Paringsrituelen en blokfluitsmonster in het Bimhuis
Het blijft spannend, impro. Iedere keer weer. Zowel voor de musici als voor het publiek. Musiceren zonder het vangnet van een partituur of gerepeteerd liedje. En improviseren als trio kent nog een extra aspect; zeker als er geen sprake is van een traditionele ritmesectie in de vorm van bas en drums. Wat moet je dan? Alle drie dezelfde ‘groove’ spelen? Daar houden improvisatoren doorgaans niet zo van. Dus wordt het al snel twee tegen één. Maar wie is dan die dwarsligger? Of willen ze dat alle drie zijn. Muziek is weliswaar geen sport, maar er is weldegelijk sprake van competitie. Dat wordt echter pas hinderlijk als die muziek ondergeschikt wordt aan het ego. Enfin, reden genoeg om uit te kijken naar het Bouge Trio en Trolleybus in het Bimhuis.
Er waren nogal wat overeenkomsten: Twee trio’s, beide zonder slagwerk en beide met één vrouw in de gelederen. Dat laatste zou voor muziekpuristen wellicht niks uit mogen maken, maar doet het natuurlijk wel. Zoals mannen in een conversatie tegenover vrouwen ook vaak een iets andere houding aannemen. Musiceren blijft communiceren ook onderling en zeker bij impro. En mannen blijven haantjes. En wat het verschil tussen de twee groepen betreft, daar lijkt niet het verschil in bezetting doorslaggevend, maar het verschil in generatie.
Het Bouge Trio zijn de senioren in dit geval. Twee vijftigers, de Duitse trombonist Johannes Bauer die deel uitmaakte van het Peter Brötzmann Tentet en talloze andere vaste en minder vaste ensembles, en Luc Ex, die ooit basgitaar speelde bij de rockband waar hij nog altijd zijn achternaam aan ontleend, maar sindsdien vooral actief is op de akoestische basgitaar bij groepen als 4Walls, Sol6 en Rubatong. Plus de Franse klarinettiste en stemacrobate Isabelle Duthoit die inmiddels ook aan de wijze kant van de veertig zit.
Ze beginnen precies tegelijk, alle drie een solistenrol op zich nemend. Wat bij alle drie opvalt — Duthoit gebruikt in het eerste stuk alleen haar stem — is hoe het hele lichaam opgaat in de muziek. Dus niet een beetje meetappen met de voet, maar zowel romp als ledematen lijken bij ieder van de drie met een soort peristaltiek te reageren op wat er gespeeld wordt.
Het is in het tweede stuk dat Bauer en Duthoit steeds intensiever op elkaar anticiperen. Zang en spel worden intenser. Het lijkt wel een paringsritueel. De trombonist krijgt bijna een bezeten blik in de ogen en zijn hoofd loopt rood aan. Daarbij blijft Luc Ex onverstoorbaar zijn eigen partij spelen, alsof hij aanvoelt dat hij misschien wel die hond is die er straks met het been vandoor gaat. Wat Isabelle Duthoit ondertussen allemaal met haar stem doet is ongelofelijk. Maar ook de wijze waarop er naar elkaar geluisterd wordt maakt indruk — steeds kleine hints in ritme of klank, waarmee de musici elkaar laten horen dat niets hen ontgaat.
Het volgende stuk verandert het klankspectrum weer en lijken Bauer en Duthoit wel heel erg vrij te improviseren op Screamin’ Jay Hawkins’ ‘Constipation Blues’, waar Luc Ex dan weer een uiterst laxerende melodielijn doorheen speelt. Het werkt perfect. Meest opvallend aan dit trio is hoe dicht de drie musici letterlijk en figuurlijk bij elkaar blijven, terwijl ze toch ieder hun eigen gang gaan. Isabelle Duthoit zoekt wat vaker Johannes Bauer op dan Luc Ex, zeker als ze klarinet speelt, maar ook weer niet altijd. Want plots lopen de klarinet- en baspartij weer door elkaar alsof er een lange vlecht wordt gevlochten. En als je na pakweg een half uur een moment de indruk krijgt dat er een herhaling van zetten begint, blijkt dat toch niet het geval. Pure klasse tot de laatste noot.
Pianiste Nora Mulder van Trolleybus is weliswaar van dezelfde generatie als Isabelle Duthoit, maar voor het trio als geheel geldt dat allerminst.
cd Trolleybus
Trolleybus, met verder bassist Renato Ferreira — die ook af en toe tenorsax blaast — en aanstichter/rietblazer Yedo Gibson, behoort onmiskenbaar tot die nieuwe generatie improgroepen zoals ik die reeds uitgebreid portretteerde in Gonzo (circus) #110. (1) Het verschil is snel duidelijk en laat zich benoemen als ‘rusteloosheid’. Weerbarstigheid.
Ook de drie Trolleybusmuzikanten gaan precies tegelijk van start. En ook zij luisteren naar elkaar. Maar hun spel wordt veel meer gekarakteriseerd door plotseling stoppen — en even plotseling weer verder spelen. Hoekiger. Rennen en stilstaan. Yedo Gibson die het plots in zijn hoofd krijgt om vele seconden lang het geluid van een zeldzame kikkersoort te reproduceren. Nora Mulder die zich vervolgens over de vleugel buigt om met haar hand over de snaren te gaan alsof ze wat lichte golfslag in een sloot wil bewerkstelligen.
Het blijft boeien; het wordt geen moment saai. Maar daar heeft Trolleybus wel méér requisieten voor nodig dan Bouge Trio. Yedo die een saxofoonmondstuk op een sousafoon zet en ook dat instrument laat schallen. Nora die op een gegeven moment een accordeon op schoot legt, aan haar bovenbenen vastmaakt en het instrument vervolgens ritmisch bespeelt door haar benen te spreiden en weer samen te brengen, terwijl ze met haar duimen en vuisten de knoppen bedient.
Renato Ferreira (l) en Yedo Gibson (r) met blauwe blokfluitslang
Ondertussen wordt er weldegelijk erg knap geblazen, bas gestreken en piano gespeeld, maar de afleiding is groot. Zo is er opeens een loeiend en ruisend geluid achter in de zaal. Iemand per ongeluk aan het stofzuigen? Een op hol geslagen airco misschien? Maar nee, niets daarvan. Het is lucht die in een enorme, twintig meter lange slang van met tape aan elkaar geplakte blauwe vuilniszakken wordt geblazen. Tot op het podium. Zoals The Rolling Stones ooit enorme opblaas pin-ups hadden. En The Beastie Boys een metershoge opblaaspenis. De slang van Trolleybus heeft een paar dozijn blokfluiten aan de kop bevestigd. En ja, die fluiten mee. Een blokfluitmonster. Vervolgens verschijnt er nog een veel langere slang, nu van grijze vuilniszakken. Trolleybus speelt door, maar in de zaal kijkt iedereen nu om zich heen. Alsof de klok is teruggedraaid naar de jaren zestig of zeventig. Een ‘happening’ heette dat destijds. En dan? Dan is het afgelopen. Puur op gespeelde noten maakte Bouge Trio meer indruk. Maar ja, die hebben ook een voorsprong in jaren.
Zo’n avond waarop je met tevredenheid vaststelt dat het nooit ophoudt met die vermaledijde rare muziek.
Gezien: do 7 februari 2013, Bimhuis, Amsterdam.
Noten:
1 — Gonzo (circus) #110 juli/aug 2012: ‘Geen dwergen op de schouders van reuzen; nieuwe generatie impromuzikanten kiest eigen weg’
Website Isabelle Duthoit
Website Johannes Bauer
website Luc Ex
Website Nora Mulder
Website Yedo Gibson
Website Renato Ferreira
Website Bimhuis
Bekijk hier Bouge Trio live op Konfrontationen 2011
Bekijk hier een Trolleybus promoclip
Originally published at frnkfrt.net.