Dirk Polak

Suicity pt. III — 54

De vader van Orphelin Ducase stierf voor zijn geboorte, zijn moeder na de bevalling in een klein gehucht in het Massif Central. Hij groeide op te Troyes bij zijn excentrieke grootmoeder van vaders kant, Isidora, die hem zijn naam schonk en al vroeg Lautreamonts Zangen van Maldoror voorlas bij wijze van sprookjes. Later onderwees zij hem over internationaal avant-gardisme en loodste hem als een grootse curatrice door het modernisme van de twintigste eeuw. Aldus ontwikkelde hij in zijn jeugd al de eerste stelling tot wat later naar zijn manifest zou leiden. De som van Surrealisme, Existentialisme, Futurisme, Minimalisme en Décadence is: Depressionisme.

Geen ster op school, een man van 6- en 6+, verdiepte Orphelin zich tegelijkertijd in doodsrituelen uit de hele wereldgeschiedenis en las alles wat hij te pakken kon krijgen over het fenomeen suïcide, van oudsher veroordeeld, beschimpt en weggeschoven. Hij werd daarbij fanatiek aangemoedigd door Isidora, die mooi oprimpelde met het klimmen der jaren.

Ducasse koos voor een studie geschiedenis waarnaast hij zijn specialisme doorontwikkelde. Hij maakte kennis met de geheimzinnige en wat wereldvreemde medicijnenstudente Irène de Coubertin, die hem voordat er één woord was gewisseld meetroonde naar een veldje achter de faculteit en op onorthodoxe wijze aftrok. Nog diezelfde nacht wijdde zij hem in alle lagen van de erotiek in zoals een vroegrijp dier betaamt.

Irène oogde frêle, maar was naakt van een zeldzaam atletische volmaaktheid. Zij goochelde met hormonen en kreeg de haargroei die voor het eerst de grootste fetisj van Ducasse bloot legde. Haar frivool aangekondigde zelfmoord via preparaten, kort voor het afronden van haar studie, was de eerste die hij van nabij meemaakte, aan den lijve ondervond bij wijze van spreken. Het zette hem op het spoor van de ontbrekende schakel van het Depressionisme, haar slagader naar zou blijken: De cultus van de zelfverkozen dood en haar sublimering. Een en ander vereiste beheersing, toewijding, maar schonk ultieme vrijheid, de rust van absentie. Het viel hem op dat hij de vrouwelijke vorm koos voor ‘de slagader van het Depressionisme’ en voor ‘de zelfverkozen dood’, maar dat leek hem niet meer dan billijk; het wortelde uiteindelijk allemaal in de ontembare schoot van heidense moeder aarde, waardige matriarch in het universum.

Ondanks het verslinden van kennis was de eruditie van Ducasse beperkt. Hij wist weinig van de monotheïstische geloven. Religie over het algemeen had voor hem een gemankeerde lading, gold als surrogaat voor menselijk tekort. En aangezien het sinds mensenheugenis de wereld beheerste, werd hij een buitenbeentje tegen wil en dank, omdat hij categorisch weigerde de opgelegde stof tot zich te nemen.

Grootmoeder Isidora stierf in een bejaardentehuis waar het stonk naar pis, nadat zij al enkele maanden aan de vergetelheid was overgeleverd. Zij herkende zelfs haar kleinzoon niet meer, die het onbegrijpelijk vond dat deze in zijn ogen monsterlijke weg naar de dood voor een verworvenheid van beschaving doorging. Het gegeven definieerde het Depressionisme voorgoed waarin Ducasse de levenstaak zag die hem wachtte. Isidora liet hem genoeg na om zijn leven sober te slijten en zich dag en nacht te kunnen concentreren op de richtlijnen van zijn beweging in de dop: Het Genootschap der Depressionisten.

Ducasse had de boorden van het meer bereikt toen hij werd opgeschrikt door een paar explosies enkele kilometers verderop. Amerigo Solo had springstof gebruikt om een doorgang te forceren in het ondergrondse labyrint en vond daarmee een imposante grot waar geen eind aan leek te komen. Hij raakte door het dolle heen toen hij een ondergronds sterk ijzerhoudend meer tegenkwam dat zich zo een beetje onder de tennisbanen van Droomoord moest bevinden. Het gezellige geluid van een borrelend oppervlak, dat hier en daar wat gas plofjes losliet, verontruste hem in eerste instantie geenszins. De biochemicus genoot van een vertrouwd geluid dat nog eens werd gecanoniseerd door de omringende gewelven, tot hij zag hoe snel de bubbels zich vermeerderden en vergrootten. Hij haastte zich terug en hoorde achter zich het geborrel overgaan in gebrom. Hij startte het amfibievoertuig en begaf zich op topsnelheid naar Suicity, dat in diepe rust verkeerde.

Ducasse zag dat de rimpelingen in het woudmeer fel gekuifde golfjes werden en voelde de grond onder zijn voeten licht trillen. Hij voorzag onheil en besloot zijn missie te staken, waarvan hij niet wist dat deze nutteloos was geworden omdat Vogue face al hoog en breed in haar villa zat, Odessa in haar appartement. Oververmoeid zocht hij een onderkomen in een achtergelaten iglo en omarmde de slaap. Maar niet voor lang. Krijsend daalde Geronimo op hem neer en maakte met zijn vleugelslag duidelijk dat hij hem subiet moest volgen. Het water was inmiddels buiten zijn oevers getreden en klonk als een zuchtende mammoet. Ducasse had het idee de bergen in gevoerd te worden, terwijl hij wist dat het landgoed praktisch vlak was. De vegetatie herkende hij als die uit het hooggebergte en ook de vinnige kou deed een duit in het zakje om aan te nemen dat hij zich ergens op hoogte bevond waar hij nooit eerder was geweest. Of misschien toch, in zijn vroege jeugd op een uitgebreide vakantie met een oudoom, broer van Isidora, die als beroep pionier opgaf en er zich op liet voorstaan het inwendige van alle werelddelen te hebben bezocht. Hij was een graag geziene gast bij koloniale musea omdat hij de collecties regelmatig verrijkte met unieke giften, die hij overigens zelf vrij eenvoudig bemachtigde. Avonturier, charlatan, waren andere predikaten die hij kreeg opgeplakt, tot zijn heldenmoed in de Tweede wereldoorlog hem, postuum, in het middelpunt van de belangstelling plaatste en er een monument van hem voortleefde.

Het kwam nu goed van pas dat Ducasse, in zijn gevoerde parka, altijd te warm was gekleed voor de tijd van het jaar. Het had er alle schijn van dat zij een goed heenkomen zochten, ver van de bewoonde wereld, maar voor wat of wie was ten enen male onduidelijk. Vertrouwen op het instinct van Geronimo was hem voldoende.

Zij werden achterhaald door de XL bijen en naar het geluid te oordelen was ook Père Hibou in aantocht terwijl de lucht ijler en ijler werd en de ademstoten van Ducasse als wolkjes zijn mond verlieten.

Het moment waarop de eerste lichtstroken de volgende dag aankondigden maakte Amerigo eerst Soledad wakker, vervolgens Plimsoll en Desiderius en sloeg hij groot alarm met vanuit Paviljoen 1 aangestuurde strategisch opgestelde sirenes die de mensen aanspoorden, waar zij zich ook bevonden, direct naar het Abyssariaat te komen.

Vogue face was halverwege haar zwemmarathon in het golfslagbad en verzocht coach Holdsock de deining wat te temperen. De schakelaar regeerde contra. In plaats van wat rustiger water namen de golven een dreigende vorm aan op het moment dat de eerste alarmsignalen doorkwamen. Vanuit de put in het bassin welde het water in een krachtige stroom opwaarts en werd furieuzer met de seconde, sloeg uiteindelijk woest over de randen en spoelde de onfortuinlijke Vogue face en Holdsock weg als herfstbladeren. Een oorverdovend gekraak deed eerst het bad en daarna de hele villa klappen, terwijl ook op het terrein der paviljoens de spaanders in het rond vlogen.

Droomoord werd geteisterd door een tsunami. Of was het een vulkanische uitbarsting in werking gezet door het dynamiet van Solo? Als ratten in de val schoten Depressionisten en mecaniciennes alle kanten op in een ongelijke strijd met de verwoestende elementaire massamoordenaar en hadden geen schijn van kans op overleving. Het water rukte op met geraas. Ook het Lac de Cygne was in opstand gekomen en liet niets over van het hele domein. Het bruisende water uit twee richtingen vormde een vloedgolf op de grens van beide landgoederen en vernietigde de laatste resten van het verdronken gebied. Zelfs ’t Raethuys was afgebrokkeld en als een aangeslagen bokser ineen gezakt. Het amfibievoertuig waarin de Soli, Desiderius en Plimsoll hun toevlucht hadden gezocht, werd als een speelbal weggeslingerd en verzwolgen door het dodelijk wassende water. Er dreven ontwiekte windmolens, een ontwortelde Judaeae Canibalis, verdronken BeeBops, onaangetaste wassen beelden naast ontzielde cryonauten, onthoofde papaverbollen, splinters van Magenta’s totem.

Het geluid van een rotor duidde op een BeeBop. Zou er een overlevende zijn, voor wie nog maar één vraag kon tellen: Ben ik?

Uit: Suicity, een surrealistisch feuilleton in drie delen; elk deel bestaat uit 18 hoofdstukken. Van deel 1 maakten we een bibliofiel collector’s item, er zijn slechts 50 exemplaren gedrukt, in een luxe gebonden uitgave. Suicity pt. II begon met hoofdstuk 19 en eindigde met hoofdstuk 36. Suicity pt. III eindigt hier, bij hoofdstuk 54.

Dirk Maurits Polak (1953) is een fenomeen in de culturele scene van Amsterdam: vriend van Ramses Shaffy, Rob Scholte, Peter Schat en met name van Theo van Gogh. Hij is een rasmuzikant (oprichter en bandleider van de cultgroep Mecano) én een rasverteller. Polak groeide op tijdens de Europese wederopbouw in het levendige Amsterdam van de zestiger en zeventiger jaren. Hij was frontman van de spraakmakende in het alternatieve circuit opererende groep Mecano, vernoemd naar het in 1901 gepatenteerde speelgoed Meccano, waarvan één c werd geofferd omwille van eventuele strafvervolging. Polak is vader van twee kinderen, een zoon en een dochter, en is behept met zowel de signatuur van rebels beminnelijke authenticiteit, als met de sporen van een gelaagd leven zonder al te veel concessies.

--

--