Ták! Poinggg…! ‘rikketikketikketikketik….’

De analoge gitaar-abstracties van Sandy Ewen

peter bruyn
FRNKFRT
Published in
8 min readNov 24, 2023

--

V.l.n.r. Sandy Ewen, Michael Vatcher en Jasper Stadhouders

Sandy Ewen zit met haar gitaar plat op haar schoot. Op een tafeltje een paar spijkers van het type waarmee vroeger de spoorrails op bielzen werden genageld, wat stalen schuursponsjes, allerhande repen metaal, enkele lange schroeven en platte stenen. Ze tikt met een spijker op het element van de gitaar: Ták! Ondertussen heeft ze een metalen strookje tussen de snaren gestoken dat ze laat zwiepen: Poinggg…! Slagwerker Michael Vatcher reageert met een kort en droog ‘rikketikketikketikketik….’ op de rand van een tom. En ook gitarist Jasper Stadhouders naast hem laat zich niet onbetuigd, al maakt hij, geschoold gitarist, meer gebruik van de hals van de gitaar en de frets. Maar het klankbeeld sluit feilloos aan bij dat van Ewen.

De Canadees-Amerikaanse is in Amsterdam op uitnodiging van Vatcher, met wie zij al jaren bevriend is. De slagwerker heeft drie concertjes met haar georganiseerd waarbij hij telkens met haar plus één of meer gasten speelt en noemt dat voor het gemak en met een flinke knipoog maar meteen het ‘Sandy Ewen Festival’. De gitariste is begin november naar Europa gekomen op uitnodiging van het zevenendertigste Music Unlimited Festival in het Oostenrijkse Wels. Daarnaast speelde ze nog een impro-concert in de Weense jazzclub Celeste en reisde vandaar naar Berlijn, waar ze in de Petersburg Art Space te horen was, om uiteindelijk in Amsterdam terecht te komen, vertelt Ewen, die ook actief is als beeldend kunstenaar en architect, in de pauze.

Het concert met Vatcher en Stadhouders, in de Roze Tanker in Noord, is het tweede in de korte serie van drie. Het miezert en er zijn in totaal vijf mensen op af gekomen. Maar dat is iets waar deze musici aan gewend zijn. Wie muziek maakt die bij de meeste mensen associaties oproept met een piepende kastdeur of het voortslepen van een koekblik over de stoeptegels verwacht geen Ziggo- of Carré-taferelen. Eigenlijk zou Terrie Hessels ook nog van de partij zijn, wat een kwartet van drie gitaristen en een slagwerker had opgeleverd. Maar de Ex-muzikant moet het wegens ziekte laten afweten.

De triobezetting blijkt perfect te werken. De klankrijkdom is groot. Er wordt geen enkel akkoord, gespeeld, geen enkele melodielijn gevolgd, geen ‘groove’ gelegd, maar toch is het resultaat weldegelijk muzikaal en prachtig in balans. Ewen weet feilloos de weg op haar geluidenpalet en Vatcher schakelt schijnbaar moeiteloos van tikken op de bekkens over op het strijken van de zingende zaag en het wrijven met een bos stro. Interessant is de rol van Jasper Stadhouders die enerzijds zijn gitaar traditioneler gebruikt door soms te tokkelen en met zijn linkerhand de snaren op de frets te drukken, maar even zo gemakkelijk zaagt hij met een kam op diezelfde snaren.

Er wordt naar elkaar geluisterd, zonder dat dat nadrukkelijk van het optreden afstraalt. En zodra je als luisteraar de ogen sluit is nauwelijks nog te horen wie welk geluid produceert. Er gebeurt veel. Soms lijkt Ewen even te zoeken naar de volgende stap, maar tegelijk weet ze heel snel beslissingen te nemen. Aan alles is te zien en te horen dat ze dit al vijftien jaar doet.

untitled, 2013. polymer microcollage

,,Improviseren is voor mij vooral communicatie met de andere musici,’’ zegt de gitariste een kleine vierentwintig uur later in Zaal 100, waar ze haar derde concert speelt. ,,Die communicatie zorgt ervoor dat ik mij kan focussen. De rol van het publiek is een andere, al heeft die ook met ‘focus’ te maken. Als je voor een publiek speelt betekent dat dat er een begin en een eindpunt moet zijn. Zonder publiek is die behoefte er niet per se.’’

,,Maar die onderlinge communicatie met de andere musici hoeft ook weer niet zoiets als een ‘dialoog’ te zijn. Je hoeft niet concreet te ‘antwoorden’ op wat een ander speelt. Dat kan ook op een veel indirectere wijze, doordat bijvoorbeeld de intensiteit van wat je speelt langzaam toe- of afneemt. Of het volume.’’

Sandy Ewen gebruikt nadrukkelijk géén effectpedaaltjes, afgezien van een pedaal waarmee ze kan wisselen naar welk van twee verschillende versterkers zij haar gitaargeluid stuurt. Alle klanken die ze produceert zijn analoog — het rechtstreekse resultaat van voorwerpen waarmee ze op de snaren of het gitaar-element slaat, wrijft of wat dan ook. De enige uitzondering is een elektrisch apparaatje waarmee ze het elektromagnetische veld van het element verstoort. Maar ook hier is géén sprake van een effect ‘achteraf’, dus op het geproduceerde geluid, zoals gitaristen die vaak gebruiken.

,,Het publiek kan precies zien wat ik doe,’’ zegt Ewen. ,,Ik hou niet van dat ‘black box’-idee, waarbij je iets speelt en er via de effecten een heel ander geluid uit de speakers komt. Wat je bij mij hoort is het directe resultaat van wat je mij fysiek met het instrument ziet doen. Je ziet mij ook schakelen tussen twee verschillende versterkers die ieder een karakteristieke klank hebben.’’

Hoe rijk het spectrum aan geluiden is dat de gitariste uit haar instrument haalt is het duidelijkste te horen op haar soloalbums, zoals het afgelopen augustus via Bandcamp verschenen ‘Solo’. Twee improvisaties van ieder ongeveer een half uur, die geen moment vervelen. Er wordt niet zozeer een muzikaal ‘verhaal’ vertelt — dat klinkt meteen zo als de ‘Vier Jaargetijden’ van Vivaldi — maar veel meer een ‘route’ gevolgd. Je kunt er naar luisteren zoals ook ademloos kunt kijken naar zo’n fascinerende, minuten doorrollende knikkerbaan in Youtube-filmpjes. Telkens gebeurt er iets nieuws, voortdurende klankwendingen. Terwijl, als je Ewen live aan het werk ziet, het aantal attributen en technieken dat ze gebruikt eigenlijk heel erg afgemeten is.

Zit daar eigenlijk nog ontwikkeling in? Breidt haar klankvocabulaire zich nog steeds uit? ,,Héél langzaam, misschien. Ik ben in ieder geval niet meer voortdurend op zoek naar nieuwe voorwerpen die ik in combinatie met mijn gitaar kan gebruiken. Na vijftien jaar heb ik van de meeste materialen wel uitgevogeld hoe ze klinken en of ik er voor mijn muziek wat mee kan. Maar wat ik doe probeer ik wel steeds meer te verdiepen. En daarbij helpt het mij om telkens met nieuwe mensen te spelen. Iedere nieuwe context zorgt er weer voor dat mijn muziek zich verder ontwikkelt.’’

Sandy Ewen wordt in 1985 geboren in Toronto, Canada. Na de middelbare school gaat ze naar Houston, Texas, om architectuur te studeren. Als puber speelt ze al gitaar in ‘gewone’ bandjes. Eenmaal in Texas ontmoet ze trombonist en muzikale vrijdenker David Dove, die begin deze eeuw Nameless Sound oprichtte. Een organisatie die concerten van hedendaagse musici en avantgardisten organiseert en tegelijkertijd jongeren stimuleert om op een andere, vrije manier met muziek om te gaan. Hij zal een belangrijke inspirator voor Ewen blijken.

In Houston ontwikkelt de gitariste haar eigen stijl en vanaf pakweg 2010 begint ze zich steeds meer als muzikant te manifesteren, zowel op de podia als in de opname studio. Sindsdien zijn er platen verschenen waarop ze samenwerkt met onder meer contrabassist Damon Smith, slagwerker/multi-instrumentalist Weasel Walter, stemkunstenaar Jaap Blonk, saxofonist Roscoe Mitchell, gitarist Henry Kaiser, de groep Talibam, slagwerker Kevin Shea en tal van andere musici die er internationaal toe doen. Dat er diverse muzikanten bij zitten die zich in het verleden regelmatig met Dada-gerelateerde projecten bezig hielden is puur toeval, zegt ze.

Digitale Modellen

Sinds enige jaren is Ewen naar Brooklyn, NY, verhuisd waar aanzienlijk meer speelmogelijkheden zijn. En vooral ook meer musici waar ze graag eens mee zou samenwerken. Eerder noemde ze in interviews al de gitaristes Ava Mendoza en Mary Halvorson. Beiden zijn academisch geschoold op de gitaar en technisch formidabel. Mendoza kan rocken — ze speelde een paar jaar geleden nota bene al eens met Jasper Stadhouders in een metal-achtige setting in de Amsterdamse Occii — terwijl Halvorson meer iemand is van de dikke partituren.

,,Ava kom ik wel tegen in het circuit in New York,’’ zegt Ewen. ,,Mary Halvorson heb ik nog niet ontmoet. Die is volgens mij wat minder uithuizig, haha. Maar serieus, ik weet ook niet of mijn muziek zou werken in combinatie met hen. Maar het lijkt mij interessant. En tegelijkertijd weet ik ook wel een beetje meer van muziektheorie dan je misschien zou denken. Maar ja, er zijn al zoveel mensen die technisch heel erg goed gitaar kunnen spelen op de traditionele wijze, dat ik mij daar helemaal niet mee wil meten. Ik ben goed in wat ik doe en daar wil ik mij dan ook op blijven concentreren.’’

Op haar website omschrijft Sandy Ewen haar werk als ‘Music, Art, Architecture’. Om in haar inkomen te voorzien maakt ze digitale modellen voor architecten. In Amerika valt er met experimentele muziek nog minder te verdienen dan aan deze kan van de Atlantische Oceaan.

Daarnaast maakt en exposeert ze beeldend werk. Abstracte tekeningen en collage-sculpturen. ,,Zoals mijn muziek gaat over het onderzoek naar klanken, is ook mijn beeldende werk gebaseerd op de eigenschappen van de materialen waarmee ik werk. Tegelijk zijn er ook verschillen. Het visuele werk maak ik veel meer solitair, hoewel je dat natuurlijk ook van mijn soloplaten zou kunnen zeggen. Maar terwijl ik aan mijn beeldende kunst eindeloos kan schaven en perfectioneren, maak ik mijn soloalbums zoals ik een soloconcert geef: Dus in één keer vastgelegd binnen een bepaalde tijdspanne.’’

V.l.n.r. Sandy Ewen, Mola Sylla, Michael Vatcher en Wilbert de Joode

Het barretje van Zaal 100 begint zich inmiddels te vullen met publiek voor het derde concert van het ‘Sandy Ewen Festival’. Ditmaal staan naast de gitariste en Michael Vatcher contrabassist Wilbert de Joode en de Senegalese zanger en muzikant Molla Sylla op het programma. Tegen aanvangstijd is De Joode nog elders in het pand in vergadering. Vatcher besluit toch alvast te beginnen, ,,…since we’re all here…’’. Er zijn aanzienlijk meer bezoekers dan zondagavond in de Tanker, maar de sfeer is wat rommelig.

Vatcher en Ewen hebben elkaar muzikaal inmiddels goed leren kennen, maar Sylla lijkt nog zoekende en niet direct uit de voeten te kunnen met het abstracte geknor en kras van de gitariste. Uiteindelijk pakt hij een fluit en probeert wat op de anderen te anticiperen. De knetterende interactie zoals die er op de zondagavond is tussen Ewen en Stadhouders ontbreekt ditmaal. De gitariste slaagt er niet in te vlammen zoals ze de avond ervoor nog wel deed. Misschien is ze met haar gedachten al bij haar vlucht naar huis, de volgende dag. Misschien is ze gewoon moe, of werkt de omgeving niet zo inspirerend. Vatcher is zichtbaar opgelucht als Wilbert de Joode zich na een half uurtje bij de anderen voegt.

Tijdens de tweede set komen de vier wat meer los. Ook Mola Sylla, die zich een tijd lang stil heeft gehouden om te luisteren, lijkt nu wat aanknopingspunten te vinden. Maar het blijft voor alle vier hard werken om de gespeelde partijen een beetje aaneen te haken. Dat gebeurt eigenlijk pas in de finale, als Mola Sylla het heeft in handen neemt met een lied. Een soort ‘take it or leave it’ situatie. Maar de anderen nemen de uitdaging aan en improviseren binnen de structuur van de song.

Thuis het album ‘Solo’ nog eens afgespeeld. Direct is daar weer die veelzijdigheid, dat hoorbare avontuur en die ontdekkingsdrang. En vooral ook het euforische gevoel dat dergelijke abstracte klankcollages als prachtige muziek ervaren kunnen worden. Een walhalla voor het oor, ver buiten de lijnen van de notenbalk.

Peter Bruyn

Gezien: ma 20 nov 2023, De Roze Tanker, Amsterdam en di 21 nov 2023, Zaal 100, Amsterdam

Website Sandy Ewen

Bandcamp Sandy Ewen — Solo

--

--

peter bruyn
FRNKFRT

Beheers jezelf - beheers de media - wees vrij.