Ik zou graag van meten, weten en bewijzen meer naar ontwikkelen en groeien willen
Fragmenten uit een gesprek met Albertien Vrieling, curriculumcoach Rijn IJssel
26 mei 2016
De samenleving is constant aan het veranderen en de arbeidsmarkt verandert mee. Als je goed beroepsonderwijs aan wilt bieden, moet je meebewegen met veranderingen. RIJK onderwijs — de nieuwe onderwijsvorm die we binnen Rijn IJssel toepassen — kijkt voortdurend hoe we aan kunnen sluiten op de actualiteit.
We brengen eerst goed de beroepstaak in kaart en dan werken we uit hoe je binnen het beroep vaardigheden toepast. We sluiten veel meer aan op de student, daar ligt volgens mij echt de toekomst. De student kiest wat hij of zij de komende 5 weken wil leren en ontwikkelen. In zo’n methode komen er veel interessante vragen op. Bijvoorbeeld, als een student na 5 weken niks oplevert, is dat dan onvoldoende? Ik vind het belangrijk dat de docent in gesprek gaat met zo’n leerling en kijkt wat er speelt en op welk moment het mis is gegaan. Was de leerling 3 van de 5 weken ziek? Dan kijken we of het in de volgende periode wel goed gaat. Had de leerling wel wat, maar durfde hij/zij het niet in te leveren? Dan moet het gesprek daar over gaan. Zo worden studenten langzaam eigenaar van hun eigen leereenheid. Wij maken de switch van controle naar beoordelen op groei.
Ook vanuit de organisatie is het vormgeven van zo’n transitie een groot vraagstuk. Voor iedereen is het zoeken: CvB, docenten, studenten. Verandering kan frictie geven. Het gaat dan om een stukje professionalisering: hoe ontwikkel je je? Sommige docenten zijn jaren lang niet met onderwijsontwikkeling bezig geweest, dat werd gewoon ingekocht. En nu moet iedereen in die beweging meegaan. Opeens geef je niet langer je vak, maar draag je bij aan het product dat de student gaat maken. Maar ik ben er van overtuigd dat iedereen het kan: docenten kunnen op deze manier de leerling begeleiden, en elke leerling kan dit type onderwijs aan.
