Echte ontwerpers zijn gek op trapliften

Dus waarom staren we ons blind op start-ups?

robin kemme
3 min readApr 19, 2015

Een open briefwisseling over ontwerp en innovatie

Ha Merijn,

Laten we eerlijk zijn. Wat zou jij, diep in je hart, het liefste willen verbeteren: een traplift voor nauwelijks meer mobiele ouderen die overwegend op het leeglopende platteland wonen of de wijze waarop urban professionals op afstand nog beter kunnen samenwerken waardoor leven en werk één vloeiende dichtregel vormen en je genomineerd wordt voor een SPIN Award en de Dutch Digital Design board een pagina voor je vrijmaakt?

De keuze is snel gemaakt. En wat denk je van de informal investors? Die investeren liever in een sexy start-up van drie stoere vrouwen die een elektrische vouwfiets lanceren dan in een geüplifte traplift. Ook omdat ze dan zeker weten dat hun geld rendeert, niet onbelangrijk voor de gemiddelde investeerder. Dus kiezen ze en masse voor ongeveer dezelfde soort start-ups waardoor iedereen weer ongeveer dezelfde start-up upstart om zo investeerders te trekken. Kip. Ei.

We kijken met z’n allen door een sleutelgat de kamer in. We zien allemaal hetzelfde, zo is het altijd geweest en daarom is echte innovatie spaarzaam en hebben we nu duizenden apps die eigenlijk nauwelijks gebruikt worden en zit opa op een Oost-Duitse traplift.

Ik ben het eens met de oplossing die je biedt. Laat ontwerpers die zich nu succesvol richten op mooier, hipper, lichter, functioneler maken van producten die al overontwikkeld zijn, eens kijken naar al die mogelijkheden op markten waar nog enorm veel te winnen valt. Zoals jij zegt: ‘We laten Evernote nadenken over de service van UPC. De bedenkers van Citizen M gaan aan de gang met ziekenhuisinrichtingen. En een joint-venture tussen BMW en Nespresso ontwerpt een scootmobiel met slimmere service.’ Als het maar niet in de Nederlandse situatie betekent dat Joop van den Ende er een spelshow van maakt, waarmee hij met geld van de stichting Doen zijn eigen producties financiert en alleen talent inschakelt dat hij zelf heeft ontdekt. Een traplift met tijgerprint van de hand van Roy Donders, een verlaagde scootmobiel met lichtmetalen velgen naar ontwerp van Danny de Munck en Tony Neef die tekent voor de handsfree geluidsinstallatie in het looprek.

Ik dwaal af. Je vraagt of ik iemand in mijn netwerk heb die zich wil richten op bijvoorbeeld design voor ouderen. Hoe langer ik erover nadenk, hoe gekker ik de vraag vind. Een echte ontwerper wil toch liever waarde creëren dan geld verschuiven? Een echte ontwerper wil de wereld toch een beetje beter maken, alleen dan is succes toch verdiend? Daar gaat je hart toch sneller van kloppen? Werken aan daadwerkelijke verbetering van het leven van velen, werken aan iets waaraan iedereen voorbij gaat. De echte ontwerper is er al mee bezig, daar hoef ik niemand voor te bellen, alleen Marketingfacts, Dude en Frankwatching berichten er nog niet over, omdat ze nog gespannen door het sleutelgat turen.

Ik vertrouw op de echte ontwerper. Meer hoef jij ook niet te doen. Met de opkomst van de ouderen in de samenleving en de mogelijkheden die onze kennis de mens geeft om heel lang mobiel te blijven, ligt er voor even een terrein braak dat snel ingevuld zal worden. Eerst door eenlingen die zien waar zij echt waarde kunnen creëren en de traplift in het midden van de kamer zetten, dan door al die anderen die door het sleutelgat de kamer inkijken en ineens een traplift zien. Tegen die tijd zal ik je schrijven dat iedereen natuurlijk kiest voor die trapliften en looprekken, logisch, zoals al die informal investors dat ook doen.

Ondertussen kijk ik er naar uit om straks met mijn Roadmaster scootmobiel serranoham te gaan kopen in de Haarlemmerstraat. Met de wind in de haren weet ik dan dat de ambitie om ergens te komen het heeft gewonnen van de schaamte om eropuit te gaan. Daar heb ik tegen die tijd geen flitsend design voor nodig.

--

--

robin kemme

writer and brand consultant@Fabrique. Book lover @boekzin