EDUbox Wij-zij-denken: handleiding voor de leerkracht of begeleider

Len Buggenhout
EDUboxvrt
Published in
17 min readApr 19, 2021

Leer hoe je als leerkracht of begeleider met de EDUbox Wij-zij-denken aan de slag gaat in de les, met achtergrondinformatie en concrete tips.

De handleiding van de EDUbox Wij-zij-denken: Leren van mening verschillen is tot stand gekomen met de hulp van VRT NWS, Hannah Arendt Instituut, Mediawijs, Tumult en het Vlaams Vredesinstituut.

De EDUbox werd deels ontwikkeld met federale subsidies inzake gelijke kansen, toegekend door Sarah Schlitz, Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit.

Inhoudsopgave van de handleiding:

  • 1. Over EDUbox
  • 2. Extra achtergrond over polarisatie en wij-zij-denken
  • 3. Aansluiting bij de eindtermen
  • 4. Waarom werken rond wij-zij-denken, dialoog en polariserende thema’s?
  • 5. Tips voor in de klas
  • 6. Samen door één deur
  • 7. Meer weten?
  • 8. Dankwoord

1. Over EDUbox

Over sommige onderwerpen lopen de spanningen hoog op, zowel in de klas als daarbuiten. Het lijkt dan alsof je alleen een kamp ‘voor’ en een kamp ‘tegen’ hebt. Omdat ze te gevoelig liggen, vermijd je zulke thema’s misschien als leerkracht. Met de EDUbox Wij-zij-denken: Leren van mening verschillen laten we jongeren in de klas oefenen in het omgaan met meningsverschillen.

EDUbox is het digitaal educatief media format van VRT NWS. De EDUbox Wij-zij-denken werd ontwikkeld in samenwerking met Hannah Arendt Instituut, Mediawijs, Tumult en Vlaams Vredesinstituut.

Om deze EDUbox te gebruiken, heb je als leerkracht zelf geen diepgaand inzicht nodig in wij-zij-denken, polarisatie of de thema’s die aan bod komen in de debatoefening. De bedoeling is dat leerlingen zelf aan de slag kunnen met het materiaal.

Jouw rol is vooral die van onpartijdige begeleider tijdens de debatoefeningen. We beseffen dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan. In de klas lopen discussies over moeilijke onderwerpen misschien niet altijd zoals je zelf op voorhand had gehoopt. Daarom hebben we voor deze EDUbox goed nagedacht over manieren en werkvormen om het proces voor jou zo eenvoudig en hanteerbaar mogelijk te houden.

In deze handleiding krijg je bovendien enkele concrete en praktische tips om klasgesprekken over controversiële of polariserende onderwerpen zo goed mogelijk te begeleiden. Zo willen we je wat meer vaste grond onder de voeten geven om deze uitdaging aan te gaan.

Wil je je nog meer verdiepen in het thema? Hieronder en op het einde van deze handleiding vind je nog allerlei leestips.

2. Extra achtergrond over polarisatie en wij-zij-denken

  • Een goede start voor wie achtergrond zoekt over wij-zij-denken en polarisatie is de website wij-zij.be. Daar vind je uitleg over polarisatie, praktijkvoorbeelden en tips om jou een houvast te bieden om met polarisatie en controversiële vraagstukken om te gaan.
  • Het Vlaams Vredesinstituut ontwikkelde een infografiek en enkele infofiches voor leerkrachten met tips en richtingwijzers over hoe ze in de klas conflicten kunnen hanteren en didactisch aan de slag kunnen rond controversiële thema’s.
  • Vanaf augustus 2021 kan je terecht op no-cap.be voor een online training voor leerkrachten over omgaan met wij-zij-denken, identiteitsvorming en de impact van sociale media hierop.
  • Vaak wordt polarisatie mede aangewakkerd door propaganda, complottheorieën of nepnieuws. Op mediawijs.be vind je informatie en lesideeën om hier specifiek mee aan de slag te gaan.
  • Via de website van het Hannah Arendt Instituut kan je vormingen boeken rond polarisatie en verbinding: wat is het, waar komt het vandaan en hoe ga je ermee om?
  • Polarisatie kan zich ook uiten in (online) haatspraak. Op de website nohate.be vind je informatie en tips om daarmee aan de slag te gaan.

3. Aansluiting bij de eindtermen

De EDUbox Wij-zij-denken sluit aan bij verschillende van de nieuwe eindtermen burgerschap en samenleven. De EDUbox is ontwikkeld voor jongeren uit alle graden van ASO-, KSO-, TSO- en BSO-richtingen. Hij is bruikbaar in zowel de doorstroom-, de dubbele als de arbeidsmarktgerichte finaliteiten.

Verschillende invalshoeken zijn mogelijk om aansluiting te zoeken bij de onderwijsdoelen. De onderwerpen van de groepsdiscussies kunnen bijvoorbeeld gekozen worden in functie van een bepaald vak of richting.

Voor alle onderwijsvormen kan het format van de EDUbox — met zowel tekst, filmpjes als discussie-oefeningen — gebruikt worden voor de eindtermen rond burgerschap en samenleven, met in het bijzonder:

1. De dynamiek en de gelaagdheid van (eigen) identiteiten duiden

Eerste graad

  • 7.1 De leerlingen lichten de gelaagdheid en de dynamiek van identiteiten en de mogelijke gevolgen ervan voor relaties met anderen toe.

Tweede graad

  • 7.1 De leerlingen lichten toe hoe persoonlijke identiteiten zich verhouden tot verschillende groepsidentiteiten.

Derde graad

  • 7.1 De leerlingen onderzoeken de interactie tussen verschillende lagen van identiteiten.

2. Omgaan met diversiteit in het samenleven en het samenwerken

Eerste graad

  • 7.2 De leerlingen gaan respectvol en constructief om met individuen en groepen in een diverse samenleving.
  • 7.3 De leerlingen hanteren strategieën om respectvol en constructief om te gaan met individuen en groepen in een diverse samenleving.
  • 7.5 De leerlingen hanteren strategieën om tot constructieve oplossingen voor conflictsituaties te komen.
  • 4.5 De leerlingen lichten de invloed van digitale en niet-digitale media op mens en samenleving toe.

Tweede graad

  • 7.2 De leerlingen gaan respectvol en constructief om met individuen en groepen in een diverse samenleving.
  • 7.3 De leerlingen hanteren strategieën om respectvol en constructief om te gaan met individuen en groepen in een diverse samenleving.
    Onder meer:
    > Procedurele kennis:
    - Toepassen van strategieën om respectvol en constructief met elkaar om te gaan zoals meerdere perspectieven innemen (multiperspectiviteit), gemeenschappelijke afspraken maken, afspraken naleven, over de omgang met elkaar reflecteren.
    - Toepassen van strategieën om in conflictsituaties respectvol en constructief met elkaar om te gaan zoals actief luisteren, creatief denken en gedachten uiten.
  • 7.5 De leerlingen onderscheiden de voordelen en de uitdagingen verbonden aan samenleven en samenwerken in diversiteit.
    Onder meer:
    > Conceptuele kennis:
    - Uitdagingen van diversiteit zoals meningsverschillen, verschillende belangen, verschillende referentiekaders van waaruit men denkt en handelt, risico van groepsdenken en uitsluiting.
  • 4.6 De leerlingen leggen wederzijdse invloeden uit tussen enerzijds het individu en anderzijds media, digitale infrastructuur en digitale toepassingen.

Derde graad

  • 7.2 De leerlingen gaan respectvol en constructief om met individuen en groepen in een diverse samenleving.
  • 7.3 De leerlingen hanteren strategieën om respectvol en constructief samen te werken in een diverse samenleving.
    Onder meer:
    Met inbegrip van kennis
    > Feitenkennis:
    - Compromis, consensus, win-win-oplossing, meningsverschil
    > Conceptuele kennis:
    - Compromis, consensus, win-win-oplossing, meningsverschil
    > Procedurele kennis:
    - Toepassen van strategieën om democratisch en respectvol te onderhandelen over conflicterende standpunten zoals socratisch gesprek, handelen op basis van wederkerigheid en rekening houden met verschillende perspectieven, belangen en machtsverhoudingen, deliberatie over conflicterende thema’s.
  • 4.7 De leerlingen leggen wederzijdse invloeden uit tussen enerzijds het individu en anderzijds media, digitale infrastructuur en digitale toepassingen.

3. Geïnformeerd en beargumenteerd met elkaar in dialoog gaan

Eerste graad

  • 7.7 De leerlingen onderbouwen een eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen, thema’s en trends met betrouwbare informatie en geldige argumenten.

Tweede graad

  • 7.7 De leerlingen zijn bereid om in dialoog hun mening te ontwikkelen en bij te sturen.
  • 7.8 De leerlingen hanteren aangereikte strategieën om op een geïnformeerde wijze in dialoog te gaan over maatschappelijke uitdagingen.

Derde graad

  • 7.7 De leerlingen zijn bereid om in dialoog hun mening te ontwikkelen en bij te sturen.
  • 7.8 De leerlingen hanteren strategieën om op een geïnformeerde en beargumenteerde wijze in dialoog te gaan over maatschappelijke uitdagingen.

Sleutelcompetenties

De EDUbox Wij-zij-denken is bovendien gelinkt aan enkele sleutelcompetenties, zoals burgerschap, digitale competentie en mediawijsheid, samenleven en identiteit.

4. Waarom werken rond wij-zij-denken, dialoog en polariserende thema’s?

In een democratische samenleving bestaan altijd verschillende meningen en groepsidentiteiten. Die meerstemmigheid is de kracht van de democratie. Maar soms botsen visies en zienswijzen. Conflict of polarisatie nemen dan de overhand.

De afgelopen jaren zien we de spanningen en tegenstellingen toenemen. Onze samenleving verandert snel, en dat levert frictie op. We hebben het gevoel dat groepen in onze samenleving uit elkaar drijven. Dat de enen (‘wij’) hun groepsidentiteit op een bitsige en soms zelfs vijandige manier tegenover de anderen (‘zij’) plaatsen. Met de hakken in het zand, diep in de loopgraven van het eigen grote gelijk.

Hoe gaan we best om met die conflicten en polarisatie? Vanuit het perspectief van de democratische burgerschapseducatie en de conflicthantering is het niet de vraag hoe we controverses en conflicten kunnen vermijden of onderdrukken. Die zijn onvermijdelijk in een democratie. Belangrijk is vooral dat we proberen op een constructieve en open manier met controversiële kwesties en conflicten om te gaan. Zo houden we de ruimte voor meningsverschil en discussie zo open mogelijk. Schadelijke en toxische vormen van polarisatie ontmijnen we best wel zo doortastend mogelijk.

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe breng je dat in de praktijk? Hoe kan je leerlingen met elkaar in gesprek laten gaan over moeilijke thema’s? Hoe kunnen ze op een vruchtbare manier praten, zodat het niet uit de hand loopt?

Deze EDUbox vertrekt van de idee dat je deze zaken met je leerlingen kan oefenen, dat je hen de nodige vaardigheden kan aanleren.

De klas is daar heel geschikt voor. De klas is niet van de buitenwereld afgesloten. Ze is een weerspiegeling van de samenleving. Maatschappelijke thema’s en conflicten zijn onvermijdelijk ook in je klas aanwezig, of je ze nu actief bovenhaalt of niet.

Als je er voor kiest om die conflicten en spanningen zo veel mogelijk uit de weg te gaan, zouden ze plots wel eens op een brutale manier de kop kunnen opsteken: leerlingen die onverwacht de klas op stelten zetten met confronterende uitspraken of heftige discussies, of polarisatie tussen groepen leerlingen.

Daarom is het beter om proactief aan de slag te gaan rond controversiële en mogelijk polariserende thema’s. Op een ogenblik dat de sfeer in je klas niet gespannen is.

Als je er in slaagt op een vruchtbare manier met je leerlingen aan de slag te gaan rond controversiële thema’s, kan je bovendien bijdragen aan een open klasklimaat. Wat houdt zo’n open klasklimaat in en waarom is het belangrijk?

  • In de wetenschappelijke literatuur wordt een open klasklimaat beschreven als een klas waar leerlingen het gevoel hebben dat ze vrij zijn én door de leerkracht actief aangemoedigd worden om hun mening te uiten, ook als die afwijkt van andere meningen in de klas. Een belangrijk element is ook dat leerlingen ervaren dat leerkrachten verschillende perspectieven aan bod laten komen wanneer ze een thema of een vraagstuk bespreken.
  • Waarom is een open klasklimaat belangrijk? Uit onderzoek blijkt dat zo’n open klimaat de ontwikkeling van democratisch burgerschap bij leerlingen bevordert. Het versterkt namelijk een aantal attitudes die cruciaal zijn voor democratisch burgerschap, zoals kennis over politiek, zelfvertrouwen om over politieke thema’s te praten, vertrouwen in de politiek en andere mensen, en het besef dat meningsverschillen en conflicten er bij horen in een democratie.

Of anders gezegd: leerlingen leren niet alleen hoe de democratie werkt door er kennis over op te doen, maar ook door die actief te ervaren. Dat doen ze door de dialoog aan te gaan over diverse thema’s, door hun mening te vormen en hun stem te laten horen, door goed naar elkaar te luisteren, én door in de klas meerstemmigheid en meningsverschil te beleven. In die zin kan je je klas zien als een democratisch laboratorium: een uitgelezen plek voor leerlingen om in de praktijk te leren hoe de democratie werkt. Dat is belangrijk, want jonge mensen zijn de burgers van morgen. Zij zullen de democratische samenleving van de toekomst moeten waarmaken.

5. Tips voor in de klas

De EDUbox Wij-zij-denken is gemaakt om leerlingen te laten praten over controversiële en polariserende thema’s. We hebben de thema’s van de oefeningen zo gekozen dat jij een onpartijdige positie kan innemen. Jouw rol is dus vooral om de oefening goed te begeleiden. Jij bent, anders gezegd, de facilitator of de coach van de discussie. Dat betekent bijvoorbeeld dat je goed oplet dat alle debaters aan het woord komen, dat je door middel van vragen het gesprek in goede banen leidt, en dat je zorgt dat iedereen de gemaakte afspraken respecteert.

Hoe doe je dat concreet? Enkele tips en richtingwijzers kunnen nuttig zijn:

Zorg voor een open en veilig klasklimaat, met grondregels

Controversiële onderwerpen en discussies kunnen angst en onzekerheid oproepen bij leerlingen. Veel mensen voelen zich sowieso ongemakkelijk bij conflicten en tegenstellingen. Daarom is het belangrijk dat je zorgt dat het klasklimaat steeds zo open en veilig mogelijk blijft. Een goed idee is om in samenspraak met de klas vooraf enkele grondregels af te spreken, zoals:

  • Spreek niet door elkaar, luister goed, ook naar afwijkende meningen, en toon respect.
  • Een discussie kan soms emotioneel of heftig zijn, maar we schelden en beledigen niet.
  • Racisme en oproepen tot geweld kunnen niet.

In het debatformat van de EDUbox is er voor de aanvang van de discussie (deel 3) ruimte voorzien om met je leerlingen expliciet enkele regels af te spreken.

Begrens, én nodig uit tot een gesprek

Wat als een leerling toch iets zegt dat jij of een andere leerling onaanvaardbaar vindt, zoals een racistische of hatelijke uitspraak?

Hoewel veel afhangt van de specifieke context en de formulering van de uitspraak, treed je in bepaalde gevallen toch best op. Een klas waarin persoonlijke aanvallen of hatelijke uitspraken getolereerd worden, dreigt een vijandige en onveilige omgeving te worden. Zeker voor de leerlingen die zich aangesproken of gekwetst voelen door de uitspraak.

Soms zal dat betekenen dat je disciplinerend optreedt en eventueel een leerling uit de klas zet.

In andere gevallen kan een andere aanpak werken. Je probeert dan de leerling duidelijk te maken dat die een bepaalde grens overschreden heeft. Zo’n begrenzing richt zich op een heftige woordkeuze, die niet aanvaardbaar is omdat ze kwetsend, discriminerend of hatelijk is. Belangrijk is wel dat je duidelijk maakt dat de begrenzing zich niet richt op de persoon die de uitspraken doet.

Let er ook op dat je niet alleen ‘begrenst’. Leerlingen kunnen zich dan afgewezen voelen. Daarom kan je terwijl je begrenst, tegelijkertijd proberen de leerling ook uit te nodigen voor een verder gesprek. Het kan dat de leerling met iets zit of zijn idee over iets kwijt wil. Wat je uiteindelijk wil, is dat die zich op een andere manier uitdrukt. Je wil de leerling ook helpen om te reflecteren over bepaalde opvattingen en gedragingen. Daarom is het van belang dat je interesse toont in de mening of het gevoel dat achter de uitspraak ligt.

De Nederlandse dialoogcoach Leon Meijs geeft in zijn trainingen aan hoe je uitspraken kan begrenzen én tegelijk kan uitnodigen voor een verder gesprek. Bijvoorbeeld: “Met dit soort uitspraken heb ik het echt moeilijk, ze kwetsen en zijn respectloos. Maar ik merk dat je met iets zit. Wil je daar — op een andere manier dan — over praten?”

Denk goed na over het thema

In de EDUbox stellen we verschillende thema’s voor waarrond je met je leerlingen aan de slag kan. De thema’s zijn zo gekozen dat jij de dialoog op een onpartijdige manier kan begeleiden. Toch denk je op voorhand best goed na over de thema’s die je zal gebruiken.

Houd bijvoorbeeld rekening met de concrete groep leerlingen in je klas en hun ervaring in het bespreken van gevoelige onderwerpen. Als je sommige thema’s wat te uitdagend vindt om meteen mee te beginnen, kies dan voor thema’s die voor jouw groep leerlingen wat minder geladen zijn. Zo kunnen ze oefenen.

Ga ook bij jezelf na hoe je over een bepaald thema denkt. Heb je er sterke emoties bij, of deed je er in het verleden al suggererende uitspraken over? Door hier bewust even bij stil te staan, kan je vermijden dat je — misschien onbewust — uit je onpartijdige rol valt, door bijvoorbeeld een suggestieve vraagstelling of lichaamstaal die jouw mening uitdrukt.

Begeleid de discussie op een actieve manier

Belangrijk is dat je het gesprek goed begeleidt en actief faciliteert. Anders dreigt de discussie weg te drijven van het thema of beperkt te blijven tot een loutere uitwisseling van meningen. Door actief door te vragen wanneer leerlingen een stelling poneren, kan je hen ertoe bewegen hun meningen ook te beargumenteren.

Om een dialoog of debat op een actieve en goede manier te begeleiden, kan je beroep doen op gespreks- en vraagtechnieken.

Enkele tips:

  • Zorg dat alle debaters op een gelijke en eerlijke manier aan het woord komen.
  • Luister actief, wees nieuwsgierig en empathisch.
  • ‘Spiegel’ wat leerlingen zeggen (‘Begrijp ik je goed dat je zei…?).
  • Bevraag meningen en peil naar argumenten door open vragen te stellen:
    ‘Wat bedoel je met….?’
    ‘Wat maakt dat je dat zegt?’
    ‘Kan je een voorbeeld geven van…?’
    ‘Hoe weet je of…?’

Van de klas naar de speelplaats?

De debatoefeningen vinden plaats in de klas. Daar kan je de discussie goed begeleiden en bepaalde grenzen bewaken. Maar wat als de leerlingen de discussie over een bepaald onderwerp voortzetten op de speelplaats of op sociale media?

Dat is op zich niet de bedoeling van deze EDUbox, maar het kan zeker geen kwaad hen er op te wijzen dat de basisafspraken voor een goede en constructieve discussie die ze tijdens het klasdebat oefenen, ook buiten de klas gelden: geen persoonlijke aanvallen, beleefd en respectvol blijven, enzovoort.

In het volgende hoofdstuk maken we deze afspraken en de richtlijnen voor de debatoefeningen concreter.

6. Samen door één deur

Aan de slag!

De EDUbox Wij-zij-denken is beschikbaar als een fysieke doos met fiches en als interactieve website. Beide kunnen gebruikt worden voor zelfstandig groepswerk in de klas. Van deze EDUbox is ook een interactieve videoles gemaakt, die leerlingen op individuele basis kunnen volgen, thuis of in de klas.

Voorbereiding

Verdeel de klasgroep in kleine teams van ongeveer 4 leerlingen. Zorg ervoor dat elk team alle fiches heeft of rond één computer zit. De leerlingen mogen ook hun smartphone of een tablet gebruiken. Zorg ervoor dat alle toestellen met het internet verbonden kunnen zijn.

De EDUbox bevat een stukje theorie, praktijkoefeningen en opdrachten. Hij is ook gekoppeld aan een uitgebreid digitaal luik met audiovisueel materiaal. Je kan er als leerkracht ook voor kiezen om bepaalde teksten of video’s klassikaal te bekijken.

De EDUbox bestaat uit vier delen. In totaal trek je best twee lesuren uit om in je klas met de EDUbox aan de slag te gaan.

Deel 1

In deel 1 laten we de leerlingen aan de hand van enkele teksten, video’s en oefeningen reflecteren over wie ze zijn, hoe ze hun (gelaagde) identiteiten ervaren, en hoe ze zich verhouden tot anderen. De oefening — het maken van een identiteitstaart — doet elke leerling apart. Enkele voorbeelden die aan de box zijn toegevoegd, kunnen dienen als inspiratie.

Deel 2

Deel 2 is het theoretische deel van de EDUbox. Hierin krijgen de leerlingen inzichten mee over wij-zij-denken en polarisatie. De leerlingen bekijken hoe groepen tegenover elkaar kunnen komen te staan en wanneer dat gevaarlijk wordt.

Vervolgens staan de leerlingen stil bij hoe polarisatie zich kan voordoen op internet en sociale media, en hoe ze dat kunnen herkennen.

We geven hen ook enkele concrete tips wat ze zelf kunnen doen bij hoog oplopende conflicten en polarisatie.

Deel 3

In deel 3 ga je met je leerlingen aan het werk. Leerlingen oefenen hun dialogische en debatvaardigheden door met elkaar te praten over enkele controversiële thema’s. De methodiek die gehanteerd wordt noemen we ‘Samen door één deur’: leerlingen zullen van mening verschillen, maar op het einde van de rit gaan ze met z’n allen samen terug door de deur. Omdat ze overeenstemming gevonden hebben, of omdat ze aanvaarden dat ze over een bepaald onderwerp van mening verschillen.

Voor de eigenlijke oefening van start gaat, kijk je samen met je leerlingen naar het filmpje ‘Samen door één deur’. In die video tonen enkele jongeren onder begeleiding van VRT NWS-journalist Inge Vrancken hoe een debat volgens het format eruit kan zien. Dit format zal je vervolgens naar jouw klas vertalen.

Wat heb je nodig?

  • Een klasruimte waarin je de banken en stoelen opzij schuift.
  • Projectiescherm, beamer, computer en internet.
  • Tape om op de grond een vierkant van ongeveer 2 op 2 meter aan te brengen waarbinnen het debat zal plaatsvinden. Verdeel het vierkant in vier gelijke vakken. Dit is het standpuntenkwadrant.
  • Voldoende tijd: ‘Samen door één deur’ neemt ongeveer 20 minuten per thema in beslag. Je kiest als leerkracht uiteraard zelf welke en hoeveel thema’s je behandelt.

Voor je aan de debatoefening begint, maak je met de leerlingen enkele afspraken waar ze zich tijdens de oefening aan moeten houden. De regels van het spel gelden voor iedereen. In de EDUbox stellen we enkele afspraken voor:

  • Val nooit iemand persoonlijk aan, maar blijf bij het onderwerp
  • Laat elkaar uitspreken
  • Blijf beleefd en respectvol
  • Blijf de mens achter de tegenstander zien
  • Ga emoties niet uit de weg, probeer ze in woorden te uiten

Volstaan deze afspraken? Vraag even aan je leerlingen of er volgens hen nog iets ontbreekt… Vul de afspraken eventueel aan. Nadien vraag je aan iedereen om akkoord te gaan met de afspraken, bijvoorbeeld door een duim omhoog te steken. Dit ‘akkoord gaan’ is belangrijk, omdat je er op kan terugvallen wanneer leerlingen zich tijdens het debat niet aan deze afspraken houden.

De oefening verloopt in vier rondes.

In de standpuntenronde verkennen de leerlingen het thema waarover ze zullen debatteren. Op de kaartjes in de EDUbox vind je acht thema’s. Spreek met de leerlingen af welk thema ze zullen bespreken en ga naar het kaartje over dat onderwerp. Bekijk met de hele groep het introductiefilmpje op dat thema. Vervolgens gaan de leerlingen samen op zoek naar mogelijke standpunten over het onderwerp. Wat zijn de verschillende meningen in de groep? En kunnen ze nog andere meningen bedenken? Daarna gaan de leerlingen na of ze alle voorgestelde standpunten kunnen onderbrengen onder de vier standpunten op de standpuntenkaart. Op deze kaart hebben we voor elk thema vier standpunten opgelijst: twee wat gematigder, en twee iets extremer. Zo willen we ervoor zorgen dat de discussie niet blijft hangen in een louter ‘voor’ en ‘tegen’.

In de argumentenronde start het rollenspel. Uit de groep worden vier debaters gekozen. Je kan hiervoor de leerlingen selecteren die heel graag rond het thema aan de slag willen gaan, of net niet. Je kan ook willekeurige leerlingen selecteren. De overige leerlingen zijn de spectators. Zij volgen het debat langs de zijlijn. De debaters kiezen elk een standpunt van de standpuntenkaart. Elke debater geeft minstens één argument om dat standpunt te verdedigen. Daarna nemen de debaters een ander standpunt in en geven ze opnieuw minstens één argument om het standpunt te verdedigen. In de EDUbox zit een kaartje (op p.35) met enkele hulpzinnen die de leerlingen kunnen gebruiken om hun argument mee te beginnen. Aan het eind van de discussie tussen de debaters vatten de spectators de argumenten in hun eigen woorden nog eens samen.

In de beslissingsronde betreden de spectators het speelveld. Ze nemen een eigen standpunt in. Daarbij mogen ze ook op de assen tussen de debaters gaan staan, of zelfs in het midden. Welke argumenten hebben hen het meest overtuigd? Wie wil, neemt het woord. Je kan bijvragen stellen. Leerlingen kunnen op basis van die toelichtingen en de bijkomende vragen en antwoorden hun mening bijstellen en een andere positie in het standpuntenkwadrant innemen. Zo ervaren ze de complexiteit van een thema, zien ze dat er veel en genuanceerde posities mogelijk zijn, en leren ze dat ze van standpunt kunnen veranderen na verschillende argumenten te hebben beluisterd.

In de conclusieronde denken de leerlingen na over hoe ze na het debat samen terug door de deur gaan. Ze gaan op zoek naar gemeenschappelijke zorgen, motieven en belangen. Waar zijn ze ongerust over? Wat hebben ze nodig om het gesprek goed te laten eindigen? De leerlingen bespreken vervolgens of ze een oplossing kunnen vinden die goed zou zijn voor alle partijen. Dit betekent niet noodzakelijk dat iedereen het eens is en dat een consensus gevonden kan worden. Leerlingen kunnen ook een compromis sluiten, of besluiten dat ze over een bepaald thema van mening verschillen. Ook dat laatste is oké; het gesprek heeft dan zeker geholpen om elkaar te begrijpen.

Tot slot bespreken de leerlingen het kaartje met het slotwoord over het bediscussieerde thema. Daarop geven we weer hoe onze samenleving op dit ogenblik omgaat met het onderwerp in kwestie.

Deel 4

In deel 4 bieden we leerlingen die op zoek willen gaan naar meer informatie enkele concrete tips, leuke websites en handige tools.

7. Meer weten?

Wil je zelf ook meer weten over omgaan met wij-zij-denken en polarisatie? Of over lesgeven over controversiële thema’s en het constructief hanteren van conflicten? Hieronder vind je nuttig leesmateriaal.

Websites:

Boeken:

  • Bart Brandsma, Polarisatie. Inzicht in de dynamiek van wij-zij denken
  • Fanny Mattheusen, Rebelleren kan je leren, Pelckmans, 2020
  • Ruben Mersch, Van mening verschillen. Een handleiding, Borgerhoff en Lamberigts, 2018
  • Marshall B. Rosenberg, Geweldloze communicatie ontwapenend, doeltreffend en verbindend, Lemniscaat, 2011
  • Maarten Van Alstein, Omgaan met controverse en polarisatie in de klas, Pelckmans Pro, 2018
  • Kristof Van Rossem, Het filosofisch gesprek, Lannoo, 2020

8. Dankwoord

De EDUbox Wij-zij-denken: Leren van mening verschillen is tot stand gekomen met dank aan de gewaardeerde feedback van volgende personen en organisaties:

  • Enkele vrijwilligers van Tumult
  • Stampmedia
  • Kris Van den Bremt (De Kracht van je Stem)
  • VRT Diversiteit
  • Yousef Kerboua
  • Oyindamola Oyebamiji
  • Laura Uwase
  • Primrose Ntumba
  • Rahma Karam

--

--