“Maradona (60) en de Belgen”

Tom Dieusaert
FC Socrates
Published in
10 min readNov 3, 2020

Maradona is dan toch zestig geworden. Dat is al tien jaar ouder dan het Braziliaanse genie en enfant terrible Mané Garrincha. Dit verdient een eerbetoon en de voormalige Chef Sport van Het Nieuwsblad, François Colin, duikt in het archief om wat oude kiekjes van Diego op te duikelen. In het bijzonder die anekdotes waar hij tegenover de Mannen in het Rood staat.

Zakkenroller van God

‘Bij de eerste leek het alsof ik mijn hand in de broekzak van een Engelsman stak en zijn geld stal.’ en ‘Als het hands was, was het de hand van God’. We kennen allemaal de auteur van deze gevleugelde frases: Diego Armando Maradona: als voetballer een genie, als mens verafgood en verguisd, maar ook wel een erg onderschat woordkunstenaar.

‘De uitspraak van De hand van God was geniaal, want ironisch’, citeert François Colin de biograaf Jimmy Burns. ‘Alsof Maradona bevestigde dat hij niet verantwoordelijk was voor zijn daad.’ Maar tegelijkertijd, en dat zegt Burns niet, suggereerde Maradona ook dat de Engelsen die wel verdiend hadden, na de Malvinas- of Falklands-oorlog van 1982 waar Thatcher met de hulp van de USA en Chili het speelgoedleger van Argentinië aan stukken had gebombardeerd.

Colin heeft Maradona jaren van dichtbij gevolgd. Hij is ook een van de weinige Belgische journalisten die Maradona persoonlijk heeft gesproken — dat de Argentijn niet makkelijk interviews geeft, is een understatement. Vraag het anders aan de journalisten die in 1994 met een luchtbuks werden beschoten — en hij volgde ook van dichtbij de succesvolle campagnes van de Rode Duivels in 1982 en 1986, toen de Belgen telkens uitkwamen tegen Argentinië. In het spelershotel of de dug-out vielen dus wel wat verhaaltjes en uitspraken op te vangen.

De Rode Duivels zijn een beetje de rode draad in het verhaal van Maradona 60, maar Colin vertelt toch voornamelijk het verhaal van Maradona zelf, hoe hij geboren werd in de sloppenwijk van Villa Fiorito, hoe hij als knaap begon bij el bicho (‘het lieveheersbeestje’) van Argentinos Juniors en dan de overstap maakte naar Boca Juniors, Barcelona en Napoli. De Belgen komen perifeer aan bod, het zijn zelden protagonisten. Zelfs wanneer Argentinië verliest tijdens de openingsmatch van het WK in 1982, komt dit omdat de Argentijnen naar eigen zeggen zelf niet goed genoeg waren…

Argentijns voetbalblad “El Gráfico” titelde in 1986: “We verpletterden België”. Danny Veyt haalt de cover.

Het gele pakje van Pfaff

In zijn mening over de tot nu toe meest succesvolle Rode Duivels-generatie, is Diego zijn eigen inconsequente zelve. In zijn eerste autobiografie had hij geen hoog petje op van de Belgen: “Het arme België was slechts een springplank voor ons”, schreef hij in “El Diego”. In zijn tweede autobiografie van tien jaar later (“De Hand van God”) waren de Rode Duivels plots een stuk beter geworden:

“Ik zei tegen de andere jongens: ‘Laten we scherp beginnen, oké? Die Belgen zijn echt geen prutsers …’. Jan Ceulemans, een beer van een vent, speelde toen fantastisch. Hij vormde een mooi koppel met Nico Claesen, die ik geweldig vond….” Enzo Scifo was een apart verhaal. “Een uitstekende voetballer die alles had om een ster te worden. Een Latijnse speler die eigenlijk niet thuishoort in de Belgische ploeg.” Pfaff met zijn ‘mooie blonde krullen’ krijgt van Pluisje ook wat complimentjes toegegooid.

In de beschrijving van hoe hij de match tegen België aanpakte en hoe hij zijn compañeros oppepte, zie je niet de methodische voorbereiding van de video-analyserende prof, maar de intuïtieve benadering en geslepenheid van de ‘potrero’ (letterlijk: het veulenveld). “Met de bal was ik zo snel, zo vreselijk snel, dat toen die arme Gerets de bal probeerde te blokkeren, ik al op doel had geschoten. En opnieuw kwam Pfaff als een dolle uit zijn doel. Zijn gele tenue was een mooi referentiepunt.”

Low profile tenue

“El potrero” is het Argentijnse pendant van ons pleintjesvoetbal. Vuile veldjes van aangestampte aarde tussen troosteloze woonblokken in. Het is daar dat Maradona en voetballers als Sergio “Kun” Agüero, Angel “de spaghetti” Di Maria of Carlos “de apache” Tévez, hun trucs geleerd hebben. Maradona moest als tienjarige dikwijls tegen vier jaar oudere spelers het veld in en bekwaamde zich in de kunst van het hordenlopen om de moordende tackles en aanslagen op de enkels te vermijden. Wedstrijdjes waarin alles toegestaan is -pitsen, spuwen en aan het haar trekken- maar waar het er ook op neerkomt om de tegenstander door de benen te spelen, belachelijk te maken, om te laten zien wie de slimste was, el más vivo. Het resultaat is van ondergeschikt belang. Het blijft een spel, toch?

Diego’s uitspraken zijn poëtisch maar ook zo op en top porteño (inwoner van Buenos Aires, red). Soms profileert hij zich als de vrijheidsstrijder van het voetbal, een Ché Guevara in korte broek, die het onrechtmatige systeem van de FIFA aan de kaak stelt, dan is hij weer de typische ‘vivo’ (bedrieger) die gniffelend en schaamteloos zijn leepheid tentoonspreidt.

Het totaal gebrek aan consequentie en zelfkritiek is ook iets waar de gemiddelde Argentijn zich mee kan vereenzelvigen. Maradona haalt in interviews graag altijd zijn dochters Dalma en Giannina boven als ‘het belangrijkste’ in zijn leven en profileert zich dan weer handig als familieman, terwijl iedereen weet dat hij daarnaast een volledige mini-voetbalploeg van niet erkende kinderen heeft rondlopen, waarvan een paar ook Diego heten. Iedereen in Argentinië weet ook dat hij zijn ex, Claudia Villafañe, als een vaatdoek heeft behandeld en privé allerlei andere dingen heeft uitgehaald, zoals een zware cocaïne- en drankverslaving, die met de mantel der liefde bedekt worden.

Dit alles wil niet zeggen dat de Argentijnen alles moreel goedkeuren wat Maradona doet. Een klassieke Argentijnse uitspraak is: “Als voetballer was Maradona de beste, maar als mens…. (zelf invullen).” Het is als een familielid of een goede vriend die het foute pad op gaat. Je keurt niet noodzakelijk goed wat ie doet, maar je houdt gewoon van hem/haar. En Diego is niet alleen very lovable omdat hij zo ongelooflijk himself is, hij is ook zo herkenbaar als de latino underdog die de westerse beterweters een neus zet.

Morele dubbelzinnigheid

Zijn morele statements zijn altijd pseudofilosofisch en onweerstaanbaar grappig. Een beetje als Cruyffiaans, maar dan sappiger en niet zo Hollands droog. In Argentinië heeft men het over Maradoniaans: Uitspraken zoals “De bal mag niet bevlekt worden” wat zoveel wil zeggen als “Houd de politiek ver weg van het voetbal”. Terwijl Maradona zelf dan wel in een handomdraai de Malvinas-oorlog erbij haalt, om zijn valsspelen in de legendarische match tegen Engeland goed te praten. “We hielden de Engelse spelers verantwoordelijk voor alles wat er daar gebeurd was, voor het lijden van het Argentijnse volk. Het voelde als een symbolische wraak op de Engelsen voor de Malvinas,” citeert Colin de kleine krullenbol.

Maar in de geest van Maradona was de goal met de hand waarschijnlijk ook toegelaten. Hij was overduidelijk niet aan zijn proefstuk toe en had in zijn carrière al tientallen keren zijn vuistje ertegen gezet, vele malen onopgemerkt voor de scheids- en lijnrechter. Per slot van rekening: daar worden die mannen toch voor betaald? “Zou Shilton de scheidsrechter gezegd hebben dat het een doelpunt was als de bal over de doellijn was gegaan en hij hem net achter de doellijn had weg gegraaid?” citeert Colin een uitspraak van de Argentijn in de documentaire ‘The History of Football’. Colin citeert ook Scott Murray van ‘The Guardian’: “Terry Fenwick had vier rode kaarten voor aanslagen op Maradona moeten krijgen en kwam met geel weg.”

Dat brengt ons naar de kern van het fenomeen voetbal en Maradona. De universele fascinatie van Maradona en het spelletje met de bal heeft te maken met ons ingebakken gevoel voor rechtvaardigheid. Aangezien we het in het echte leven niet kunnen krijgen, projecteren we dat maar naar een groen veld met twee elftallen in verschillende kleurtjes. En we beelden ons in dat de ene de goeden zijn en al de anderen de slechten.

De goal met de hand van Maradona was maar een kleine compensatie voor de laffe Engelse torpedo-aanval op de Belgrano-kruiser die zich in 1982 buiten de oorlogszone bevond en waar 320 jonge Argentijnen verdronken. Zo vatten vele Argentijnen dat toch op, maar Maradona zelf zeker niet. Die was tijdens de oorlog van 1982 met andere dingen bezig en gebruikte de anti-Engelse retoriek om zijn eigen zonden te rechtvaardigen

Toen hij in 1994 werd betrapt op doping, was het plots de imperialistische samenzwering tegen het arme Latijns-Amerika die erachter zat. En toch, als voetbalfans, vonden we het ook onrechtvaardig dat de beste speler van het tornooi werd uitgesloten. Het ging uiteindelijk toch over het voetbal dat er werd opgediend. Voor de maffiapraktijken die achter de schermen van het wereldvoetbal gebeuren, blijven we toch ook stom, blind en doof? Zolang we maar mooi voetbal te zien krijgen, kunnen we veel vergeven. Zelfs dat WK’s gebruikt worden om regimes als die van Rusland en Qatar wit te wassen. Op dat vlak is er nog niets veranderd sinds 1978, maar soit, ik weid uit.

Benen afgesneden

“Ik voelde alsof ze mijn benen er hadden afgesneden,” stelde Diego in 1994 toen hij door onze eigenste dokter Michel D’Hooghe aan het hoofd van het medisch comité van de FIFA op het WK in de USA naar huis gestuurd werd, na het gebruik van efedrine.

Op weg naar het toilet, na de match tegen Griekenland (1994)

François Colin vertelt hoe Michel D’Hooghe het ook niet makkelijk had om Maradona na de dopingtest te diskwalificeren: ‘Ikzelf vond de ganse situatie bijzonder droevig, want ook ik vond Diego Maradona zo’n schitterende voetballer,’ citeert de voormalige Chef Sport van Het Nieuwsblad de opperdokter van FIFA. ‘Joao Havelange zei me: Michel, je kent Zuid-Amerika niet goed, er staat ons wat te wachten als we de beste speler van het toernooi uitsluiten.’ ‘Ik antwoordde dat ik daar alle begrip voor had, maar dat we dan beter geen dopingcontroles meer deden, vermits er van onze geloofwaardigheid geen spaander meer heel zou blijven.’

Elders zegt Colin — en dat klopt ook wel — dat Maradona niet te veel moet zeuren over zijn uitsluiting in 1994, nadat de FIFA toch wel een heel dik oog had dichtgeknepen in 1986 en dit geen tweede keer kon maken. “God” mag overigens van geluk spreken dat er nog geen VAR was toen hij zijn handsbal goal maakte en hij niet moest wachten op het Laatste Oordeel van de mannen in het busje.

Met het fiasco van 1994 en de verloren finale van 1990, krijgen we bij Maradona toch wel een beetje het gevoel dat hij te weinig uit zijn carrière heeft gehaald en toch minstens één extra WK had mogen winnen. Maar om het terug over die rechtvaardigheid te hebben, hét grote verhaal van Diego is niet dat van de WK’s, al hebben die natuurlijk legendarische proporties, maar zijn passage in Napels.

Napels zien en snuiven

François Colin beschrijft dit heel mooi in het hoofdstuk Drank, Drugs en Seks. Het begint met de voorstelling van Diego in het San Paolo stadion: zijn aankomst in een helikopter, zestigduizend tifosi die gek worden als Diego als een kleine peuter zijn eerste woordjes Italiaans uitkraamt. ‘Buena sera, Napolitani. Sono molto felice di essere con voi’ (‘goedenavond Napolitanen, ik ben vereerd bij jullie te zijn’). Liefde op het eerste gezicht.

San Diego in San Paolo

Colin beschrijft de waanzin waar Diego toen in terecht kwam. De manier waarop de Napolitanen in Milaan en Turijn ontvangen werden: “De Napolitanen komen. Choleralijders, aardbevinglijders, zeepvermijders. Napels is stront, Napels is cholera, het is de schande van heel Italië.”

Napels vermeed degradatie in het eerste jaar en eindigde achtste. Het volgende seizoen eindigden de Partenopei derde en versloegen ze Juventus, het grote Juve van Platini, vandaag dag op dag 35 jaar geleden (3 november 1985) met een goal van … Maradona. Om dan in 1986–1987 de eerste scudetto voor Napoli te winnen. Dan volgde de UEFA-cup en zelfs een tweede titel.

Maar naast het veld begonnen te dingen uit elkaar te vallen. Diego daalde af in een spiraal van drank- en cocaïnegebruik. Hij zat meer in een nachtclub dan op het oefenterrein. Maradona zat in de achterzak van de lokale Camorra-baas Carmine Giuliano. De relatie met de voorzitter en de pers werd problematisch. Als klap op de vuurpijl was er de halve finale Argentinië-Italië waar Diego samen met zijn Boca-spitsbroer Caniggia de Italiaanse WK-droom aan diggelen trapte, uitgerekend in Napels. Het ging niet meer goed komen tussen Maradona en stad aan de Vesuvius. En het is ook nooit meer goed gekomen met Diego zelf. Vanaf dan begon de definitieve neergang van de Griekse tragische held.

Was onze leraar Nederlands uit het derde middelbaar een voetbalfan, hij had dit “een typisch voorbeeld van een extern ondergangsverhaal” genoemd. Shakespeariaans zonder meer. De arme jongen die gaat slapen met een voetbal als hoofdkussen, wegdroomt en dan niet alleen dankzij deze voetbal uit de armoede weg klimt, maar ook een soort redder des vaderlands wordt. En dan als hij aan de top staat, onherroepelijk de dieperik ingaat. Volgens hem zelf door externe factoren, volgens vele anderen door zijn autodestructieve persoonlijkheid.

Diego wilde nog wel en werd clean, maar werd dan net als Al Pacino in the Godfather (“just when I thought I was out, they pull me back in again”) terug door een donkere draaikolk naar beneden gezogen. Rocky-gewijs trainen aan een comeback in 1993, tien kilo afvallen, terug competitie beginnen te spelen bij Boca, maar dan door de entourage… altijd die entourage… het foute middeltje in zijn preparaten en een snuifje Argentijnse hoogmoed (“God” staat immers boven de wet) en dan net als JFK, een fatale dag in Dallas.

Colin beschrijft het allemaal, net als de herfst van de carrière van Diego, waar hij eigenlijk een karikatuur van zichzelf is geworden. Misschien wordt hij nog het beste getypeerd door zijn voormalige physical trainer en vriend, Fernando Signorini. “Ik ontdekte dat er twee personen waren: Diego en Maradona. Die had hij in het leven geroepen om te kunnen voldoen aan de eisen van de voetballerij en de media. Met Diego zou ik naar het einde van de wereld gaan, maar met Maradona zou ik nog geen stap zetten.” aldus Signorini die zei dat Diego daarop antwoordde: “Als er geen Maradona was geweest, zat Diego nog steeds in Villa Fiorito.”

Zo is dat. Diego heeft ons Maradona gegeven en wij zijn Diego daarvoor eeuwig dankbaar.

Bestel het boek hier.

Maradona (60) en de Belgen, 2020, Willems Uitgevers, 167 blz., 20€.

--

--

Tom Dieusaert
FC Socrates

Reporter. Writer. South America. Twitter @argentomas. Recently published “Rond de Kaap: Isaac le Maire contra de VOC".