Het parallel universum van Paul Gheysens
Marc Overmars is sneller dan hij en de meeste andere eenvoudige stervelingen ooit hadden durven dromen weer aan de slag bij een voetbalclub. Met dank aan een oer-West-Vlaamse ondernemer met een bovengemiddelde koopkracht die zijn tanden heeft gezet in het stamnummer 1 van het Belgisch voetbal. Eigengereid, stug, instinctief, sluw, ambitieus, meedogenloos en allesbehalve een eenvoudige sterveling.
Eigen woord is wet, de maatschappelijke #metoo context ten spijt. Paul Gheysens zijn normen en waarden worden getapt uit een vat van de twintigste eeuw. Overmars is beschikbaar. Overmars belooft dat hij zijn libido zal intomen. Gheysens veegt de spons over zijn verleden en biedt hem een contract aan want hij wil altijd en overal de grootste hebben. Dat strookt alvast met “size matters” Overmars.
Blauwdruk “Boer Clerck”
In december 1988 zond de toenmalige BRT een opmerkelijke Panorama-aflevering uit van Johan Depoortere over de West-Vlaamse textielreus met een reukje aan, Beaulieu, het levenswerk van wijlen Roger De Clerk, alias “Boer Clerck”. De fiscus en journalisten noemde hij ooit wilde zwijnen die schuren tegen een eik (hijzelf). Meer dan drie decennia later zouden de nietszeggende, antwoorden (uit de “et alors?” school van François Mitterrand) van wijlen De Clerck evengoed uit de mond van Paul Gheysens kunnen komen. Die laat ook liever niet in zijn potten kijken.
Waarom blijft Roger De Clerck steeds verder werken? ‘Beaulieu is voor de centen en de vooruitgang. Met tetteren kom je niet vooruit hé. Dat doe jij toch ook hé, voor de centen en de vooruitgang ?’
Is dat de bedrijfsfilosofie ? ‘Dat is toch bij elke bedrijfsleider zo ? Voor jou ook toch een beetje ? Hé ?’
Boer Clerck is een meester in het uitmelken van de staat heb ik horen zeggen. Is dat zo ? ‘Dat we dat maar konden hé. Er wordt veel gezegd. Maar wij zweten veel voor de staat hé. Dat melken, dat is gazettepraat hé.’
Het recapituleert beknopt Gheysens zijn modus operandi. De Clerck zijn zakelijke strategie had er heel wat raakvlakken mee. Hij was ook een selfmade man van boerenafkomst en werd net zoals Gheysens door vriend en vijand geassocieerd met respect, angst, geslepenheid, onaantastbaarheid, een heilige familieclan, een lange politieke arm en de overtuiging dat alles met geld te koop was. Vadertje staat was hem een blok aan het been behalve als hij er zelf beter van werd met fiscale voordelen of subsidies. Ryanair avant la lettre.
Zo ook bij Paul Gheysens. De bouw van de Gentse Ghelamco-Arena was in feite een ruiloperatie voor het verwerven van gronden rond het stadion voor lucratieve immobiliënprojecten. Net zoals bij Beaulieu het geval was, doen ook de boekhoudkundige constructies van Gheysens via Cyprus de wenkbrauwen fronsen van de belastingsdiensten.
Rancune en gepronk
Je kan van zo iemand dus niet verwonderd zijn dat hij geen scrupules heeft om een bij Ajax uitgespuwde figuur als Marc Overmars zo snel een contract aan te bieden. Me Too maakt geen deel uit van het Gheysens universum. Wat wel vragen blijft oproepen is dat een West-Vlaming, die beweert veel meer van paarden af te weten dan van voetbal, geld pompt in Royal Antwerp FC. Er is trouwens een opmerkelijke overeenkomst tussen paardenhandel, voetballerij, en de bouwsector: het zijn drie milieus waarin geld circuleert dat het daglicht niet mag zien.
Is zijn drijveer rancune tegen Anderlecht, AA Gent en KV Kortrijk omdat zijn pogingen om die clubs over te nemen zijn mislukt of is het zijn persoonlijke vete tegen concurrent projectontwikkelaar Bart Verhaeghe van Club Brugge ?Als jij geen Ghelamco Eurostadion in Brussel wil, boycot ik je Brugse stadionplannen. Zoiets ? Jennen op Champions League niveau. Of wil hij met Overmars het gras voor de voeten rijden van zijn doorn in het oog, het ‘Belgische Ajax’ van Verhaeghe ?
Hij mag dan zogezegd niet veel van voetbal afweten maar tackelen doe hij met beide benen gestrekt vooruit als zijn buikgevoel goed zit. Hij zal koppig niet afgeven totdat The Great Old met de Belgische landstitel kan pronken en de Champions League hymne door de luidsprekers van de Bosuil weergalmt.
