We ‘verstaan’ de natuur niet meer

theo ploeg
FRNKFRT
Published in
11 min readJan 24, 2019

Over het antropoceen, kunst, artonauten en ‘Rausch’

Leicht wie Nebel / Schwer wie Blei / Musik ergibt sich / Strömt wie Gas / Eine Lichtung / Schweres Gepäck / Einstand im Jenseits / Der Tod hat sieben Katzen / Weltkulturerbe Rausch / Endlich Unendlich
Wolfgang Voigt (2018)

Das Ich denke, Ich bin, ist, seit Cartesius, der Grundirrtum in aller Erkenntnis; das Denken ist nicht mein Denken, und das Seyn nicht mein Seyn, denn alles ist nur Gottes oder des Alls.
Friedrich Schelling (1805)

De zon gaat langzaam onder als de jonge man zijn fiets tegen een hek zet en de ingang van het natuurgebied inwandelt. Hij stapt stevig door. Bergje op. Bos in. Helling af. Het bos wordt dikker. Een plotselinge open vlakte. De man loopt op een bom af. Zet zijn rugzak neer en vlijt zich tegen de eeuwenoude stam. Hij glimlacht, legt een stukje papier onder zijn tong en sluit zijn ogen. Dan is er dat gevoel. Van zijn én niet-zijn. Hij voelt zich onderdeel van de kosmos. Hij opent zijn ogen en kijkt omhoog naar de takken van de boom, de bladeren die meebewegen met de wind. Hij voelt ze. Die takken en bladeren. Alsof ze onderdeel zijn van zijn lichaam. Hij voelt zijn lichaam samensmelten met de boom, stam, takken, bladeren. Met de aarde. Het bos. Hij is één met de natuur.

Die jonge man is Wolfgang Voigt (1961). Het bos Königsforst. Geplaagd door ADHD en oversensitiviteit zoekt Voigt als tiener de rust op. Urenlang wandelt hij door Königsforst, het uitgestrekte natuurgebied ten oosten van zijn geboorteplaats Keulen. Hij beleeft er zijn eerste LSD-trip. Voelt zich verbonden met de natuur. Die verbondenheid gaat verder: hij voelt zich één met het verleden, met de toekomst. Een ziel zonder lichaam. Hij is. Voigt ervaart er hoe essentieel drugs zijn om de wereld écht te begrijpen. Vervang drugs door kunst, en dan vooral muziek, en de carrière van Voigt vertelt zichzelf.

foto: Marion Bezani

De afgelopen twee decennia ontmoeten Voigt en ik elkaar regelmatig. Over zijn jeugdervaringen in Königsforst spreken we uitgebreid ten tijde van zijn bij Raster-Noton verschenen ‘Gas’-project in 2008. Die periode kenmerkt het ontwaken van de kunstenaar in Voigt. Of eigenlijk: het her-ontwaken. Gedurende het eerste jaren van deze eeuw slokten de beslommeringen bij het platenlabel Kompakt, dat hij samen met Michael Mayer en Jürgen Paape leidt, zijn tijd op. Zelf muziek en kunst maken staan op een laag pitje. Tussen 1996 en 2000 brengt Voigt vier albums uit onder het pseudoniem Gas. Hij voelt nu, meer dan tien jaar later wéér diezelfde energie door zijn lichaam en geest stromen. Noem het scheppingsdrang, Voigt voelt de noodzaak om te creëren. Deze keer gaat hij wel een stuk dieper, legt hij uit. De laatste tijd verdiept hij zich in het verleden. Is hij verliefd geworden op de atonale muziek van Arnold Schönberg. Muziek kan werelden bij elkaar brengen, dwarsverbanden zichtbaar maken, de ogen openen. Ja, zoals een drug.

Voigt nadert de vijftig. Toch klinkt het niet alsof hij de onschuld van zijn jeugd terug wil vinden, wil herbeleven. Dat één worden met de natuur is veel meer dan een unieke ervaring, het is de essentie van het bestaan. Met de vier Gas-albums probeerde hij die essentie door middel van muziek over te brengen, maar nu — bijna tien jaar later — is hij verder. Wijzer, meer ervaren. Zijn project ‘Kompakt’ is af. Hij heeft er een ecosysteem van gemaakt. Eerder spraak ik Michael Mayer die moest lachen om de serieuze manier waarop Voigt de organisatie heeft gestructureerd: “Het gaat mij om de muziek, voor Voigt is Kompakt echt veel meer dan dat. Het is een familie, een manier van leven, een veilige haven voor iedereen die er onderdeel van is. Hij is daarin heel fanatiek.” Kompakt is niet zomaar een platenmaatschappij, het is een ecosysteem dat zich aanpast aan haar omgeving én toch trouw blijft aan haar idealen.

foto: Marion Bezani

Met dank dus aan Voigt die sinds de oprichting in 1993 de visie met strakke hand bewaakt. Een tiran is hij zeker niet, dat bevestigen de medewerkers en artiesten die ik door de jaren heen heb gesproken en die hem op handen dragen. Hij is wel recht in de leer. Voor hem is Kompakt een familie die draait om veel meer dan muziek. Zo wordt er zoveel mogelijk samen gegeten — biologisch en vegetarisch — en speelt het Kompakt-leven zich af op de vijf verdiepingen van het gebouw aan de Werderstrasse. Beneden de studio’s, op de begane grond winkel en opslag, eerste en tweede verdieping kantoren, vergaderruimten, keuken en eetgelegenheid, daarboven woonruimte voor medewerkers en gasten.

“In Keulen spreken mensen soms weleens van een sekte”, zegt Hans Nieswandt met een knipoog tijdens ons ontbijt bij café Franck in de hippe wijk Neuehrenfeld, ergens in de zomer van 2015. Nieswandt is ambassadeur van het Goethe Instituut, schreef meerdere boeken over housecultuur, was redacteur van popblad Spex, scoorde als Whirlpool Productions een dijk van een hit met ‘From Disco To Disco’ en bleef Keulen trouw toen iedereen naar Berlijn verhuisde. “Net als Kompakt. Voor Keulen is dat écht heel belangrijk geweest. Toen veel kunstenaars en artiesten de stad verlieten, bleef Kompakt de stad trouw.” Dat legde het label geen windeieren. Kompakt dicteerde lange tijd de esthetiek van pop-techno. Het verheft pop tot kunst, vat Nieswandt samen. “De winkel ziet eruit als een kunstgalerie, is ruimtelijk en minimalistisch ingericht. Het ontwerp is strak, doet denken aan Bauhaus en Braun en grijpt terug op een soort jaren vijftig futurisme. Als je in Toronto of Mexico City woont is dat het beeld dat je van Duitse techno hebt.”

Die esthetiek wordt bepaald door Voigt. De vergaderruimte is ingericht met strak jaren dertig en vijftig meubilair. Mooi en spartaans. Geen tierelantijnen, geen opsmuk. Het beeldmerk van Kompakt is net zo strak. Compleet met punt. Het vorige logo leek een wapenschild voor een moderne orde van techno-producers. Traditie en moderniteit vloeien er in elkaar over. Voigt belichaamt die tegenstelling: de drang vooruit is groot, maar wel vanuit traditie. Voor Voigt is dat geen tegenstelling. Het narratief dat hij voor Kompakt en zichzelf heeft bedacht is non-lineair.

En dan zijn we bij de ‘opdracht’ die Voigt in 2008 weer oppakt en die in 2018 uitmondt in het meesterwerk ‘Rausch’: plaats jezelf als mens weer terug in de natuur, in het ‘alles’.

foto: Marion Bezani

Die westerse breuk tussen mens en natuur ontstaat tijdens de verlichting. De mens ontworstelt zich aan god en zoekt nieuwe manieren om de realiteit te begrijpen en verklaren. In ‘Kritik der Urteilskraft’ (1790) probeert Immanuel Kant de kloof tussen vrijheid en natuur te overbruggen door middel van kunst. Hoe de gestelde doeleinden van de mens zelf te verzoenen met de door wetmatigheden bepaalde wereld der verschijnselen? Volgens Kant beschikt kunst over het vermogen om de dimensies van natuur en vrijheid bij elkaar te brengen. Een esthetisch oordeel levert dan wel geen feitelijke kennis op, maar geeft een standpunt om natuur en vrijheid in harmonie te brengen. Die harmonie komt tot uiting in het kunstwerk. Toch blijft voor Kant de causaal gedetermineerde wereld van de natuur (de waarneembaar zinnelijke wereld) en de door vrijheid gekenmerkte wereld van het morele handelen (de bovenzinnelijke wereld) in de kern onverenigbaar, zo beschrijft hij in ‘Kritik der reinen Vernuft’ (1781) en ‘Kritik der praktischen Vernuft’ (1787). De tegenstelling die Kant introduceert heeft een grote invloed gehad op de westerse filosofie. Het is te gemakkelijk om de schuld van onze huidige mens/natuur-dichotomie op hem te schuiven, zoals in Object Oriented Ontology-kringen vaak gebeurt. De versterking van de dichotomie is vooral het gebrek aan veerkracht van de latere filosofie aan te rekenen.

Veel van de door Kant geïnspireerde Duitse idealisten wijzen het bestaan van Kants ‘Ding an Sich’ af. Er is geen niet te kennen realiteit. De waarneembare werkelijkheid bestaat slechts in het rijk der ideeën. Johann Gottlieb Fichte benadrukt dat enkel om de menselijke component — het ik — relevant is als het om filosofie gaat. Natuur doet er daarom als ‘nicht-ich’, niet-ik, niet toe. Georg Wilhelm Friedrich Hegel is het wat dat betreft met Fichte eens. Friedrich Wilhelm Joseph Schelling legt andere accenten. Hij is in zijn denken sterk beïnvloed door Kant, Leibniz en Spinoza. Die laatste wordt door Fichte gezien als dogmaticus. Schelling ziet natuur en geest als twee gelijkwaardige grootheden die alleen verschillen in kwantiteit. De natuur is, evenals de geest, niet te reduceren door het zuiver materiële en is zeker niet te vergelijken met een machine. De natuur ‘stroomt’ en verandert continu. De instrumentele manier waarop de destijds moderne filosofie de wereld tegemoet treedt, leidt onherroepelijk tot een verdwijnen van de natuur meent Schelling. De negentiende eeuwse romantici, geïnspireerd door Schelling, deden ironisch genoeg precies dat.

Net als Kant ziet Schelling een spanningsveld tussen de menselijke conditie en de natuur. Ook hij plaatst de mens dus buiten de natuur. Kunst kan, net als bij Kant, de kloof tussen geest en natuur overbruggen. een kunstwerk verenigt het bewuste met het onbewuste en is daarom de synthese van geest en natuur. Het toont oneindigheid in iets eindigs. De scheiding tussen natuur en geest die in de zoektocht naar menselijke vrijheid ontstaat, wordt door het kunstwerk opgeheven. Natuur en geest vallen weer samen. Interessant is overigens dat Schelling de natuur niet ziet als inherent goed of mooi. Het is het kunstwerk dat de natuur die eigenschappen toedicht.

Die kritiek op de heersende manier van denken, is na Schelling een terugkerend thema. De Frankfurters, Max Weber, Martin Heidegger, Marshall McLuhan; hun kritiek is met name gericht tegen het instrumentele karakter van de moderniteit. Het is, zo kun je beweren, een meer sociologische en diepere analyse dan de hedendaagse filosofie in staat is uit te voeren.

Fast forward naar nu.

foto: Marion Bezani

Enter Timothy Morton.

FRNKFRT schreef eerder over deze Britse denker die dichterbij Schelling staat dan bij Hegel en Kant. Morton gaat echter nog een stapje verder. Hij breekt niet alleen de muur tussen natuur en geest af, hij ontkent dat er sprake is van natuur. Natuur is, en daar geeft hij Schelling de hand, een valse voorstelling van zaken die nodig is om ons te onderscheiden van die natuur, van het ‘Ding an Sich’. Morton pleit voor een ecologie zonder natuur. In die ecologie is alles gelijkwaardig. Morton is een aanhanger van Object Oriented Ontology, een gedachtegoed dat ervan uit gaat dat mensen en niet-mensen gelijkwaardig zijn. Morton legt hier een relatie met het antropoceen, een begrip dat omschrijft dat het menselijke ingrijpen in de ecologie zo groot is dat de invloed ervan niet meer te negeren is. De conditie vraagt om een radicaal andere benadering van onze omgeving. En daar hoort een verwerping bij van de tegenstelling tussen geest en natuur die Kant aanbrengt.
Alles goed en wel, maar we leven wel nog in een maatschappij die het idee cultiveert dat er wél een tegenstelling mens-natuur is. Dat moet dus anders en kunst kan, meent Morton, daarbij helpen. Het ‘Dark Ecology’-project van de Amsterdamse organisatie Sonic Acts is daar een mooi voorbeeld van. Morton was er nauw bij betrokken en schreef gelijktijdig een boek over het begrip.

We hebben kunstenaars nodig om onze relatie met onze omgeving te onderzoeken, betoogt Ruben Jacobs in zijn vorig jaar verschenen boek ‘Artonauten: Op expeditie in het Antropoceen’. Die kunstenaars noemt hij artonauten, een begrip dat hij al enkele jaren hanteert in zijn artikelen en lezing. Jacobs is socioloog, is verbonden aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en schrijft voor diverse platforms. Zijn manier van denken is zeker niet zo extreem al die van Morton. Jacobs blijft dicht(er) bij de moderne filosofie en benadrukt dat iets doen aan de klimaatcrisis niet draait om het redden van onze wereld, maar om het redden van de mens. Zijn werk is humanistisch van aard en wijkt daarin af van het posthumanisme, misschien zelfs antihumanisme, van Morton. Ze vinden elkaar in het belang dat zij hechten aan kunst. In navolging van Marshall McLuhan meent Jacobs dat een artistieke houding kan bijdragen aan het reframen van problemen. De essentie van die houding zit ‘m immers in het afschudden van de als normaal geaccepteerde denkkaders in een maatschappij en dat is nodig om te komen tot échte oplossingen.

Jacobs gebruikt de metafoor van de ‘nauten’. Argonauten, aquanauten, aeronauten, astronauten; zij gingen op ontdekkingstocht in onontgonnen territoria. Artonauten gebruiken een artistieke houding om de ingekaderde wereld opnieuw te betrekken alsof het een nieuwe wilde wereld is. En dat is niet voorbehouden aan kunstenaars, maar aan iedereen die in staat is bestaande frames los te laten en zo onze relatie met onze ‘natuur’ te onderzoeken en opnieuw te duiden.

Wolfgang Voigt is een artonaut.

Zijn Gas-project bevraagt onze relatie met de natuur. In tegenstelling tot de romantici schetst hij geen positief en esthetisch beeld van de natuur. Bij Voigt is de natuur een onderdeel van ons, maar dat voelt niet zo. En ook weer wel. Voigt confronteers ons met de gevolgen van de moderniteit: wij zijn niet meer in staat buiten de rationele, objectieve systemen te denken die we zelf hebben gecreëerd. Het vorig jaar verschenen ‘Rausch’ slaagt daarin het best. In een muziekstuk van een uur — verdeeld over zeven aktes — verklankt Voigt ons onvermogen om onderdeel te zijn van onze natuur. Om een omgeving te creëren waarin wij als mensen samen bestaan met alle niet-menselijke componenten. Dat is behoorlijk confronterend. ‘Rausch’ komt dan ook hard binnen. En geeft hoop. Het stuk weet een urgentie op te roepen waar geen klimaatrapport vol abstracte cijfers tegen op kan. Het beklemt, omhelst, verleidt, stoot af, confronteert, creëert een roes én laat de luisteraar na afloop gedesoriënteerd en misselijk achter.

Zo klinkt de eenzaamheid in onze zelfgebouwde illusie. ‘Rausch’ is eerder een confrontatie dan een mogelijke oplossing. We moeten eerst door de rouwfase heen waarin we definitief afscheid nemen van het moderniteitsdenken. ‘Raush’ is de soundtrack, Voigt de moderniteits-uitdrijver.

‘Raush’ (2018) van Gas is verschenen bij Kompakt. ‘Zauberberg’ (1997) van Gas is zojuist heruitgebracht.

Verdieping

Jos de Mul (2007). Het Romantisch Verlangen: in (post)moderne kunst en filosofie. Kampen: Klement.

Rüdiger Safranski (2007). Romantik, Eine Deutsche Affäre. München: Hanser.

Timothy Morton (2007). Ecology Without Nature: Rethinking Environmental Aesthetics. Cambridge, MA: Harvard University Press.

Timothy Morton (2016). Dark Ecology: For a Logic of Future Coexistence. New York: Columbia University Press.

Ruben Jacobs (2018). Artonauten: Op Expeditie in het Antropoceen. Rotterdam: V2.

Theo Ploeg (2016). ‘Dark Ecology en onze perverse kijk op het klimaat’. FRNKFRT. 27 oktober 2016. (link)

--

--

theo ploeg
FRNKFRT
Editor for

cyborg. renegade design sociologist. veganarchist🌱. xeno for life. anticity #Heerlen linktr.ee/theoploeg