EDUbox Mobiliteit: keuzes voor een duurzame ontknoping: handleiding voor leerkrachten

Kristien Rombouts
EDUboxvrt
Published in
15 min readNov 22, 2020

1. Over EDUbox

EDUbox is het digitaal educatief media format van VRT.

De EDUbox Mobiliteit: keuzes voor een duurzame ontknoping werd ontwikkeld samen met de partners imec, Brightlab en de Vlaamse Stichting Verkeerskunde.

Het format van EDUbox vereist niet dat je als leerkracht zelf diepgaand inzicht hebt in het onderwerp. De bedoeling is dat leerlingen zelf aan de slag kunnen met het materiaal.

Diepgaande kennis van de wegcode of de mobiliteitsproblematiek zijn dus geen vereisten om met je leerlingen aan de slag te gaan met deze EDUbox. De doelstelling is om leerlingen bewust te maken van de complexiteit van de mobiliteitsproblematiek en de impact van individuele en maatschappelijke keuzes.

2. Aansluiting bij de eindtermen

EDUbox is nadrukkelijk ontwikkeld voor jongeren uit zowel ASO-, KSO-, TSO- als BSO-richtingen.

EDUbox Mobiliteit richt zich tot leerlingen van de tweede en derde graad.

2.1. De nieuwe sleutelcompetenties

Op dit moment zijn de nieuwe eindtermen voor de tweede en de derde graad nog niet geïmplementeerd.

Het is duidelijk dat EDUbox Mobiliteit kan aansluiten bij de competenties rond duurzaamheid en burgerschap, rond lichamelijke, geestelijke en emotionele gezondheid (verkeersveiligheid, gezonde lucht), rond probleemoplossend en kritisch denken, rond ruimtelijk bewustzijn, en rond digitale competenties.

2.2. De huidige vakoverschrijdende eindtermen (2020–2021)

EDUbox Mobiliteit sluit perfect aan bij de volgende vakoverschrijdende eindtermen voor de tweede en derde graad:

Context 1 Lichamelijke gezondheid en veiligheid > Vakoverschrijdende eindtermen

15. De leerlingen beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.

Context 4 Omgeving en duurzame ontwikkeling > Vakoverschrijdende eindtermen

2. De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid.
3. De leerlingen zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen.

Stam > Vakoverschrijdende eindtermen

Kritisch denken
11. De leerlingen kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h.v. relevante criteria.
12. Kritisch denken: de leerlingen zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken.
13. Kritisch denken: de leerlingen kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken.

Open en constructieve houding
16. De leerlingen houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld.
17. De leerlingen toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten.

Voor alle onderwijsvormen kan het format van de EDUbox — met zowel tekst, filmpjes als hands-on stukken — gebruikt worden voor de eindtermen rond leren leren,

in het bijzonder “3. Informatieverwerving: De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen”

2.3 De huidige vakgebonden eindtermen tweede graad (2020–2021)

In de BSO-richtingen sluit de EDUbox Mobiliteit perfect aan bij de eindtermen van het project Algemene Vakken

BSO > Project Algemene Vakken > Eindtermen

1. Functionele taalvaardigheid

1. De leerlingen kunnen informatief luisteren en lezen.
5. De leerlingen kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten.

2. Functionele rekenvaardigheid

9. De leerlingen kunnen het begrip percent functioneel gebruiken.
14. De leerlingen kunnen een schematische voorstelling lezen en interpreteren.

4. Organisatiebekwaamheid

21. De leerlingen kunnen individuele opdrachten van beperkte omvang onder begeleiding organiseren, uitvoeren en evalueren.
22. De leerlingen kunnen bij groepsopdrachten onder begeleiding:
- overleggen en actief deelnemen
- instructies uitvoeren
- reflecteren

5. Tijd- en ruimtebewustzijn

34. De leerlingen respecteren het leefmilieu.

In de ASO-, KSO- en TSO-richtingen sluit deze EDUbox perfect aan bij de eindtermen van Aardrijkskunde.

11. De leerlingen kunnen op een eenvoudige manier de impact verklaren van:
- politieke invloedfactoren op kenmerken van aardrijkskundige entiteiten
- de technologische evolutie op de kenmerken van de aardrijkskundige entiteiten en verschijnselen

In TSO-, KSO- en ASO-richtingen kan deze EDUbox ook gebruikt worden binnen de lessen Nederlands voor de eindtermen 15–22 rond lezen, bijvoorbeeld:

22. De leerlingen zijn bereid om:
- te lezen
- lezend informatie te verzamelen over een bepaald onderwerp
- de verkregen informatie aan eigen kennis en inzicht te toetsen en te vergelijken met informatie uit andere bronnen
- te reflecteren op inhoud en vorm van de teksten
- hun persoonlijk oordeel over bepaalde teksten te formuleren, in vraag te stellen en eventueel te herzien

Verder zijn er nog aansluitingsmogelijkheden bij wetenschappen en wiskunde, onder meer:

ASO > Wetenschappen > Cesuurdoelen

3. De leerlingen kunnen twee- en driedimensionale voorstellingen van bestudeerde structuren interpreteren.

TSO > Wiskunde > Eindtermen

18. De leerlingen kunnen een gegeven tabel en grafiek interpreteren, minstens met betrekking tot:
- het aflezen van bepaalde waarden
- het aflezen van extreme waarden
- het interpreteren van het globale verloop (constant, stijgen, dalen)

2.4. De huidige vakgebonden eindtermen derde graad (2020–2021)

In de BSO-richtingen sluit de EDUbox Mobiliteit perfect aan bij de eindtermen van het project Algemene Vakken, onder meer via

Functionele tekstgeletterdheid (1–6), in het bijzonder
5. De leerlingen kunnen maatschappelijk relevante tekstinformatie kritisch beoordelen.
6. De leerlingen kunnen over maatschappelijk relevante tekstinformatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes.

Functionele kwantitatieve geletterdheid (7–12), in het bijzonder
11. De leerlingen kunnen maatschappelijk relevante kwantitatieve informatie kritisch beoordelen.
12. De leerlingen kunnen over maatschappelijk relevante kwantitatieve informatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes.

Problemen oplossen, in het bijzonder
19. De leerlingen kunnen zelfstandig de essentie van een probleem vatten en omschrijven.
20. De leerlingen kunnen bij een probleem beïnvloedende factoren achterhalen, ze vervolgens volgens belangrijkheid rangschikken en de relaties ertussen aangeven.

In de ASO-, KSO- en TSO-richtingen is deze EDUbox ideaal lesmateriaal voor het vak Aardrijkskunde en om volgende eindtermen te behalen:

ASO > Aardrijkskunde > Eindtermen

  1. Kennis o.m.
    7. De leerlingen kunnen de invloed van menselijke activiteiten op het milieu zoals: broeikaseffect, natuurrampen, zure regen, waterbeheersing, bodemdegradatie en -verbetering met voorbeelden illustreren.
    13. De leerlingen kunnen met voorbeelden het belang van instrumenten van ruimtelijke planning en van milieubeleid toelichten.
  2. Attitudes o.m.
    26. De leerlingen kunnen voorstellen aanbrengen voor het ruimtegebruik in het kader van duurzame ontwikkeling.
    27. De leerlingen zijn kritisch tegenover aangeboden informatie zoals die m.b.t. ontwikkelings-, welvaarts- en milieuproblemen.
    28. De leerlingen zien mogelijkheden om op een positieve manier te participeren in beleidsbeslissingen inzake milieubeleid en ruimtelijke ordening.
    29. De leerlingen zijn bereid om lokale problemen van milieu en samenleving in een globale context te plaatsen.

KSO/TSO > Aardrijkskunde > Eindtermen

7. Herkennen dat demografische evoluties op sociaal-economisch, technologisch en ecologisch vlak regionale en mondiale gevolgen hebben.
8. Illustreren dat duurzame ontwikkeling mede bepaald wordt door gebruik en ordening van de ruimte.

In TSO, KSO en ASO-richtingen kan deze EDUbox ook gebruikt worden binnen de lessen Nederlands voor de eindtermen 12–18 rond lezen, onder meer:

18. De leerlingen zijn bereid om:
- te lezen
- lezend informatie te verzamelen over een bepaald onderwerp
- de verkregen informatie aan eigen kennis en inzicht te toetsen en te vergelijken met informatie uit andere bronnen
- te reflecteren op inhoud en vorm van de teksten
- hun persoonlijk oordeel over bepaalde teksten te formuleren, in vraag te stellen en eventueel te herzien

3. Tips voor in de klas

3.1. Even praktisch

De EDUbox Mobiliteit is ontworpen om leerlingen in een tweetal lesuren te laten reflecteren over mobiliteit en de complexe relaties tussen alle elementen die daarbij een rol spelen. De EDUbox moedigt aan om na te denken over zowel individuele als maatschappelijke keuzes.

In de klas of via afstandsleren
EDUbox Mobiliteit is volledig digitaal, de leerlingen kunnen de volledige les doorlopen op pc of tablet. Het formaat, een mix van online inhoud en discussiemateriaal kan zowel in de klas als tijdens afstandsleren gebruikt worden.

We moedigen aan om de leerlingen in groepjes te laten samenwerken. Ideaal heeft elke leerling een eigen pc of tablet, omdat er ook een individuele vragenlijst in deze EDUbox zit. Als dat niet kan, volstaat ook een pc of tablet per groepje, de leerlingen kunnen dan de individuele vragenlijst ook na elkaar invullen.

De pdf-versie is downloadbaar en kan ter ondersteuning gebruikt worden, met name voor de meer theoretische inhoud in hoofdstuk 2 of wanneer er niet voor elke leerling een pc ter beschikking is. De pdf-versie bevat exact dezelfde tekstinhoud, maar voor de online zelftest, simulatie en filmpjes moeten de leerlingen wel online kunnen gaan.

Inhoud en verloop
De EDUbox bestaat uit 4 hoofdstukken:

  1. Mijn mobiliteit (blauwe kaartjes)
  2. Verkeer in de knoop (groene kaartjes)
  3. Aan de slag (rode kaartjes), met een simulatie en stellingenspel
  4. Meer weten

In hoofdstuk 1 starten de leerlingen met een zelftest, dit is het vertrekpunt om in groep over hun mobiliteit te praten. Verder komt het aspect verkeersveiligheid aan bod.

Hoofdstuk 2 biedt achtergrondinformatie en een theoretisch kader waarmee de leerlingen nadien in hoofdstuk 3 aan de slag gaan om de verschillende aspecten van mobiliteit tegen elkaar af te wegen. In een simulatieoefening denken ze na over de impact van collectieve keuzes. Daarna kunnen ze in een stellingspel nadenken over persoonlijke keuzes.

Hoofdstuk 4 Meer weten ten slotte bevat verwijzingen naar nog meer materiaal voor de leerlingen.

Deze handleiding verwijst onderaan ook naar verder lesmateriaal en uitbreidingsmogelijkheden.

3.2. Hoofdstuk 1: Mijn Mobiliteit (blauwe kaartjes)

1. Hoe verplaats jij je? (zelftest — kaartjes 5- 7)

De leerlingen vullen individueel de online zelftest in. (pagina 6)
Let op: de leerlingen moeten op het zwarte pijltje drukken om verder te gaan met de bevraging (en niet op het blauwe vakje ‘volgende’).

De zelftest stelt vragen over functionele verplaatsingen (naar school), vrijetijdsverplaatsingen, onlineaankopen en vakanties.

De uitkomst van de zelftest is een van volgende drie profielen:

Flitsende luipaard (0–6 punten)
Als je onderweg bent, verlies je graag zo weinig mogelijk tijd. Je reist liefst op een comfortabele manier en wil zeker zijn dat je op tijd zal aankomen. Of misschien denk je zelf nog niet echt na over hoe je je verplaatst en beslissen je ouders in jouw plaats. Maar of je nu naar school, je vrienden of op vakantie gaat: je wil wel graag dat het duidelijk is en goed vooruit gaat.

Flexibele kameleon (7–12 punten)
Je verplaatst je op verschillende manieren. De ene keer neem je de fiets, voor een andere rit het openbaar vervoer. En misschien ga je af en toe zelfs te voet. Je durft ook wel eens online spullen te bestellen, wat dan weer betekent dat er bestelwagens of brommers tot aan je voordeur moeten komen. Zo nu en dan kies je bewust voor de manier waarop je je verplaatst en denk je daarbij aan het milieu of je gezondheid. Maar soms heb je gewoon geen alternatief.

Moedwillige zebra (13–18 punten)
Je bent heel bewust bezig met hoe je je verplaatst. Bij het maken van elke keuze hou je rekening met verschillende zaken: het milieu, je gezondheid en misschien zelfs je veiligheid in het verkeer. Je weet namelijk dat al jouw keuzes ook een impact hebben op de wereld rondom jou. Daar wil je naar handelen. Heb je deze attitude van thuis uit meegekregen? Of is dit iets wat je jezelf aangeleerd hebt?

Mensen maken keuzes om verschillende redenen
Dit is het vertrekpunt om de leerlingen in groep kort over hun mobiliteitskeuzes te laten praten.

Benoem ook dat mensen keuzes maken om verschillende redenen. Misschien woont iemand ver van school, maar wel dicht bij familie.

Ook over de effecten van online shoppen kan een klasleergesprek geïnitieerd worden. Wat zijn de effecten van online shoppen op het verkeer? Kan dat ook anders?

Jongeren zijn uiteraard voor veel keuzes afhankelijk van de keuzes die hun ouders maken. Daarom zullen we deze EDUbox in deel 3 ook afsluiten met een blik in de toekomst (Welke keuzes maak jij binnen 10 jaar?).

2. Veilig onderweg (pagina 8 en 9)

Verkeersveiligheid is een actueel thema dat helaas te vaak aansluit bij de leefwereld van de jongeren.

Uitbreidingsmogelijkheden
Hierrond verder werken binnen het vak aardrijkskunde kan met het burgerwetenschapsproject fietsbarometer (derde graad) of Weg Van ‘t School (eerste graad, ook gericht op impact en verandering). Zie ook de andere uitbreidingsmogelijkheden onderaan deze handleiding.

Misschien willen jullie ook verder gaan en is er een leerlingenraad en een werkgroep Verkeer? Misschien zijn deze lessen een goede aanleiding om het verkeersbeleid binnen jullie school te versterken? Kunnen jullie samenwerken met andere actoren om impact en verandering te bekomen?

3.3. Hoofdstuk 2: Verkeer in de knoop (groene kaartjes)

In het eerste deel van dit hoofdstuk introduceren we de verschillende aspecten die beïnvloed worden door onze collectieve keuzes van vervoersmiddelen. Met deze parameters zullen de leerlingen verder in de simulatie aan de slag gaan.

We herhalen onze definities (pagina 12–15) hier nog even:

Impact op de mens (“PEOPLE”)
bereikbaarheid
: We kunnen ons voor een activiteit verplaatsen van punt A naar punt B.
veiligheid: We willen ons veilig verplaatsen, zonder gewond te raken of te sterven.
leefbaarheid: Autoverkeer kan leiden tot veel geluid en drukte; fietsverkeer juist niet.
gezondheid: We kunnen ons op een sportieve manier verplaatsen, meer bewegen is gezond.

Impact op de economie (“PROFIT”)
economie:
Transport van spullen en ritten voor het werk dragen bij aan de economie.
doorstroming: Vertragingen of files leiden tot tijdverlies.

Impact op het milieu (“PLANET”)
luchtkwaliteit
: Stikstof (NOx), fijn stof en andere uitstoot leidt tot slechtere luchtkwaliteit.
klimaat: CO2-uitstoot draagt bij aan de klimaatverandering.

Het verkeer staat stil — Oorzaken van de mobiliteitsknoop (pagina 16–22)

Tip: Deze kaartjes bevatten veel relevante informatie, maar vragen ook dat de leerlingen een inspanning doen om te lezen. Eventueel kan je deze inhoud ook klassikaal doceren.

Iedereen mee?
Het einde van het hoofdstuk 2 is een goed moment om te peilen of de leerlingen de inhoud begrijpen. Als de leerlingen met de kaartjes aan de slag zijn, zie je goed wanneer ze hier zijn aangekomen: hoofdstuk 2 is groen, hoofdstuk 3 is rood. Focus vooral op de woordenschat en terminologie binnen de mobiliteitswereld die misschien nog onbekend waren. Wij dachten alvast aan volgende termen.

Verklarende woordenlijst — hoofdstuk 2

  • Vervoersmiddelen: een object dat bedoeld is om personen of goederen te vervoeren. Voorbeelden hiervan zijn de auto, de fiets en de trein.
  • Maatschappij: het begrip maatschappij valt grotendeels samen met de notie samenleving, maar legt meer de nadruk op de institutionele, ordenende aspecten van de samenleving.
  • Impact: De gevolgen, de invloed of het effect van een gebeurtenis op iets of iemand.
  • Infrastructuur: zijn voorzieningen waardoor transport mogelijk is, zoals wegen, spoorlijnen, leidingen, havens, bruggen en vliegvelden.

3.4. Hoofdstuk 3: Aan de slag (rode kaartjes)

1. Maak iedereen mobiel (interactieve simulatie)

In hoofdstuk 3.1 ontdekken de leerlingen eerst met de hulp van een interactieve tool dat mobiliteitsbeleid een evenwicht zoeken is tussen people, planet en profit. In de interactieve tool moeten ze ‘iedereen in beweging brengen’ en de verhoudingen kiezen van de vervoersmiddelen waarmee deze verplaatsingen gebeuren. Deze keuzes hebben impact op de verschillende parameters: bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid, gezondheid, economie, doorstroming, luchtkwaliteit en klimaat.

Disclaimer: dit is een sterk vereenvoudigd model, bedoeld om reflectie en discussie aan te moedigen en inzichten te creëren. Het vereenvoudigde model is gebaseerd op cijfermateriaal maar uiteraard is de realiteit nog veel complexer. Dit model is geenszins een nauwkeurige voorspeller.

We herhalen onze definities (pagina 12–15) hier nog even:

Impact op de mens (“PEOPLE”)
bereikbaarheid
: We kunnen ons voor een activiteit verplaatsen van punt A naar punt B.
veiligheid: We willen ons veilig verplaatsen, zonder gewond te raken of te sterven.
leefbaarheid: Autoverkeer kan leiden tot veel geluid en drukte; fietsverkeer juist niet.
gezondheid: We kunnen ons op een sportieve manier verplaatsen, meer bewegen is gezond.

Impact op de economie (“PROFIT”)
economie:
Transport van spullen en ritten voor het werk dragen bij aan de economie.
doorstroming: Vertragingen of files leiden tot tijdverlies.

Impact op het milieu (“PLANET”)
luchtkwaliteit
: Stikstof (NOx), fijn stof en andere uitstoot leidt tot slechtere luchtkwaliteit.
klimaat: CO2-uitstoot draagt bij aan de klimaatverandering.

Gaandeweg worden de verschillende parameters geïntroduceerd. De leerlingen zien de definities van de parameters (onderaan hun scherm) door hun muis over het betreffende icoontje te bewegen.

Tegelijkertijd neemt ook het aantal redenen om je te verplaatsen en het aantal verplaatsingen toe. Deze tool gebruikt volgende categorieën van verplaatsingen (pagina 23).

Pendelen: alle verplaatsingen van bij je thuis naar het werk of de school of omgekeerd.
Winkelen: elke tocht naar de supermarkt, de bank of de dokter, of als je onderweg bent om te shoppen, valt binnen deze categorie.
Vrije tijd: ben je op weg naar de sportclub, naar vrienden of familie, of naar de film? Dan hoort je verplaatsing in deze groep.
Vrachtvervoer: dit is elk transport van spullen en goederen naar de winkel of leveringen bij je thuis.

In de eerste schermen hebben de leerlingen slechts beperkte keuzemogelijkheden. Dat is om de tool, de vervoersmiddelen, de verplaatsingsredenen en de impact op de parameters te leren kennen.

In het eerste scherm moet de leerlingen de verplaatsingen naar 100% brengen, vooraleer hij of zij verder kan.

De interactieve tool introduceert eerst de vervoersmiddelen.

Daarna de vervoersredenen, ofwel de categorieën van verplaatsingen.

De leerlingen krijgen onmiddellijke interactieve feedback van de impact van de keuze van hun verdeling van vervoersmiddelen op hoger genoemde parameters (gezondheid, leefbaarheid, ….). Deze parameters zijn te vinden onderaan het scherm:

Ze krijgen visuele feedback in hoe de stad verandert.

Pas als de som in elke kolom 100% is (te verdelen over de verschillende vervoersmiddelen), kan de leerling naar het volgende scherm doorklikken.

Op het einde vraagt de tool aan de gebruiker om de resultaten te kopiëren en door te mailen. Leerlingen kunnen ze naar zichzelf en eventueel ook naar de leerkracht mailen. Nadien sluiten ze deze link en keren ze terug naar de EDUbox.

Klassikale reflectie

Deze oefening gaat over de impact van maatschappelijke en collectieve keuzes. Na deze oefening is het een opnieuw een goed moment voor een korte klassikale reflectie of discussiemoment in groep.

Richtvragen

  • Vond je het moeilijk om een keuze te maken tussen de verschillende vervoersmiddelen?
  • Heb je het idee dat je slimme keuzes hebt gemaakt? Waarom wel/niet?
  • Heb je een leefbare stad gecreëerd? Waarom wel/niet?
  • Welke parameters vond jij het belangrijkst? Met welke heb je het meest rekening gehouden? Waarom?
  • In geval van groepswerk: Vond je het moeilijk om als groep beslissingen te nemen? Waren er meningsverschillen? Waarover gingen deze meningsverschillen?

Uiteraard is hier ruimte voor discussie en zijn er soms onverwachte gevolgen of neveneffecten op parameters van bepaalde keuzes.

2. De verkeersknoop ontward

De video in 3.2. vertelt welke technologische ontwikkelingen in de toekomst kunnen bijdragen aan het ontwarren van de verkeersknoop. Nadien krijgen ze deze en wat extra informatie in een samenvattend kaartje.

3. Je mobiliteit binnen tien jaar

Na de video (in 3.2.) spelen de leerlingen het stellingspel waar ze nadenken over hun eigen mobiliteit in de toekomst. De leerlingen krijgen een aantal dilemma’s met soms schijnbare tegenstellingen.

De cirkel is zo rond: hun eigen mobiliteit vandaag in hoofdstuk 1, maatschappelijke impact van mobiliteit in hoofdstuk 2, maatschappelijke keuzes in hoofdstuk 3.1 en hun toekomstige individuele keuzes in hoofdstuk 3.3. Want mobiliteit gaat over individuele keuzes die bijdragen aan het collectief resultaat.

Afsluiten kan ook best met opnieuw een individuele of klassikale reflectie, waarop de jongeren worden uitgenodigd om te benoemen wat ze leerden. Dit kan op natuurlijke wijze voortvloeien uit het stellingenspel.

4. Wat na de EDUbox?

De EDUbox Mobiliteit raakt een aantal thema’s rond de complexe mobiliteitsdiscussie aan en doet leerlingen reflecteren over hun persoonlijke en maatschappelijke keuzes. Voor leerlingen en leerkrachten die hier verder mee aan de slag willen gaan, verwijzen we met plezier door naar volgend lesmateriaal en lespakketten.

4.1. Fietsbarometer (3de graad)

Fietsbarometer is een burgerwetenschapsproject van UGent en de steun van het departement EWI. Fietsbarometer bevat een uitgebreid en goed doordacht gratis lespakket rond GIS en Mobiliteit.

Met behulp van de Fietsbarometer worden leerlingen als burgerwetenschappers betrokken bij de fietsveiligheid in hun schoolomgeving. Ze duiden hun eigen routes aan, beoordelen de fietsveiligheid ervan en gaan hiermee aan de slag in een Geografisch Informatie Systeem (GIS).

4.2. Weg Van ‘t School (1e graad)

Weg Van ‘t School is een volwaardig gratis STEM-project voor de eerste graad van Brightlab, in samenwerking met Cera en GoWithVelo. Het gebruikt onderdelen van Fietsbarometer (zie hierboven) maar focust verder op impact en het ontwerpend leren door de leerlingen ook oplossingen te laten ontwerpen en hierover te communiceren.

4.3. Verkeer in de klas

Verkeer in de klas is een leerplatform over verkeerseducatie voor het secundair onderwijs van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde.

Leerkrachten vinden op www.verkeerindeklas.be kant-en-klaar lesmateriaal waarmee ze zelf lessen verkeer en mobiliteit kunnen geven op maat van de leerlingen. Ze kunnen de inzet en vooruitgang van elke leerling op elk moment opvolgen. Leerlingen kunnen er zelfstandig hun kennis van het verkeer trainen en testen. Ze krijgen toegang tot het leerplatform met een code die ze van de leerkracht ontvangen.

--

--