Hoe ik mezelf facefilters voor Instagram leerde maken
Regenbogen kotsen, checken hoe je eruit ziet met hondenoren of gewoon wat knapper worden door een klein laagje virtuele make-up over je gezicht, … We leerden facefilters kennen op Snapchat en nu zijn ze haast niet meer weg te denken van Instagram Story’s.
Ik heb mezelf het afgelopen jaar zulke facefilters leren maken, zoals deze voor De Warmste Week:
Zie Goedele blinken tussen de vlammetjes!
Nochtans ben ik niet bedreven in coderen of zo. Ik ben vooral bezig met grafisch ontwerp. Ik werk voor VRT Creative Lab, de bende die voor de VRT en haar merken onder meer experimenteert met nieuwe formats op digitale kanalen.
Een Française bracht me naar een rabbithole
In mei ontdekte ik in mijn story’s opeens facefilters die niet die standaard-filters van Instagram zelf waren. Ze voelden vaak artistiek, sci-fi of zelfs creepy aan. Vooral ‘Beauty 3000’ van de Franse artieste Johanna Jaskowska viel me op.
Door haar te volgen, kwam haar filter automatisch tussen mijn andere filters. En al snel viel ik in een soort filter-rabbithole en klikte ik van de ene crazy maker naar de andere. Zo belandde ik bij face.effects, een kanaal dat alle effecten van makers netjes verzamelt.
“OK, dat wil ik ook kunnen”
In augustus wou ik uitzoeken hoe ik ook zulke filters kon maken. Ik ontdekte dat de meeste filtermakers gebruik maken van Spark AR, software van Facebook zelf. Die bestaat al een tijd, maar afgelopen zomer maakte Facebook alles openbaar, compleet met een website vol tutorials en een uitgebreide FAQ.
De belangrijkste module van Spark AR is hun Studio, de tool om effectief facefilters te maken. Daar zit de basis al in: een face tracker, een plan tracker en wat lichtbronnen. Normaal moet je al een kei zin in programmeren om met die technologie te werken, maar hier kun je meteen zelf aan de slag.
Ik probeerde eerst met het limonade-mannetje van TikTak:
Nu, filters maken is één ding. Je wil ze natuurlijk ook nog gaan gebruiken. Daarvoor moet je naar Spark AR Hub, het platform waar je AR-effecten publiceert en beheert. Je kiest er je bestemming: Facebook of Instagram. Daarna moeten ze wel nog worden goedgekeurd.
In augustus ging dat proces nog vrij snel. Op amper vijf werkdagen kon je er al door zijn. Tegenwoordig kan het tot een maand duren, omdat er veel meer filters ingediend worden en de normen veel strikter zijn.
In de Hub kan je ook zien hoe je filter het doet: hoeveel weergaven heeft hij, hoeveel keer heeft iemand ‘m gebruikt (registraties) of hoevaak is een foto of video met jouw filter gedeeld in een verhaal (gedeeld)?
Als maker kan je van Instagram nu ook het ‘creator’-profiel krijgen, waardoor je filters sneller goedgekeurd worden dan die van een gewone sterveling.
Speciaal voor die creators is er ook het Spark AR Learning Center. Daar leer je hoe je met licht kan spelen, kan animeren en coderen.
Interessant om te weten als je zelf aan de slag gaat met Spark AR:
- De effecten van een creator worden sneller goedgekeurd. En nadat mijn eerste filter goedgekeurd was, ging het sneller bij mijn volgende.
- Facebook is enorm streng, je moet alle guidelines respecteren, anders komt je effect er niet door.
- Als je een video met het effect maakt, deel je die best meteen. Dan kunnen mensen erop doorklikken. Als je de filter gebruikt, een video maakt en die pas later post, zie je dat niet.
Sinds kort is er een extra tab op de Instagramprofielen van makers bijgekomen tussen de feed en getagde foto’s, waarop je filters kan bekijken.
En je kan ook tussen je effecten gaan zoeken.
Tutorials en community
Het valt op dat er een hele sterke community rond de facefilters hangt. De makers verwijzen naar elkaar door en helpen elkaar. In hun Facebookgroep zitten al ruim 54.000 leden die info delen over hun filters.
Intussen is het ook niet meer moeilijk om tutorials te vinden over Spark. Iemand houdt alle YouTube-tutorials bij op een site die je kan filteren op taal en skill.
Trends en gebruik
Eerst waren het eigenlijk enkel creators die filters maakten. Vaak gewoon een visuele expressie van de maker. Dat waren vooral kleine animaties in 3D, kleine spelletjes of gewoon esthetisch mooie effecten.
Nu beginnen steeds meer merken het al te gebruiken. MAC Cosmetics en Ray-Ban gebruiken het om hun producten te testen in AR.
Dior ging nog een stukje verder met AR make-up.
Musea gebruiken ook filters om hun ‘merk’ te versterken. Tate Modern gaf met hun filter een extra dimensie aan een ruimte in hun museum, in samenwerking met Facebook Tech.
‘Which character are you’, de laatste trend die vanuit Disney startte, werd overal opgepikt. De collega’s van Eén sprongen zelf op de kar en maakten er eentje over Dertigers.
Conclusie
Het gaat razendsnel allemaal. Een paar maanden geleden was er nog amper iets te vinden en zit ik naar Russische video’s te kijken. Alles is veel toegankelijker geworden voor creators, de poule is groter geworden. Ik ben benieuwd hoe alles nu verder zal evolueren en welke trends gaan volgen. Maar misschien gaat het te snel?
