De robijnen van Joris van Spilbergen

Deze admiraal werd geboren in 1568 in een herberg aan de Paardenmarkt (Antwerpen) en stierf 52 jaar later in een bescheiden huis in Bergen op Zoom, amper veertig kilometer verder. Daar tussen reisde hij naar Sri Lanka, werd er onthaald door de maharadja van Kandy, gaf de naam ‘Tafelbaai’ aan een berg in Zuid-Afrika, was getuige van de slag van Gibraltar, leerde de Franse koning kennen en reisde als tweede Nederlander rond de wereld. Zouden zijn buren in Bergen op Zoom geweten hebben wie hun illustere en toch anonieme buurman was? We gaan op zoek naar sporen van deze fascinerende man in Noord-Brabant, Zeeland en Antwerpen.

In de Lange Potterstraat van Bergen op Zoom staat een opvallende meerpaal naast een van die zestiende-eeuwse huizen die het prachtige Brabantse stadje rijk is. Een meerpaal is eigenlijk een ‘aanmeerpaal’ . Dus velen vragen zich af of dit object dateert uit een periode dat de Lange Potterstraat nog aan het water lag. Kees Warmoeskerken, de kunstschilder die in het hoekhuis ‘Het Wolfken’ woont, kent de geschiedenis van de meerpaal goed. Hij heeft hem er immers zelf gezet!

‘Zie je daar die garage aan de overkant?’ vertelt Kees aan zijn dorpel in het smalle Potterstraatje. ‘Dat is de achteruitgang van een theater. Daar rijden dus regelmatig bestelwagens binnen en buiten met materiaal en bij het achteruit rijden knalden ze al eens tegen mijn gevel. Dus heb ik maar deze mooie houten paal hier gezet als bescherming,’ vertelt Warmoeskerken met een knipoog.

Kees Warmoeskerken kijkt naar de meerpaal op de hoek van zijn huis ‘Het Wolfken’ in de Potterstraat 38. (foto: Tom Dieusaert, 2021)

Hij laat me daarop binnen in zijn prachtige zestiende-eeuwse huisje ‘Het Wolfken’. Op een muur in de gang, hangen de namen van alle vorige eigenaars van het pand: het lijstje begint met Margriet Clooster in 1545 en eindigt met Cornelis (Johannes Reinier Maria) Warmoeskerken die er met zijn vrouw Emmy woont sinds 1977.

Neptunus en de maagdelijke stad

De meest illustere bewoner van Het Wolfken (vanaf 1608) zie je op de vloer afgebeeld: de streng kijkende Joris van Spilbergen met zijn rolkraag zoals hij staat afgebeeld in het reisverhaal ‘Oost-en Westindische Spiegel’. Ook in de woonkamer heeft kunstenaar Warmoeskerken een ode gebracht aan de admiraal Spilbergen met een drieluik: Daarop staat de Antwerpse zeeheld in vol ornaat met een aantal robijnen in de hand, een hoop juwelen aan zijn voeten en de stad Bergen op Zoom op de achtergrond. Hij wordt geflankeerd in de zijpanelen door Neptunus en een maagd, symbool voor Bergen op Zoom, een stad die tijdens de Tachtigjarige Oorlog nooit door de Spanjaarden kon worden ingenomen en dus nooit ‘geschonden’ werd.

Joris of ‘Georges’ Spilbergen, afgebeeld op de vloer van ‘het Wolfken’ in de Potterstraat.

Warmoeskerken heeft duidelijk zijn fantasie de vrije loop gelaten en heeft zich geïnspireerd door gekende beelden ‘naer ‘t leven’ die opgetekend staan in de zeventiende-eeuws gepubliceerde reisverslagen van Spilbergen zoals het ‘Historiael Journael’ uitgegeven in Delft in 1605 en versierd met houtsneden van Floris Balthasar. De schat aan de voeten van zeeheld is buit van overvallen op Spaanse schepen en de royale cadeaus van de maharadja Vimala Dharma Suriya uit Sri Lanka.

De 70-jarige kunstschilder kreeg overigens in februari van dit jaar (2023) een koninklijke onderscheiding voor zijn oeuvre, en werd door de Bergense burgemeester ‘een creatieve duizendpoot’ genoemd.

Warmoeskerken toont een toevallige voorbijganger de inscriptie boven het huis ter ere van admiraal van Spilbergen.

In het Wolfken (vandaag Lange Potterstraat 38) heeft Warmoeskerken niet alleen zijn atelier ‘Galerie 2x2’, hij houdt ook het historische huis intact en brengt op die manier een hommage aan zijn meest beroemde bewoner.

Deze werd vermoedelijk eind oktober 1568 in Antwerpen geboren. Op 2 november werd Van Spilbergen immers gedoopt in de Onze-Lieve-Vrouwekerk (vandaag de kathedraal) van Antwerpen. Niets deed toen vermoeden dat deze jongen uit de lagere middenklasse zou opgroeien tot een bekende zeeheld. Zijn vader Jacques was een herbergier en had ‘een café’: De Tinnen Pot aan de Paardenmarkt. Joris was een van de elf kinderen die zijn moeder Cornelia ter wereld bracht. Bij die elf was er ook jongere broer Bartholomeus. Hij werd vijf jaar later in dezelfde parochie gedoopt en zou Joris op verschillende reizen vergezellen.

De Paardenmarkt nummer 26

Terwijl het sterfhuis van Van Spilbergen makkelijk te lokaliseren is, heeft het me meer moeite gekost om het geboortehuis van Van Spilbergen terug te vinden. Daarvoor kreeg ik hulp van docent Marc Hendrickx, een specialist in het kadastrale erfgoed van Antwerpen. Hendrickx dook in de oude kadastrale archieven en daaruit bleek dat de Tinnen Pot (eigenaar in 1584 was ‘Jacques Speelberch’) het pand was aan de Paardenmarkt 26, als bij wonder nog bewaard. Momenteel is er onderaan een gourmet koffie zaak gevestigd, terwijl de voormalige herberg bewoond wordt door studenten. De Tinnen Pot is vandaag een ‘studentenkot.’ Een mooie plaquette vanwege het stadsbestuur zou zeker niet misstaan aan deze zestiende-eeuwse trappengevel.

Paardenmarkt 26 (Antwerpen), het vermoedelijke geboortehuis van Joris van Spilbergen. Daaronder het koffiehuis Cuperus.

De buurt waar Spilbergen einde zestiende eeuw woonde, behoorde tot de 12e wijk, een buurt van de lagere middenklasse. Via de Rode Poort aan de Stadswal (vandaag het kruispunt Paardenmarkt met de Italiëlei) kwam het vee binnen dat naar de Ossenmarkt (in de universiteitsbuurt) werd geleid en vandaar naar het slachthuis van het Vleeshuis. De Rode Poort was belangrijk voor de watervoorziening van de stad: via een gesofisticeerd mechanisme kwam het water van het Schijn de stad binnen en werd er ook opgeslagen in tanks.

Tijdens de Franse Furie (januari 1583) werd de Rode Poort door de Antwerpse stadsmilities verdedigd tegen de troepen van de Hertog van Anjou. Of Joris van Spilbergen toen heeft meegevochten is twijfelachtig. Hij was toen nog maar 14 jaar. Misschien was hij er wel bij toen zijn latere baas en werkgever, de machtige ‘kolonel’ Balthasar de Moucheron, twee jaar later tijdens de belegering van Antwerpen door Farnese, een uitval waagde aan de Rode Poort (1585). De Moucheron zelf woonde trouwens in de buurt van de Paardenmarkt (hij bezat huizen in de Mutsaerdstraat, de Minderbroedersrui en de Ammanstraat) en na de Val van Antwerpen zou Van Spilbergen zijn opdrachtgever volgen naar Zeeland.

Sporen in Veere

Het lot van Spilbergen is tot in 1604 duidelijk verbonden geweest met zijn oude baas uit Antwerpen, de maritieme magnaat de Moucheron. In 1598 woonde Joris nog in Middelburg en was blijkbaar een militair want hij werd er aanbevolen door de gemeente Middelburg voor een functie bij ‘de Generaliteit’. Uit de aanbeveling bleek overigens dat de voormalige adelborst van het fort Zeeburg (Middelburg) ‘gefailleerd’ was geweest. Spilbergen zou later in Bergen op Zoom ook zonder veel succes een diamantslijperij van de grond proberen te krijgen. Zijn talenten lagen duidelijk elders. Als kapitein en zeevaarder had de zoon van de herbergier des te meer kwaliteiten want hij werd door de Moucheron op belangrijke missies uitgezonden, zoals een expeditie naar Guinee en Brazilië en zelfs de kolonisering van een eiland voor de Afrikaanse kust rond 1598.

‘Banana beach’ op het paradijselijke ‘Principe’ voor de kust van Guinea.

De bezetting van het Portugese eiland Principe (vandaag aan Equatoriaal Guinea) onder leiding van Cornelis de Moucheron, zou minder dan een jaar duren, tot de Portugezen het eiland opnieuw veroverden en de Nederlanders onder leiding van Spilbergen de aftocht bliezen. Het zou de eerste Nederlandse (of moeten we zeggen ‘Vlaamse’) kolonie in de geschiedenis geweest zijn. De verovering van Principe werd de blauwdruk van een later verversingsstation voor de reizen naar Azië: Kaapstad.

Na het mislukte Afrikaanse avontuur, vinden we Spilbergen in februari 1600 terug in Middelburg waar hij getuige was bij de doop van een petekind van Moucheron. In Middelburg woonde hij in de Latijnse Schoolstraat (ook weer achter de hoek zijn werkgever, die in de Lange Noordstraat gehuisvest was). Toen de grote reder naar Veere verhuisde, volgde Spilbergen hem ook trouw en ging zelf in dezelfde straat (de Wijngaardstraat) wonen. Opvallend is alvast, dat Spilbergen in Veere in een erg eenvoudig pand woonde.

Volgens de Veerse historicus Jan Midavaine, woonde Van Spilbergen, in het vierde huis vanaf de Kaai. Hij zat dus dicht bij het water, het gat van Veere wat in de zestiende eeuw nog niet afgesloten was door een dijk en aansluiting had met de Noordzee. Midavaine dook in het kohier ‘van het Hoofdgeld’ uit het jaar 1600 van het Archief van de stad Veere. Hij vond dat ‘Jooris Spilberg’ een van de huurders was van een huis dat aan burgemeester Cornelis Adriaen Luycxz toebehoorde. De zeeman moest het pand delen met ‘cleermaker Abraham Rochuysen met zijn wijff’ en met ‘eenen kleermakersknecht woonende tot Hans Schapart’. De grote baas de Moucheron woonde wat verder, richting de Grote Kerk, in ‘de Gouden Kop’.

De Wijngaardstraat te Veere met zicht op Grote Kerk, het huis van Moucheron lag links waar nu de tuin ligt.
Wjingaardstraat anno in achttiende eeuw, De Gouden Kop lag links voor het wandelend koppeltje.
De Wijngaardstraat tegen de Kaai, hier ergens lag het huis waar Spilbergen woonde (in de 19e eeuw afgebroken) Foto: Google.

Het is van uit de Wijngaardstraat dat Spilbergen in mei 1600 met vier schepen, samen met een andere ‘Zuid-Nederlander’ Willem Lodewijksz, in opdracht van de Moucheron vertrok voor een mysterieuze expeditie naar Brazilië. Amper na een paar maanden (in augustus 1600) kwam Spilbergen terug binnen gevaren in Veere met een buitgemaakt Spaans schip, de Nuestra Señora del Rosario en daarbij een aantal Spaanse gevangenen. Het leek erop dat de expeditie van Spilbergen vroegtijdig was afgebroken door een uitzonderlijke (kaap)vangst. Achteraf kwam er een controverse op gang over hoe de buit verdeeld moest worden en hoeveel toekwam aan de lokale autoriteiten, met als speciaal condiment dat Prins Maurits van Nassau één van de stille vennoten bleek te zijn van de expeditie, waardoor de hele hetze met de mantel der liefde bedekt werd.

Sri Lanka en Sumatra

In 1601 vertrok van Spilbergen in opdracht van de Moucheron op zijn eerste grote wereldreis met drie schepen die de wollige namen droegen van Het Schaap, De Ram en Het Lam. Het reisdoel was uiteraard de handel in specerijen en Moucheron had zijn zinnen gezet op Sri Lanka en Atjeh (Sumatra).

Niet alleen bleven de Brabantse Zeeuwen daarmee uit het vaarwater van de Hollandse compagnieën, die meer zuidelijk op Bantam en de Golf van Sunda handelden, Moucheron wilde duidelijk ook iets doen voor zijn voormalige werknemer en held van ‘de Eerste Schipvaart’ (1595) Cornelis de Houtman die door de lokale sultan van Atjeh werd gevangen gehouden sinds 1599.

Onderweg kreeg Spilbergen het aan de Kaapverdische of ‘Groene Kust’ aan de stok met de Portugezen. Hij werd er gewond bij een zeeslag. Het eiland waar ze aanmeerden noemde hij Goeree, naar het Zeeuwse eiland (vandaag Gorée, onder Dakar). Toen de vloot verder voer naar Zuid-Afrika, ontdekt de kapitein ook een opvallend platte berg die hem aan een tafel deed denken en dus ‘Tafelberg’ doopte. Iedereen kent de Tafelberg vandaag in Kaapstad, maar weinigen weten dat de naamgever de zoon was van een Antwerpse herbergier.

De reis naar het Oosten van Van Spilbergen zou legendarisch worden, niet in het minst door de gebeurtenissen in Sri Lanka, waar Van Spilbergen gebruik makende van de onvrede tussen de lokale vorst en de Portugezen als een koning ontvangen werd. Bij zijn afscheid werd hij overladen met edelstenen. Spilbergen werd naast de maharadja vereeuwigd door de schilder die mee was op de reis. De chroniqueur keek overigens met open mond naar de Indische olifanten die door de lokale bewoners getemd waren en mee liepen in de stoet. Dertig jaar later zou zo een Srilankaans exemplaar (‘Hansken’) door de VOC naar Europa gebracht worden en daar rondreizen in een zeventiende-eeuws circus en vereeuwigd worden door Rembrandt.

Spilbergen komt aan bij de Maharadja van Kandy.

Spilbergen nam ook een lading kaneel mee (dat was samen met goud en parels het belangrijkste exportproduct van Sri Lanka) en voer verder naar Atjeh (Sumatra of Noord-West Indonesië). Daar bleek uiteindelijk Cornelis de Houtman al vrijgelaten. Spilbergen bleef een tijd in Atjeh waar hij verbroederde met andere bemanningen, zoals die van ‘de Veertien Schepen’ onder Wybrand van Warwyck die in het voorjaar van 1602 was uitgevaren uit Amsterdam.

Terugkeer naar Veere

Op 30 augustus vatte de Spilbergen de terugreis aan naar het vaderland. Eerst speelde hij nog met het idee om terug te keren via Siberië en de Noordpool, aangezien deze route korter was en ook gezonder zou zijn (door de afwezigheid van tropische ziekten). Zijn baas de Moucheron had in de jaren 1593-1595 twee keer (tevergeefs) een expeditie op touw gezet om via de Noordpool naar het Oosten te varen, een plan dat gezien het dikke pakijs in die periode gedoemd was om te mislukken. Spilbergen keerde uiteindelijk gewoon terug via Zuid-Afrika en zijn Tafelberg.

Bij zijn aankomst in Veere in 1604 wachtte hem de onaangename verrassing dat zijn opdrachtgever de Moucheron ondertussen failliet was en zijn biezen had gepakt uit Zeeland. Een kistje met juwelen dat hij overhandigde aan Mevrouw de Moucheron was voor haar en haar kinderen de laatste reddingsboei om met een binnenschip te kunnen vertrekken naar Holland en daar een nieuw leven te beginnen.

Zijn contract met de firma de Moucheron zat er op. Spilbergen begon aan het tweede deel van zijn carrière. Na een commerciële flirt met de Franse koning Henri IV, belandde hij uiteindelijk bij de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) voor wie hij een tweede wereldreis zou ondernemen, deze keer ‘om de west’; langs de zeestraat van Magellaan (Argentinië en Chili). Meer daarover in mijn boek ‘Rond de Kaap: Isaac le Maire contra de VOC’.

Portret van ‘Speilbergen’ op de cover van zijn ‘Reis om de Wereld’

In zijn geboortestad Antwerpen is de illustere admiraal bijna vergeten. Gelukkig heeft een wakkere geest bij het stadsbestuur aan hem gedacht toen de ‘Prestibel-wijk’ werd aangelegd op de Linkeroever. Net als collega-avonturiers Olivier Brunel en Francisco Pelsaert, werd Van Spilbergen vereeuwigd met een straatnaambord (en een wat warrig onderschrift). We kunnen ons voorstellen dat vele bol.com-chauffeurs nu tevergeefs rondjes rijden, op zoek naar de straat Magellaan.

Afbeelding van Spilbergen’s doortocht door de zeestraat (‘fretum’) van Magellaan (1616), met een flink uit de kluiten gewassen pinguïn.

Achtergrondlectuur: Jan de Lint: “Joris van Spilbergen 1568–1620, zijn leven & reizen”. ISBN 9789082405200, paperback, 130 blz.

--

--

Tom Dieusaert
De Antwerpenaars van de Republiek (1570–1620)

Reporter. Writer. South America. Twitter @argentomas. Recently published “Rond de Kaap: Isaac le Maire contra de VOC".