Kun je een geheimpje bewaren?

CultuurCollege
Collegestof
Published in
5 min readJun 23, 2016

Hoe kun je als kunstenaar met potentiële kopers rond de tafel zitten zonder bang te hoeven zijn dat zij er met jouw ideeën vandoor zullen gaan? Moet je je ideeën beschermen om ze te kunnen verkopen? En over welke bescherming hebben we het dan?

Beeld: Jack Hughes

De vraag hoe je je idee beschermt is belangrijker dan ooit, want waar de kunstacademie voorheen een traditionele productontwerp-opleiding was, kiezen steeds meer kunstenaars voor het technische en procesmatige aspect van de kunst. Niet meer het eindproduct staat centraal, maar het proces ernaar toe. Geen fysieke producten meer, maar ideeën. Het werk van deze kunstenaars bevindt zich daarmee in de eerste fase van productontwikkeling waarbij het draait om het experimenteren met en onderzoeken van technieken, materialen en concepten.
Het experiment ontstaat veelal uit een artistiek idee, maar het zijn vaak partijen uit bijvoorbeeld de zorg- en technische sector die interesse tonen in het experiment. Zoals in mijn vorige artikel naar voren kwam, hangt het verdienmodel van een kunstenaar nauw samen met de bescherming van zijn werk. Zonder bescherming kan je werk namelijk zonder gevolgen gekopieerd worden. Een kunstenaar kan bescherming vinden in de wet en daarbuiten. De wettelijke bescherming is te vinden in het octrooi- en auteursrecht.

“Sta je in de kou als het gaat om de bescherming van de door jou uitgevonden techniek? Nee, er bestaat een alternatief.”

Het auteursrecht is een vormgevingsbescherming. Zo komt bijvoorbeeld het uiterlijk van een machine wel in aanmerking voor bescherming van het auteursrecht, maar de techniek erachter niet. Een octrooirecht (ook wel patent genoemd) beschermt een uitvinding op een technisch product of proces. Je moet je voor deze bescherming dus wel in de technische ‘sferen’ bevinden. Wie een octrooi heeft kan een ander verbieden diezelfde uitvinding na te maken, te verkopen of in te voeren. Maar, een octrooirecht verkrijg je niet zomaar. Een octrooi moet verleend worden door een octrooigemachtigde. Een octrooi wordt slechts verleend wanneer de uitvinding technisch, nieuw en inventief is en de octrooigemachtigde zal dit bepalen aan de hand van een onderzoek. Omdat dit onderzoek veel tijd kost, moet er voor een dergelijk onderzoek geld worden betaald. Dat is niet goedkoop, daarom heeft de overheid een aantal innovatiestimulerende maatregelen getroffen, zoals de innovatiebox en de research & development aftrek. Dit zijn echter slechts tegemoetkomingen voor ondernemingen die vennootschapsbelasting betalen, daar zal een (beginnend) kunstenaar veelal geen beroep op kunnen doen. Mocht het octrooi na het onderzoek door de octrooigemachtigde zijn verleend, dan moet bovendien elk jaar een bedrag worden betaald voor het in stand houden van het octrooirecht.

Beeld: Jack Hughes

Het kostenaspect van het octrooi weerhoudt veel kunstenaars van het aanvragen van een octrooirecht. Met name kunstenaars die net beginnen en weinig financiële middelen tot hun beschikking hebben. Sta je dan in de kou als het gaat om de bescherming van de door jou uitgevonden techniek? Nee, er bestaat een alternatief voor een octrooi buiten de wet, namelijk: geheimhouding.
Het grote voordeel van geheimhouding is dat het gratis is. Geheimhouding werkt alleen voor uitvindingen waarbij niet te achterhalen is hoe het werkt. Een gemakkelijk te reproduceren product of machine is daarom niet geschikt voor geheimhouding. Geheimhouding betekent simpelweg dat de techniek achter een werk niet in de openbaarheid mag komen. Het kan natuurlijk nodig zijn dat bepaalde mensen van de informatie afweten, zoals werknemers of onderhandelingspartijen. In dat geval zou je kunnen werken met een non-disclosure agreement (NDA), ook wel genoemd geheimhoudingsovereenkomst, geheimhoudingsverklaring of geheimhoudingscontract. Als je met een partij in onderhandeling treedt (of gaat treden), dan kun je de andere partij aan de hand van een NDA verbinden tot geheimhouding van het gebruik en het verspreiden van de informatie. Pas wanneer de NDA is ondertekend, geef je de techniek bloot. In de NDA vermeld je welke informatie geheim moet worden gehouden en wat de ontvangende partij daar wel en niet mee mag doen. Hierbij is het van belang dat je aangeeft wat de consequenties zijn als de geheimhoudingsafspraak niet wordt nagekomen, bijvoorbeeld het opnemen van een geldboete.
De NDA is een overeenkomst tussen bepaalde partijen, dat betekent dat de geheimhouding alleen tussen die partijen geldt. Het nadeel hiervan is dat het slechts een contractuele bescherming betreft. Dit betekent dat, ook al hangen er consequenties aan, de afspraak feitelijk gezien geschonden kan worden. En dat kun je niet meer terugdraaien. Daarnaast kun je slechts degene aanspreken met wie je een geheimhoudingsovereenkomst hebt gesloten. Ofwel, mocht de geheime informatie aan een andere partij zijn doorgegeven en deze gaat er vervolgens mee aan de slag, dan kun je niet hem, maar alleen degene met wie je de overeenkomst hebt gesloten daar op aanspreken.

“Een octrooi is voor veel startende ondernemers financieel onhaalbaar. Geheimhouding kost je niets.”

Een ander nadeel van geheimhouding is dat er altijd een risico bestaat dat een ander dezelfde uitvinding doet als jij, en er wel een octrooirecht op aanvraagt. Dat zorgt er namelijk voor dat jij inbreuk maakt op degene die het octrooirecht bezit. Hoewel de wet voor deze situatie in een uitzondering voorziet, is dit niet altijd zaligmakend. Er kleven dus een aantal nadelen aan geheimhouding. Niettemin, geheimhouding kost je niets.
Door het beschermen van je ideeën, sta je sterker in onderhandelingen en wordt het gemakkelijker om je ideeën te verkopen. Mocht je nog niet over de financiële middelen beschikken om je ideeën via een octrooi te beschermen, dan is geheimhouding zeker een stap in de goede richting.

Foto: Tom Bennink

Voor CultuurCollege schrijf ik een aantal artikelen over het juridische aspect van het kunstenaarschap. Als creatieve maker krijg je te maken met auteursrechten, octrooirechten, creative commons, overeenkomsten en nog veel meer. Dat klinkt ingewikkeld en dat is het meestal ook. In een serie blogs vertaal ik mijn juridischekennis voor de creatieve maker. Collegestof waar je iets aan hebt.

Marlous Roelofs, juridisch adviseur, Mr. in de Kunst

--

--

CultuurCollege
Collegestof

Praktijkgerichte bij- en nascholing voor professionals in de kunsten, erfgoed en cultuureducatie. CultuurCollege, aan de slag!