peter bruyn
FRNKFRT
Published in
5 min readJun 11, 2014

--

Delusion of the Fury; spel van twee tovenaars

Sommige concerten en voorstellingen laten zich eigenlijk niet omschrijven, laat staan recenseren. Ze zijn zo overweldigend, zo verrassend, zo allesomvattend, zo…. Nou ja, dat zijn van die dingen die je te binnen schieten als je na anderhalf uur ‘Delusion of the Fury’ — pièce de résistance in het oeuvre van de eigenzinnige Amerikaanse componist Harry Partch en in een enscenering van Heiner Goebbels — de grote zaal van het Muziekgebouw aan ’t IJ uitloopt. Het lijkt een legitieme conclusie, ware het niet dat…

Ware het niet dat het gewoon onzin is. Iedere voorstelling laat zich omschrijven, ook ‘Delusion of the Fury’. En zodra er criteria geformuleerd worden is ook het recenseren nog slechts een kwestie van de juiste punten met elkaar verbinden en de lijnen doortrekken.

Uiteraard is het mogelijk, zelfs in twee of drie alinea’s, in grote lijnen de muzikale ideeën van Partch uiteen te zetten — hoe hij er van overtuigd is dat ons bekende twaalftoonsysteem — dat al eeuwenlang de Westerse muziek beheerst — onnatuurlijk en beperkend is. Hoe hij daar andere systemen tegenover zet — tot drieënveertig tonen per octaaf aan toe, waarbij de onderlinge intervallen ook nog eens ongelijk zijn.

Die verhandeling laat zich ook moeiteloos koppelen aan de kleurrijke verhalen over Partch als miskend kunstenaar — en hoe hij in de jaren dertig van de vorige eeuw, de tijd van de grote Amerikaanse crisis, zonder huis of baan, berooid door het continent zwierf. Totdat hij tegen het eind van zijn leven, in de late jaren zestig, dankzij een mecenas, eindelijk wat erkenning vond voor zijn buitenissige artistieke ideeën. Hoewel hij door het muzikale establishment nog steeds niet serieus werd genomen.
Ook kan er best iets gezegd worden over Heiner Goebbels, van oorsprong socioloog, bekend geworden als componist, maar hier aan ‘Delusion of the Fury’ bijdragend als regisseur. Een man die de afgelopen tien, vijftien jaar al vrijwel iedere editie met een spraakmakend programma tijdens het Holland Festival vertegenwoordigd was.(1)

Alleen maak je zelden een voorstelling mee waar de totaalindruk zo afwijkt van de som van de delen.

Heiner Goebbels

Ik had vooraf het album ‘Delusion of the Fury’ beluisterd. Wel twee of drie maal. Maar in het Muziekgebouw klonk het dinsdagavond totaal anders. Een half uur voor aanvang had ‘inleider’ Michel Khalifa nog gewaarschuwd voor de rare intervallen en vreemde noten waar onze door Westerse muziek gewassen oortjes niet vertrouwd mee zouden zijn — die zelfs de indruk konden wekken dat ze ‘vals’ waren. Niets daarvan. De muziek van ‘Delusion of the Fury’ klonk volstrekt natuurlijk, logisch en esthetisch. Alsof het schreeuwde dat het alleen maar op deze wijze kon — en dat was natuurlijk ook zo, wat Harry Partch betreft althans.
En het stuk had een verhaal — daar werd in het programmaboek althans over gerept. Iets met een zwerver en iets met een herder. Iets met Japans Noh-theater en iets met een Afrikaans verhaal. En allemaal ook weer terug te voeren op de klassieke Grieken. Het zij zo en het doet er eigenlijk niet toe.
Wat Partch ‘Partch’ maakt is de muziek en zijn de instrumenten en wat Goebbels ‘Goebbels’ maakt is hoe hij dat geheel ensceneert.

De componist verzint een stuk muziek en bouwt daar de instrumenten bij die hij nodig heeft met precies die noten die hij nodig heeft. In praktijk eigenlijk een dozijn marimba-achtigen, variërend van zware, diep klinkende blokken hout tot kokers, kalebassen en glazen bollen van verschillende formaten. En Heiner Goebbels beseft dat de aanblik van die instrumenten en de bespelers al zo bijzonder is dat er weinig aan toegevoegd hoeft te worden. Toch is er ook water — nooit overheersend — en vuur — evenmin overheersend. Er zijn kostuums en er is belichting. Er wordt gezongen en zelfs gedanst.
Maar er is vóór alles het spel van twee tovenaars, Partch en Goebbels, die beiden goed lijken te beseffen hoezeer de kracht van de kunst diep geworteld is in het ritueel — in de betekenis waarop Walter Benjamin dat woord gebruikt.(2) Het resultaat is muziek, theater en beeldende kunst tegelijk, waar je als toeschouwer anderhalf uur volstrekt in ondergedompeld en opgenomen wordt. Dat in het besef dat zodra je je op één aspect concentreert, of het zelfs maar benoemt, alles er omheen als een kaartenhuis instort. Daarom, uit lijfsbehoud, liever beleven dan beschrijven.

Peter Bruyn

‘Delusion of the Fury’. Di 10 juni 2014, Muziekgebouw aan ‘t IJ, Amsterdam

Noten:
1. Ook vorig jaar presenteerde Heiner Goebbels zich op het Holland Festival en schreef Frnkfrt daarover: Lolita en de grote wereld: Heiner Goebbels laat zijn publiek weer het verhaal vertellen

2. Walter Benjamin — Het Kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid (1985, Uitg. Sun, Nijmegen). Meer over Benjamin en het ritueel in relatie tot de kunst: frnkfrt versus festivals: van ritueel naar resort

Delusion of the Fury bij Holland Festival 2014

Zie hier een uitgebreide docu over deze produktie, inclusief interview met Heiner Goebbels.

Meer Holland Festival 2014 op Frnkfrt:
Muhly en Little rekenen af met vooroordelen over populaire cultuur en klassiek
Ontmoeting Muhly en Oneohtrix ‘kickt’ geen ‘ass’

Originally published at frnkfrt.net on June 11, 2014.

--

--

peter bruyn
FRNKFRT

Beheers jezelf - beheers de media - wees vrij.