Dirk Polak

Suicity pt. III — 46

Ducasse kon zich niet losmaken van het idee dat het verlies van Beauregard een aderlating was. Om de verloren kennis in de eerste plaats, waarvan zijn ‘Kennis als Onmacht’ maar een pover voorbeeld was, ondanks dat het als zijn levenswerk werd beschouwd, maar toch ook om zijn stuwende, inspirerende sociale vaardigheden, zijn onverwachte inzichten. Idem dito gold dat voor Magenta, maar ook de Sfinx werd node gemist. Daar tegenover stond dat wat vertrouwde gezichten en een aantal nieuwelingen een veelbelovende indruk maakten en op een natuurlijke wijze de onbeschreven ‘vacatures’ invulden. Desiderius werd de nieuwe Abyssionaris en vice-voorzitter; Blanchette kreeg carte blanche in de drukkerij na verhelderende sessies met zowel de nieuwe tweede man als met de roerganger zelf; Amerigo Solo nam Paviljoen 1 voor zijn rekening met de uitdrukkelijke verzekering dat hij er een experimenteel lab kon bouwen; een culturele hoofdrol was weggelegd voor Soledad, die haar soirees verplaatste naar het auditorium van het Abyssariaat en deze aanvulde met exposities en performances.

Vogue face had een nieuwe sparringpartner gevonden in Vivika Sudström, voormalig Zweeds tennisfenomeen dat een aantal jaren in het slopende Grand Slam circuit had meegedraaid en inmiddels de banden met Grigori Albanov vernieuwd. Tegelijkertijd knoopte zij een liefdesrelatie aan met Aurora Dax, aangetrokken als zij was door beide seksen, in haar op dat gebied liberale geboorteland een ware sinecure. Vivika was knap, naturel blond met blauwe ogen en hoog op het bekken. Ideale benen voor reclame van nylons in mode magazines. Visueel een lustobject, intellectueel een mannetjesputter, met door kou intensief getrainde hersenen in het ideale Scandinavische klimaat tot denken. Haar rijzende ster, die grote gelijkenis vertoonde met die van Magenta of Blanchette Noir, verschafte haar de privileges waardoor zij zowel in de hiërarchie van de mecaniciennes als die van de Depressionisten in minder dan geen tijd een gewichtige plaats bekleedde.

Intimiteit was haar specialiteit, geschreven in kapitalen, onder nuchter cerebraal bivakkeren in het niemandsland van de deskundoloog. Het was nou juist de vanzelfsprekendheid van haar vrije seksuele opvattingen die haar nauwelijks lieten warmlopen voor de complexe praktijken van de overigens zeer door haar bewonderde Madeleine Muir; des te meer zag zij in de filosofische driften dan alle fysieke lusten te samen, een nog altijd onaangeroerd taboe als een geestelijk orgasme bijvoorbeeld, dat uitsluitend werd erkend door de oude garde der Depressionisten en een handjevol denkers uit de oudheid. Vivika ontpopte zich als een pionier van vrouwelijk denkvermogen die de plastische liefde predikte voor noodzakelijke ontlading, waardoor de juiste leegte ontstond nuttige, frisse ideeën los te laten op verankerde wijsheden, die door subtiele aanpassingen een nieuw leven waren beschoren. De dood die Vivika voor ogen stond lag in het verlengde van Lupe’s poging te masturberen tot de dood erop volgde, met dit verschil dat de misplaatste koketterie met aanwezig publiek absoluut ondenkbaar was. Geen exhibitionisme waar integriteit op zijn plaats is. De onanie verbonden aan het gekozen sterven beantwoordde bij uitstek aan autocratische noodzaak, elke inmenging zou besmeurde gevolgen kunnen hebben voor het resultaat. Vivika bemachtigde een appartement op de elfde etage, aan de andere kant van het Imkerijk dan Ducasse en stelde contractueel vast slechts zes maanden op de kop af te blijven om haar slotakkoord in deze flat, die zij volledig zou afstemmen op het moment suprème, aan te slaan.

Sinds Imogen permanent in het kasteel de Cygne verbleef, had ze haar ruimte op de negende van ’t Raethuys opgegeven, die nu finaal tot werkplaats voor haar Hero werd omgetoverd. Om aan de vraag voor ElektroGuzzi’s te kunnen voldoen had Hero de hulp ingeroepen van zijn oudere broer Holger, die bij hem introk met enorme bagage aan technische vaardigheden na een sensationele aankomst. Een roterend geluid kondigde een zeldzaam gevormde autogiro aan boven de bomen van de oprijlaan naar Droomoord. Het vliegende vehikel, zuinig, milieuvriendelijk en redelijk eenvoudig te bedienen, zwenkte af richting Raethuys waar hij weinig meters nodig had voor een volmaakte landing aan de noordkant. Het geelzwarte apparaat leek op een enorme bij en werd vol bewondering gadegeslagen door wat toegestroomde Depressionisten en mecaniciennes. Holger zette een leren hoofdkap en een oudmodische gerasterde stofbril af, haalde een halfgeschoeide hand door zijn kort gedekt geknipte haar en glimlachte veelbetekenend. ‘Ik ben Holger Alt, potentieel kamikazepiloot, helpende hand naar hogere sferen en meer van die aardse zaken,’ schalde de luchtpiraat als een dwaze dichter door de ether.

Zo asymmetrisch het gezicht van zijn broer was, zo harmonisch was dat van Holger, die overigens een zelfde vliegje aan de onderlip droeg als Déjà Vu. De schilderachtige Alt, die ook het pretsigaretje niet schuwde, bracht een soort kermisachtige vrolijkheid die een glimp van het hier discutabele begrip entertainment verraadde, maar die ook weer snel in rook opging. Plimsoll was zeer onder de indruk van het vervoermiddel en zag het nog meer dan de Guzzi’s als een product dat in veelvoud aanwezig moest zijn op deze revolutionaire gronden. Hij informeerde direct bij de extroverte antipode van Madeleines geliefde, waarin Soledad gelijk een ideale gegadigde zag om haar soirees mee te verrijken. Koud gearriveerd en nu al populair, het paste hem als een handschoen van Didier. Holger beloofde luid dat de eerste tien autogiro’s, gesigneerd met HAHA, de initialen van de gebroeders, binnen een maand in productie zouden kunnen gaan, waarna hij zijn broer omhelsde die hij in geen jaren meer had gezien. Beide Alt’s werden meegesleept naar de Sybariet, waar de komst van de oudere op vertrouwde wijze luister werd bijgezet met een klassieke jachtschotel, zware wijn en Sachertorte na.

De volgende dag al mobiliseerde de ondernemende Duitser een keur aan mecaniciennes om het prestigieuze project mee op te starten; de bestelling voor onderdelen was de deur al uit na een nachtje becijferen; Paviljoen 2 was er compleet op ingesteld met operationele autogeen huis branders en andersoortige lasapparatuur of een reuze draaibank uit de erfenis van Gordolev die ‘de Mammoet’ werd genoemd, coupeermachines, hydraulisch geleide lieren, zelfs een antiek aambeeld was voorhanden. In afwachting van de materialen voor de autogiro’s werden vast drie ElektroGuzzi’s pasklaar gemaakt, waarbij de twee Alt’s nuttige en onverwachte hulp van oudoom Holdsock kregen. De immer puntige Walter had zijn plan hoe te sterven eigenlijk nooit kenbaar gemaakt; er was ook nog nooit naar gevraagd. Zijn aanwezigheid op Droomoord dateerde al van voor de invasie der Depressionisten. Dat zijn toewijding aan deze elitaire ‘emigranten’ onomstreden was vanaf moment één, lag in zijn aard. Als raadsman en trainer van Vogue face genoot hij bovendien onschendbaarheid, stroomde daarnaast moeiteloos in bij het gezelschap dat zij adoreerde, waardoor vragen achterwege bleven. De positieve instelling echter, die hij onvermoeibaar demonstreerde, maakte hem overal geliefd, doch Ducasse steeds nieuwsgieriger hoe de Germaanse, atletische veteraan dacht zijn leven te eindigen. Hij kon zijn drang hem er op aan te spreken ternauwernood bedwingen.

Door alle drukte rondom Holger Alt viel het nauwelijks op dat een stokoud stel arriveerde op uitnodiging van de herboren Blanchette. Niemand minder dan Emilio Esteban, vergezeld door Dolores Garcia had zijn intrek genomen op de zevende verdieping, pal naast Odessa. Op basis van het rebelse elan dat zij beiden een leven lang ten toon spreidden en het feit dat zij hadden gekozen voor een bouwpakket van een zelfbedieningsguillotine om eer te bewijzen aan de moeder aller revoluties: De Franse, maakten dat de Spaanse furie en de Quandoguayaanse oproerkraaier vrije doorgang en zelfs het erelidmaatschap van de Depressionisten verkregen; dit laatste was recent ingesteld waardoor een aantal reeds verscheiden leden alsnog postuum werd bedeeld.

In het spoor van de eminente nestor van de Latijns-Amerikaanse vrijheidsstrijders, die alle drie zijn nazaten had overleefd maar geen greintje minder radicaal was geworden dan in zijn hoogtijdagen, volgde Alexis Ribeiro, zoon van Lucinda Guttierrez, de politiek inactieve oudere zus van Zenzuela, die zich, niet minder vooruitstrevend dan zijn voorouders, had bekwaamd in alternatieve geneeskunde, waarbij hij een niet onaanzienlijk deel had ingebouwd voor alternatief sterven, dat bij gezondheid hoorde als het leven zelf. De komst van Ribeiro leek gepland, want hij kon de praktijk van Felix Flint in het in originele staat teruggebrachte penthouse per direct overnemen, eigenlijk in de voetsporen treden van zijn oom Karl Krakl. De jongste Flint achtte de tijd rijp zich van cryonist tot cryonaut te verheffen en zou zich binnen enkele dagen in de dewar wagen, voorafgegaan door een diner voor twee; Een onderonsje met zijn broer Fjodor, die voor de gelegenheid eens niet zelf hoefde te koken, maar hem wel moest begeleiden naar de capsule.

Uit: Suicity, een surrealistisch feuilleton in drie delen; elk deel bestaat uit 18 hoofdstukken. Van deel 1 maakten we een bibliofiel collector’s item, er zijn slechts 50 exemplaren gedrukt, in een luxe gebonden uitgave. Suicity pt. II begon met hoofdstuk 19 en eindigde met hoofdstuk 36. Ondertussen zijn we aanbeland bij Suicity pt. III, wat zal doorlopen tot hoofdstuk 54.

Wilt u een exemplaar van Suicity pt. I bestellen, mail dan naar marianne.prins@overamstel.com.

Dirk Maurits Polak (1953) is een fenomeen in de culturele scene van Amsterdam: vriend van Ramses Shaffy, Rob Scholte, Peter Schat en met name van Theo van Gogh. Hij is een rasmuzikant (oprichter en bandleider van de cultgroep Mecano) én een rasverteller. Polak groeide op tijdens de Europese wederopbouw in het levendige Amsterdam van de zestiger en zeventiger jaren. Hij was frontman van de spraakmakende in het alternatieve circuit opererende groep Mecano, vernoemd naar het in 1901 gepatenteerde speelgoed Meccano, waarvan één c werd geofferd omwille van eventuele strafvervolging. Polak is vader van twee kinderen, een zoon en een dochter, en is behept met zowel de signatuur van rebels beminnelijke authenticiteit, als met de sporen van een gelaagd leven zonder al te veel concessies.

--

--