EDUbox Pandemie: Een uitdaging voor mens en wetenschap

Kristien Rombouts
EDUboxvrt
Published in
17 min readMay 19, 2021

Leer hoe je als leerkracht of begeleider met de EDUbox Pandemie aan de slag gaat in de les.

De handleiding van de EDUbox Pandemie: Een uitdaging voor mens en wetenschap is tot stand gekomen met de hulp van VRT NWS, Brightlab, imec, het Tropisch Instituut voor Geneeskunde, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en Health House.

Inhoudsopgave van de handleiding:

  • 1. Over EDUbox
  • 2. Even praktisch
  • 3. Tips en verloop
  • 4. Woordenlijst
  • 5. Aansluiting bij de eindtermen

1. Over EDUbox

EDUbox is het digitaal educatief media format van VRT. Het EDUbox-format vereist niet dat je als leerkracht zelf diepgaand inzicht hebt in het onderwerp. De bedoeling is dat leerlingen zelf aan de slag kunnen met het materiaal. Je begeleidt en monitort als leerkracht het proces, je coacht waar nodig.

De EDUbox Pandemie werd ontwikkeld met de partners imec, Brightlab, het Instituut voor Tropische Geneeskunde, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en Health House.

EDUbox is nadrukkelijk ontwikkeld voor jongeren uit zowel ASO-, KSO-, TSO- als BSO-richtingen. De EDUbox Pandemie richt zich tot leerlingen van de tweede en derde graad.

De EDUbox Pandemie bestaat uit fiches, in de vorm van een fysieke doos of een interactieve website, en een speciaal voor deze EDUbox ontwikkelde simulator. EDUbox hanteert verschillende didactische vormen: tekst, video, en online-simulaties worden afgewisseld met stukken waarin de jongeren worden aangemoedigd aan elkaar bepaalde aspecten uit te leggen en met elkaar in gesprek te gaan.

Onderaan deze handleiding vind je een woordenlijst met termen die geïntroduceerd worden en de lijst van de relevante eindtermen waar deze EDUbox bij kan aansluiten.

2. Even praktisch

2.1. Tijdsbesteding

De EDUbox Pandemie is ontworpen om in een tweetal lesuren een introductie te geven in de mechanismen achter enerzijds het ontstaan van een pandemie en anderzijds de mogelijkheden om een pandemie te bestrijden.

Voor leerlingen die zich zo lang kunnen concentreren is het ideaal om twee aaneengesloten lesuren te hebben.

2.2. Zelfstandig groepswerk, de leerkracht als begeleider

De EDUbox Pandemie is enerzijds beschikbaar als fysieke doos of downloadbare pdf.

Daarnaast kan hij ook volledig digitaal doorlopen worden via de interactieve website. De leerlingen kunnen de integrale box dan in groepjes doornemen op pc of tablet. Dit format — met een mix van tekst, video en discussiemateriaal — kan zowel in de klas als tijdens afstandsleren gebruikt worden. Elk groepje heeft bij voorkeur minimaal één pc (voorkeur) of tablet met goede internetverbinding nodig. We gaan er ook van uit dat de meerderheid van de leerlingen hun eigen smartphone hebben.

We moedigen aan om de leerlingen in groepjes van maximaal vijf leerlingen te laten samenwerken. Ideaal heeft elke groepje een pc of tablet, en heeft elke leerling een smartphone of tablet omdat er ook een individuele vragenlijst in deze EDUbox zit. Als dat niet kan, volstaat ook een pc of tablet per groepje, de leerlingen kunnen dan de individuele vragenlijst ook na elkaar invullen.

De downloadbare pdf kan ter ondersteuning gebruikt worden, met name voor de meer theoretische inhoud in hoofdstuk 2 of wanneer er niet voor elke leerling een pc, tablet of smartphone ter beschikking is. De pdf-versie bevat exact dezelfde tekstinhoud, maar voor de vragenlijst, simulatie en filmpjes moeten de leerlingen wel online kunnen gaan.

2.3. PC/tablet of smartphone versus geprinte versie

Als er minimaal een goede pc per groepje ter beschikking is, kunnen de leerlingen gezamenlijk op het scherm lezen. Als er enkel een smartphone of kleine tablet ter beschikking is, is het handiger om een geprinte versie van de EDUbox te voorzien, eventueel een exemplaar voor elke leerling.

De leerlingen kunnen dan op papier lezen, en gezamenlijk de filmpjes en simulaties op de tablet/smartphone uitvoeren. Je kiest dus als leerkracht tussen deze twee mogelijkheden:

  1. Op PC of tablet: online doorlopen van de interactieve website
  2. Met de fysieke doos of de afgedrukte kaartjes en een pc, tablet of smartphone voor de filmpjes en de online simulaties

De EDUbox bestaat uit 4 delen. Elk deel heeft een andere kleur zodat je rondwandelend door de klas gemakkelijk als leerkracht kan monitoren waar elk groepje ongeveer zit.

2.4. Inhoud en opbouw

In Deel1 — Van pandemie naar pandemie (blauwe kaartjes) bespreken we volgende onderwerpen:

  • Wat deed COVID-19 met jou en met anderen?
  • Pandemieën in de geschiedenis
  • Factoren die bijdragen aan een pandemie
  • Wetenschap (en voortschrijdend inzicht): de wetenschappelijke methode

In Deel 2 — De wetenschap achter een pandemie (groene kaartjes) geven we een introductie opvolgende onderwerpen:

  • Hoe word je ziek (pathogenen, virussen, immuunsysteem)
  • De wiskunde achter een pandemie (reproductiegetal, exponentiële curve)
  • Hoe pak je een pandemie aan? (eigen gedrag, overheidsmaatregelen, testen en tracen, immuniteit opbouwen, vaccins, genezen)

Deel 3 — Aan de slag (rode kaartjes): online simulator met ziekte-uitbraken waarin de leerlingen het effect van de verschillende concepten uit deel 2 uitproberen.

Deel 4 — Meer weten: verwijzing naar diepgaander lesmateriaal (uitbreidingen en verdiepingen)

3. Tips en verloop

Deel 1: Van pandemie naar pandemie (blauwe kaartjes — 20 minuten)

  • 1.1. Wat deed COVID-19 met jou (en met anderen)?
    (korte individuele reflectie en klasgesprek)

De EDUbox start met een korte individuele reflectie over hoe de leerlingen de COVID-19-pandemie hebben beleefd. Hiervoor vullen ze een (anonieme) zelftest in. Vervolgens kan een kort klasgesprek hierover zeer zinvol zijn voor leerlingen, dit sluit bovendien ook goed aan bij de eindtermen rond mentale gezondheid.

Tip: Wij voorzagen hiervoor een tiental minuten, maar jij kent je leerlingen het best. Misschien moet je in jouw klasgroep hiervoor extra tijd uitrekken.

  • Pandemieën in de geschiedenis

Er waren eerder pandemieën en wellicht zullen er nog komen.

Tip: als leerkracht kan je hier al vragen stellen over wat er nu anders is: waarom lijken de pandemieën elkaar nu sneller op te volgen? Wat helpt om ze sneller onder controle te krijgen? Deze aspecten worden in de volgende hoofdstukken behandeld.

  • 1.2. Risico op een pandemie (spreekoefening)

Didactische insteek: Als je het aan iemand anders kan uitleggen, heb je het echt verwerkt.

Optie 1 - De leerlingen hebben elk een smartphone of tablet

Voor dit onderdeeltje gebruiken we een digitale tool ‘Spreekbeurt’. De leerlingen klikken op de QR-code op de pagina of scannen deze code om naar de website onderwijs.vrt.be/edubox-games/pandemie/ te gaan.

De leerlingen maken nadien een groepje (kamer) aan.

Vervolgens scannen ze met hun eigen smartphone elk de ‘kamercode’ om de kamer binnen te gaan. Op hun smartphone wordt dan hun naam gevraagd om de kamer binnen te gaan.

Wanneer iedereen van het groepje de kamer binnen is, starten ze de kamer op de pc/tablet.

Zodra op de pc/tablet op start is gedrukt krijgen de groepsleden op hun eigen smartphone dan elk één of enkele factoren die bijdragen aan een pandemie te zien. Ze lezen elk hun eigen kaartje.

Daarna leggen ze elk hun eigen kaartjes aan elkaar uit.

Na deze oefening keren de leerlingen terug naar het EDUbox tabblad.

Optie 2 - De leerlingen gebruiken geen smartphones of tablets

Druk dan de downloadbare pdf af en geef elk groepje de vijf kaartjes met elk een factor die bijdraagt aan een pandemie (verstedelijking, nieuwe plaatsen inpalmen, globalisatie, ontbossen, desinformatie). De leerlingen verdelen in hun groepje de kaartjes onder elkaar. De methodologie is verder identiek, elke leerling leest een of enkele kaartjes en vertelt de inhoud aan zijn medeleerlingen.

  • 1.3. Met dank aan de wetenschap: de wetenschappelijke methode en voortschrijdend inzicht (video)

Wetenschap speelt een enorme rol in het bedwingen van een pandemie. Op deze kaartjes en in de video lichten we de wetenschappelijke methode kort toe en kaderen we enkele discussies tijdens de COVID-19-pandemie.

Tip: Je kan aan de leerlingen ook vragen of ze zelf andere voorbeelden kennen van de wetenschappelijke methode en het voortschrijdend inzicht dat daarmee gepaard gaat (bijvoorbeeld de discussie over mondmaskers).

Deel 2: De wetenschap achter een pandemie (groene kaartjes — 30 minuten)

Dit deel, de groene kaartjes, is het meest theoretische stuk van de EDUbox. Dit deel introduceert een aantal termen (zie woordenlijst onderaan), maar het is — afhankelijk van de voorkennis van je leerlingen — slechts een opfrisser of een allereerste introductie. Als leerkracht kan je kiezen om op deze onderdelen dieper in te gaan in functie van de leerdoelen die je wenst te bereiken. In deel 4 verwijzen we je hiervoor naar relevant lesmateriaal.

  • 1. Hoe word je ziek ?

In dit deeltje worden volgende termen kort aangeraakt: drie domeinensysteem, pathogenen, virussen. De werking van het immuunsysteem wordt geïntroduceerd.

  • 2. De wiskunde achter een pandemie (reproductiegetal, exponentiële curve)

In dit deeltje wordt het verschil tussen een lineair en exponentieel verlopende curve geïllustreerd. De concepten reproductiegetal en mortaliteit worden geïntroduceerd. Aan de hand van korte oefeningen uit de online simulator die de leerlingen later in deel 3 zullen gebruiken, kunnen ze experimenteren met het effect van die parameters.

Tip: Moedig de leerlingen aan om te experimenteren met deze cijfers. Wat gebeurt er als de mortaliteit heel hoog is, maar het reproductiegetal laag? En omgekeerd?

  • 3. Hoe pak je een pandemie aan?
    (eigen gedrag, overheidsmaatregelen, testen en tracen, immuniteit opbouwen, vaccins, genezen)

Deel 3: Aan de slag! (rode kaartjes — 30 minuten)

In dit gedeelte gaan de jongeren zelf met een simulator aan de slag. Zij zijn de leiders van een stadje met 1600 inwoners. Er duikt een nieuwe, onbekende ziekteverwekker op, die één persoon heeft besmet. De doelstelling van de simulator is om de epidemie een halt toe te roepen, maar ook om de juiste maatregelen te kiezen.

De maatregelen worden in volgende vier groepen geïntroduceerd:

  1. Eigen gedrag
  2. Overheidsmaatregelen
  3. Testen en tracen
  4. Behandelen en vaccineren

Er is iemand ziek, over welke ziekteverwekker gaat het? (Dag 0)

In de simulator kunnen de leerlingen kiezen uit drie ziekteverwekkers die zich elk anders gedragen. Bij de keuze voor een ziekteverwekker horen ook een bijhorende mortaliteit en besmettelijkheid. (Deze parameters kunnen de leerlingen nu dus niet meer verschuiven.)

De doelstelling van de simulator is om de epidemie een halt toe te roepen, maar ook om de juiste maatregelen te kiezen.

  • Ziekteverwekker 1: Deze ziekteverwekker verspreidt zich via zweet, bloed, urine of andere lichaamsvochten van een besmet persoon. Bij direct contact met een van deze vloeistoffen raakt iemand gemakkelijk besmet. Mensen die de ziekte krijgen, hebben ook een grote kans om te sterven.
  • Ziekteverwekker 2: Deze pathogeen verspreidt zich via de lucht. Hij is redelijk besmettelijk en kan zich dus snel verspreiden. De mortaliteit is eerder beperkt.
  • Ziekteverwekker 3: Deze ziektekiem verspreidt zich via de lucht. Door zijn lage Rt-waarde is de kans op besmetting met deze ziekteverwekker niet groot. Er sterven maar weinig mensen aan deze ziekte.

Stap 1: Maatregelen nodig: eigen gedrag (dag 14)

Op dag 14 zijn er al een heleboel mensen ziek, de leerlingen moeten maatregelen opleggen aan hun stadje. De aangeklikte maatregelen zijn in de simulatie lichter van kleur.

Stap 2: Zijn er nog andere maatregelen nodig? Overheidsmaatregelen (dag 28)

In deze stap zien de leerlingen het effect van de genomen maatregelen 14 dagen later, dus op dag 28. De blauwe figuurtjes zijn genezen, de rode gestorven, de gele ziek en de groene nog gezond. In de overzichtscurves rechts zien de leerlingen ook wat er zonder maatregelen gebeurd zou zijn. Maar misschien zijn er nu nieuwe maatregelen nodig? De leerlingen kunnen nu kiezen uit een andere set maatregelen. Moeten ze winkels en horeca sluiten, bijvoorbeeld? Of ook de scholen?

Stap 3: Is testing en tracing nodig? (dag 42)

Krijg je het virus stilaan onder controle? Nu is het moment om te overwegen of je ook testing of tracing inzet. Selecteer één maatregel.

Stap 4: Kunnen we behandelen, is er een vaccin? (dag 56)

Je kan ervoor kiezen om te vaccineren, een onderzoek naar een nieuw medicijn op te starten of een bestaand medicijn te testen.

EINDSCHERM: Welk resultaat heb je behaald?

Afhankelijk van je resultaat (heb je de ziekte onder controle gekregen, of is iedereen ziek/dood?) eindigt de simulatie na 56 tot 70 dagen. Je krijgt dan te zien hoeveel mensen ziek zijn geworden, en hoeveel er zijn hersteld en gestorven.

Tip: Moedig de leerlingen aan om verschillende scenario’s te doorlopen en het effect te ervaren van de verschillende ziekteverwekkers en types maatregelen. Ze kunnen altijd terugkeren en iets anders proberen! En wanneer ze een uitdaging hebben verloren of gewonnen, krijgen ze steeds de knop ‘Nog een uitdaging’ te zien. Dan krijgen ze een nieuwe situatie.

Afsluiten (10 minuten)

We adviseren om af te sluiten met opnieuw een individuele of klassikale reflectie, waarop de jongeren worden uitgenodigd om te benoemen wat ze leerden. Waak erover dat de jongeren met een gevoel van hoop afsluiten.

Enkele richtvragen:

  • Wat heb je geleerd uit de simulator? Wat voor soort maatregelen moest je invoeren? Wat was het effect van dat soort maatregelen? Wanneer zou je dit soort maatregelen ook in het echt willen invoeren? Waarom en waarom niet?
  • Er waren eerder pandemieën en waarschijnlijk zullen er nog komen. Wat heb jij geleerd tijdens de vorige pandemie? Wat hoop je dat de wereld heeft geleerd tijdens de afgelopen pandemie? Hoe kunnen we ons beter voorbereiden op de toekomst?
  • Wat zijn belangrijke verschillen tussen bijvoorbeeld de pest en de COVID-19-pandemie? Tussen de Spaanse griep en COVID-19?

Deel 4 — Meer weten (Uitbreiding en verdieping)

Afhankelijk van de voorkennis van jouw leerlingen en de leerdoelen die je wenst te bereiken kan je op bepaalde onderdelen van deze EDUbox dieper ingaan. De partners van EDUbox Pandemie hebben zeer veel relevant lesmateriaal ter beschikking. In Deel 4 vind je hiervan al een korte oplijsting.

4. Woordenlijst

Volgende termen komen in deze EDUbox aan bod. Afhankelijk van de voorkennis van je leerlingen is het zinvol om deze termen extra toe te lichten, of hen als evaluatie te vragen enkele van deze termen te verklaren.

Deel 1

  • Wereldgezondheidsorganisatie — World Health Organization
  • (Wetenschappelijke) consensus
  • Epidemie
  • Pandemie
  • Infectieziekten
  • Globalisatie
  • Hoax

Deel 2

  • Drie domeinensysteem
  • Bacteria
  • Archaea
  • Eukarya
  • Pathogenen
  • Micro-organismen
  • Virus
  • Bacterie
  • Parasiet
  • Schimmel
  • Reproductiegetal
  • Mortaliteit
  • Antilichamen
  • Multidisciplinaire aanpak

5. Aansluiting bij de eindtermen

EDUbox is nadrukkelijk ontwikkeld voor jongeren uit zowel ASO-, KSO-, TSO- als BSO-richtingen. EDUbox Pandemie richt zich tot leerlingen van de tweede en derde graad.

5.1. Voor modernisering (schooljaar 20–21: tweede en derde graad; schooljaar 21–22: vierde jaar en derde graad)

5.1.1. Vakoverschrijdende eindtermen

EDUbox Pandemie sluit perfect aan bij de volgende vakoverschrijdende eindtermen voor de tweede en derde graad:

Context 1. Lichamelijke gezondheid en veiligheid > Vakoverschrijdende eindtermen

11. De leerlingen passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving.
15. De leerlingen beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.

Context 2. Mentale gezondheid> Vakoverschrijdende eindtermen

1. De leerlingen gaan adequaat om met taakbelasting en met stressvolle situaties.
2. De leerlingen gaan gepast om met vreugde, verdriet, angst, boosheid, verlies en rouw.
3. De leerlingen erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp.

Context 4. Omgeving en duurzame ontwikkeling > Vakoverschrijdende eindtermen

2. De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid.

Context 5. Politiek-juridische samenleving> Vakoverschrijdende eindtermen

10. De leerlingen illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen.
12. De leerlingen tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen.
13. De leerlingen geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt.

3. Stam > Vakoverschrijdende eindtermen

Kritisch denken
11. De leerlingen kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h.v. relevante criteria.
12. Kritisch denken: de leerlingen zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken.
13. Kritisch denken: de leerlingen kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken.

Open en constructieve houding
16. De leerlingen houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld.
17. De leerlingen toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten.

Voor alle onderwijsvormen kan het format van de EDUbox — met zowel tekst, filmpjes als hands-on stukken — gebruikt worden voor de eindtermen rond leren leren, in het bijzonder

3. Informatieverwerving: De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen;
5. Informatieverwerking: De leerlingen kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten.

5.1.2. Vakgebonden eindtermen tweede graad — voor modernisering

In de BSO-richtingen sluit de EDUbox Pandemie perfect aan bij de eindtermen van het project Algemene Vakken via alle onderdelen

  1. Functionele taalvaardigheid

2. Functionele rekenvaardigheid o.m.
13. De leerlingen verwerven wiskundige denkmethoden (o.a. ordenen, schematiseren, structureren) om probleemoplossend te redeneren en problemen uit het dagelijkse leven op te lossen.

3. Functionele informatieverwerving en -verwerking o.m.
17. De leerlingen kunnen onder begeleiding relevante en voor hen toegankelijke informatie in herkenbare concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken.
18. De leerlingen kunnen informatie uit uiteenlopend voor hen bestemd tekstmateriaal en voor hen bestemde formulieren begrijpen en gebruiken.
19. De leerlingen kunnen onder begeleiding gebruik maken van informatie- en communicatietechnologie.

4. Organisatiebekwaamheid o.m.
22. De leerlingen kunnen bij groepsopdrachten onder begeleiding:
- overleggen en actief deelnemen
- instructies uitvoeren
- reflecteren

5. Tijd en Ruimtebewustzijn o.m.
29. De leerlingen kunnen op grond van de actualiteit en de eigen ervaringen illustreren dat hun leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst.
30. De leerlingen kunnen onder begeleiding aspecten van het dagelijks leven van mensen in een andere tijd of op een andere plaats met hun eigen leven vergelijken.
31. De leerlingen kunnen belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven.

6. Wetenschap en samenleving in het bijzonder
37. De leerlingen kunnen de invloed van omgevingsfactoren en micro-organismen op de menselijke gezondheid duiden.

In de KSO- en TSO-richtingen sluit deze EDUbox goed aan bij het vak natuurwetenschappen, in het bijzonder de wetenschappelijke vaardigheden.

KSO en TSO > Natuurwetenschappen > Wetenschappelijke vaardigheden

12. Steunend op wetenschappelijke inzichten verantwoord omgaan met veiligheid en gezondheid in leefwereldsituaties met betrekking tot stoffen, geluid en straling.
14. Onder begeleiding illustreren dat natuurwetenschappelijke kennis wordt opgebouwd via natuurwetenschappelijke methoden.

De onderdelen rond de wiskunde achter de pandemie en de simulaties sluiten dan weer aan bij de eindtermen van het vak wiskunde.

KSO en TSO > Wiskunde

  1. Algemeen

1. De leerlingen begrijpen en gebruiken wiskundetaal.

3. Algebraïsche verbanden > 3.1.Tabellen en grafieken

18. De leerlingen kunnen een gegeven tabel en grafiek interpreteren, minstens met betrekking tot:
-het aflezen van bepaalde waarden
-het aflezen van extreme waarden
-het interpreteren van het globale verloop (constant, stijgen, dalen)

In ASO-richtingen zijn volgende eindtermen van het vak biologie goede aanknopingspunten

ASO > Biologie > Eindtermen

B-10 De leerlingen kunnen illustreren dat micro-organismen uiteenlopende functies vervullen in de natuur;
B-13 De leerlingen kunnen illustreren dat bacteriën en virussen de menselijke gezondheid beïnvloeden.

5.1.3. Relevante vakgebonden eindtermen derde graad — voor modernisering

In de BSO-richtingen sluit de EDUbox Pandemie perfect aan bij de eindtermen van het project Algemene Vakken, onder meer via

Functionele tekstgeletterdheid (1–6), in het bijzonder
5. De leerlingen kunnen maatschappelijk relevante tekstinformatie kritisch beoordelen.
6. De leerlingen kunnen over maatschappelijk relevante tekstinformatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes.

Functionele kwantitatieve geletterdheid (7–12), in het bijzonder
11. De leerlingen kunnen maatschappelijk relevante kwantitatieve informatie kritisch beoordelen.
12. De leerlingen kunnen over maatschappelijk relevante kwantitatieve informatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes.

Problemen oplossen, in het bijzonder
19. De leerlingen kunnen zelfstandig de essentie van een probleem vatten en omschrijven.
20. De leerlingen kunnen bij een probleem beïnvloedende factoren achterhalen, ze vervolgens volgens belangrijkheid rangschikken en de relaties ertussen aangeven.

In KSO- en TSO-richtingen in de derde graad kan deze EDUbox bijdragen aan volgende eindtermen :

KSO/TSO > Wiskunde > Eindtermen

Algemeen>7. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van het gebruik van wiskunde in andere vakgebieden en in de maatschappij.
Reële Functies en algebra>10. De leerlingen kunnen bijzonderheden van grafieken, eventueel aangevuld met tabellen, aflezen zoals periodiciteit, symmetrieën, stijgen en dalen, extreme waarden, lineaire en exponentiële groei.

KSO/TSO > Natuurwetenschappen > Eindtermen

Wetenschap en samenleving
5. De leerlingen kunnen bij het verduidelijken van en zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op biodiversiteit en het leefmilieu;
6. De leerlingen kunnen natuurwetenschappen als onderdeel van de culturele ontwikkeling duiden en de wisselwerking met de maatschappij op ecologisch, ethisch, technisch, socio-economisch en filosofisch vlak illustreren.

In ASO-richtingen zijn aansluitingen mogelijk bij de eindtermen van natuurwetenschappen en wiskunde.

ASO > Natuurwetenschappen> Eindtermen

1. Eigen denkbeelden verwoorden en die confronteren met denkbeelden van anderen, metingen, observaties, onderzoeksresultaten of wetenschappelijke inzichten;

7. De natuurwetenschappen als onderdeel van de culturele ontwikkeling duiden en de wisselwerking met de maatschappij op ecologisch, ethisch, technisch, socio-economisch en filosofisch vlak illustreren;

B1 Celorganellen, zowel op lichtmicroscopisch als op elektronenmicroscopisch niveau, benoemen en de functies ervan aangeven.

ASO > Wiskunde > Specifieke eindtermen

6. De leerlingen kunnen het verloop van een functie onderzoeken, in het bijzonder voor veelterm-functies en voor rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële en logaritmische functies, met beperking van de moeilijkheidsgraad.

ASO > Wetenschappen > Specifieke eindtermen

28. De leerlingen kunnen effecten van natuurwetenschap op de samenleving illustreren, en omgekeerd.

Verder kan deze EDUbox ook in alle ASO/KSO/TSO-richtingen gebruikt worden binnen de lessen Nederlands voor de eindtermen 12–18 rond lezen, onder meer:

18. De leerlingen zijn bereid om:
- te lezen
- lezend informatie te verzamelen over een bepaald onderwerp
- de verkregen informatie aan eigen kennis en inzicht te toetsen en te vergelijken met informatie uit andere bronnen
- te reflecteren op inhoud en vorm van de teksten
- hun persoonlijk oordeel over bepaalde teksten te formuleren, in vraag te stellen en eventueel te herzien

5.2. Relevante eindtermen tweede graad na modernisering

5.2.1. ASO/KSO/TSO

1.3 Leerlingen vergelijken hun gezondheidsgedrag met recente wetenschappelijke inzichten, gezonde levensstijl op vlak van hygiëne

6.9 Leerlingen leggen verband tussen verschillende representaties van een functie

6.13 Leerlingen onderzoeken functies m.b.v. verschillende technieken

6.22 Leerlingen mathematiseren problemen

6.44 Leerlingen begrijpen virussen en hun relatie met het drie domeinen systeem

6.52 Leerlingen ontwikkelen modellen als vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid

6.53 Leerlingen passen de wetenschappelijke methode toe

6.55 Leerlingen ontwerpen een oplossing voor een probleem door concepten uit verschillende STEM-disciplines geïntegreerd toe te passen

6.57 Leerlingen onderzoeken d.m.v concrete maatschappelijke uitdagingen de wisselwerking tussen STEM-disciplines onderling en tussen STEM-disciplines met de maatschappij.

5.2. 2. BSO

1.3 Leerlingen vergelijken hun gezondheidsgedrag met recente wetenschappelijke inzichten

2.5 De leerlingen selecteren relevante informatie in geschreven en gesproken teksten in functie van doelgerichte informatieverwerking en communicatie.

2.6 De leerlingen beoordelen informatie in gesproken en geschreven teksten op betrouwbaarheid, correctheid en bruikbaarheid in functie van doelgerichte informatieverwerking en communicatie.

6.4 De leerlingen gebruiken in functionele contexten kwantitatieve informatie uit tabellen, diagrammen en grafieken om vaststellingen te doen in functie van een gegeven probleemstelling.

6.10 De leerlingen leggen in functionele contexten de rol van micro-organismen uit.

6.18 De leerlingen leggen aan de hand van concrete maatschappelijke uitdagingen de wisselwerking tussen STEM-disciplines onderling en tussen STEM-disciplines met de maatschappij uit.

5.2.3. Relevante eindtermen derde graad na modernisering

Op dit moment zijn de nieuwe eindtermen voor de derde graad nog niet gekend, enkel de zestien sleutelcompetenties. Het is duidelijk dat de EDUbox Pandemie goed kan aansluiten bij lichamelijke en emotionele gezondheid, wiskunde, exacte wetenschappen en technologie, burgerschap, digitale competenties en innovatiedenken.

--

--