peter bruyn
FRNKFRT
Published in
4 min readJun 5, 2014

--

Ontmoeting Muhly en Oneohtrix ‘kickt’ geen ‘ass’

De programmeurs van het Holland Festival trapten woensdagavond in de val die ze afgelopen maandag nog met zoveel succes wisten te omzeilen. Toen slaagden ze — met de concerten van Nico Muhly en David T. Little — er overtuigend in om een symbiose tussen de klassieke traditie en elementen uit de popcultuur symbiotisch samen te brengen.(1) Woensdag daarentegen, bij de artistieke ontmoeting van Muhly met Oneohtrix Point Never in Orgelpark, werden ‘pop’ en ‘klassiek’ te gemakkelijk met programmatisch klittenband aaneengehaakt in een vorm waarbij één plus één in een half resulteert.

Met de combinatie van orgel en elektronica wordt al decennialang geëxpirimenteerd en heeft ook al een veelheid aan boeiende, spannende en mooie muziek opgeleverd. Denk alleen maar ‘Dialogo Sopra i due Sistemi’ van René Uijlenhoet (2) dat alweer tien jaar geleden op cd verscheen. Het is ook allesbehalve een onlogische combinatie, omdat — zoals ook in het programmaboekje van het Holland Festival gemeld wordt — het (kerk)orgel eigenlijk een synthesizer avant la lettre is. Kortom aan de keuze voor het instrumentarium lag het niet, dat het concert woensdag niet helemaal uit de verf kwam. Wel aan de composities en de spelers.

Nico Muhly is geen popmuzikant, maar een klassiek geschoold componist die met popcultuur is opgegroeid en z’n ambachtelijke kwaliteiten de afgelopen jaren nogal eens als arrangeur aan popmuzikanten heeft uitgeleend. Z’n eigen werk is in flinke mate beïnvloed door Philip Glass — zeker geen ‘popmuziek’, maar weldegelijk ‘populair’ — Louis Andriessen voorzag de stukken van Glass ooit van het etiket ‘roombotermuziek’.
Glass is Glass en een ‘original’, dat staat buiten kijf. Zijn opvolgers moeten echter altijd weer oppassen dat ze niet in sprookjespoel van de Kitsch glibberen. Dat Muhly dat afgelopen maandag niet overkwam, heeft alles te maken met het Nederlands Kamerkoor. Dat ensemble drukt gewoon op bijna intimiderend ‘hardcore’ wijze haar klassieke stempel op de muziek en was daarmee het reddingskoord dat voorkwam dat de stukken van Muhly richting populistisch afdreven. Het Nederlands Kamerkoor duldt simpelweg geen bullshit.
Woensdagavond, in het prachtige Orgelpark, ontbrak die ‘vangrail-factor’. Nico Muhly is een charmeur pur sang en weet dat drommels goed van zichzelf. Met als gevolg dat-ie misschien iets te vaak denkt dat hij overal mee wegkomt. Zijn orgelstukken zijn weliswaar geen weggevertjes en organist James McVinnie is een groot talent, maar de componist moet wel scherp gehouden worden. Het kamerkoor deed dat, maar Muhly’s tegenspeler in het Orgelpark, Oneohtrix Point Never, doet dat niet.
Oneohtrix Point Never, alias Daniel Lopatin uit Brooklyn, NY, is een elektronicamuzikant die klanklaag over klanklaag schuift, een gebruikelijk procedé binnen het genre, waarmee drone-achtige stukken muziek worden opgebouwd. En Oneohtrix kan daarmee uitstekend uit de voeten. Maar hij is wel het soort muzikant die goed heeft opgelet welke urgente stappen voorwaarts door anderen zijn gemaakt en daar zelf dan een meer gepolijste, gemakkelijker te verorberen en dus commercieel aantrekkelijker variant van produceert. Goed gemaakte, maar primair behagende muziek.

En daar zit ’m nou net de kneep. Muhly moet uitgedaagd worden. In Orgelpark bleef het echter bij strelen en ‘huggen’ — dat laatste zelfs letterlijk. Dat levert aangename muziek op. De orgelklanken kleuren fraai met de elektronica om vervolgens in een zwoele ‘liefdesdrone’ te versmelten. ‘Welluidende’ muziek, zoals dat graag in populair-klassieke kringen genoemd wordt — muziek die tijdens lange trein- of autoritten zondermeer beter te verteren is dan pakweg The Common Linnets. ‘Behaagmuziek voor de happy few’, maar ook niets wezenlijk méér dan dat. Misschien zou Muhly’s orgelmuziek beter uit de verf komen in combinatie met een muzikant die wat recalcitranter of eigenzinniger met synthesizers en elektronica bezig is. De Nederlandse Berlijner Thomas Ankersmit bijvoorbeeld of de klassiek onderlegde Keulse analoge synth-piloot Thomas Lehn. Maar of dat werkt blijft natuurlijk koffiedik kijken.

Na afloop van het concert in Orgelpark presenteert tweehonderd meter verderop in OT301 de Groningse rockgroep Wolvon een nieuwe EP. Géén Holland Festival, géén orgels, géén synthesizers. Géén klassieke muziek. Maar wèl precies wat de ontmoeting tussen Muhly en Oneohtrix Point Never mist. Er worden spanningsogen opgetrokken en er wordt ‘ass gekickt’.

Peter Bruyn

Gezien wo 4 juni 2014, Orgelpark, Amsterdam.

Noten:

1. zie Muhly en Little rekenen af met vooroordelen over populaire cultuur en klassiek

2. René Uijlenhoet — ‘Dialogo Sopra i due Sistemi’ Beluister hier een fragment

Meer Holland Festival 2014 op Frnkfrt.net:
Muhly en Little rekenen af met vooroordelen over populaire cultuur en klassiek

Originally published at frnkfrt.net on June 5, 2014.

--

--

peter bruyn
FRNKFRT

Beheers jezelf - beheers de media - wees vrij.