Bobby Few en het complexe respect
Een pijnlijk moment. Terwijl het publiek de plaatsen alweer heeft ingenomen voor het programma na de pauze — het ad hoc trio van pianist Bobby Few met bassist Ernst Glerum en slagwerker George Hadow — neemt één van de organisatoren het woord. De pianist is een beetje in de war, zegt hij. Het is daarom nog niet helemaal zeker of het optreden doorgaat. Bobby Few is inmiddels tweeëntachtig. Even later komt de broze musicus echter toch het zaaltje binnenschuifelen.
Een echte ‘legende’ kun je hem niet noemen. Alleen bij de ingevoerde jazzliefhebbers roept zijn naam herkenning op. Maar hij behoort weldegelijk tot de laatsten van zijn generatie die nog met enige regelmaat op de podia te zien zijn, de in 1935 in Cleveland, Ohio, geboren Few die via New York in de jaren vijftig, waar hij ondermeer met Jackie McLean, Joe Henderson en Albert Ayler speelde, eind jaren zestig in Parijs terecht kwam.
Daar woont hij tot op de dag van vandaag; een spin in het web van Amerikaanse jazzexpats in Europa. De afgelopen decennia werkte hij veelvuldig met musici als Archie Shepp en de onlangs overleden Sunny Murray. Maar het meest bekend werd Bobby Few toch door zijn langdurige samenwerking in de jaren tachtig en negentig met sopraansaxofonist Steve Lacy, met wie hij een kleine twintig albums opnam.
Onlangs was er een heel programma rond hem georganiseerd in De Ruimte in Amsterdam Noord. Voor een avond in het Bimhuis is zijn naam blijkbaar niet ‘klinkend’ genoeg. Of misschien zijn er nog net iets teveel generatiegenoten in leven om Few boven het maaiveld uit te doen steken — zo gaat dat vaak. Enkele tientallen liefhebbers en bewonderaars zijn er op af gekomen, waaronder relatief veel muzikanten. Zelfs Hans Dulfer, die ook ooit met Bobby speelde en in 1970 het album ‘El Saxofón’ met hem maakte.
De allesoverheersende sfeer in het zaaltje is er een van respect.
Het begint met de korte documentaire ‘No Africa in You’ van Daniel Garcia, waarin we Few in een bont gestreepte trui door een Parijse buitenwijk zien lopen. Even later beelden van een kerkinterieur, waar de pianist aan een vleugel zit. Terwijl hij stevig op het klavier hamert, zingt hij over Afrika — hoewel de exacte woorden lastig te verstaan zijn. Een beetje zoals er vaak gezongen wordt bij het Sun Ra Arkestra. Het duurt een minuut of tien — een kwartiertje misschien. Daarna loopt Few het beeld weer uit. Eigenlijk is het gewoon een uit de kluiten gewassen videoclip.
De oude jazzman zit op de eerste rij in Amsterdam Noord, in dezelfde trui die hij in de film draagt. Als de docu voorbij is staat hij op, gaat aan de piano zitten — geen vleugel ditmaal, maar een eenvoudig rechtopstaand model — en zet een stuk in dat wel wat lijkt op dat in de film. Ook nu zingt Few er bij: ‘Music is the healing Force in the Universe’. Het blijkt het titelstuk van Albert Aylers laatste album uit 1969, een jaar voor z’n dood. Bobby Few speelt nota bene piano op die opname.
Schier eindeloos wordt die zin in De Ruimte herhaald. Vervolgens zowaar hetzelfde ‘Africa’-stuk dat ook in de docu te horen was. En tenslotte nog een lied met als dragende regel ‘Everybody has a Right to be free’. Daar kan iedereen zich in vinden. Applaus.
Dan is het pauze.
Maar het is het trio met Glerum en Hadow waar de meeste bezoekers voor zijn gekomen. De eerste minuten zijn weer voor Few solo. Ditmaal zonder zang. In eerste instantie gaan zijn vingers nog voorzichtig en zoekend over het klavier. Hij heeft in het verleden nogal wat Monk geïnterpreteerd en is daar ook om geprezen, maar heeft daarbij toch nadrukkelijk een eigen stijl ontwikkeld.
De bassist en slagwerker aan weerszijden van de piano concentreren zich op het Few-universum en stappen dat vervolgens voorzichtig binnen, vooralsnog in de buurt blijvend van het kronkelpad dat de Amerikaan volgt. Maar naarmate de aanslag van Few trefzekerder wordt nemen Glerum en Hadow ook meer risico. Even later denderen de vingers van de pianist over het klavier. Dit werkt!
Het tweede stuk begint Few aanzienlijk ingetogener en Glerum volgt hem zonder een moment te aarzelen. De improvisatie ontwikkelt zich tot een stukje relaxte swing en daar weet ook Hadow wel raad mee. Al wordt het wel een tikkeltje lang uitgesponnen.
Als het applaus klinkt lijkt het even alsof de pianist wil opstaan. Het trio heeft inmiddels een half uur gespeeld en alle registers lijken wel verkend. Maar nee, Few richt zich weer naar het klavier en speelt verder. Glerum en Hadow wachten af. Het lijkt een herhaling van zetten en dat wordt het ook steeds meer. Terwijl zijn twee medemusici zich inhouden, wordt Bobby steeds fanatieker, zich blijkbaar absoluut niet meer bewust van de aanwezigheid van de slagwerker en bassist.
Improviseren is een complex artistiek en sociaal gebeuren. Als je geacht wordt min of meer de leiding te nemen — zoals Few in dit geval — wordt er wel van je verwacht dat je je medespelers ook wat muzikaal ‘grondstof’ geeft om mee aan het werk te kunnen. Na pakweg nog een kwartier begint Hadow maar weer een beetje mee te trommelen. Voor de vorm, lijkt het. En uit respect voor de oude meester. Maar Glerum blijft onbewogen. Bobby Few mag dan een musicus van enige naam zijn, maar hij — Ernst — is toch ook niet de minste. Een van de meest geachte improviserende musici van ons land. Begrijpelijk dat hij niet zomaar een beetje in het wilde weg aan de snaren wil plukken.
Uiteindelijk staat Glerum op, legt voorzichtig zijn bas neer en verlaat op zijn tenen de zaal. En hij niet alleen. Één voor een houden ook de bezoekers het voor gezien. Het ‘trio’ is nu bijna een uur aan het spelen, waarvan Bobby Few al meer dan de helft min of meer solo. Bij ieder ander zouden alle stoelen inmiddels leeg zijn. Het evenwicht tussen ‘respect’, en ‘verveling’ is inmiddels zodanig verstoord dat her en der zelfs wat ergernis de kop op steekt. Hetzelfde respect dat menigeen overhaalde om deze avond naar De Ruimte te komen weerhoudt de organisatoren om de veteraan voorzichtig duidelijk te maken dat het zo wel mooi is geweest. Maar ja, hoe maak je zoiets kenbaar. Respect kan ook een pijnlijke kant hebben. Voor alle partijen.
Peter Bruyn
Do 8 feb 2018, De Ruimte, Amsterdam.
Bobby Few solo en in vorm in Düsseldorf in 2014
Bobby Few Trio in Parijs in 2013.