peter bruyn
FRNKFRT
Published in
4 min readAug 27, 2005

--

Jaap Blonk — Kontrans Electronic Music Series

Het is alweer zo’n twintig jaar geleden dat Jaap Blonk zich in de belangstelling declameerde — hoe moet je het anders noemen? — met zijn uitvoering van Kurt Schwitters’ ‘Ursonate’. Blonk’s versie van het befaamde dada-klankgedicht verscheen in 1986 op LP bij BV Haast en sloeg in als een bom.

Ik herinner mij een concert van The Stranglers in Vredenburg in die tijd. Mojo had Blonk in het voorprogramma gezet. Dada was immers de punk van de jaren twintig, dus dat zou wel aansluiten dacht men blijkbaar. Vergeet het maar. Na het publiek eerst enkele minuten overrompeld te hebben was Blonk al snel No More Hero voor de Stranglers-fans en begon het bekogelen met bierbekertjes.

Enfin, bij een iets meer geälfabetiseerd publiek sloeg de performance weldegelijk aan en Blonk’s reputatie overschreed al gauw de landsgrenzen. Hij had al zijn kaarten op het vertolken van klankgedichten kunnen zetten — en die van dada in het bijzonder. Dat kun je als je in je eentje over de hele wereld tourt een flinke tijd volhouden. Maar Blonk wilde méér. Dat hij zich ‘ontwikkelde’ is misschien een te beperkte omschrijving. Je kunt beter zeggen dat hij zijn stem-activiteiten liet uitwaaieren. Jawel, de ‘Ursonate’ voert hij nog altijd wel bij deze of gene gelegenheid uit — op de cd-rerelease van vorig jaar staat niet voor niets naast de oorspronkelijke opname uit 1986 nog een live-versie uit 2003. Daarnaast is hij steeds meer eigen klankcomposities gaan produceren. Soms uitgaand van de klank van de stem en op andere momenten van de klank van de taal. Een mooi voorbeeld van dat laatste is het album ‘Dworr Buun’ dat hij in 2001 met zijn groep Braaxtaal uitbracht. Daarop zijn de teksten volstrekt abstract, in een verzonnen taal, die echter door de uitgekiende keuze van klanken associaties met het Nederlands oproept. Het is Blonk op z’n toegankelijkst, zou je kunnen zeggen.

Op een vergelijkbare wijze ‘abstract en toch grijpbaar’ is de ‘visuele poëzie’ die Blonk op zijn website — www.jaapblonk.com — publiceert. Karakters van het schrift uit een imaginair Oosters land.

In de jaren negentig begon de stemkunstenaar steeds vaker met free-jazz musici als saxofonists Mats Gustafsson en tubablazer Carl Ludwig Hübsch te improviseren, wat doorgaans alweer een stuk vervreemdender effect had dan de klankpoëzie. Hier was geen sprake meer van woorden, zelfs geen imaginaire woorden.

Het meest radicaal is Blonk echter als hij iedere vorm van ‘tekst’ vermijdt en zijn stemklank ook nog eens elektronisch bewerkt. Die experimenten vinden hun weg naar de Kontrans Electronic Music Series, een cd-reeks waarin tot op heden drie delen zijn verschenen. In 2001 was daar al het in zijn huisstudio in elkaar gevlochten klanktapijt ‘Averschuw ‘. Nu zijn er twee nieuwe schijfjes volgens het zelfde patroon.

Op ‘Pre-zoic Cellways’ gaat Blonk de confrontatie aan met electronica-piloot — en van oorsprong pianist — Cor Fuhler. Dit is ongetwijfeld het meest extreme album van de twee. Terwijl Fuhler zijn draaitafel en sequencers laat knarsen zoals hij dat ook bij bijvoorbeeld The Flirts en MIMEO doet, kneedt Blonk zijn stemklanken elektronisch in vergelijkbare structuren en korreligheid. Het is de stemkunstenaar die de electronicus besluipt met z’n eigen wapens. Pas in het slotstuk ‘Notches of Mycoplasma’ is de stemband als klankbron te herkennen, en de mondholte als vormgever.

Dat is anders op ‘Post-Human Identities’, het — overigens al tweede — album dat Blonk samen met de Noorse stemkunstenares Maja Ratkje maakte. Hier is de ‘menselijke factor’ in alle vijf de stukken overduidelijk hoorbaar aanwezig, hoewel beiden tegelijk naar hartelust met effectapparatuur en samplers in de weer zijn. Op de plaat met Fuhler lijkt de mens in gevecht met de machine. Op het album met Ratkje is het voor het oor meer ‘mens tegen mens’, maar gewapend met alle hulpstukken die voor handen waren, dat weer wèl.

Sartres ‘La Transcendance de l’Ego’ werd destijds vertaald als ‘Het ik is een Ding’. Terwijl aan de menselijke stem in de muziek doorgaans méér ‘soul’ wordt toegedacht dan aan welk tokkel-, blaas- of slaginstrument dan ook — om over elektronica nog maar te zwijgen — lijkt Blonk in zijn Kontrans Electronic Music projecten de menselijke stem geheel te onderwerpen aan het Man-Machine ideaal van Kraftwerk. Of is dat schijn? In ieder geval omzeilt hij op bijna transcendentale wijze het stemgebruik als conventionele communicatievorm, terwijlhij tegelijktertijd uiteraard toch weer communiceert.

Dit zijn allesbehalve cd’s om even bij de afwas op te zetten. Geen muziek terwijl je een beaujolais primeur ontkurkt en de blokken in de haard nog eens opport. Eerder oefenstof om je opvattingen over muziek te toetsen. Klank-essays, niets minder dan dat. En de strakke, bijna voor de archiefkast ontworpen vormgeving van de doosjes sluit daar naadloos bij aan.

Jaap Blonk & Cor Fuhler — Pre-zoic Cellways (Kontrans)
Maja Ratkje & Jaap Blonk — Post-Human Identities (Kontrans)

Originally published at Cut-Up on August 27, 2005.

--

--

peter bruyn
FRNKFRT

Beheers jezelf - beheers de media - wees vrij.