Adidas, Bild en travestie — Berlijns Dagboek 7
Maandag
Er zijn mensen die volhouden dat context ‘alles’ is. Laat ik mij hier in Berlijn niet in de oneindige diepte van dergelijk hogeschool-relativisme verliezen. Maar vaststaat dat de muziek van het sinds een jaar door mij zo geliefde Ja, Panik, ingeklemd tussen teksten van de Duitse boulevardjournalist Franz Josef Wagner en zijn hyperintellectuele landgenoot Rainald Goetz, maandagavond op het Berlijnse theaterpodium een schitterende nieuwe glans kreeg.
Bijna had ik de voorstelling trouwens gemist. Door m’n eigen stomme schuld. Ik zat in m’n hostel zo fanatiek aan mijn ‘zondagdagboek’ te werken, dat ik voor de avond online wilde hebben, dat ik later dan gepland de deur uit ging. Maar goed, de jongen aan de receptie zei dat Theater Hebbel am Ufer vlakbij Ubahnstation Hallisches Tor was en als ik gewoon voor de deur in de U2 stapte en bij Gleisdreieck overstapte op de U1 was ik er zo. Fluitje van een cent.
Vergeet het maar. Bij station Mohrenstrasse, drie haltes voor Gleisdreieck, roept de machinist om dat de trein niet verder zal rijden. Onderhoudswerkzaamheden aan het metrospoor. Er staat een bus klaar om de reizigers naar de volgende halte Potsdammerplatz te brengen. En vandaar gaat er dan weer een metro.
Ik kijk op de klok. Kwart voor acht. Om acht begint de voorstelling. Eerst die bus, dan weer wachten op metro. En dan twee haltes verder ook nog eens overstappen. Dat wordt niks. En deze theatervoorstelling is verdorie de belangrijkste reden geweest om ditmaal naar Berlijn te gaan. Stom stom stom!
Ik loop de trappen op, het metrostation uit. Geen bus. Vanuit een ooghoek zie ik bij een naburig stoplicht, vijftig meter verderop, een taxi optrekken. In een reflex ren ik er zwaaiend op af. Andere reizigers zijn op hetzelfde idee gekomen, maar ik ben sneller.
,,Gutenabend. Theater Hebbel am Ufer. Schnell!’’
,,Huh?’’
,, Theater Hebbel am Ufer. Ich muss nach Theater Hebbel am Ufer…’’
,,Huh?…. Adresse bitte…’’
Ik vis het opgevouwen ticket uit m’n zak en noem het adres. De chauffeur knikt zwijgend en rijdt weg.
,,Het is niet ver,’’ zegt hij even later in Duits met een sterk Turkse tongval. Dan wijst hij naar een digitellertje op zijn dashboard dat sinds het vertrek al op 3,20 staat. ,,Werkt niet. Moet ik laten repareren. Maar we maken wel even een mooi prijsje.’’
Ja, zal best denk ik en een moment schieten mij horrorpraktijken in het Amsterdamse taxiwezen door het hoofd.
,,Daar is het,’’ zegt de chauffeur na een minuut of vijf. Daar is het inderdaad. ,,Doe maar vijf Euro.’’
Franz Josef Wagner
‘Katarakt/Brief an Deutschland’ heet het stuk van de spraakmakende Duitse theatermaker Patrick Wengenroth, wiens werk geldt als spectaculair en controversieel. Theater dat niet zelden in de verte aan Alex d’Electrique doet denken. Veel multimediavoorstellingen. Regelmatig werkt Wengenroth samen met popmuzikanten. Vrijwel altijd flirt hij met de populaire cultuur. Niet zelden vliegen melk en meel over het podium, om van lichaamssappen nog maar te zwijgen. En tenslotte vertoont Wengenroth zich vrijwel altijd en overal in een zwarte ‘vintage’ Adidas-trainingsbroek.
In ‘Katarakt/Brief an Deutschland’ geeft hij een visie op het Duitsland van vandaag door een autobiografische tekst van ’s lands bekendste boulevardjournalist, Franz Josef Wagner, tegenover een monoloog van de hyper-intellectuele schrijver Rainald Goetz te zetten, waarbij beide delen van de voorstelling aaneengekit worden door de muziek van Ja, Panik.
Over die laatste groep heb ik onlangs op Frnkfrt mijn verhaal reeds gedaan. (1) De in 1943 geboren Wagner geldt in Duitsland als populistisch journalistieke mastodont. Hij was jaren redacteur van dagblad Bild, werkte een tijdje voor Bunte en is tegenwoordig ‘chefcolumnist’ bij, wederom, Bild.
Ik lees Bild niet, maar heb mij regelmatig laten vertellen dat naast deze populaire Duitse krant onze eigen Telegraaf nog bijna een Stalinistisch partijblad is. En binnen Bild behoort Wagner — die in het verleden ook optrad als ‘ghostwriter’ voor ondermeer Franz Beckenbauer en Udo Jurgens — tot het meest populistische kamp. In zijn open brieven aan beroemdheden en andere columns haakt hij het ene met vele adjectieven omklede cliché aan het andere. Smerend met sentimenten. Strooiend met gemeenplaatsen. Burgerlijke gezond verstand platitude op burgerlijke gezond verstand platitude stapelend.
Kortom, een figuur die smeekt om parodie en dat laat Wengenroth zich geen tweemaal zeggen. Het is scoren voor open doel en hij doet dat schaamteloos. Hij voert zelfs vier Franz Jozef Wagners op — twee vrouwelijke en twee mannelijke acteurs, waaronder ook hijzelf, in zwarte Adidasbroek uiteraard — die ook met elkaar in dialoog gaan. Om duidelijk te maken wanneer Wagner zelf geciteerd wordt, lezen de acteurs zo nu en dan fragmenten uit diens autobiografische boek ‘Brief an Deutschland’ uit 2010.
Ondertussen wordt er op het podium met kratten bier (!) gesmeten — scherven vliegen in het rond. Wengenroth hangt op een gegeven moment zelfs een geopende fles omgekeerd voor in zijn broek — waardoor het bier uit zijn Adidaspijpen loopt. En verderop verbeeld hij het ‘zum Kotzen’ van Wagners teksten wel heel erg letterlijk door middels een tuinslang minutenlang witte en gele smurrie uit te spuwen. En omdat er ‘no business like showbusiness’ is paradeert hij op een gegeven moment in slipje en op naaldhakken over het toneel.
Tussen de scenes door speelt Ja, Panik stukken van het album ‘DMD KIU LIDT’ met als apotheose — na afloop van de Wagner-scenes — de vijftien minuten klokkende integrale titelsong ‘Die Manifestation des Kapitalismus in unserem Leben ist die Traurigkeit’. Die regel is door Wengenroth ook als motto voor de hele voorstelling gekozen.
Rainald Goetz
Dan verlaten de muzikanten en de vier Wagner-acteurs het podium en blijft actrice Eva Löbau alleen achter. De voorstelling is dan al anderhalf uur bezig. Het publiek verwacht hooguit nog een epiloog. Het wordt een monoloog van nogmaals een uur: ‘Katarakt’ van de in 1954 geboren Rainald Goetz. Historicus, arts, schrijver, hyperintellectueel, die met deze tekst een monoloog schreef waarin een oude man terugkijkt op zijn leven. Wengenroth laat die rol door een jonge actrice spelen.
‘Katarakt’ is een schijnbare eindeloze woordenstroom, opgebouwd uit nuances en associaties. Telkens als je een conclusie verwacht komt er een volgende nuance, een volgende associatie. Zoals het leven is, zou je kunnen zeggen. Sommige bezoekers trekken het niet meer en verlaten de zaal. De opbouw van de avond mag je ook rustig als provocerend beschouwen: eerst het Alex d’Electrique-achtige spectakel en daarna pas die marathomnonoloog. Andersom lijkt voor de hand liggender — des te shockerender is het nu!
In beide teksten heeft de auteur zijn eigen leven verbonden met de geschiedenis van Duitsland, zowel Wagner als Goetz, verklaarde Wengenroth in diverse interviews. Zoals reeds eerder op Frnkfrt beschreven (1) doet Ja, Panik hetzelfde — hoewel bij hen Duitsland en Oostenrijk door elkaar lopen.
Hoe druiperig sentimenteel en Kitscherig de emoties bij Wagner ook zijn, wie het wil kan weldegelijk een zekere oprechtheid in zijn teksten horen. Tegelijk klopt bij Goetz alles wat er gezegd wordt, maar ademt het voortdurende nuanceren ook een zekere vrijblijvendheid. Dat zorgt voor een spanningsveld. Toch las ik de afgelopen dagen ook kritieken met de strekking dat iemand als Franz Josef Wagner voor Wengenroth en zijn Vpro-achtige vaste aanhang wel een erg gemakkelijke prooi is.
Voor mijzelf was het vooral interessant om de muziek van Ja, Panik eindelijk eens live te horen — en ze speelden het perfect — en ook nog eens in een totaal andere context dan die van het album. Vooral de passie van het titelstuk is raak. ‘Jeugdige Weltschmerz’ werd het in een aankondiging in het uitgaansblad Tip van deze week genoemd. Het zij zo. Ik vond het prachtig.
Als ik na nog een biertje om elf uur ’s avonds het theater uitloop zie ik verderop, onder een straatlantaarn Patrick Wengenrroth in z’n eentje een sigaret staan roken. Wollen mutsje en — jawel — zwarte Adidasbroek. Zonder er verder over na te denken stap ik op hem af en zeg dat ik het een schitterende voorstelling vond. ,,Danke,’’ antwoordt hij en glimlacht, duidelijk een beetje verlegen met de situatie. Ik voel mij plots heel onnozel, groet en verdwijn richting Ubahn en Imbiss voor een broodje falafel. Eten is er vanavond nog niet van gekomen.
‘Katarakt/Brief an Deutschland’ van Patrick Wengenroth met live-muziek van Ja, Panik. Gezien ma 2 april 2012, HAU2, Berlin
Noten:
1 — Ja, Panik — ‘DMD KIU LIDT’ (Waarom ik dit het belangrijkste Europese rockalbum van 2011 vind)
Lees ook de eerder verschenen Berlijnse Dagboeken:
- “Het experiment is hier de mainstream” — Berlijns dagboek
- De Neubauten-bedevaart: Oudere mannen en hun nostalgie — Berlijns Dagboek 2
- Zweten in de Raster-Noton sauna — Berlijns Dagboek 3
- Microtonaal in de koeienstal — Berlijns Dagboek 4
Originally published at frnkfrt.net.