Terug naar de hoogtijdagen van idm met The 7th Plain

theo ploeg
FRNKFRT
Published in
5 min readJan 13, 2019

Gedurende de jaren 1990 maakte Luke Slater muziek onder een dozijn aliassen. De mooiste produceerde hij als The 7th Plain. Tussen 1993 en 1996 verschenen een handvol 12"s en twee albums. Slater koos voor andere projecten en veel van het materiaal bleef op de plank liggen. Tot nu. De drie delen van ‘Chronicles’ zijn een fijn weerzien met het verleden.

Het moet ergens midden 1997 geweest zijn. Luke Slater bracht zijn album ‘Freek Funk’ uit en zijn harde, minimalistische techno pakte de tijdsgeest perfect (de rave-droom was ten einde). Voor Bassic Groove en Opscene schreef ik tot dan toe voornamelijk over breakbeat, drum’n’bass en intelligent dance music (IDM). ‘Freek Funk’ bleek veel minder stijlvast dan ik had verwacht. Slater husselde er elementen uit techno, breakbeat en IDM door elkaar. Tijdens mijn interview met hem in Londen spraken we over zijn andere werk, onder andere dat als The 7th Plain, dat ik toen pas ontdekte. Hij moest lachen om mijn bekentenis dat ik vooral de korte ambient-intermezzo’s tussen de langere nummers op ‘Freek Funk’ zo goed vond. Dat vind ik nu nog steeds.

Slater, die dertig jaar geleden zijn carrière als dj in de Londense club Heaven begon, bracht zijn platen in eerste instantie uit op het platenlabel Peacefrog, richtte later zijn eigen label Mote-Evolver op en verhuisde naar Berlijn. Daar begaf hij zich vooral in kringen rond de club Berghain en concentreerde zich op zijn Planetary Assault Systems-project. De laatste tien jaar bracht hij onder die naam drie albums uit op Ostgut Ton, het platenlabel van Berghain. De laatste, ‘Arc Angel’, verscheen in 2016. Het jaar waarin Slater besloot in zijn persoonlijke muziekarchief te graaien.

Eigenlijk is hij helemaal niet zo van het verleden, bekende Slater in oktober 2016 aan Joe Muggs van Trax Magazine. hij kijkt liever vooruit. Dat graven in de archieven had twee redenen. Ten eerste viel het Slater op dat zijn The 7th Plain-platen, ooit uitgebracht bij General Production Recordings, inmiddels collector items waren geworden. Ten tweede leidde de artistieke omgeving rond Ostgut Ton ertoe dat hij, ondanks zijn fascinatie met nieuwe technologie, weer interesse kreeg in analoge muziekapparatuur. En zo in zijn eigen analoge verleden.

Een mooi en emotioneel weerzien. Vorig maand verschenen bij A-Ton, het ambient-sublabel van Ostgut Ton, drie delen van ‘Chronicles’: een mix van reeds uitgebracht en onuitgebracht materiaal. Tijdens het verjaardagsfeestje van Ostgut Ton afgelopen zomer speelde hij weer eens een set als The 7th Plain. Veel Pan Sonic, Tangerine Dream, King Midas Sound, flarden William S Burroughs, Jack Kerouac en eigen nummers. Hij vond het te gek. Toch kijkt hij met gemengde gevoelens naar ‘Chronicles’. In een interview met de website van de Londense club Fabric, geeft Slater toe dat hij aangenaam verrast was tijdens het doorspitten van oude DATs en tapes. “Ze zijn een product van een bepaalde tijd, manier van denken, nieuwe technologie en een andere wereld. Totaal verschillend, en toch klinken de opnames als nu. Of dat komt omdat veel platen nu klinken alsof ze gemaakt zijn in de jaren 1990, weet ik niet. Ik denk niet dat ik in staat zou zijn om die nummers opnieuw te schrijven, dat geluid weer te krijgen en die gedachte vind ik fijn.”

Liefdesliedjes met veel melancholie, zo ziet Slater tegenwoordig zijn werk als The 7th Plain. Een rake typering, als hij een soort universele liefde voor de wereld bedoelt. De drie albums ademen een soort optimisme dat tegenwoordig totaal afwezig is in elektronische dansmuziek. Een soort naïviteit en openheid die de wereld op dit moment met node mist. Daarin staat The 7th Plain niet op zichzelf. The 7th Plain begeeft zich op hetzelfde terrein als Sun Electric, The Orb, The Black Dog, B12 en Aphex Twin in het midden van de jaren 1990 deden en doet niet voor hen onder. Wanneer Slater het ritme opvoert, is zijn ambient techno prachtig. ‘To be Surreal’, ‘Astra Naut-E’, ‘Time Melts’ en ‘Think City’ zweven ergens in het niemandsland tussen chill-out room en dansvloer. Ademen een positiviteit en vertrouwen in de toekomst die verslavend werken. Dit is muziek die vooruit wil en tegelijkertijd alle kanten uitwaaiert. Muziek die zich niet laat beknotten.

Slater bouwt met The 7th Plain voort op wat de ‘Artificial Intelligence’-serie in 1992 en 1994 neerzette als IDM en post-club: elektronische muziek om thuis te luisteren of te ondergaan in de naast de dansvloer gesitueerde chill-out room. ‘Chronicles’ bewijst dat Slater zich zo naast de groten van IDM had kunnen scharen. Toch koos hij ervoor om slechts sporadisch aan dit project te werken. Veel materiaal zag, tot nu, enkel de muren van zijn studio. De keuze die hij vanaf 1996 voor andere projecten maakt is verklaarbaar. De naïef-positieve vibe van het begin en midden van de jaren 1990 vertoont tegen die tijd slijtage. Het nieuwe IDM/ambient-geluid klinkt introvert en melancholisch. Het album ‘Music Has the Right to Children’ van Boards of Canada verklankt dat gevoel uitstekend.

‘Chronicles’ laat horen hoe elektronische muziek-optimisme ooit klonk. Hoe aanstekelijk het naïeve geluid van de mogelijkheden van destijds nieuwe technologie klonk. Daarmee is dit drieluik niet alleen een tijdsdocument, maar ook een werk dat de impasse in de huidige, opzichtig teruggrijpende, elektronische muziekcultuur kan voorzien van nieuwe impulsen. Misschien biedt het omarmen van nieuwe mogelijkheden soelaas.

Wie denkt dat Slater nu tevens van plan is om het lastig verkrijgbare The 7th Plain-album ‘The 4 Cornered Room’ (1994) opnieuw uit te brengen, heeft het mis. Daar wil Slater niets van weten.

‘Cronicles I, II + III’ van The 7th Plain is verschenen bij A-Ton.

--

--

theo ploeg
FRNKFRT
Editor for

cyborg. renegade design sociologist. veganarchist🌱. xeno for life. anticity #Heerlen linktr.ee/theoploeg