Waar werd Jacob Lemaire geboren?

In december 1614 werd door Jacob le Maire de zeestraat ontdekt die de Atlantische met de Stille Oceaan verbindt. Deze unieke ontdekking werd door Jacob opgedragen aan zijn vader Isaac die de expeditie op poten had gezet. De ontdekking van de Straat van le Maire (en Kaap Hoorn) die de volgende eeuwen superbelangrijk zou worden voor de scheepvaart, gooide ook begin zeventiende eeuw hoge ogen. De Spaanse koning richtte prompt zelf een expeditie in met de gebroeders Nodal en enkele Nederlandse en Vlaamse stuurlui, om te checken of deze zeestraat wel effectief bestond. Daar was veel scepsis over.

Jacob le Maire, de ontdekker van de doorgang naar de Stille Oceaan.

Na de doortocht van Fernando de Maghelhaes, honderd jaar eerder, door deze barre koude streken aan het einde van de wereld, bestond er immers een internationale consensus dat de Straat van Magellaan de enige doorgang was tussen de twee oceanen. En dat er ten zuiden van deze kronkelige zeestraat alleen maar land lag. Met andere woorden: dat Vuurland aan het Zuidland (of Antarctica) gehecht was. De le Maire’s dachten daar anders over en kregen gelijk.

Mooie zeventiende eeuwse kaart van Janssonius met Vuurland, en rechts (het toen nog vierkante) Staten Eiland.
De Straat le Maire vandaag in de Zuid Atlantische oceaan.

Dat Isaac le Maire een Antwerpenaar was, daar is weinig discussie over. Het is echter een twijfelgeval of zijn zoon Jacob ook in Antwerpen werd geboren of dan wel in Amsterdam. En dat wil ik even in dit artikel onderzoeken.

Detail van de kaart van Janssonius met de Straat van Lemaire.

Zo vader zo zoon?

Vooraleer we naar Jacob kijken, moeten we eerst de boeiende bio van zijn vader Isaac onder de loupe nemen. De oude le Maire was op zijn zachtst gezegd een controversieel man en hij droeg zelf graag ook bij aan het mist spuien rond zijn persoon. Hij zelf was er de grootste oorzaak van dat vele historici — zoals Gustaaf Asaert — zijn geboorteplaats situeren in Doornik. En daar is een reden voor: De Nederlandse historicus, wijlen Johannes Gerard Dillen, citeerde in zijn boek “Isaac le Maire en de handel in actiën der Oost-Indische Compagnie”(1930), zijn illustere voorganger Johan K. J. De Jonge die met zijn baanbrekend werk: “De opkomst van het Nederlands gezag in Oost-Indië” (1872) de hele periode van 1595 tot 1610 belichtte, de periode waarin de Nederlandse republiek van een rebels geuzenlandje uitgroeide tot een economische grootmacht.

Antwerpen rond 1570, kaart van Joris Hoefnagel.

De Jonge bladerde door de briefwisseling van de toenmalige Nederlandse ambassadeur, de Brusselaar Francois Van Aerssen, die rond 1609 met argusogen de onderhandelingen had gevolgd tussen de grote koopman Isaac le Maire en Hendrik IV. De Franse populaire koning — een tot het katholicisme bekeerde Hugenoot, bekend van zijn boutade ‘Paris vaut bien une messe’ — keek bewonderend naar het model van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) die enkele jaren eerder in Amsterdam was opgericht. Hij wilde zijn eigen Franse Oost-Indische Compagnie en le Maire was de man die dat zou moeten realiseren. Dus werd deze in Parijs ontboden.

Le Maire was de belangrijkste inlegger geweest van de VOC tot hij in onmin geraakt met de andere bewindvoerders. Hij was dus de ideale ‘mol’ om een Franse versie te lanceren. Van Aerssen zag tot zijn afgrijzen hoe dat le Maire aan het mouwvegen was bij Hendrik IV en zijn verknochtheid aan de Franse cultuur in de verf zette door zichzelf te beschrijven als “comme affectionné a la France, étant issu de la ville de Tournay, les habitans de laquelle ont la fleur de lis dans le coeur”. Volgens Dillen deed le Maire zich voor “als geboortig uit Doornik en Fransgezind”. Misschien was Dillen’s kennis van het Frans beperkt, want ‘issu’ betekent ‘afkomstig’ en niet noodzakelijk ‘geboren te’. Isaac’s vader, Jacques le Maire, was inderdaad een Doorniknaar dus het is begrijpelijk dat Isaac als gehaaide verkoper zijn Doornikse roots ‘verkocht’ aan de Franse koning samen met zijn ‘natuurlijke sympathie voor Frankrijk’. Een andere reden waarom Isaac le Maire’s geboorteplek verkeerdelijk in Doornik wordt gesitueerd, is een vergissing in het Nieuw Biografisch Nederlands Woordenboek (1927) waar de auteur Bartelds onterecht schrijft dat le Maire in 1581 in Antwerpen aankwam van Doornik.

De feiten wijzen er nochtans op dat Isaac wel degelijk in Antwerpen werd geboren. Zijn veronderstelde geboortejaar 1558, valt twee jaar nadat vader Jacques le Maire het poorterschap verwierf in Antwerpen. Het is goed mogelijk dat Jacques zelfs al vóór 1556 in de Scheldestad woonde en er handel dreef. De vader van Jacques, Arnould, wordt er vermeld in 1551 toen de toestemming gaf voor de verkoop van een huis (Le marché au Lin of De Vlasmarkt) in de straat Saint Martin te Doornik. Blijkbaar gingen de le Maire’s over en weer tussen Doornik en Antwerpen, dat een honderdvijftigtal kilometer stroomafwaarts van de Schelde lag. Dat Jacques waarschijnlijk al langer dan 1556 woonde of werkte in Antwerpen maken we ook op uit het feit dat het poorterschap moest gekocht worden. Pas als een inwijkeling zeker was om zich definitief in een nieuwe stad te vestigen, nam hij die stap. Isaac le Maire zelf legde pas in 1601 de poorterseed van Amsterdam af, terwijl hij er waarschijnlijk al meer dan 15 jaar verbleef. De Antwerpse koopman wachtte zo lang mogelijk met het poorterschap aan te vragen, omdat hij hoopte net als zovele duizenden Zuid-Nederlandse vluchtelingen vroeg of laat te kunnen terugkeren. In het poorterboek van Amsterdam staat Isaac genoteerd als ‘Isaack le Meer van Antwerpen, coopman’. Geen spoor van Doornik.

Vier jaar respijt

De geboorteplek van Jacob le Maire bepalen is moeilijker. Hij figureert noch in het geboorteregister van Antwerpen, noch in dat van Amsterdam. Zijn vermoedelijk geboortejaar was er ook een van een grote omwenteling, de inname van Antwerpen door Farnese en de feitelijke scheiding van de Nederlanden. Toen Antwerpen ‘viel’ in augustus 1585 en werd ingenomen door de Spaansgezinde katholieke troepen, kregen de niet-katholieken de keuze om ofwel terug naar de katholieke stal te keren, ofwel in een tijdspanne van vier jaar de stad te verlaten. De Calvinistische Isaac Lemaire besloot om te verhuizen naar Amsterdam, een stad waar hij al langer een agentuur had om handel te drijven met de Oostzee en Archangel (Rusland).

Wanneer Isaac naar het Noorden trok is niet duidelijk. Aangezien de protestanten vier jaar kregen en niet halsoverkop moesten vluchten, hebben en houden achterlatend, kan men zich voorstellen dat de verhuis de nodige tijd in beslag heeft genomen. Indien Jacob Lemaire inderdaad in 1585 werd geboren, zou het logisch zijn dat hij in Antwerpen ter wereld kwam. Tot augustus was de stad omsingeld dus was emigreren met de hele familie onmogelijk. Volgens sommige bronnen werd zijn zus Catharina trouwens ook in 1585 geboren, wat er op zou wijzen dat hij in de eerste maanden van 1585 ter wereld kwam.

Sjoerd de Meer die het voorwoord schreef van ‘Voorbij het eind van de wereld’ de heruitgave (2016) van het reisverhaal van Jacob le Maire door Engelbrecht en Van Herwerden (1942) zegt dat ‘Mogelijk nog in Antwerpen zijn zoon Jacob geboren werd’. De Meer situeert de verhuis naar Amsterdam in 1586 en baseert zich daar op het onderzoek van nakomeling en amateur-historicus Octave le Maire die anno 1930 de roots van zijn familie naploos in L’Origine anversoise des célèbres navigateurs Isaac et Jacques le Maire. Octave, de stichter van de Belgische genealogische vereniging, vond een document uit 1586 waar zijn voorvader Isaac bij de notaris een ‘acte de notorieté’, een soort bewijs van gedrag van goede zeden door kennissen liet ondertekenen om hem in staat te stellen, af te reizen naar Nederland.

Het ouderlijke huis in de Kaasstraat (Het Schild van Bourgogne) bijvoorbeeld, zou overigens nog een aantal jaren in handen van de familie blijven en werd pas in 1592 openbaar verkocht door de amman (een middeleeuwse ambtenaar) aan een zekere Antonio Galli van Salamanca. In 1597 ging ‘Het Schild’ terug over in familiehanden en kwam op naam kwam van Peter le Maire, de oudere broer van Isaac. Niet alleen was er nog hoop dat de de door Spanje veroverde steden terug bij de Opstand zouden voegen, er werden ook nog nog grote zaken gedaan in Antwerpen, ondanks de sluiting van de Schelde.

“Het Schild van Bourgogne” (gele pijl), voor de afbraak van het oude stadsdeel (1880) (met dank aan Marc Hendrickx).

Van waar dan de twijfel die er bestaat over de herkomst van Jacob le Maire, die hem ondanks concrete aanwijzingen situeren als “geboren in Amsterdam”? Het is opnieuw Isaac le Maire die zelf twijfels zaaide over de herkomst en wel op een moment dat Jacob reeds overleden was. Anno 1620 wanneer hij in een conflict met de VOC, het geld van de Kaap Hoorn expeditie wil recupereren in een zaak voor de Staten-Generaal, heeft Isaac hij het over zijn zoon “de commandeur” van de expeditie, “een geboren Amsterdammer die de volledige eer van deze ontdekkingen rechtmatig toekomt”. Het is goed mogelijk dat Isaac t.o.v. de Staten-Generaal net als bij Hendrik IV de waarheid nogal ruim interpreteerde.

In zijn apologie was het belangrijk dat Jacob als ‘een zoon van Holland’ afgeschilderd werd, in plaats van een immigrant uit Brabant. Want de grote tegenstander van le Maire, de VOC, hadden de ondergeschikte van Jacob le Maire, de Hollandse schipper Schouten uit Hoorn, als ontdekker en ‘zeeridder’ naar voren geschoven in een zeventiende-eeuwse propagandaslag om de prestatie van de familie le Maire te minimaliseren.

Amsterdam anno 1580 (uit de Atlas van Abraham Ortelius).

Zelf had Isaac en andere handelaars uit de Zuidelijke Nederlanden het niet altijd makkelijk om zich door te zetten in de Amsterdamse kringen. De Antwerpse inwijkelingen waren met hun handelskennis, hun buitenlandse contacten en kapitaal fundamenteel voor de opkomst van de Amsterdamse markt, maar ze kregen als immigranten geen toegang tot het politiek bestel, zoals de Amsterdamse ‘vroedschap’. Een en ander daarover kan men lezen in het boeiende boek Reinier Pauw en Amsterdam 1564–1636 van Menno Witteveen.

Mater semper certa est

Zoals gezegd, zijn er in het Amsterdamse doopregister van 1585 geen verwijzingen naar een Jacob le Maire. Op 15 december 1586 staat er een doop genoteerd van een zekere Jacop, zoon van Marri (sic) Walraeven en een zekere Jan Haele. Maria en Jacob (Jacques in het Frans) waren in de zestiende eeuw bij de meest populaire voornamen, dus waarschijnlijk gaat het over een andere Walraeven.

De Amsterdamse doop- en schepenregisters zijn in ieder geval boeiend om de verdere evolutie van de Lemaire-familie te volgen. Het is bekend dat Maria Walraeven en Isaac Lemaire niet minder dan 22 (!) kinderen kregen. Een deel daarvan werd in Amsterdam geboren en de tweede lichting kwam ter wereld in Hoorn, nadat de familie rond 1610 naar deze Westfriese stad verhuisd was. Het is grappig te lezen hoe moeilijk de Amsterdamse klerken het hadden met de Franse achternaam van le Maire die consequent bij elk kind anders gespeld wordt. Gelukkig moeten we hier het Latijnse adagium ‘mater semper certa est’ (‘de moeder is altijd zeker’) aanhalen en Maria Walraeven was dus een stevige referentie: in 1589 werd zij moeder van Isaac jr. Daarna volgden nog Daeniel, Lowijsje, Peeter, Francisco, Maximiliaan. Hun respectievelijke vaders heetten: Isaack le Maijce, Isack Lamer, Isaac le Maire, Isaack le Meijre en Isaack le Meere. Vijf verschillende schrijfwijzen! De Amsterdamse klerken moeten gedacht hebben: ‘pater numquam certus est’.

Wat er ook van zij, Jacob le Maire werd dus meer dan waarschijnlijk geboren in Antwerpen en groeide op in Amsterdam. Hoewel zijn vader Isaac na de vroege dood van zijn zoon heeft moeten vechten voor diens erkenning van zijn ontdekking, heeft Jacob le Maire postuum toch het respect gekregen dat hij verdient. Zowel in Antwerpen (‘t Kiel) als in Amsterdam, Den Helder en Enschede, zijn er nu Jacob le Maire-straten. Straten die verwijzen naar een zeestraat in de Zuid-Atlantische oceaan, bekend voor zijn prachtig uitzicht op de besneeuwde bergen van Staten Eiland, de zware stroming en de stormen aan de beruchte 55e breedtegraad. Meer daarover in mijn aankomend boek… .

--

--

Tom Dieusaert
De Antwerpenaars van de Republiek (1570–1620)

Reporter. Writer. South America. Twitter @argentomas. Recently published “Rond de Kaap: Isaac le Maire contra de VOC".