peter bruyn
FRNKFRT
Published in
6 min readSep 12, 2016

--

Waar, van waarheid naar handelswaar. Of: De noodzaak van een tegencultuur

Het zijn vreemde tijden. En dan doel ik niet eens op het overlijden van Lou Reed of de massaontslagen bij ’s lands grootste tijdschriftenuitgeverij. Mensen gaan nu eenmaal dood en in het digitale tijdperk blijken de borsten van in de versukkeling geraakte BNsters op Playboy-papier vanzelfsprekend geen verkoopgarantie meer. Minstens zo opmerkelijk was echter dat Queens of the Stone Age plots besloot een concert in Tivoli te geven, maar dat de kaartjes alleen gekocht konden worden door die fans die reeds een ticket voor het Ziggo-concert hebben. Dat dus ook nog niet uitverkocht is. Een volstrekt nieuw marketingconcept. Ook opmerkelijk: De klaagzang van de hoofdredacteur van Oor dat grote, internationale rocksterren bij promotietournees steeds vaker aan het Nederlandse blad voorbij gaan.(1) Met andere woorden: Een interview in Oor is voor veel muzikanten gewoon niet interessant meer.

Interessante ontwikkelingen, omdat beide instituten, Mojo — inmiddels onderdeel van het internationale Live Nation muziekconcern — en Oor voortkomen uit de ‘tegencultuur’, maar stap voor stap en in feite onvermijdelijk deel zijn gaan uitmaken van wat Adorno en Horkheimer zeventig jaar geleden reeds de ‘cultuurindustrie’ noemden. (2) En zij zijn niet de enigen die dat overkomen is. Neem nu Vpro’s 3voor12: Bij het vijftienjarig bestaan van deze poptak van het laatste kwaliteitsbastion van de publieke omroep, afgelopen voorjaar, zei hoofdredacteur Willem van Zeeland nog: “De rol van 3voor12 is functioneler geworden; minder vanuit de tegencultuur.’’ (3)

,,Ga dan zelf naar Siberië’’
Dat zijn geen bewuste keuzes geweest. Het gebeurde gewoon als onvermijdelijk gevolg van het in de pas lopen met een maatschappij die evenzeer verandereden. Oor, Mojo, Vpro, ze ontstonden in een tijd dat je als Nederlander voortdurend met keuzes te maken had. En dan doel ik niet op persoonlijke keuzes, die zijn er nog altijd, maar op maatschappelijke keuzes. De samenleving was gepolariseerd. Religieuze en levensbeschouwelijke zuilen. De tegenstellingen tussen Oost en West, gesymboliseerd door het IJzeren Gordijn. ,,Ga dan zelf naar Siberië,’’ kreeg je tot diep in de jaren zeventig te horen als je in bepaalde gezelschappen de Amerikaans-kapitalistische heilsboodschap in twijfel trok. De tegenstellingen tussen generaties, gevangen door het beroemde hippie-aforisme dat niemand boven de dertig nog te vertrouwen is.
Enerzijds zorgden die tegenstellingen voor spanningen, maar tegelijk hadden ze ook tot gevolg dat men permanent op z’n qui-vive bleef en voortdurend geconfronteerd werd met het feit dat onze maatschappijstructuur maar één van de mogelijke maatschappijstructuren is. Dat de inrichting van de samenleving niet gereguleerd wordt door een of andere natuurwet, maar het resultaat is van de keuze van mensen. Kunst en cultuur droegen bij aan dat bewustzijn en de tegencultuur droeg alternatieven aan voor de heersende orde.
Dat lijkt voorbij, althans grotendeels. Hoe wij onze samenleving hebben geconstrueerd lijkt voor steeds minder mensen een keuze. De dragende structuur, het consumptieliberalisme, wordt bijna als een natuurwet beschouwd. Een onvermijdelijkheid. Vanuit de die natuurwetgedachte zijn er geen alternatieven mogelijk en is er ook geen ruimte voor een ‘tegencultuur’.
Maar hoezeer ook opgeslokt door hetzelfde liberale, kapitalistische en consumptieve denken, toch zijn de kunsten de

Slavoj Žižek in ‘The Pervert’s Guide to Ideology’

enige plek waar nog wel eens aan die schijnbare onafwendbare neoliberale fundering van de huidige samenleving wordt aan gepiest. Om maar eens dicht bij huis te blijven: Denk aan de film ‘The Pervert’s Guide to Ideology’ (4) die onlangs onder auspiciën van het Utrechtse Impakt festival (5) door het land reisde en waarin de filosoof en psychoanalyticus Slavoj Žižek haarfijn aantoont dat bijvoorbeeld de films waar de mens heen gaat om aan het juk van de dagelijkse realiteit te ontsnappen, die realiteit juist bevestigen. Een vergelijkbare boodschap heeft de Britse cultuurcriticus Mark Fisher die vorig jaar door het Tilburgse Incubate (6) naar Nederland gehaald werd en bij die gelegenheid ook een gast-essay schreef voor Gonzo (circus) (7). Onlangs sprak Fisher wederom in ons land. Ditmaal op het symposium (8) dat in Eye georganiseerd werd naar aanleiding van de expositie ‘Dread — Fear in the age of technological acceleration’ (9) Bij die gelegenheid benadrukte hij, net als Žižek, dat we zo op een Kafkaïaanse wijze in het de neoliberale maatschappijstructuur opgesloten zitten, dat we er ons gewoon niet meer bewust van zijn. Het systeem voorziet zelfs in kritiek op het systeem, in de vorm van Live8 en talloze andere ‘goede doelen’ die verworden zijn tot tandeloos engagement. Er wordt de schijn gewekt van keuzevrijheid — wat energieleverancier, zorgverzekeraar of postbezorger betreft — en aan iedere planologische beslissing lijkt een inspraakronde vooraf te gaan, maar het komt altijd neer op een keuze tussen grijsblauwe of blauwgrijze gordijntjes in het Gemeentehuis.
Iets vergelijkbaars geldt voor de razend populaire TED-conferenties; leverancier van peptalks en deeloplossingen. Vanuit de TED-visie bestaat de samenleving uit individuen die hun doel kunnen bereiken als ze maar voldoende geloven in wat ze eigenlijk willen. En voor ieder probleem in de wereld bestaat er een op zichzelf staande oplossing — het liefst in de vorm van een app.

Voor ieder probleem in de wereld een oplossing: een App!

Maar fundamentele zaken zoals het organisatorische fundament van onze samenleving komen niet aan de orde. Niet bij TED. Niet bij onze bestuurders, die voor hun stemmenjacht vooral brandstof vinden bij de waan van de dag. Maar wel in de kunst. Gelukkig daar nog wel. (10)
De overheid doet er ook alles aan om de kunstenaars in spe al voor ze één schilderij gemaakt, één plaat opgenomen of één boek geschreven hebben, ingekapseld te krijgen binnen het maatschappelijke systeem. Door te benadrukken dat de kunstenaar toch vooral ook ondernemer moet zijn. Door het werk van kunstenaars steevast als economisch ‘product’ te beschouwen.
Terwijl ‘waar’ in de kunsten voorheen stond voor ‘waarheid’, betekent het nu handelswaar. (11) Wat in praktijk vooral neerkomt op ‘amusement’.
Maar de waardevolste betekenis die kunst, en niet in de laatste plaats tegencultuur, altijd voor de samenleving heeft gehad, is dat ze mensen aan het denken zette. Een verdienste die historisch gezien in praktijk nogal eens gepaard ging meteen schamele economische positie. Dat heeft een grote groep kunstenaars echter nooit weerhouden om aan de kettingen van de maatschappelijke structuren te rammelen, mensen in hun oor te schreeuwen en met de neus op de feiten te houden.
In een tijd dat de ineenstorting van uitgeverijen, het sluiten van bibliotheken, het opheffen van orkesten en theatergezelschappen steeds vaker wordt afgedaan als onvermijdelijk — vergelijkbaar met een door een storm omvergeblazen boom, een natuurverschijnsel, en niet als een menselijke keuze — in zo’n tijd zijn kunstenaars die de vragen stellen die anderen nalaten hard nodig. En dat geldt evenzeer voor instituten die, volstrekt tegen de stroom van de tijdgeest in, dergelijke kunstenaars, musici en journalisten een platform bieden. Platforms zoals het tijdschrift Gonzo (circus) (12) en podia als het Rotterdamse Worm (13), waar dwarse, provocerende, vragen stellende, verwarring zaaiende en daarmee vóór alles de waarheid dienende kunstenaars gekoesterd worden. Beschaving heet dat.

Peter Bruyn

Bovenstaande tekst is een bewerking van het dankwoord bij het ontvangen van de eerste ‘Peter Bruyn Penning’ en her erelaureaat van de Worm Parallel University op vr 1 november 2013 in Worm, Rotterdam (14)

Noten:
1 — Erik van den Berg in Oor #10 (2013), Pag 4.
2 — Max Horkheimer & Theodor Adorno, ’Dialectiek van de Verlichting’, 1987 (Dialektik der Aufklärung, 1944)
3 — Zie: ’3VOOR12 denkt niet meer vanuit tegencultuur’
4 — ‘The Pervert’s Guide to Ideology’
5 — Website Impakt
6 — Mark Fisher bij Ikcubate
7 — Mark Fisher, ‘Tijdstrijd; Naar een alternatief voor het neoliberale tijdperk’ in Gonzo (circus) #110, juli-aug 2012
8 — Symposium: Dread — kunst, vrees en vrijheid na PRISM
9 — Tenstoonstelling ‘Dread — Fear in the age of technological acceleration’
10 — Lees in dit verband ook: Peter Bruyn, ‘Kunstboeken haal je bij De Slegte, theorie bij de dOCUMENTA’ Frnkfrt, 2012
11 — Ook Horkheimer en Adorno voorzagen dit in 1944 reeds. Zie 2.
12 — Gonzo (circus) website
13 — Worm website
14 — NIEUWS: Peter Bruyn ontvangt Peter Bruyn Penning 2013 & wordt erelaureaat WORM Parallel University

Originally published at frnkfrt.net.

--

--

peter bruyn
FRNKFRT

Beheers jezelf - beheers de media - wees vrij.