Het referentiedocument voor iedere schilder

Technische Voorlichtingsnota voor schilderwerken geactualiseerd

Jeroen Verbeeck
Confederatie Bouw Afwerking

--

Na bijna 30 jaar van trouwe dienst en gelet op de recente evoluties in de verven, werd een nieuwe Technische Voorlichtingsnota voor schilderwerken gepubliceerd. In die lange periode kwamen er bovendien heel wat nieuwe bouwtechnische technieken bij waar schilders tegenwoordig rekening mee moeten houden. Zo is het verven van zeer goed geïsoleerde gevels een nieuwe uitdaging voor de beroepssector, maar ook de verschillende soorten verf en ondergrond vragen om een gedocumenteerde aanpak.

Een goede schilder gaat aan de slag met de juiste voorkennis van verf, ondergrond en omgevingsfactoren. Die drie elementen zijn van levensbelang voor geslaagde schilderwerken. De Technische Voorlichting 249 — ‘Leidraad voor de goede uitvoering van schilderwerken’ van het WTCB is hierbij een welgekomen hulpmiddel dat duidelijkheid brengt voor al deze aandachtspunten.

De Technische Voorlichtingsnota richt zich tot decoratieve schilderwerken en beoogt de applicatie van verven, vernissen en beitsen. Zowel voor binnen- als buitentoepassingen en ook voor nieuwbouw, renovatie en onderhoudswerken. Andere specifieke verfproducten worden toegelicht in andere voorlichtingsnota’s:

Waterwerende impregnatieproducten (TV 224) Brandwerende en opzwellende verven (TV 238) Bescherming tegen graffiti (Gids voor restauratie metselwerk — deel 5, procedure 211 t.e.m. 220) Verven voor vloeren (TV 216) Beschermingscoatings voor beton (TV 231)

De nota’s voor deze schilderwerken kan u raadplegen via de website van het WTCB. Die bevat een schat aan informatie.

Het gebruik van de juiste verf

De nota voor schilderwerken belicht verschillende aspecten voor de goede uitvoering van schilderwerken. Zo komen onder andere de verfbestanddelen en verftypes aan bod. Centraal staat echter de applicatie van de juiste verf. Hoe kies je een geschikte verf en waar let je op vooraleer die aan te brengen? Wij pikken hieronder de meest interessante thema’s uit en doen die bondig uit de doeken. Voor de complete informatie is het aangewezen om de TV 249 bij de hand te nemen.

Handige tabellen geven informatie over de compatibiliteit van verfsystemen.

Keuze van verfsystemen

Het werk van een schilder staat of valt met de keuze van de juiste verfsystemen. De Voorlichtingsnota biedt enkele handige tabellen die onder meer een overzicht geven van de chemische compatibiliteit tussen een nieuwe verflaag en de primer of het reeds aangebrachte verfsysteem. De laatste jaren zijn er echter enkele bouwtechnische ontwikkelingen die een specifieke aanpak vereisen.

Nageïsoleerde spouwmuren

Het is tegenwoordig aangewezen om de spouw van buitenmuren op te vullen met een isolerend materiaal. Die ingreep heeft echter gevolgen voor de verflaag die de buitenmuur bedekt, omdat er geen sprake meer is van spouwventilatie. Dit kan leiden tot vorstschade aan het geschilderde gevelmetselwerk. Het WTCB legt bij deze oppervlakten dan ook dampopen coatings op met een equivalente dampdiffusiedikte kleiner dan 0,05 meter. Dat is een veilige waarde, want het is goed mogelijk dat ook bij hogere waardes geen systematische problemen optreden. Veel is immers afhankelijk van de vorstbestendigheid van de baksteen en de mortel, alsook van hun blootstelling aan regen. Een schilder moet bij bestaande gevels met andere woorden de reflex hebben om niet enkel naar de staat van het oppervlak van de ondergrond te kijken, maar ook naar de achterliggende gevelopbouw.

ETICS (buitenbepleistering op isolatie)

Voor buitenbepleistering op isolatie moet de schilder bijvoorbeeld het hele systeem in overweging nemen. De waterdampdiffusie van de verf moet in overeenstemming zijn met de karakteristieken van het aanwezige pleistersysteem en de gebruikte isolatiematerialen. Bij onderhouds- of renovatiewerken is het overigens van groot belang dat het pleistersysteem op isolatie onderzocht wordt op reeds gebruikte verven of waterwerende oppervlaktebehandelingen. Die kunnen een ongunstige invloed hebben op de hechting van een nieuw verfsysteem en de waterdampdoorlaatbaarheid van het pleisterwerk. Neem ook altijd in rekening dat de fabrikant van de gevelmaterialen bepaalde eisen kan opleggen in zijn technische documenten, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de helderheidsindex (bepalend voor de kleur) van de gevelafwerking.

Applicatie van verfsystemen

De applicatie van verfsystemen vormt de kern van deze TV.

Het aanbrengen van een verfsysteem en het beoogde uitzicht ervan vragen om een juiste ondergrond. Hier betreedt men vaak de grijze zone van de afwerking. Waar eindigen de taken van bijvoorbeeld de stukadoor en waar starten die van de schilder-decorateur? Goede afspraken zijn hier broodnodig en daarvoor is de Technische Voorlichtingsnota een handig werkstuk. Het somt de uitvoeringsgraden voor schilderwerken op met de bijhorende beschrijving, maar gaat ook dieper in op de dimensionele toleranties en de afwerkingsgraden van de ondergrond. Hier komen verschillende ondergronden aan bod met hun specifieke afwerkingskenmerken. Op basis van deze informatie moeten vakmensen hun afspraken vastleggen.

De nota geeft echter ook aan welke afwerkingsbehandelingen uitgevoerd moeten zijn indien er geen afspraken werden gemaakt tussen de vakmannen onderling of tussen de vakman en de klant. Die standaarden waren nog niet opgenomen in de vorige Technische Voorlichtingsnota 159.

Gebreken

Een handige tabel somt de belangrijkste gebreken op.

Heel erg praktisch aan de Technische Voorlichtingsnota is het hoofdstuk dat handelt over de belangrijkste verfgebreken. Aan de hand van overzichtelijke tabellen krijgt de schilder-decorateur een overzicht van de gebreken, met mogelijke oorzaken en oplossingen. Let wel, bij verfgebreken ligt vaak een combinatie van factoren aan de oorzaak, waardoor niet alle problemen op een eenduidige manier opgelost kunnen worden. Het hoofdstuk heeft tot slot ook oog voor de controle van de hechtsterkte van verven.

Deze nieuwe Technische Voorlichtingsnota is met andere woorden een noodzakelijk werkinstrument voor de schilder-decorateur. Ontdek in de kaderstukken alvast de mening van twee vakmensen en van ingenieur Wim Van de Sande, hoofd van het departement Technisch Advies en Consultancy van het WTCB.

Wim Van de Sande aan het woorden tijdens een infosessie over TV 249

Interview met ingenieur Wim Van de Sande, hoofd van het departement Technisch Advies en Consultancy WTCB

“Dit is de bijbel voor de schilders”

Na bijna 30 jaar is er een nieuwe Technische Voorlichtingsnota — ‘leidraad voor de goede uitvoering van schilderwerken’. Hoe moeten we dit document kaderen ten opzichte van zijn voorganger?

Deze Technische Voorlichting vervangt de vorige, hoewel bepaalde principes nog behouden bleven. Daar tegenover staat een enorme evolutie op het vlak van verven. Denk maar aan het toenemend gebruik van de watergedragen verven. De nadruk in deze TV ligt ook op de applicatie van verfsystemen en legt nog meer de link tussen de eisen van een ondergrond en de schilderwerken. Ook gaan we dit keer dieper in op de afwerkingsgraden.

U doet ook expertises, dus u kan ongetwijfeld de noodzaak van deze TV inschatten.

Inderdaad. Deze nota is bijvoorbeeld ook heel erg nuttig voor architecten. Heel vaak worden er onvoldoende nauwkeurige afspraken gemaakt met de vakman. Dan kom je wel vaak voor problemen te staan. Nieuw is dat het WTCB in deze nota bepaalt wat de afspraken zijn, indien er geen gemaakt werden. Er zijn dus impliciete kwaliteitsstandaarden. Op die manier kunnen aannemers hun prijzen rechtvaardigen en kan de keuring bij oplevering volgens objectieve normen gebeuren. We koppelen de hoogste uitvoeringsgraad van schilderwerken voortaan ook aan de afwerking van de ondergrond. Die zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden.

Wat is volgens u de belangrijkste reden om als schilder dit document te raadplegen?

Kwaliteit zal altijd de bovenhand halen, zelfs in moeilijke tijden waar vaak het economische aspect primeert. Bij discussies op bouwplaatsen zal men namelijk altijd terugvallen op de zorg van de uitvoering, op de technische kwaliteiten. Wie niet voor kwaliteit gaat, trekt op termijn dus aan het kortste eind. Deze Voorlichtingsnota zorgt daarom dat de kwaliteit van het vakwerk op een hoog peil blijft. Voor de schilder is het om die reden een soort bijbel.

Hoe komt zo’n belangrijk document tot stand?

Dat is een proces van enkele jaren. Een Technisch Comité met experten zet de krijtlijnen uit voor de nota. Daar gaan veel discussies en vergaderingen aan vooraf. Ik overdrijf niet als ik zeg dat we eens een vergadering lang ons gebogen hebben over twee tabellen. Het illustreert hoe nauwkeurig en grondig we aan dit document werkten. Vervolgens neemt een leescomité van het WTCB de voorlopige tekst onder de loep. Die zorgt dat de informatie leesbaar en praktisch is voor de eindgebruiker. Het resultaat is een complementair document waar iedere bouwpartner zich in kan vinden.

Meer informatie:

De TV 249

De Vlaamse Schilder

--

--