Dirk Polak

Suicity pt. III — 49

Het Aroma Amora…van Odessa beleefde een première in het Abyssariaat, waarvoor grote interesse was, gezien de overvolle bezetting van het auditorium. En zo zeilde men van de ene lugubere festiviteit in de andere glorieuze. Het gonsde van activiteit, van geruchten en van de XL bijen in de artistieke leefgemeenschap. Een nog onbekend bijproduct van Holy Honey’s werksters, naast honing, was en propolis, werd door Amerigo ontdekt, vervolgens gedistilleerd en toegevoegd aan het lichaamsvocht van de charismatische mulattin. Tijdens de presentatie was het verboden de uitgedeelde stalen van het parfum te openen, nou juist net de reden waarom de hele gebeurtenis te doen leek. Uit voorzorg, om zo te zeggen; het auditorium was nou niet de geschikte plek om het risico van een orgie te lopen. De kracht van het middel was nog niet getest, eventuele overdosering zou wel eens de stimulans tot overheersing van de instincten jegens de goede zeden kunnen zijn, wat zo veel wilde zeggen dat men in het voorbijgaan tot copulatie, masturbatie en alle overige variëteiten zou kunnen overgaan met het gemak waarop men elkaar voorrang verleent in het verkeer of een gesprek aanknoopt in een winkel.

De XXL bijen, ofwel de Bee Bops, kwamen in bedrijf. Afnemers: Plimsoll, DéDé, de Soli, Imogen Muir, Odessa, Sudström en Desiderius, maar ook Didier de Cygne, die er meteen op attendeerde dat het verbod op toegang tot de opiumplantages ook het luchtruim gold. Het eerste luxe exemplaar was natuurlijk voor Vogue face, die haar liefde voor Holger nauwelijks kon beteugelen. Op zijn beurt kon Trent steeds beter met zijn rol omgaan sinds Ducasse deelgenoot was. Op zeker moment echter vroeg de Don der Depressionisten of zijn vroegere studiegenoot zoveel van Vogue face hield, dat hij zijn identiteit van Tristan Trent in het bijzonder, alsook die van de Reïncarnist over het algemeen, zou kunnen opgeven? Het sombere hoofdschudden oogde dieptreurig, woorden schoten zelfs tekort, waarop Ducasse ‘Heil Holger’ grapte en hem het voordeel van de twijfel gaf.

Zoals vuurwater voor de indianen incidenteel funeste gevolgen had (het alcoholprobleem onder blanken kende nooit zijn gelijke), zo sloeg het reukwater in als een bom bij wat mecaniciennes in het teepeepark, dat tot een lusthof in de ware betekenis van het woord werd omgetoverd. Onder hen Chloë Pritt en Aurora Dax, die de vrouwenliefde tot ijselijke hoogten stuwden. Een verdwaalde man als Grigori Albanov, of een verleide als DéDé, werden niet gespaard en een wezenlijk onderdeel van het hete minnespel dat eindelijk leek bevrijd van het taboe, dat als een zucht door de eeuwen echode. Het onbegrensd appelleren aan de dierlijke impuls verkregen door een erogeen parfum was het ei van Columbus als aangename uitlaatklep voor de strenge voorschriften waaraan de mecaniciennes zich onderwierpen. Opgeruimdheid en loutering waren een direct gevolg, dat een weerslag had op hun werkethiek die al nauwelijks voor verbetering vatbaar was.

Ondertussen verbreidden de bijen uit het Imkerijk hun territorium tot in het gewest der papavervelden en brachten speciale nectar mee naar huis die een uitzonderlijk helende honing opleverde. De imker die Pirmin Vega opvolgde heette Darius Zwammersohl en was van Zwitserse origine; telg uit een familie groot in kazen. Van jongs af aan hield hij kasten en verzorgde raten, aangestuurd door rolmodel grootvader Isac, die kosten noch moeite spaarde om zijn hobby tot gezaghebbend professionalisme uit te bouwen. Darius opteerde voor de doodssteek van zijn geliefde huisdieren wat hem binnen de kortste keren binnen de grenzen van Droomoord loodste. Na de excursie met wat aspiranten naar het Imkerijk stelde hij zijn kandidatuur de begeleider te worden van de beestjes met een twee keer zo grote angel, die gezien zijn reputatie geestdriftig werd begroet.

Darius betrok het appartement van de familie Gris, recht tegenover zijn werkterrein, waar hij bij lange na nog niet zo werd geaccepteerd als Ducasse. Pas nadat hij een utopisch zomerverblijf in de open lucht op het dak van het Penthouse had gecreëerd voor het enorme volk rondom het werkeloze afweergeschut uit de tijd van de V.M.S., waarbij het wapen zelf met zijn aanlokkelijke gaten het centrum vormde en als het paleis van de koningin gold, werd Darius in de bijengemeenschap opgenomen als familie. Familie die hem ten slotte het leven zou benemen met reuzenangels en balsemen met hun hoogwaardige propolis.

Tristan Trent stond op zeer vertrouwde voet met Hero Alt, die hem veel details over de werkelijke Holger vertelde; dat de geroutineerde Reïncarnist zich het archetype eigen maakte als een tweede natuur is overbodig te zeggen. Trent lijfde zelfs de lievelingsplaat van de oudere Alt in. Een album uit de jaren zestig van de vorige eeuw met een draaibare schijf in de hard kartonnen klaphoes, dat hij in mint staat uit de collectie van de gebroeders viste. The Soft Machine, een creatief trio uit Canterbury dat stijlgrenzen overschreed en opnieuw plooide als een dadaïstisch klankgedicht. Trent draaide het vinyl als dagopening en humde het repetitieve ‘We did it again’ nog als hij Vogue face aan het net serveerde in hun dagelijkse driesetter of ‘Hope for Happiness’ in de woelige baren van het golfslagbad tijdens het vlinderen.

Als men lang kiest voor de solitaire staat kan het zelfbeeld schrikbarend dalen dan wel stijgen, al naar gelang het karakter van de betrokkene.Tot een sluimerende micromanie of haar megalomane tegenhanger de aangetaste perceptie in een wereldvreemd onwrikbaar perspectief zet. Dit was in essentie wat Aurora Dax was overkomen na haar intens verterende affaire met Clarissa Biene. Haar verblijf in het Penthouse was een isolement geweest, waarmee haar wazigheid valt te verklaren tijdens het laatste overleg van de V.M.S. voordat het doek definitief viel. De lage dunk die het stagnerende wonderkind van zichzelf had werd nog erger toen zij na de ontmanteling verpieterde in haar appartement op de negende etage van ’t Raethuys. De doorbraak tot hernieuwde realiteitszin werd verricht door Vivika Sudström, die haar tegen het verwaarloosde lijf liep in de Japanse Tuin. De blondine knoopte een gesprek aan met het getormenteerde meisje, dat via weldoordachte prachtige volzinnen toonde dat zij afstand had genomen van het ziektebeeld. Daarbij was de wederzijdse herkenning van rationeel surplus een doorslaggevende factor.

Alsof zij nieuw leven aanboorde werd de inmiddels met een gemillimeterd kapsel getooide Aurora eindelijk de ingeloste belofte die zij vanaf haar komst naar Suicity inhield. Een originele eenpersoons denktank die op de steun van Vogue face kon rekenen omdat zij moeder Clarissa gelukkig had gemaakt in de eindfase van haar leven, maar ook op de liefde en het geestelijke vermogen van Vivika Sudström die tot een coach uitgroeide. Gezamenlijk richtten zij het N.M.I. op. Nieuw Matrianarchistisch Instituut, dat wel putte uit het arsenaal van de V.M.S., maar zonder de doctrine; eerder als vleugel van het Depressionisme. Er werd zelfs een prachtig gebouwtje neergezet naast het Oblivion, naar een ontwerp van Nora Lux waarvan de werktekeningen in haar nalatenschap werden gevonden.

Op de vier zwanen in hun AutoGuzzi’s die in het strijdgewoel gezamenlijk ten onder gingen volgde vrij snel een nieuwe collectieve zelfmoord van enkele mecaniciennes, ondanks of misschien juist doordat zich een grotere welstand dan ooit bij hen aftekende. In elk geval gaf hun evenwichtige structuur geen krimp. Tussen de regels doorlezen betekende een controverse ontdekken tussen de oude, zeg maar, ‘harde lijn’ matrianarchistes en de nieuwe, flexibeler maar vooral geestrijkere lichting onder Dax en Sudström, die zich onvoorwaardelijk aan het traditionele modernisme van de Depressionisten bond. Polemieken in de Clarionne, die werden geredigeerd door Blanchette, stelden de propaganda voor de oude garde, waarvan zij één der hoofdparticipanten was, uiteraard in het voordeel. Aurora en Vivika drukten een vlugschrift met kritisch commentaar daarop, wat uiteindelijk tot tweespalt leidde. Ducasse belegde zelfs een vergadering in het hagelnieuwe instituut; zoals de Clarionne een thuiswedstrijd voor Blanchette was, niet meer dan billijk de bijeenkomst in de haven van de ‘nieuwe lijn’ te houden. Het beviel Blanchette allerminst, haar medekopstuk Imogen Muir had er geen probleem mee. Wijs geworden uit eerdere geschillen reageerde de piratendochter niet fel en verzoende zich zelfs met de voorstellen die Ducasse à l’ improviste etaleerde. Maar diep in de nacht verliet zij ongemerkt de beladen contreien, om er nooit meer terug te keren tenzij voor een algehele vernietiging van de loze bewegingen. Hoe de afkeer en het menselijk verval zich in zo een recordtempo kon ontwikkelen was een raadsel. Dat iets eenvoudigs als niet gewend zijn met verlies om te gaan zich om kon zetten in een dodelijk gif naar alles buiten het zelf was onbegrijpelijk van een vat vol mogelijkheden dat Blanchette Noir was.

Uit: Suicity, een surrealistisch feuilleton in drie delen; elk deel bestaat uit 18 hoofdstukken. Van deel 1 maakten we een bibliofiel collector’s item, er zijn slechts 50 exemplaren gedrukt, in een luxe gebonden uitgave. Suicity pt. II begon met hoofdstuk 19 en eindigde met hoofdstuk 36. Ondertussen zijn we aanbeland bij Suicity pt. III, wat zal doorlopen tot hoofdstuk 54.

Dirk Maurits Polak (1953) is een fenomeen in de culturele scene van Amsterdam: vriend van Ramses Shaffy, Rob Scholte, Peter Schat en met name van Theo van Gogh. Hij is een rasmuzikant (oprichter en bandleider van de cultgroep Mecano) én een rasverteller. Polak groeide op tijdens de Europese wederopbouw in het levendige Amsterdam van de zestiger en zeventiger jaren. Hij was frontman van de spraakmakende in het alternatieve circuit opererende groep Mecano, vernoemd naar het in 1901 gepatenteerde speelgoed Meccano, waarvan één c werd geofferd omwille van eventuele strafvervolging. Polak is vader van twee kinderen, een zoon en een dochter, en is behept met zowel de signatuur van rebels beminnelijke authenticiteit, als met de sporen van een gelaagd leven zonder al te veel concessies.

--

--