peter bruyn
FRNKFRT
Published in
5 min readApr 10, 2015

--

Terry Riley in Amsterdam; over de partituur, de swing en de balans

Wat een ontzettend leuke man, die Terry Riley. Donderdag, aan het begin van de tweede avond World Minimal Music Festival werd hij in het Amsterdamse Muziekgebouw aan ’t IJ geïnterviewd door Huib Ramaer. De partituur is er voor de musicus en niet andersom, legde Riley uit. De musicus met geen slaaf worden van de partituur, maar vrij zijn om die te interpreteren. Al is het zaak dat die vrijheid ook weer niet zover uit de hand loopt dat er niets meer van de compositie overblijft. Het gaat om de balans, aldus de Amerikaan. Geen speld tussen te krijgen.

Vijf dagen staat hij centraal op het Amsterdamse festival. Vijf dagen loopt hij er ook rond en drie dagen staat hij daadwerkelijk zelf op het podium als uitvoerend musicus. Donderdag speelde hij zelf echter niet en nam hij de gelegenheid waar om zich de hele avond tussen het publiek te mengen. De componist die zijn muziek niet ‘minimal’ noemt, maar allang niet meer boos wordt als anderen dat wel blijven doen, blijkt opmerkelijk benaderbaar.
Dat merkt ook Haarlemmer Wim Dekker die enkele jaren geleden met Minny Pops-afsplitsing Smalts Riley’s ‘signature-piece’ ‘In C’ opnam, die deze week op cd is verschenen en de gelegenheid ten baat neemt om de componist een exemplaar te overhandigen. (1) Op de hoes staat de tekst van een email afgedrukt die Riley aan Dekker stuurde nadat Smalts het stuk al langs digitale weg bij de Amerikaan terecht had laten komen: ‘I like the sound of this one very much… It almost sounds like one kind of fantastic instrument playing. Very intriguing’.
,,Goh, heb ik dat echt gemaild?’’ reageert Riley oprecht verbaasd. ,,Ik moet je in alle eerlijkheid zeggen dat ik het mij niet meer kan herinneren. Maar als ik je een mail heb gestuurd betekent het echt dat ik het een bijzondere opname vond. Ik krijg namelijk zoveel versies van ‘In C’ opgestuurd dat ik onmogelijk nog op allemaal kan reageren.’’ Wim Dekker blij.

Met Wim Dekker (foto Hans de Bruijn)

Centraal deze donderdagavond staat het concert van ASKO|Schönberg, dat als motto heeft ‘Van stokslagen tot swingende machines’. Bepaald ‘swingend’ klinkt dat eerlijk gezegd niet, maar ach, ‘what’s in a name…’. ASKO|Schönberg is al edities lang een vast ensemble op het festival, net zo goed als er altijd wel een stuk van Louis Andriessen het programma binnen gesmokkeld wordt en dat is geen straf — zeker deze avond niet.
Voor het zover is wordt echter eerst nog ’Kammermusik nr 1’ uit 1922 van Paul Hindemith uitgevoerd. Een stuk dat onmiddellijk in een hypernerveus hoog tempo begint. ‘Minimal’ is het allerminst; repetitief des te meer. Maar ‘minimal’ blijkt — het is in iedere beschouwing over het genre te lezen — in de muziekpraktijk ook doorgaans ‘repetitief’ te betekenen.
Muziekhistorici zullen het wellicht ‘minimal avant la lettre’ of iets dergelijks noemen. Persoonlijk kan ik mijn Hindemiths stuk feilloos voorstellen in een setting als Disney’s ‘Fantasia’ — een filmklassieker die trouwens pas achttien jaar later gemaakt werd.
Van Maarten van Norden wordt ‘Funk Variantions’ gespeeld. Een wereldpremière, meldt het programmablad. Zijn ‘Funk Variation’ van de voormalige jazzmuzikant Van Norden die bij Louis Andriessen studeerde, is — om het maar eens weinig academisch te zeggen — een lappendeken van welluidende fragmenten. Onderhoudend, zonder dat de muzikale geloofszekerheden nu direct drastisch door elkaar geschud worden.
Het beste stuk van de avond komt van Louis Andriessen. Onbetwist. Zijn ‘De Snelheid’ uit 1983 hakt er in; letterlijk en figuurlijk. (2) Het is percussief en dynamisch, hoekig en hakkelend. En deoor de opstelling waarbij zowel blazers als slagwerk in twee groepen, uiterst links en uiterst rechts van het podium zijn opgedeeld en om en om pulserend een noot spelen, sluit het naadloos aan bij het Hoketus-repertoire dat Andriessen in de jaren zeventig en tachtig componeerde. Het is muziek die je beluistert zoals je een ‘pageturner’ leest. Voortdurend op het puntje van de stoel, ogen gericht op de musici, hongerend naar wat er komen gaat. Verslavende muziek.
Daarvoor is Riley’s ‘Tread on the Trail’ al uitgevoerd. Een stuk uit 1965 — precies een halve eeuw oud dus — en een jaar na ‘In C’ geschreven. De noten van de ‘modules’ die de componist aan de musici meegeeft om vrijuit mee te improviseren, lenen zich voor een swingende speelwijze. Zo staat het ongetwijfeld ook in de partituur. Zo staat het ongetwijfeld ook in de partituur. De zeven ASKO|Schönberg musici op het podium lijken zich echter zo in de partituur vast te bijten, dat ze de heupen veronachtzamen. De muziek wringt, in plaats van dat het stuk swingt.
Het is ook lastig als je het niet gewend bent. En de musici op het podium waren natuurlijk niet bij het interview aan het begin van de avond geweest, toen de componist nog zó had benadrukt dat de partituur er voor de musicus is en niet andersom. Maar naarmate het stuk vordert gaat het beter. En in de finale wordt er zowaar nog iets als een New Orleans sfeertje uit geperst. Tijdens het applaus staat Terry Riley in de zaal op en werpt de musici kushandjes toe. Ontzettend leuke man.

Peter Bruyn

Gezien do 9 april 2015, World Minimal Music Festival Muziekgebouw aan ‘t IJ, Amsterdam.

Noten:
1. Smalts — In C. Uitgebracht bij Blowpipe Records
2. De Snelheid van Louis Andriessen in een uitvoering uit 2002 door het Asko Ensemble o.l.v. Oliver Knussen. Deel 1 en deel 2

Website World Minimal Music Festival
Website Asko Schonberg

Meer World Minimal Music Festival op Frnkfrt:
Feldman en Ankersmit: maximalen tussen minimalisten (2011)
Minimal in contrasten: Ben Frost jaagt Oud-Zuid ’t Muziekgebouw uit (2013)

Meer Louis Andriessen op Frnkfrt:
— Waarom The Ex de belangrijkste rockband van Nederland is (en andere nationalistische feiten om trots op te zijn)

Originally published at frnkfrt.net on April 10, 2015.

--

--

peter bruyn
FRNKFRT

Beheers jezelf - beheers de media - wees vrij.