Ideeën zijn van (n)iemand

CultuurCollege
Collegestof
Published in
5 min readMay 31, 2016

Afgelopen februari liep kunstenaar Daan Roosegaarde halverwege de opnames van het programma College Tour boos de studio uit. Kritische vragen van presentator Twan Huys en een filmpje van wetenschapper Bob Ursem impliceerden dat een deel van Roosegaardes uitvindingen en ideeën niet van hem zouden zijn en dat hij zou strijken met andermans eer.

Beeld: Nicholas Frazier

Sinds februari verschenen er een hoop artikelen over de aanval die in het programma College Tour op Daan Roosegaarde werd gedaan. Opvallend in deze artikelen vind ik de onwetendheid van journalisten over het juridische aspect van deze aanval, namelijk de eigendomspositie van Roosegaarde ten aanzien van zijn de ideeën. (Of: Opvallend in deze artikelen vind ik de onwetendheid van journalisten over het juridische aspect van de ‘eigendom’ van ideeën.) Zo schreef Joost Smiers eind februari een opiniestuk voor de Volkskrant als reactie op het optreden van Daan Roosegaarde in College Tour. Volgens Smiers zit Roosegaarde ‘gevangen in een rare spagaat’, nu hem verweten wordt dat hij met andermans veren pronkt. Dit verwijt heeft Roosegaarde niet over zichzelf uitgeroepen volgens Smiers, maar zou een gevolg zijn van het systeem van intellectuele eigendomsrechten. Het intellectueel eigendomsrecht is een verzamelnaam voor de rechten op voortbrengselen van de menselijke geest. Tot de intellectuele eigendomsrecht behoren rechten als auteurs-, merken-, handelsnamen- en octrooirecht. Smiers betoogt dat het systeem van auteursrecht het gebruik van kennis in de weg staat en daarmee schadelijk is voor de samenleving. Volgens hem wordt de ontwikkeling van kennis onmogelijk gemaakt door de toekenning van een monopolistisch auteursrecht, en daarmee worden burgers tekort gedaan. Smiers pleit daarom voor afschaffing van dit systeem, zodat iedereen vrijelijk gebruik kan maken van alle kennis.

Op kennis an sich kan dus geen auteursrecht rusten. Laat dat duidelijk zijn.

Maar is de wettelijke bescherming door het auteurs- en octrooirecht daadwerkelijk zo kwaadaardig als Smiers doet voordoen? Hoewel hij de afschaffing van het intellectueel eigendomssysteem hoogstwaarschijnlijk goed bedoelt, lijkt mij dit niet realistisch. Zo is Smiers in de war over de verschillende beschermingen die het systeem van het intellectueel eigendomsrecht ons te bieden heeft. Het auteursrecht ziet toe op werken van literatuur, wetenschap of kunst. Het is een vormgevingsbescherming, waarin het uiterlijk of de vorm van werken beschermd wordt. Op kennis an sich kan dus geen auteursrecht rusten. Laat dat duidelijk zijn.

Beeld: Nicholas Frazier

Waar Smiers spreekt over auteursrechten op kennis, lijkt hij eigenlijk het octrooirecht te bedoelen. Zijn verwarring over deze rechten is niet vreemd, nu Roosegaarde zich met zijn technische kunst op het grensvlak van het octrooi- en auteursrecht bevindt. Maar het zijn twee verschillende rechten, die op verschillende manieren verkregen worden en verschillende gevolgen hebben. Het maken van een onderscheid hiertussen is dus van belang. Een octrooi (ook wel patent) is een exclusief recht tot het maken, verkopen of exploiteren van een uitvinding. Met een octrooirecht op een techniek kun je anderen dus weerhouden van het gebruik van deze techniek. Een van de redenen van het bestaan van een octrooirechtelijk systeem is het openbaar en bereikbaar maken van uitvindingen. In ruil voor het tijdelijke exclusieve recht tot exploitatie van een uitvinding, moet men in een register dat voor iedereen toegankelijk is (het octrooiregister) bekend maken wat de uitvinding precies inhoudt. De houder van het octrooi moet zijn uitvinding tot in de kleinste puntjes beschrijven. Waarom? Zodat er op deze kennis voortgebouwd kan worden. Na een tijdelijk monopolie van twintig jaar wordt de investering in een uitvinding bestaande uit tijd, geld en moeite geacht te zijn terugverdiend. Tijdens die periode van 20 jaar is de kennis over die uitvinding voor iedereen toegankelijk, met de bedoeling dat er op die kennis voortgebouwd wordt. Daarna staat het iedereen vrij gebruik te maken van deze uitvinding, uitzonderingen daargelaten. De ophef over Roosegaardes optreden in College Tour gaat eigenlijk om die mogelijkheid van voortbouwen op andermans ideeën, geboden door het octrooirecht, die als oneerlijk wordt ervaren.

Het doen en ontwikkelen van technische uitvindingen, dat doe je niet alleen en dat is goed!

‘Ideeën zijn overal, en van niemand,’ aldus Daan Roosegaarde. Om technieken verder te ontwikkelen is voortbouwen op andermans ideeën en uitvindingen nodig. Het doen en ontwikkelen van technische uitvindingen, dat doe je niet alleen en dat is goed! Het komt uiteindelijk neer op samenwerking. Die samenwerking middels het voortborduren op andermans ideeën is een van de bestaansredenen van het wettelijke systeem van octrooirechten. Veel uitvinders en ontwerpers zijn daarom niet boos dat Roosegaarde gebruik maakt van hun ideeën. Zij zouden wel graag meer erkenning krijgen voor hun deel in de samenwerking, iets dat Roosegaarde nu niet genoeg geeft. En hoewel Daan Roosegaarde ook zeker niet ontkent samen te werken met anderen, geeft hij veelal niet aan met wie. Hoe kan Roosegaarde een aanval zoals in College Tour in het vervolg vermijden? Door deze samenwerking te benadrukken.

Roosegaarde is natuurlijk niet de enige kunstenaar die met juridische vragen rondloopt over de bescherming van het auteurs- en octrooirecht. Zo zijn er steeds meer kunstenaars die niet meer werken naar een toegepast eindproduct, maar zich met name bezighouden met het onderzoeken van concepten, materialen en technieken. Vragen waar veel van deze kunstenaars mee worstelen zijn hoe zij dit, en met welk recht, kunnen beschermen? En op welke manier zij hier geld mee kunnen verdienen? Verdienmodellen van professionals en instellingen uit de creatieve sector zijn veelal afhankelijk van een wettelijke bescherming van de producten of diensten die zij aanbieden. Immers, zonder bescherming kan iedereen doen wat zij doen.

Foto: Tom Bennink

Voor CultuurCollege schrijf ik een aantal artikelen over het juridische aspect van het kunstenaarschap. Als creatieve maker krijg je te maken met auteursrechten, octrooirechten, creative commons, overeenkomsten en nog veel meer. Dat klinkt ingewikkeld en dat is het meestal ook. In een serie blogs vertaal ik mijn juridischekennis voor de creatieve maker. Collegestof waar je iets aan hebt.

Marlous Roelofs, juridisch adviseur, Mr. in de Kunst

--

--

CultuurCollege
Collegestof

Praktijkgerichte bij- en nascholing voor professionals in de kunsten, erfgoed en cultuureducatie. CultuurCollege, aan de slag!