De ontbrekende Europese horde van Club Brugge

Wim Haghenbeek
FC Socrates
Published in
3 min readDec 12, 2020
Wordt dit Club-Brugge-Dortmund, anno 2027? (foto: Club Brugge.be)

Het grootse Romeinse decor voor de wedstrijd tussen Lazio en blauwzwart inspireerde het Brugse mediateam tot een al even lyrische video met aanvoerder annex gladiator Ruud Vormer. «Nullus Sudor, Nulla Gloria». Het had de overwinning van de derde keer kunnen worden in het Olympisch Stadion van Rome. De derde keer dat een Belgisch team de eerste ronde van de Champions League zou overleefd hebben en de derde Brugse zege in een Europese wedstrijd op Italiaanse bodem.

Raoul Lambert schonk Club op 10 december 1975 een 0–1 overwinning in hetzelfde stadion tegen AS Roma in de UEFA Cup en in de CL campagne van 2003–2004 deed Andrés Mendoza hetzelfde in San Siro tegen regerend kampioen AC Milan. Helaas bleef de epische kers op de taart in de toegevoegde tijd op de onderkant van de dwarslat kleven. Jammer ook voor de Belgische UEFA coëfficient want die kan wel een extra Viagra pilletje gebruiken.

No Sweat No Glory — Nullus Sudor, Nulla Gloria (foto Club Brugge.be)

Ook Ajax haalde op het nippertje de achtste finales niet. Met het Nederlandse instituut uit Amsterdam wordt Club Brugge de laatste tijd geregeld vergeleken. Waar is de tijd dat Club synoniem stond voor het Belgische «mouwen omhoog en beuken maar» Feyenoord en Anderlecht het paarswitte Ajax was ? Onder andere Noa Lang vindt dat Club Brugge de potentie heeft om net zo een ronkende naam te worden als Ajax.

De Amsterdammers zweren al decennia lang bij dezelfde voetbalfilosofie en hun jeugdopleiding is een internationale referentie. Club werd pas de laatste vijf jaar een Belgisch voorbeeld van doorgedreven visie en gezond financieel beleid en globaal gezien ademt blauwzwart nog altijd meer gemoedelijkheid uit dan de Nederlandse grootheid. Het charmante duivenmelker provincialisme van wijlen algemeen directeur Antoine Vanhove is nog niet helemaal verdwenen uit Jan Breydel.

Club Brugge heeft ondertussen met zijn nieuwe trainingscentrum Ajax voorbijgestoken. In het Belfius-Basecamp in Westkapelle trainen de A-ploeg, de U18 en de U21 in hyperprofessionele omstandigheden. Op Jan Breydel kunnen de U15 en de U16 nu oefenen op de terreinen die vroeger van de profs waren. Het doel is om tegen 2024 de helft van het eerste elftal uit de eigen jeugdopleiding te recruteren.

Zeker op het vlak van binnenkomende buitenlandse transfers is het voor Club de vingers kruisen dat de speler Europees een meerwaarde kan bieden. Tijdens de afgelopen Champions League wedstrijden kon je je afvragen hoe Éder Balanta ooit bij de Argentijnse topclub River Plate is beland. Tegen Lazio slaagde Eduard Sobol er in de heenwedstrijd in om bijna geen enkele voorzet, die naam waardig, vanop de linkerflank te versturen en in Rome geraakte hij zelfs nauwelijks over de middenlijn. Manuel Lazzari draaide hem hoorndol.

Het aanvallend compartiment is al sinds vorig seizoen, ook in de Belgische competitie, zorgelijk tot dramatisch te noemen. Dennis schoot drie jaar geleden als een komeet uit de startblokken maar verdrinkt ondertussen in de dribbel teveel en de vrijstaande ploegmaat niet zien. Krépin Diatta blijft ook wat hangen in zijn ontwikkeling, David Okereke kostte te veel geld voor wat hij tot nu toe heeft gebracht en bij Michael Krmenčík lijkt het probleem vooral tussen zijn oren te zitten. Allemaal redenen om in te zetten op een sterke jeugdopleiding.

Hét grote verschil met Ajax, naast het internationale palmares, is de budgettaire slagkracht. Daar heeft het stadion heel veel mee te maken. De multifunctionele, ultramoderne Johan Cruijff Arena heeft een capaciteit van 55.500 toeschouwers. Het uitgewoonde betonrot van Jan Breydel nauwelijks 29.000. Te klein voor het Brugse supporterslegioen. In de uithoeken van de tribunes is er ook geen dak.

Toen Ajax De Meer verliet voor zijn nieuwe arena waren alle ticketten al zes maanden voor het begin van de nieuwe competitie uitverkocht. In het wisselvallige weer van de Lage Landen droog en comfortabel een wedstrijd kunnen bijwonen en de totaalbelevenis dat een stadion van de 21ste eeuw biedt: het zorgt er ook voor dat bedrijven en sponsors zich verdringen aan de deuren van de business-ruimtes in de tribunes.

Als Club Brugge echt de volgende horde wil nemen om een stabiele Europese subtopper te worden, moet de beruchte stadiondossier soap nu eindelijk eens een happy end krijgen.

--

--