. Bovendien merkten we dat veel onderwerpen terugkwamen, we hadden klaarblijkelijk iets te pakken.’
Wat viel op?
‘In alle gesprekken kwam het belang van samenwerking terug. Het romantische idee van de geniale kunstenaar die het allemaal zelf doet is een hardnekkig cliché. De eenzame gek op zolder gaat de wereld niet redden. Een hele hoop dingen kun je niet zelf, daar heb je anderen voor nodig, samenwerking, onderling en met andere sectoren, is heel belangrijk.’
‘Daarnaast was het grootste gedeelte van de geïnterviewden zeer bewust bezig met hun rol in de maatschappij,’ vertelt Koen. ‘Ook dat gaat tegen het clichébeeld in van de kunstenaar die alleen maar geconcentreerd is op zijn eigen werk en zich verder nergens druk om maakt. Veel geïnterviewden waren ook op zoek naar een goede balans tussen wat ze willen maken en hoe ze hun geld verdienen. Je kunt bijna niet overleven zonder op een bepaalde manier commercieel over je makerschap na te denken. En dat is precies het lastige van de sector. Mensen met allerlei verschillende achtergronden worden allemaal in het hokje ‘creatieve industrie’ geduwd en tegen iedereen wordt gezegd: ga maar ondernemen, ga maar geld verdienen.’
‘Soms is dat een lastige spagaat,’ vult Jozien aan, ‘het is inherent aan creatief werk dat je project iets geweldigs kan worden, maar dat het ook helemaal moet kunnen mislukken. Als je van creativiteit een industrie maakt, dan moet je van tevoren weten wat de uitkomst is, dan moet je precies weten hoe lang iets gaat duren of hoeveel het oplevert bijvoorbeeld, maar zo werkt het natuurlijk niet. Bij de ondernemers die we interviewden voor We moeten eens koffie drinken zagen we prachtige voorbeelden van een mooie balans tussen creativiteit en commercie, maar ook van sterke samenwerkingen en goede ideeën voor duurzame innovatie binnen de sector. Daar was het ons om te doen.’
Meer informatie over We moeten eens koffie drinken vind je op de website www.wemoeteneenskoffiedrinken.nl. Het boek is hier te bestellen.